Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 januari 2007
gepubliceerd op 20 maart 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007200222
pub.
20/03/2007
prom.
29/01/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 JANUARI 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 januari 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken Collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006 Invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel (Overeenkomst geregistreerd op 29 mei 2006 onder het nummer 79875/CO/226)

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken.

Art. 2.Algemeen verbindend verklaring De partijen vragen de algemeen verbindend verklaring aan.

Art. 3.Begrippen en definities Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst worden verstaan onder : 3.1. "WAP" : De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003). 3.2. "Loon" : Het totale loon van de bedienden onderworpen aan de sociale zekerheidsbijdragen. 3.3. "paritair comité" : Het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken. 3.4 "RSZ" : De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid. 3.5. "protocolakkoord" : De collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 2005 betreffende een protocol van akkoord 2005-2006, geregistreerd op 17 juni 2005 onder nummer 75198/CO/226.

Art. 4.Doelstelling Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als enig onderwerp het invoeren van het sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de werknemers van het paritair comité en de regels ervan vast te leggen, conform de regels van de WAP ter zake, en in uitvoering van het protocolakkoord, artikel 2, 8.

Het doel van dit sectoraal pensioenstelsel is het garanderen, buiten de wettelijke verplichtingen inzake pensioenen en ter verhoging ervan, van : - aan de aangeslotene zelf, een kapitaal of een levenslange lijfrente indien hij in leven is op de eindleeftijd; - aan de begunstigde zoals bepaald in het pensioenreglement, een kapitaal of een levenslange overlevingsrente in geval van overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum zoals bepaald in het pensioenreglement.

Werknemers die in dienst zijn van een werkgever die conform de artikelen 6, 7, 8 en 9 hierna vrijgesteld wordt van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel kunnen geen rechten doen gelden op basis van dit doel, voor zover en voor zolang hun werkgever vrijgesteld is van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel en voor zover en voor zolang zij in dienst zijn bij deze werkgever.

Het in bijlage opgenomen reglement van aanvullend pensioen maakt integraal deel uit van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 5.Opting out niet voorzien De mogelijkheid zoals voorzien in artikel 9 van de WAP waardoor werkgevers de mogelijkheid zouden hebben om de uitvoering van het pensioenstelsel zelf te organiseren in een pensioenstelsel op het niveau van de onderneming ("opting out"), wordt niet weerhouden door het paritair comité.

Art. 6.Toepassingsgebied van het sectoraal pensioenstelsel voor ondernemingen met een structureel overlegorgaan 6.1. Conform het protocolakkoord geldt de volgende keuze in ondernemingen met een eigen structureel overlegorgaan, mits zij op 31 december 2006 een eigen stelsel van aanvullend pensioen hebben : - de bijdrage van 0,50 pct. toevoegen aan het eigen pensioenstelsel (beslissing werkgever); - aansluiten bij het sectorpensioenstelsel (beslissing werkgever); - in overleg met de vakbondsafvaardiging een ander evenwaardig voordeel van 0,50 pct. voorzien, hetzij globaal op het niveau van de onderneming, hetzij individueel. Deze 0,50 pct. is een koopkrachtverhoging inclusief alle toepasselijke fiscale en parafiscale heffingen en kosten, eigen aan het gekozen alternatief voordeel. 6.2. Het eigen stelsel van aanvullend pensioen dient aan volgende criteria te voldoen : 1. geldig op 31 december 2006; 2. geldig voor alle bedienden ressorterend onder het paritair comité, met dien verstande dat er, onverminderd de toepassing van artikel 6.2.3° hierna, een onderscheid met betrekking tot het niveau van vaste bijdragen en/of vaste prestaties mag bestaan tussen eventuele subcategorieën van bedienden, of binnen deze subcategorieën zelf; 3. gelijkwaardig aan of beter dan het sectoraal pensioenstelsel : - voor stelsels van aanvullend pensioen van het type "vaste bijdragen" wordt de gelijkwaardigheid gemeten aan de hand van de werkgeversbijdragen zoals die in het pensioenreglement zijn bepaald. Deze dienen voor alle bedienden minimaal 0,46 pct. van het loon te bedragen, waarbij het percentage wordt gedefinieerd zoals in artikel 13 hieronder; - voor stelsels van aanvullend pensioen van het type "vaste prestaties" dient het niveau van aanvullend kapitaal of aanvullend pensioen te worden getoetst aan het theoretisch niveau, zoals dit door het sectoraal pensioenstelsel wordt gerealiseerd. Dit betekent dat, indien de toezegging is uitgedrukt in kapitaal, het aanvullend pensioenkapitaal voor de volledige loopbaan op de eindleeftijd van 65 jaar, zoals die bepaald is in het pensioenreglement, tenminste gelijk zal zijn aan 39,19 pct. van het laatste loon. Indien de toezegging is uitgedrukt als een jaarlijks pensioen, dient het aanvullend rustpensioen op de eindleeftijd van 65 jaar voor een volledige loopbaan tenminste 3,02 pct. van het laatste loon te bedragen. Indien de in het pensioenreglement voorziene eindleeftijd 60 jaar is, dienen deze percentages respectievelijk ten minste 30,74 pct. en 2,05 pct. van het laatste loon te bedragen.

De gelijkwaardigheid met het sectoraal pensioenstelsel moet niet op elk eerder moment voorafgaand aan de in het pensioenreglement vastgelegde eindleeftijden worden gerealiseerd. 6.3. Indien de werkgever voor mogelijkheid 1 van punt 6.1. kiest, wordt de onderneming vrijgesteld van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel.

De werkgever maakt zijn keuze bekend door vóór 15 juni 2006 een ingevulde en ondertekende intentieverklaring, volgens model a in bijlage, aangetekend op te sturen naar de voorzitter van het paritair comité per adres : sociaal fonds van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, Brouwersvliet 33, te 2000 Antwerpen. 6.4. Indien de werkgever conform punt 6.1 hierboven voor mogelijkheid 3 kiest, wordt de onderneming vrijgesteld van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel.

