30 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor de toepassing van de vrijstelling van de verpakkingsheffing, voorzien in artikel 371, § 3, 3°, van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur, inzonderheid op artikel 371, § 3, 3°, vervangen door artikel 11 van de wet van 30 december 2002 houdende diverse fiscale bepalingen op het stuk van milieutaksen en ecobonussen;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 6 december 2002;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 6 december 2002;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door het feit dat dit besluit als voornaamste voorwerp heeft om het de belastingplichtigen van de verpakkingsheffing mogelijk te maken een vrijstelling te bekomen van deze heffing; dat het dus noodzakelijk is dat dit besluit in werking treedt op dezelfde dag als de wet die het uitvoert;

Gelet op het advies nr. L. 34.535/4 van de Raad van State, gegeven op 19 december 2002, in toepassing van artikel 84, 1e alinea, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door het feit dat de economische actoren moeten beschikken over een zekere termijn om de toepassing van het huidig besluit te kunnen organiseren; dat dit uitvoeringsbesluit bijgevolg samen met de wet, moet gepubliceerd worden zodat die economische actoren beschikken over de wettelijke termijn van tien dagen tussen de datum van publicatie en de datum van inwerkingtreding van de wet; dat, door de publicatie van dit besluit samen met de wet, het in die omstandigheden niet mogelijk is het besluit opnieuw voor advies voor te leggen aan de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : - Administratie : de Administratie der douane en accijnzen; - begunstigde van de vrijstelling : de natuurlijke of rechtspersoon die dranken, verpakt in individuele verpakkingen onderworpen aan de verpakkingsheffing, in het verbruik brengt en die het bewijs levert dat de verpakkingen beantwoorden aan de voorwaarden bepaald door dit besluit; - gerecycleerd materiaal : secundaire grondstoffen bekomen uit de recyclage van gebruikte materialen gemaakt uit dezelfde grondstof.

Art. 2.Niettegenstaande het naleven van de regels inzake de voedselveiligheid, kunnen drankverpakkingen voor éénmalig gebruik, genieten van vrijstelling van de verpakkingsheffing indien het percentage gerecycleerde materialen die deze verpakking bevat ten opzichte van het totale materiaal, niet lager is dan 70 % voor gekleurd glas en 50 % voor de andere materiaalsoorten.

Art. 3.De natuurlijke of rechtspersoon, die dranken verpakt in individuele verpakkingen in het verbruik brengt die genieten van een vrijstelling van verpakkingsheffing, moet bij de Administratie een aanvraag tot vrijstelling indienen die de volgende stukken bevat : - de lijst van de verschillende soorten verpakkingen en de verschillende inhoudsvolumes die hij in het verbruik brengt; - voor elke soort en elk inhoudsvolume, het percentage aan gerecycleerde grondstoffen en nieuwe grondstoffen die de verpakking bevat; - de identificatiegegevens van de producent(en) van de verpakkingen; - het certificaat/de certificaten afgeleverd door de erkende controleorganismen : a) dat aantoont/die aantonen dat de machines gebruikt voor de productie van de drankverpakkingen een aanwending van, naar gelang het gaat om andere materialen of gekleurd glas, respectievelijk 50 % en 70 % gerecycleerde materialen mogelijk maken;b) waarin het gehalte gerecycleerd materiaal in de verpakking, die in het verbruik zal gebracht worden wordt aangetoond; - een document waarin de fabrikant van de verpakkingen zich akkoord verklaart om de Administratie jaarlijks alle elementen te leveren die nodig zijn om het percentage aan gerecycleerd materiaal te bepalen dat is gebruikt, alsook het aantal aldus gefabriceerde verpakkingen; - daarnaast moet de persoon bedoeld in lid 1 ook jaarlijks het aantal verpakkingen (soort en inhoudsvolume) dat hij aangekocht heeft bij erkende producenten meedelen aan de administratie.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als de wet houdende diverse fiscale bepalingen op het stuk van milieutaksen en ecobonussen, die het moet uitvoeren.

Art. 5.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 december 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS