Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 30 augustus 2013
gepubliceerd op 17 september 2013

Koninklijk besluit houdende wijziging van artikel 3bis van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, wat het ouderschapsverlof betreft

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2013204991
pub.
17/09/2013
prom.
30/08/2013
ELI
eli/besluit/2013/08/30/2013204991/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 AUGUSTUS 2013. - Koninklijk besluit houdende wijziging van artikel 3bis van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, wat het ouderschapsverlof betreft


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het koninklijk besluit dat ik de eer heb aan Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen heeft tot doel om, wat de regeling van de jaarlijkse vakantie betreft, het intern recht in overeenstemming te brengen met Richtlijn 2010/18/EU tot uitvoering van de herziene raamovereenkomst inzake ouderschapsverlof, dat de werknemer waarborgt dat "de op de datum van ingang van het ouderschapsverlof door de werknemer verworven rechten of rechten in wording ongewijzigd blijven behouden tot het einde van het ouderschapsverlof. Na afloop van het ouderschapsverlof zijn deze rechten, met inbegrip van de uit de wetgeving, collectieve overeenkomsten en/of nationale gebruiken voortvloeiende veranderingen, van toepassing" (clausule 5, punt 2 van het raamakkoord).

Richtlijn 2010/18/EU beklemtoont dat de lidstaten rekening dienen te houden met "het belang van de continuïteit van de rechten op de socialezekerheidsuitkeringen krachtens de verschillende regelingen, in het bijzonder wat de gezondheidszorg betreft" (clausule 5, punt 5).

Dit koninklijk besluit beoogt aldus het genot van de nieuwe regeling van de aanvullende vakantie uit te breiden tot de werknemers die ouderschapsverlof nemen, en dat ongeacht de regeling waarin het verlof wordt opgenomen.

Het besluit werd aangepast aan de legistieke bemerkingen geformuleerd door de Raad van State in zijn advies 53.556/1 van 15 juli 2013.

Als antwoord op de bemerking betreffende de terugwerkende kracht, dient evenwel verduidelijkt te worden dat dit besluit wel degelijk tot de categorieën behoort waarvoor terugwerkende kracht gerechtvaardigd is.

Het besluit heeft tot doel voordelen toe te kennen op grond van het principe van de gelijke behandeling.

Sinds 1 april 2012 wordt het voltijds ouderschapsverlof - bedoeld in artikel 46, § 1, van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers - beschouwd als het hervatten van een activiteit.

Het genot van de aanvullende vakantie werd tot nu toe niet toegekend voor een onderbreking voor deeltijds ouderschapsverlof.

Het artikel 3bis van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, opent het recht op de aanvullende jaarlijkse vakantie vanaf 1 april 2012.

In dit koninklijk besluit wordt het recht op de annvullende vakantie toegekend naar aanleiding van een deeltijds of voltijds ouderschapsverlof, dat moet worden beschouwd als het hervatten van een activiteit in de zin van artikel 3bis, eerste lid, van het koninklijk besluit van 30 maart 1967.

De inwerkingtreding met ingang van 1 april 2012 is noodzakelijk om de werknemers die een activiteit hebben hervat na een periode van deeltijds ouderschapsverlof, in de loop van het jaar 2012, toe te laten Europese vakantie te nemen tijdens het jaar 2013.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

Raad van State, afdeling Wetgeving, advies 53.556/1 van 15 juli 2013 over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van artikel 3bis van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, wat het ouderschapsverlof betreft" Op 14 juni 2013 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Werk verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van artikel 3bis van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, wat het ouderschapsverlof betreft".

Het ontwerp is door de eerste kamer onderzocht op 3 juli 2013. De kamer was samengesteld uit Marnix Van Damme, kamervoorzitter, Wilfried Van Vaerenbergh en Jeroen Van Nieuwenhove, staatsraden, Marc Rigaux en Michel Tison, assessoren, en Wim Geurts, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Wouter Pas, eerste auditeur.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 15 juli 2013. 1. In het eerste lid van de aanhef van het ontwerp schrijve men aan het einde : "..., ingevoegd bij de wet van 29 maart 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2012 pub. 30/03/2012 numac 2012021057 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten;". 2. Het is niet zinvol in de aanhef de wijzigingen te vermelden die vroeger zijn aangebracht in de te wijzigen bepaling.Het is evenmin nodig het artikel te vermelden waarop de wijziging betrekking heeft.