De werkgever maakt zijn keuze bekend door vóór 15 juni 2006 een ingevulde en ondertekende intentie verklaring, volgens model b in bijlage, aangetekend op te sturen naar de voorzitter van het paritair comité per adres : sociaal fonds van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, Brouwersvliet 33, te 2000 Antwerpen. 6.5. De onderneming waarvoor de voorzitter van het paritair comité vóór 15 juni 2006 geen ingevulde en ondertekende intentieverklaring conform model a of b ontvangt, wordt verondersteld definitief gekozen te hebben voor mogelijkheid 2 conform punt 6.1. hierboven. 6.6. Indien de werkgever kiest voor mogelijkheid 1 van punt 6.1. of mogelijkheid 3 van punt 6.1., stuurt deze vóór 15 september 2006 per aangetekend schrijven een attest volgens model c in bijlage naar de voorzitter van het paritair comité per adres : sociaal fonds van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, Brouwersvliet 33, te 2000 Antwerpen. Dit attest moet correct en volledig ingevuld, gedagtekend en ondertekend zijn door de aangeduide actuaris van de pensioeninstelling van de onderneming.

Bij gebrek aan ontvangst van dit attest volgens de modaliteiten hierboven, wordt de onderneming verondersteld, ondanks het bezorgen van de intentieverklaring waarvan sprake in de punten 6.3. of 6.4., definitief gekozen te hebben voor mogelijkheid 2 conform punt 6.1. hierboven.

Art. 7.Toepassingsgebied van het sectoraal pensioenstelsel voor ondernemingen zonder structureel overlegorgaan 7.1. Conform het protocolakkoord van het paritair comité kunnen ondernemingen zonder eigen structureel overlegorgaan, mits zij op 31 december 2006 een eigen stelsel van aanvullend pensioen hebben, vrijgesteld worden van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel. 7.2. Het eigen stelsel van aanvullend pensioen dient aan volgende criteria te voldoen : 1. geldig op 31 december 2006;2. geldig voor alle bedienden ressorterend onder het paritair comité, met dien verstande dat er, onverminderd de toepassing van artikel 7.2. 3° hierna, een onderscheid met betrekking tot het niveau van vaste bijdragen en/of vaste prestaties mag bestaan tussen eventuele subcategorieën van bedienden, of binnen deze subcategorieën zelf;3. gelijkwaardig aan of beter dan het sectoraal pensioenstelsel : - voor stelsels van aanvullend pensioen van het type "vaste bijdragen" wordt de gelijkwaardigheid gemeten aan de hand van de werkgeversbijdragen zoals die in het pensioenreglement zijn bepaald. Deze dienen voor alle bedienden minimaal 0,46 pct. van het loon te bedragen, waarbij het percentage wordt gedefinieerd zoals in artikel 13 hieronder; - voor stelsels van aanvullend pensioen van het type "vaste prestaties" dient het niveau van aanvullend kapitaal of aanvullend pensioen te worden getoetst aan het theoretisch niveau, zoals dit door het sectoraal pensioenstelsel wordt gerealiseerd. Dit betekent dat, indien de toezegging is uitgedrukt in kapitaal, het aanvullend pensioenkapitaal voor de volledige loopbaan op de eindleeftijd van 65 jaar, zoals die bepaald is in het pensioenreglement, tenminste gelijk zal zijn aan 39,19 pct. van het laatste loon. Indien de toezegging is uitgedrukt als een jaarlijks pensioen, dient het aanvullend rustpensioen op de eindleeftijd van 65 jaar voor een volledige loopbaan tenminste 3,02 pct. van het laatste loon te bedragen. Indien de in het pensioenreglement voorziene eindleeftijd 60 jaar is, dienen deze percentages respectievelijk tenminste 30,74 pct. en 2,05 pct. van het laatste loon te bedragen.

De gelijkwaardigheid met het sectoraal pensioenstelsel moet niet op elk eerder moment voorafgaand aan de in het pensioenreglement vastgelegde eindleeftijden te worden gerealiseerd. 7.3. De onderneming die vrijgesteld wenst te worden van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel, stuurt vóór 15 september 2006 per aangetekend schrijven een attest volgens model c in bijlage naar de voorzitter van het paritair comité per adres : sociaal fonds van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, Brouwersvliet 33, te 2000 Antwerpen. Dit attest moet correct en volledig ingevuld, gedagtekend en ondertekend zijn door de aangeduide actuaris van de pensioeninstelling van de onderneming.

Bij gebrek aan ontvangst van dit attest volgens de modaliteiten hierboven, wordt de onderneming verondersteld definitief gekozen te hebben om deel te nemen aan het sectoraal pensioenstelsel.

Art. 8.Nieuwe ondernemingen Een onderneming die bij oprichting of op een later tijdstip onder het paritair comité komt te ressorteren, sluit aan bij het sectorpensioenstelsel.

Uitzondering wordt gemaakt indien : 1. de betrokken onderneming sociaal-economische banden heeft met een onderneming die, conform artikel 6 of 7 hierboven, vrijgesteld werd van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel.In dit geval kan de onderneming tevens vrijgesteld worden van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel, indien de werkgever van de betrokken onderneming of zijn lasthouder de inrichter hiervan per aangetekend schrijven op de hoogte brengt, gestaafd met de nodige stukken : - aantonen van sociaal-economische banden; een onderneming wordt geacht sociaal economische banden te hebben indien zij valt onder de definitie van "met een vennootschap verbonden vennootschap", zoals bepaald in artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen; - het bestaan van een evenwaardig pensioenstelsel, conform het attest model d in bijlage.

De vrijstelling van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel gaat in vanaf het eerstvolgende kwartaal na betekening. 2. een onderneming tot stand komt door splitsing van een andere onderneming die, conform artikel 6 of 7 hierboven, vrijgesteld werd van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel.In dat geval kan de onderneming tevens vrijgesteld worden van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel, indien de werkgever van de betrokken onderneming of zijn lasthouder de inrichter hiervan per aangetekend schrijven op de hoogte brengt, gestaafd met de nodige stukken : - aantonen dat de onderneming tot stand gekomen is door splitsing van een onderneming die conform artikel 6 of 7 hierboven vrijgesteld werd van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel; splitsing van een onderneming wordt aangetoond met dezelfde middelen als waarmee de tegenstelbaarheid van de splitsing aangetoond wordt conform de bepalingen in het Wetboek van vennootschappen ter zake; - het bestaan van een evenwaardig pensioenstelsel, conform het attest model d in bijlage.

