Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 september 1998
gepubliceerd op 02 oktober 1998

Koninklijk besluit tot invoering van arbeidsduurvermindering ten gunste van sommige personeelsleden in dienst in de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen

bron
ministerie van justitie
numac
1998009786
pub.
02/10/1998
prom.
29/09/1998
ELI
eli/besluit/1998/09/29/1998009786/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 SEPTEMBER 1998. - Koninklijk besluit tot invoering van arbeidsduurvermindering ten gunste van sommige personeelsleden in dienst in de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;

Gelet op de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 december 1967 tot vaststelling van het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 juni 1973 houdende bezoldigingsregeling van het personeel der ministeries;

Gelet op de adviezen van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 maart 1998 en op 25 maart 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 28 mei 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 28 mei 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Pensioenen, gegeven op 18 september 1998;

Gelet op het protocol 173 van Sectorcomité III-Justitie van 3 juni 1998;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördoneerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wet van 4 juli 1989;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat een oplossing moet worden gezocht voor de problemen van stress die voortvloeien uit een veeleisend werk en dat dit nog verzwaard wordt door de huidige overbevolking in de strafinrichtingen;

Overwegende dat de arbeidsduurvermindering wordt ingevoerd bij wijze van experiment teneinde de stress, teweeg gebracht door het werk in het gevangenismilieu, te verminderen;

Overwegende dat deze maatregelen zonder verwijl moeten genomen worden ten einde te verkomen dat de situatie verergert, Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, van Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Kunnen genieten van een arbeidsduurvermindering tot 36 uur per week, de personeelsleden van de buitendiensten van het Directoraat-generaal Strafinrichtingen, in vast verband benoemd of aangeworven bij arbeidsovereenkomst die geen vervangingsovereenkomst is, die titularis zijn van de graad van bewaarder, penitentiair beambte, kwartierchef, hoofdtechnicus, hoofdbewaarder, adjunct- technisch assistent, technisch assistent, adjunct-penitentiair assistent, penitentiair assistent, verpleegassistent, paramedicus, eerstaanwezend paramedicus, klerk, bestuursassistent, bestuurschef, boekhouder en eerstaanwezend boekhouder. HOOFDSTUK II. - Algemene bepalingen

Art. 2.§ 1. Het personeelslid dat vanaf 1 december 1998 wenst te genieten van de arbeidsduurvermindering tot 36 uur per week, dient daartoe, via hiërarchische weg, een aanvraag in te dienen vóór 1 oktober 1998. § 2. Het personeelslid dat vanaf 1 maart 1999 wenst te genieten van de arbeidsduurvermindering tot 36 uur per week, dient daartoe, via hiërarchische weg, een aanvraag in te dienen vóór 1 januari 1999. § 3. Het personeelslid dat vanaf 1 juni 1999 wenst te genieten van de arbeidsduurvermindering tot 36 uur per week, dient daartoe, via hiërarchische weg, een aanvraag in te dienen vóór 1 april 1999. § 4. Het personeelslid dat vanaf 1 september 1999 wenst te genieten van de arbeidsduurvermindering naar 36 uur per week, dient daartoe, via hiërarchische weg, een aanvraag in te dienen vóór 1 juli 1999.

Art. 3.Het personeelslid dat geniet van dit systeem behoudt het recht op de volledige jaarlijkse toelage zoals bepaald bij koninklijk besluit van 26 september 1995 houdende toekenning van een toelage aan sommige ambtenaren in dienst in de buitendiensten van het Directoraat-generaal van de Strafinrichtingen.

Een bijzondere bijdrage van F 1 000 per maand, gekoppeld aan spilindex 138,01, zal worden ingehouden op de bruto maandwedde.

Art. 4.Eens het personeelslid voor het systeem van de 36 uur per week heeft gekozen, is deze keuze definitief.

Art. 5.Het systeem van 36 uur per week wordt evenwel geschorst van zodra het personeelslid hetzij verminderde prestaties hetzij een ander arbeidsregime in het kader van de arbeidsduurvermindering hetzij loopbaanonderbreking aanvraagt en verkrijgt.

Voor de duur van deze periode wordt het personeelslid geacht zich opnieuw in een referentiesysteem van 38 uur per week te bevinden.

Art. 6.De arbeidstijd vrijgemaakt door 19 statutaire personeelsleden die hebben geopteerd voor het systeem van 36 uur per week, wordt gecompenseerd door de aanwerving van een statutair personeelslid in een aanwervingsgraad.

Art. 7.De arbeidstijd vrijgemaakt door de contractuele personeelsleden die hebben geopteerd voor het systeem van 36 uur per week, wordt pro rata gecompenseeerd door de indienstneming van contractuele personeelsleden.

Art. 8.§ 1. Een evaluatie van de toepassing van dit besluit zal gebeuren uiterlijk op 1 december 1999. § 2. De op 1 december 1999 lopende stelsels van arbeidsduurvermindering tot 36 uur per week blijven geregeld door dit besluit. § 3. De arbeidsduurvermindering tot 36 uur per week kan worden verlengd vanaf 1 december 1999 bij in Ministerraad overlegd koninklijk besluit. HOOFDSTUK III. - Bijzondere bepalingen

Art. 9.Voor de in vast verband benoemde personeelsleden worden de periodes die niet gepresteerd zijn in het stelsel van arbeidsduurvermindering gelijkgesteld met periodes van dienstactiviteit.

De contractuele personeelsleden behouden hun pensioenrechten in het kader van dit stelsel van arbeidsduurvermindering op basis van een voltijds arbeidsregime.

Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 december 1998.

Art. 11.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 september 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, T. VAN PARYS De Minister van Begroting, H. VAN ROMPUY De Minister van Pensioenen, M. COLLA

^