Het betrokken artikel en de vermelding van de vroegere wijzigingen ervan zijn immers herkenbaar bij het lezen van de wijzigingsbepaling in het ontworpen besluit[1]. Aan het einde van het tweede lid van de aanhef moet derhalve de zinsnede ", artikel 3bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juni 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/06/2012 pub. 28/06/2012 numac 2012203517 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 17bis van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers gecoördineerd op 28 juni 1971 type koninklijk besluit prom. 19/06/2012 pub. 06/07/2012 numac 2012203752 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 17bis van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers gecoördineerd op 28 juni 1971. - Rechtzetting sluiten tot uitvoering van artikel 17bis van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers gecoördineerd op 28 juni 1971" worden geschrapt. 3. Artikel 2 bepaalt dat het te nemen besluit uitwerking heeft met ingang van 1 april 2012. In dat verband moet worden opgemerkt dat het verlenen van terugwerkende kracht aan besluiten slechts onder bepaalde voorwaarden toelaatbaar kan worden geacht.

Het verlenen van terugwerkende kracht aan besluiten is enkel toelaatbaar ingeval voor de retroactiviteit een wettelijke grondslag bestaat, de retroactiviteit betrekking heeft op een regeling die, met inachtneming van het gelijkheidsbeginsel, voordelen toekent of in zoverre de retroactiviteit noodzakelijk is voor de goede werking van de diensten en daardoor, in beginsel, geen verkregen situaties worden aangetast.

Enkel indien de retroactiviteit van de ontworpen regeling in één van de opgesomde gevallen valt in te passen, kan deze worden gebillijkt.

De griffier-Le greffier, Wim Geurts De voorzitter-Le président, Marnix Van Damme ________ [1] Zie Beginselen van de wetgevingstechniek. Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, Raad van State, 2008, aanbeveling nr. 30, te raadplegen op de internetsite van de Raad van State (www.raadvst-consetat.be).

30 AUGUSTUS 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 3bis van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, wat het ouderschapsverlof betreft FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, gecoördineerd op 28 juni 1971, artikel 17bis, ingevoegd bij de wet van 29 maart 2012Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/03/2012 pub. 30/03/2012 numac 2012021057 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I);

Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 30 januari 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 15 april 2013;

Gelet op het advies van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 28 mei 2013;

Gelet op het advies 53.556/1 van de Raad van State, gegeven op 15 juli 2013; met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten van de Raad van State van 12 januari 1973;

Overwegende dat dit besluit niet het voorwerp moet uitmaken van overleg in de Ministerraad en dat het bijgevolg onder de vrijstellingscategorie valt van artikel 2, 9°, van het koninklijk besluit van 20 september 2012 houdende uitvoering van artikel 19/1, § 1, tweede lid van hoofdstuk V/1 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 3bis, 1°, derde lid, van het koninklijk besluit van 30 maart 1967 tot bepaling van de algemene uitvoeringsmodaliteiten van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juni 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/06/2012 pub. 28/06/2012 numac 2012203517 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 17bis van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers gecoördineerd op 28 juni 1971 type koninklijk besluit prom. 19/06/2012 pub. 06/07/2012 numac 2012203752 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 17bis van de wetten betreffende de jaarlijkse vakantie van de werknemers gecoördineerd op 28 juni 1971. - Rechtzetting sluiten, wordt aangevuld met een vijfde streepje, luidende : « - artikel 2 van het koninklijk besluit van 29 oktober 1997 tot invoering van een recht op ouderschapsverlof in het kader van de onderbreking van de beroepsloopbaan. ».

Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 april 2012.

Art. 3.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 30 augustus 2013.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK

^