De vrijstelling van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel gaat in vanaf het eerstvolgende kwartaal na betekening. 3. een onderneming tot stand komt door fusie van andere ondernemingen (ten gevolge van een fusie door oprichting van een nieuw vennootschap zoals bepaald in artikel 672 van het Wetboek van vennootschappen) waarvan minstens één die, conform artikel 6 of 7 hierboven, vrijgesteld werd van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel.In dat geval kan de nieuwe onderneming tevens vrijgesteld worden van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel, indien de werkgever van de betrokken onderneming of zijn lasthouder de inrichter hiervan per aangetekend schrijven op de hoogte brengt, gestaafd met de nodige stukken : - aantonen dat de onderneming tot stand gekomen is door fusie van minstens één onderneming die, conform artikel 6 of 7 hierboven vrijgesteld werd van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel; fusie met een onderneming wordt aangetoond met dezelfde middelen als waarmee de tegenstelbaarheid van de fusie aangetoond wordt conform de bepalingen in het Wetboek van vennootschappen ter zake; - het bestaan van een evenwaardig pensioenstelsel, conform het attest model d in bijlage.

De vrijstelling van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel gaat in vanaf het eerstvolgende kwartaal na betekening. 4. de betrokken onderneming sociaal-economische banden heeft met een andere onderneming die tot een ander paritair comité behoort en deze laatste onderneming een eigen pensioenstelsel heeft dat minstens evenwaardig is conform de bepalingen van artikel 6 hierboven.In dit geval kan de onderneming vrijgesteld worden van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel, indien de betrokken onderneming of zijn lasthebber de inrichter hiervan op de hoogte brengt, gestaafd met de nodige stukken : - aantonen van sociaal-economische banden; een onderneming wordt geacht sociaal economische banden te hebben indien zij valt onder de definitie van "met een vennootschap verbonden vennootschap", zoals bepaald in artikel 11 van het Wetboek van vennootschappen; - het bestaan van een evenwaardig pensioenstelsel, conform het attest model d in bijlage.

De vrijstelling van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel gaat in vanaf het eerstvolgende kwartaal na betekening.

Art. 9.Fusie door overneming Wanneer verschillende ondernemingen fuseren tot één onderneming (ten gevolge van een fusie door overneming zoals bepaald in artikel 671 van het Wetboek van vennootschappen) en één van de betrokken ondernemingen werd, conform artikel 6 of 7 hierboven, vrijgesteld van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel, kan de gefuseerde onderneming ervoor kiezen om als geheel vrijgesteld te worden van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel, indien de werkgever of zijn lasthouder de inrichter hiervan per aangetekend schrijven op de hoogte brengt, gestaafd met de nodige stukken : - aantonen van de fusie met een onderneming die, conform artikel 6 of 7 hierboven vrijgesteld werd van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel; fusie met een onderneming wordt aangetoond met dezelfde middelen als waarmee de tegenstelbaarheid van de fusie aangetoond wordt conform de bepalingen in het Wetboek van vennootschappen ter zake; - het bestaan van een evenwaardig pensioenstelsel, conform het attest model d in bijlage.

De vrijstelling van deelname aan het sectoraal pensioenstelsel gaat in vanaf het eerstvolgende kwartaal na betekening.

Art. 10.Inrichter De inrichter van het sectorpensioenplan is het sociaal fonds van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, Brouwersvliet 33, te 2000 Antwerpen.

Art. 11.Uitvoerder van de pensioentoezegging Bij toepassing van artikel 8 van de WAP wordt als pensioeninstelling gekozen ING Insurance NV, verzekeringsonderneming toegelaten door de CBFA onder codenummer 0051, met als maatschappelijke zetel Sint-Michielswarande 70, te 1040 Brussel.

Art. 12.Pensioenbijdrage De totale bijdrage wordt vastgesteld op 0,44 pct. van het loon.

Deze bijdrage omvat alle administratieve kosten, inclusief alle kosten aangerekend door de pensioeninstelling en de inrichter. Deze bijdrage bevat niet de RSZ-bijdrage voor aanvullende pensioenen noch de toepasselijke taksen.

Art. 13.Te innen bijdrage De bijdragen te innen via de RSZ bedragen 0,46 pct. van het loon, zijnde de totale pensioenbijdrage en de toepasselijke taksen, inclusief de kosten aangerekend door de pensioeninstelling en de inrichter. Dit percentage bevat niet de RSZ-bijdrage voor aanvullende pensioenen, noch de inningskost van de RSZ.

Art. 14.Verzekeringscombinatie De bijdragen voor de pensioentoezegging worden, na afhouding van alle toepasselijke kosten en (para)fiscale lasten, aangewend in een verzekeringscombinatie Uitgesteld Kapitaal met Tegenverzekering van de Reserve (UKMTR).

De aanspraken op het aanvullend pensioen worden bepaald overeenkomstig het pensioenreglement, dat als bijlage gehecht wordt aan deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 15.Werking in de tijd van het pensioenstelsel In uitvoering van deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt het pensioenstelsel in werking vanaf 1 januari 2007.

Art. 16.Inwerkingtreding en opzeggingsmodaliteiten van de collectieve arbeidsovereenkomst Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 4 april 2006 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur. Zij kan door elk van de partijen worden beëindigd, mits een opzegging van zes maanden wordt betekend per aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het paritair comité.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 januari 2007.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel MODEL A : Intentieverklaring Ondergetekende, (naam), Gemachtigd om op te treden namens ........................................... (onderneming), bevestigt dat de werkgever de intentie heeft om niet deel te nemen aan het sectoraal pensioenstelsel zoals ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006 en ervoor kiest om een bijdrage van 0,46 pct. op het totale loon van de bedienden onderworpen aan de sociale zekerheidsbijdragen (inclusief kosten en taksen, exclusief RSZ-bijdrage) toe te voegen aan het eigen ondernemingspensioenstelsel.

