Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 april 2003
gepubliceerd op 29 april 2003

Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 2002 betreffende de toepassingsmodaliteiten van de vrijstelling van de verpakkingsbijdrage voorzien in artikel 371, § 3, 3°, van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2003003271
pub.
29/04/2003
prom.
22/04/2003
ELI
eli/besluit/2003/04/22/2003003271/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

22 APRIL 2003. - Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 2002 betreffende de toepassingsmodaliteiten van de vrijstelling van de verpakkingsbijdrage voorzien in artikel 371, § 3, 3°, van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het aan Uw handtekening onderworpen koninklijk besluit beoogt sommige bepalingen opgenomen in het koninklijk besluit van 30 december 2002 betreffende de toepassingsmodaliteiten van de vrijstelling van de verpakkingsbijdrage voorzien in artikel 371, § 3, 3°, van de wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur, aan te passen.

De wijzigingen die aangebracht worden in artikel 3 van het oorspronkelijke koninklijk besluit laten de instelling of de zelfstandige instellingen, erkend door de Minister van Economie, toe de noodzakelijke controleverrichtingen uit te voeren op basis van de productiecapaciteit van de geproduceerde verpakkingen. Ze laten eveneens aan dezelfde instellingen toe, achteraf, het aantal vervaardigde producten te controleren die beantwoorden aan de noodzakelijke criteria om de vrijstelling van de verpakkingsbijdrage te bekomen en te vergelijken met het aantal vrijstellingen dat verleend werd.

Om een optimale uitwerking van deze wettelijke bepalingen toe te laten, is het aangewezen om de inwerkingtreding van het wijzigende koninklijk besluit te laten samenvallen met oorspronkelijke besluit dat het wijzigt.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, D. REYNDERS

22 APRIL 2003. - Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 30 december 2002 betreffende de toepassingsmodaliteiten van de vrijstelling van de verpakkingsbijdrage voorzien in artikel 371, § 3, 3°, van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur, in het bijzonder artikel 371, § 3, 3°, vervangen door artikel 11 van de wet van 30 december 2002 houdende diverse fiscale bepalingen op het stuk van milieutaksen en ecobonussen;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 december 2002 betreffende de toepassingsmodaliteiten van de vrijstelling van de verpakkingsbijdrage voorzien in artikel 371, § 3, 3°, van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur, inzonderheid artikel 3;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 maart 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 27 maart 2003;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid door het feit dat dit besluit voornamelijk tot doel heeft sommige wijzigingen aan te brengen aan het koninklijk besluit van 30 december 2002 betreffende de toepassingsmodaliteiten van de vrijstelling van de verpakkingsbijdrage voorzien in artikel 371, § 3, 3°, van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur, dat dit besluit verplicht in werking dient te treden op dezelfde dag van het besluit dat het wijzigt; dat onder die voorwaarden dit besluit dringend moet genomen worden;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 4 april 2003, onder kenmerk L 35.203/2, in toepassing van artikel 84, 1e lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Volgende wijzigingen worden aangebracht aan artikel 3 van het koninklijk besluit van 30 december 2002 betreffende de toepassingsmodaliteiten van de vrijstelling van de verpakkingsbijdrage voorzien in artikel 371, § 3, 3°, van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur : 1° het 4e streepje wordt vervangen door volgende bepaling : « - het certificaat/de certificaten afgeleverd door de erkende controle-instellingen dat aantoont/die aantonen dat de machines gebruikt voor de productie van de drankverpakkingen een aanwending van, naar gelang het gaat om andere materialen of gekleurd glas, respectievelijk 50 % en 70 % gerecycleerde materialen mogelijk maken. »; 2° het 5e streepje wordt door volgende bepaling vervangen : « - een document waarin de fabrikant van de verpakkingen zich akkoord verklaart om de administratie jaarlijks, vóór 1 april van het volgende jaar uiterlijk en na verificatie door de voornoemde erkende controle-instelling, alle verschillende elementen te leveren die nodig zijn om per lotnummer of per productieperiode het percentage aan gerecycleerd materiaal te bepalen dat is gebruikt, alsook het aantal op die manier geproduceerde verpakkingen per soort en per inhoudsvolume, en verkocht aan elke van de in het eerste lid bedoelde persoon.»; 3° de tekst van het 6e streepje vervangen door : « - daarnaast moet de persoon bedoeld in lid 1 jaarlijks aan de administratie het aantal verpakkingen (soort en inhoudvolume) meedelen dat hij aangekocht heeft bij producenten die het of de voormelde certica(a)t(en) ontvangen hebben.»

Art. 2.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 30 december 2002 betreffende de toepassingmodaliteiten van de vrijstelling van de verpakkingsbijdrage voorzien in artikel 371, § 3, 3°, van de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur.

Art. 3.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 22 april 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS

^