Opgesteld te, op dd/jj/mm.

De onderneming zal, conform artikel 6.6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006 vóór 15 september 2006 een actuarieel attest zoals gehecht aan de collectieve arbeidsovereenkomst (model C) correct en volledig ingevuld aangetekend opsturen naar de voorzitter van het Paritair Comité per adres Sociaal Fonds van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, Brouwersvliet 33, te 2000 Antwerpen.

MODEL B : Intentieverklaring Ondergetekende, (naam), Gemachtigd om op te treden namens ...........................................................; (onderneming), bevestigt dat de werkgever, in overleg met de vakbondsafvaardiging, de intentie heeft om niet deel te nemen aan het sectoraal pensioenstelsel zoals ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006 en ervoor kiest om een evenwaardig voordeel te voorzien, conform de bepalingen van het protocolakkoord van 1 juni 2005 ter zake.

Opgesteld te, op dd/jj/mm.

De onderneming zal, conform artikel 6.6 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006 vóór 15 september 2006 een actuarieel attest zoals gehecht aan de collectieve arbeidsovereenkomst (model C) correct en volledig ingevuld aangetekend opsturen naar de voorzitter van het Paritair Comité per adres Sociaal Fonds van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, Brouwersvliet 33, te 2000 Antwerpen.

MODEL C : Actuarieel attest Ondergetekende, (naam en onderneming), actuaris, die beschikt over de nodige kwalificaties, zoals opgelegd door het Koninklijk Besluit houdende uitvoering van artikel 40bis van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, met betrekking tot het bepalen van de voorwaarden waaraan actuarissen moeten voldoen, thans het Koninklijk Besluit van 22 november 1994, bevestigt dat 1. door .................................(werkgever) met KBO-nummer ....................... bij .................................. (verzekeraar of pensioenfonds) een aanvullend pensioenstelsel werd aangegaan met contractnummer .......................... in het voordeel van het geheel of een gedeelte van zijn werknemers, minstens betrekking heeft op alle bedienden, die ressorteren onder het paritair comité nr. 226 voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken; 2. dit pensioenstelsel geldig is op 31 december 2006;3. het pensioenstelsel - zelfs indien het niveau van de bijdrage enlof de vaste prestatie verschillend is - ten minste voor alle bedienden ressorterend onder het paritair comité nr.226 gelijkwaardig is aan of beter is dan het sectoraal pensioenstelsel, en dit volgens de regels vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006.

Opgesteld te, op dd/jj/mm.

MODEL D : Actuarieel attest Ondergetekende, (naam en onderneming), actuaris, die beschikt over de nodige kwalificaties, zoals opgelegd door het Koninklijk Besluit houdende uitvoering van artikel 40bis van de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, met betrekking tot het bepalen van de voorwaarden waaraan actuarissen moeten voldoen, thans het Koninklijk Besluit van 22 november 1994, bevestigt dat 1. door ...................................... (werkgever) met KBO-nummer ......................... bij ............................... (verzekeraar of pensioenfonds) een aanvullend pensioenstelsel werd aangegaan met contractnummer ................. in het voordeel van het geheel of een gedeelte van zijn werknemers, minstens betrekking heeft op alle bedienden, die ressorteren onder het paritair comité nr. 226 voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken; 2. dit pensioenstelsel geldig sinds dd/jj/mm;3. het pensioenstelsel - zelfs indien het niveau van de bijdrage en/of de vaste prestatie verschillend is - ten minste voor alle bedienden ressorterend onder het paritair comité nr.226 gelijkwaardig is aan of beter is dan het sectoraal pensioenstelsel, en dit volgens de regels vermeld in de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006.

Opgesteld te, op dd/jj/mm.

Pensioentoezegging Algemene voorwaarden Alle oplichting of poging tot oplichting van de verzekeringsmaatschappij brengt niet alleen de opzegging van de verzekeringsovereenkomst mee, maar wordt ook strafrechtelijk vervolgd op grond van artikel 496 van het Strafwetboek. De betrokkene zal bovendien opgenomen worden in het bestand van het Economisch Samenwerkingsverband Datassur, dat de speciaal op te volgen verzekeringsrisico's ter herinnering brengt aan de aangesloten leden-verzekeraars.

De aangeslotene stemt er bij deze mee in dat ING Insurance NV het ESV Datassur persoonsgegevens meedeelt die relevant zijn in het exclusieve kader van de beoordeling van de risico's en van het beheer van de contracten en desbetreffende schadegevallen. Iedere persoon die zijn identiteit aantoont, heeft het recht zich tot Datassur te richten om de gegevens die op hem betrekking hebben in te zien en, in voorkomend geval, te laten rechtzetten. Om dat recht uit te oefenen moet de persoon in kwestie een gedateerd en ondertekend verzoek, samen met een kopie van zijn identiteitskaart, sturen naar het volgende adres : Datassur, dienst Bestanden, de Meeûsplantsoen 29, te 1000 Brussel.

Indien de inrichter klachten heeft in verband met dit contract, kan hij zich wenden tot hetzij de Ombudsdienst ING Insurance NV, Desguinlei 92, te 2018 Antwerpen, hetzij de CBFA (Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen), Congresstraat 10-16, te 1000 Brussel, hetzij de Ombudsman van ASSURALIA, de Meeûsplantsoen 35, te 1000 Brussel. Dergelijke klacht sluit de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure te starten niet uit.

INHOUDSOPGAVE 1. DE WERKINGSPRINCIPES Artikel 1Definities 1 Artikel 2 Wat is het voorwerp van het pensioenstelsel ? 1 Artikel 3 Op welke grondslagen worden de werkgeversbijdrageovereenkomst en de persoonlijke bijdrage- overeenkomst voor elke aangeslotene opgesteld ? 1 Artikel 4 Wanneer gaat de verzekering in ? 1 Artikel 5 Betaling van de premies 1 Artikel 6 Recht op omvorming van een kapitaal in rente voor werknemers 1 Artikel 7 Bepaling van aanspraken en/of persoonlijke bijdragen van actieve aangeslotenen die niet voltijds tewerkgesteld zijn 1 Artikel 8 Vrijwillige persoonlijke stortingen 1 Artikel 9 Voorschotten en inpandgevingen 1 Artikel 10 Communicatie 1 Artikel 11 Medische acceptatie 1 Artikel 12 Verplichtingen van de aangeslotene 1 Artikel 13 Aanvaarding van de begunstiging 1 Artikel 14 Betaling van de prestaties 1 Artikel 15 Wijziging of beëindiging van de pensioentoezegging 1 Artikel 16 Financieringsfonds 1 Artikel 17 Onderfinanciering van het pensioenstelsel 1 2.AFKOOP - NIET-BETALING VAN DE PREMIES - WEDERINWERKINGSTELLING Artikel 18 Definities 1 Artikel 19 Afkoop door de inrichter Artikel 20 Afkoop door de aangeslotene Artikel 21 Niet-betaling van de premies Artikel 22 Wederinwerkingstelling 1 3. ONTHAALSTRUCTUUR Artikel 23 Onthaalstructuur 1 4.OMVANG VAN DE WAARBORG IN GEVAL VAN OVERLIJDEN Artikel 24 Geografische uitgestrektheid Artikel 25 Opzettelijke daad Artikel 26 Luchtvaart Artikel 27 Oproer Artikel 28 Oorlog Artikel 29 Prestaties bij een niet gewaarborgd overlijden Artikel 30 Aangifte van een schadegeval 1 5. WINSTDEELNAME Artikel 31 Winstdeelname 1 6.KENNISGEVINGEN - RECHTSMACHT Artikel 32 Kennisgevingen 1 Artikel 33 Rechtsmacht 1 Artikel 34 Toepasselijk belastingsregime 1 Artikel 35 Bescherming van de persoonlijke levenssfeer 1 Artikel 36 Goede trouw, redelijkheid en billijkheid 1 7. BIJZONDERE UITGAVEN Artikel 37 Bijzondere uitgaven 1 8.ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 38 Algemene bepalingen 1 1. DE WERKINGSPRINCIPES Artikel 1.Definities Begunstigde : De perso(o)n(en) in wiens voordeel de verzekerde prestaties bedongen zijn.

Benefit statement : De pensioenfiche zoals voorgeschreven in de WAP. Gemeenschappelijke kas : De pensioeninstelling opgericht op basis van het Koninklijk Besluit van 14 november 2003 betreffende de toekenning van buitenwettelijke voordelen aan de werknemers bedoeld bij koninklijk besluit nr. 50 van 24 oktober 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers en aan de personen bedoeld in artikel 32, eerste lid, 1° en 2° van het wetboek van inkomstenbelastingen 1992, tewerkgesteld buiten een arbeidsovereenkomst en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van dit koninklijk besluit vervangt en/of aanvult. Individuele pensioentoezegging : Een occasionele, niet stelselmatige pensioentoezegging aan één werknemer en/of zijn rechthebbenden. In het geval dat de bijzondere voorwaarden bepalen dat de pensioentoezegging een individuele pensioentoezegging is, moeten in de algemene voorwaarden de woorden "groepsverzekering", "pensioenreglement", "pensioenstelsel" en "financieringsfonds" respectievelijk worden gelezen als "individuele pensioentoezeggingsverzekering", "pensioenovereenkomst", "individuele pensioentoezegging" en "technische voorzieningen".

Inrichter : - de werkgever die een pensioentoezegging doet; - de rechtspersoon, paritair samengesteld, aangeduid via een collectieve arbeidsovereenkomst door de representatieve organisaties van een paritair comité of subcomité, opgericht volgens hoofdstuk III van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, die een pensioenstelsel invoert.

Koninklijk besluit leven : Het Koninklijk Besluit van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringen en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van dit koninklijk besluit vervangt en/of aanvult.

Pensioeninstelling : ING Insurance NV. Pensioenreglement : Het reglement waarin de rechten en de verplichtingen van de inrichter, van de werkgever, de aangeslotenen en van hun rechthebbenden, de aansluitingsvoorwaarden en de regels inzake de uitvoering van het pensioenstelsel worden bepaald. De algemene en de bijzondere voorwaarden van de pensioentoezegging, de algemene voorwaarden van de onthaalstructuur en het benefit statement vormen samen het pensioenreglement.

Pensioenstelsel : De collectieve pensioentoezegging.

Pensioentoezegging : De toezegging van een aanvullend rust- en/of overlevingspensioen, resp. kapitaal bij leven en/of kapitaal bij overlijden, door een inrichter aan één of meerdere werknemers en/of hun rechthebbenden.

Persoonlijke bijdrageovereenkomst : De overeenkomst die met persoonlijke bijdragen wordt gefinancierd.

Premies : De werkgeversbijdragen en/of de persoonlijke bijdragen. Deze kunnen de risicopremies en de koopsommen omvatten.

Tak 21 "groepsverzekeringen" : Dit is de verzekeringstak waarbinnen de pensioeninstelling groepsverzekeringen beheert. De premies en de reserves binnen deze verzekeringstak genieten een rendementswaarborg. De modaliteiten van deze rendementswaarborg kunnen verschillend zijn in functie van het gekozen groepsverzekeringsproduct.

Verzekeringsjaar : De periode gaande van de jaarlijkse aanpassingsdatum van enig jaar tot en met de dag onmiddellijk voorafgaand aan de eerstvolgende jaarlijkse aanpassingsdatum.

Zo het reglement beëindigd wordt tussen twee jaarlijkse aanpassingsdatums, loopt het laatste verzekeringsjaar over de periode tussen de laatste jaarlijkse aanpassingsdatum tot de beëindigingsdatum van het reglement.

Vestigingskapitaal : Het onderliggend kapitaal dat nodig is om een renteuitkering te verzekeren.

WAP : De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van deze wet vervangt en/of aanvult.

Werkgeversbijdrageovereenkomst : De overeenkomst die met werkgeversbijdragen wordt gefinancierd.

Werknemer : De persoon die in uitvoering van een arbeidsovereenkomst is tewerkgesteld.

Wat is het voorwerp van het pensioenstelsel ? Het pensioenstelsel heeft als voorwerp, mits betaling van de premies door de inrichter, het waarborgen van de betaling aan de aangeslotene of aan de begunstigde van de prestaties, zoals bepaald in de bijzondere voorwaarden.

Op welke grondslagen worden de werkgeversbijdrageovereenkomst en de persoonlijke bijdrageovereenkomst voor elke aangeslotene opgesteld ? Het pensioenstelsel is onderworpen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die voor de levensverzekering gelden. De werkgeversbijdrageovereenkomst en de persoonlijke bijdrageovereenkomst worden opgesteld op basis van de inlichtingen die door de inrichter en de aangeslotene in alle oprechtheid en zonder verzwijging zijn verstrekt om de pensioeninstelling in te lichten over de risico's die ze ten laste neemt. De pensioeninstelling kan alle inlichtingen eisen die zij nodig acht met inachtneming van de vigerende wetgeving.

Evenwel, vanaf de aansluiting ziet de pensioeninstelling af van het aanvoeren van de nietigheid van de pensioentoezegging van een aangeslotene uit hoofde van de te goeder trouw geschiede verzwijgingen of onjuiste verklaringen.

Fraude, opzettelijke verzwijging(en) en/of opzettelijke onjuiste verklaring(en) hebben de nietigheid van de werkgeversbijdrageovereenkomst(en) en/of de persoonlijke bijdrageovereenkomst(en) tot gevolg.

Bij onnauwkeurigheid in verband met de geboortedatum en het geslacht van de aangeslotene en/of de begunstigde indien de pensioentoezegging in een overdraagbare aanvullende pensioenrente voorziet, worden de prestaties aangepast, rekening houdend met de juiste gegevens.

Wanneer gaat de verzekering in? Voor de aangeslotenen die op de ingangsdatum van het pensioenstelsel worden aangesloten gaat de verzekering in na de eerste premiebetaling.

Voor latere aansluitingen of aanpassingen gaat de persoonlijke- en/of de werkgeversbijdrage-overeenkomst in op de ingangsdatum die in de bijzondere voorwaarden is vermeld.

Betaling van de premies De premies worden betaald volgens de beschikkingen van de bijzondere voorwaarden. De betaling geschiedt op de verschillende bank- of postrekeningen van de pensioeninstelling of in handen van de personen gelast met het innen van het bedrag, doch enkel tegen kwijtschriften uitgaande van de pensioeninstelling.

Recht op omvorming van een kapitaal in rente voor werknemers Indien de pensioentoezegging voorziet in de betaling van een kapitaal op einddatum, heeft de aangeslotene (of de begunstigde bij overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum) het recht om aan de inrichter de omvorming in een rente te vragen indien de rente bij aanvang van de uitkering groter is dan 500,00 EUR per jaar. Het bedrag van 500,00 EUR wordt geïndexeerd volgens de bepalingen die voorzien zijn in de WAP. Indien de rente op verzoek van de aangeslotene gevestigd wordt door rechtstreekse omvorming van de in de toezegging voorziene kapitaalsuitkering, dan zal het bedrag van de rente bepaald worden op basis van het verzekerde kapitaal en de berekeningswijze vastgelegd door de wetgeving en reglementering van toepassing op de aanvullende pensioenen. De pensioeninstelling heeft hierbij het recht een tijdelijke rente uit te keren, volgens de duurtijd en modaliteiten bepaald in het technisch dossier.

Indien het in de pensioentoezegging voorziene kapitaal lager is dan het vestigingskapitaal om de rente, zoals bepaald in de vorige alinea, te financieren, dan is de verplichting van de pensioeninstelling beperkt tot het in de pensioentoezegging voorziene kapitaal terwijl de inrichter verantwoordelijk is voor het verschil.

Het in de vorige alinea bedoelde vestigingskapitaal wordt berekend volgens het gangbare commerciële tarief van de pensioeninstelling aan de hand van de tariefgrondslagen, methodes voor de berekening en de productkenmerken van de rente, die zijn opgenomen in haar technisch dossier zoals bedoeld wordt in het koninklijk besluit leven.

Ter financiering van het eventuele verschil zal de pensioeninstelling aan de inrichter een eenmalige koopsom aanrekenen. Die eenmalige koopsom wordt berekend aan de hand van de door de pensioeninstelling gehanteerde tariefgrondslagen, methodes voor de berekening en productkenmerken.

De pensioeninstelling heeft steeds de mogelijkheid een gemeenschappelijke kas aan te duiden die belast wordt met de uitkering van de rente.

Bepaling van aanspraken en/of persoonlijke bijdragen van actieve aangeslotenen die niet voltijds tewerkgesteld zijn Aangeslotene met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties : a) aanspraken en/of persoonlijke bijdragen bepaald volgens het principe "vaste bijdragen" : - voor salarisgebonden aanspraken en/of persoonlijke bijdragen gebeurt de berekening op basis van het salaris dat overeenstemt met voltijdse prestaties.De berekende aanspraken en/of persoonlijke bijdragen worden vervolgens proportioneel herleid in functie van de tewerkstellingsgraad; - forfaitaire aanspraken en/of forfaitaire persoonlijke bijdragen worden proportioneel herleid in functie van de tewerkstellingsgraad. b) aanspraken bepaald volgens het principe "vaste prestaties" : - voor salarisgebonden aanspraken gebeurt de berekening op basis van het salaris dat overeenstemt met voltijdse prestaties.Indien de aanspraken afhankelijk zijn van het aantal pensioenjaren, dan worden voor het bepalen van het aantal pensioenjaren perioden van deeltijdse tewerkstelling herleid in functie van de tewerkstellingsgraad die tijdens deze perioden van toepassing was. De som van voltijdse en herleidde deeltijdse dienstjaren en -maanden wordt beperkt tot het maximaal in aanmerking te nemen pensioenjaren. Indien de aanspraken niet afhankelijk zijn van het aantal pensioenjaren, dan worden ze proportioneel herleid in functie van de tewerkstellingsgraad; - voor forfaitaire aanspraken die afhankelijk zijn van het aantal pensioenjaren, worden voor het bepalen van het aantal pensioenjaren perioden van deeltijdse tewerkstelling herleid in functie van de tewerkstellingsgraad die tijdens deze perioden van toepassing was. De som van voltijdse en herleidde deeltijdse dienstjaren en -maanden wordt beperkt tot het maximaal in aanmerking te nemen pensioenjaren.

Forfaitaire aanspraken onafhankelijk van pensioenjaren worden proportioneel herleid in functie van de tewerkstellingsgraad.

Opname van tijdskrediet en andere vormen van sociaal verlof : Voor alle vormen van : - opname tijdskrediet; - ouderschapsverlof; - verlof voor verzorging van een zwaar ziek gezins- of familielid; - verlof voor palliatieve zorgen, of - elke andere wettelijk geregelde vorm van sociaal verlof waarbij voorzien wordt dat deze perioden wat betreft de Belgische sociale zekerheid gelijkgesteld worden met perioden van voltijdse arbeidsprestaties, worden de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen als volgt bepaald : - gedurende de eerste drie maanden gerekend vanaf de mutatiedatum, worden de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen verder bepaald als zou de tewerkstellingsgraad van de aangeslotene ongewijzigd gebleven zijn; - vanaf de vierde maand, gerekend vanaf de mutatiedatum, gelden volgende bepalingen : - in geval van opname van voltijds tijdskrediet of voltijds sociaal verlof : de verschuldigdheid van de premies wordt stopgezet, tijdelijke overlijdensverzekeringen worden beëindigd en de werkgeversbijdrageovereenkomst en persoonlijke bijdrage-overeenkomst worden gereduceerd.

Bij werkhervatting zijn vanaf de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de datum van werkhervatting de premies opnieuw verschuldigd en worden de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen berekend i.f.v. de tewerkstellingsgraad van de aangeslotene, waarbij perioden van voltijdse werkonderbreking gelijkgesteld worden met een tewerkstellingsgraad gelijk aan 0. - in geval van opname van deeltijds tijdskrediet of deeltijds sociaal verlof : de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen worden bepaald in overeenstemming met de procedure hiervoor omschreven onder "aangeslotene met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties".

Opname van halftijds brugpensioen of deeltijds tijdskrediet door de aangeslotene ouder dan 50 jaar : In tegenstelling tot de hiervoor omschreven bepalingen worden voor de aangeslotene die op halftijds brugpensioen gaat en voor de aangeslotene ouder dan 50 jaar die deeltijds tijdskrediet opneemt, voor de ganse periode van halftijds brugpensioen, resp. van opname van deeltijds tijdskrediet, de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen niet gereduceerd in functie van de terwerkstellingsgraad, maar blijven de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen verder bepaald als zou de tewerkstellingsgraad van de aangeslotene ongewijzigd gebleven zijn en dit op basis van zijn salaris in de maand voorafgaand aan opname van tijdkrediet of brugpensioen.

Arbeidsongeschiktheid van de aangeslotene als gevolg van ziekte of ongeval : a) Voor pensioentoezeggingen die niet gekoppeld zijn aan een reglement van collectieve verzekering premievrijstelling voor de pensioentoezegging, gelden volgende bepalingen - in geval van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid : Voor een werknemer die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is op de dag dat hij voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden en voor een aangeslotene die gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt, worden vanaf de aansluitingsdatum, resp.mutatiedatum de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen bepaald in overeenstemming met de procedure hiervoor omschreven onder "aangeslotene met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties". - in geval van volledige arbeidsongeschiktheid : Voor een werknemer die volledig arbeidsongeschikt is op de dag dat hij voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden wordt de aansluiting uitgesteld tot na werkhervatting. Voor een aangeslotene die volledig arbeidsongeschikt wordt, wordt vanaf de mutatiedatum de verschuldigdheid van premies stopgezet, tijdelijke overlijdensverzekeringen worden beëindigd en de werkgeversbijdrageovereenkomst en persoonlijke bijdrageovereenkomst worden gereduceerd.

Bij werkhervatting zijn vanaf de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de datum van werkhervatting de premies opnieuw verschuldigd en worden de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen berekend in functie van de tewerkstellingsgraad van de aangeslotene, in overeenstemming met de procedure hiervoor omschreven onder "aangeslotene met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties".

Perioden van voltijdse werkonderbreking worden gelijkgesteld met een tewerkstellingsgraad gelijk aan 0.

Indien de periode van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval korter is dan 30 dagen, wordt de hiervoor omschreven procedure niet toegepast maar blijven de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen verder bepaald als zou de tewerkstellingsgraad van de aangeslotene ongewijzigd gebleven zijn. b) Voor pensioentoezeggingen die wel gekoppeld zijn aan een reglement van collectieve verzekering premievrijstelling voor de pensioentoezegging, gelden volgende bepalingen : - in geval van gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid : Een werknemer die gedeeltelijk arbeidsongeschikt is op de dag dat hij voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden en die nog niet aangesloten was aan de waarborg premievrijstelling, kan de waarborg premievrijstelling niet inroepen voor het gedeelte van de aanspraken die betrekking hebben op zijn gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.Vanaf de aansluitingsdatum worden zijn aanspraken en/of persoonlijke bijdragen bepaald in overeenstemming met de procedure hiervoor omschreven onder "aangeslotene met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestaties".

Voor een aangeslotene die gedeeltelijk arbeidsongeschikt wordt en die voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid aangesloten was aan de waarborg premievrijstelling, worden vanaf het verstrijken van de eigenrisicotermijn zoals voorzien in het reglement premievrijstelling de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen bepaald in overeenstemming met de procedure hiervoor omschreven onder ôaangeslotene met een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse prestatiesö. De verschuldigdheid van de premies die verband houden met de deeltijdse arbeidsongeschiktheid wordt beëindigd vanaf het verstrijken van de eigenrisicotermijn zoals bepaald in het reglement premievrijstelling.

Het gedeelte van de aanspraken dat betrekking heeft op de gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid wordt vanaf dan door de pensioeninstelling in stand gehouden op basis van de bepalingen van het reglement premievrijstelling. Tot het verstrijken van de eigenrisicotermijn zoals bepaald in het reglement premievrijstelling blijven de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen echter berekend aan het tewerkstellingspercentage van toepassing bij ingang van de arbeidsongeschiktheid. - in geval van volledige arbeidsongeschiktheid : Voor een werknemer die volledig arbeidsongeschikt is op de dag dat hij voldoet aan de aansluitingsvoorwaarden en die nog niet aangesloten was aan de waarborg premievrijstelling, wordt de aansluiting uitgesteld tot na werkhervatting. Deze werknemer kan de waarborg premievrijstelling niet inroepen.

Voor een aangeslotene die volledig arbeidsongeschikt wordt en die voorafgaand aan de arbeidsongeschiktheid aangesloten was aan de waarborg premievrijstelling, wordt vanaf het verstrijken van de eigenrisicotermijn zoals bepaald in het reglement premievrijstelling de verschuldigdheid van premies stopgezet. Vanaf dat moment worden de aanspraken door de pensioeninstelling in stand gehouden op basis van de bepalingen van het reglement premievrijstelling.

Bij werkhervatting zijn de premies onmiddellijk opnieuw verschuldigd.

De berekening van de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen gebeurt conform de bijzondere voorwaarden en op basis van het salaris en het tewerkstellingspercentage op dat moment. Indien de aanspraken afhankelijk zijn van het aantal pensioenjaren, dan wordt de periode van arbeidsongeschiktheid voor het bepalen van de pensioenjaren mee in aanmerking genomen proportioneel het tewerkstellingspercentage bij de aanvang van de arbeidsongeschiktheid. Dit geldt echter niet voor de perioden waarvoor geen premievrijstelling kan worden ingeroepen.

Indien de periode van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte of ongeval korter is dan 30 dagen, wordt de hiervoor omschreven procedure niet toegepast maar blijven de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen verder bepaald als zou de tewerkstellingsgraad van de aangeslotene ongewijzigd gebleven zijn.

Schorsing van de arbeidsovereenkomst van de aangeslotene met verlies van salaris : Wanneer de arbeidsovereenkomst van een aangeslotene geschorst wordt voor een andere reden dan : - opname van tijdskrediet of andere vormen van sociaal verlof; of - arbeidsongeschiktheid als gevolg van ziekte of ongeval; wordt vanaf de mutatiedatum de verschuldigdheid van premies stopgezet, tijdelijke overlijdensverzekeringen worden beëindigd en de werkgeversbijdrageovereenkomst en persoonlijke bijdrageovereenkomst worden gereduceerd.

Na de schorsing zijn vanaf de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de datum van opheffing van de schorsing de premies opnieuw verschuldigd. De berekening van de aanspraken gebeurt conform de bijzondere voorwaarden en op basis van het salaris en het tewerkstellingspercentage op dat moment. Wanneer de aanspraken afhankelijk zijn van het aantal pensioenjaren, dan wordt de periode van schorsing voor het bepalen van de pensioenjaren in aanmerking genomen in verhouding tot het tewerkstellingspercentage van toepassing tijdens deze periode waarbij voor volledige schorsing een percentage wordt toegepast van 0 %.

Indien de schorsing van de arbeidsovereenkomst korter is dan 30 dagen, wordt de hiervoor omschreven procedure niet toegepast maar blijven de aanspraken en/of persoonlijke bijdragen verder bepaald als zou de tewerkstellingsgraad van de aangeslotene ongewijzigd gebleven zijn.

Indien de pensioentoezegging gekoppeld is aan een reglement van collectieve premievrijstelling en de schorsing van de arbeidsovereenkomst is het gevolg van een zwangerschap of bevalling zoals wettelijk bepaald binnen de sociale zekerheid, gelden de hiervoor omschreven procedures niet. In dat geval zijn de bepalingen betreffende "Arbeidsongeschiktheid van de aangeslotene als gevolg van ziekte of ongeval" (punt b) van toepassing.

Vrijwillige persoonlijke stortingen Iedere aangeslotene kan vrijwillige persoonlijke stortingen doen om de aanspraken van de op zijn leven gesloten verzekering(en) te verhogen.

Deze vrijwillige persoonlijke stortingen worden aangewend in een door de pensioeninstelling aangeboden individuele verzekeringscombinatie op basis van constante jaar- of maandpremies in het tarief van de tak 21 "individuele levensverzekeringen" die op dat moment van toepassing zijn op nieuw af te sluiten overeenkomsten.

Indien deze vrijwillige persoonlijke stortingen een verhoging van de verzekerde aanspraken bij overlijden inhouden, kan de pensioeninstelling de aanvaarding van deze verhoging afhankelijk stellen van de gunstige uitslag van een (bijkomend) geneeskundig onderzoek op haar kosten door de aangeslotene te ondergaan op het ogenblik dat de verhoging wordt aangevraagd en inzoverre de van toepassing zijnde wetgeving dit toelaat.

De individuele rekening waarop de vrijwillige persoonlijke stortingen worden gealloceerd, wordt "persoonlijke overeenkomst" genoemd.

De vrijwillige persoonlijke stortingen worden door de aangeslotene aan de pensioeninstelling overgemaakt.

In geval van uittreding kan de uittreder de persoonlijke overeenkomst geheel of gedeeltelijk verderzetten of de premiebetaling stopzetten en verzekerd blijven voor de premievrije waarde voor die verzekeringsbewerkingen waarbij dit mogelijk is. In dit geval moet iedere aanvraag tot wijziging van deze persoonlijke overeenkomst rechtstreeks bij de pensioeninstelling worden ingediend. Door de pensioeninstelling wordt hiervoor een document afgeleverd met opgave van de verzekerde prestaties gefinancierd door de vrijwillige persoonlijke stortingen. Deze verzekerde prestaties worden niet op het benefit statement weergegeven.

De persoonlijke overeenkomst deelt in de "winstdeelname leven" toegekend door de pensioeninstelling in de tak 21 "individuele levensverzekeringen" indien aan de voorwaarden voldaan wordt.

Voorschotten en inpandgevingen Voorschotten op prestaties en inpandgevingen van pensioenrechten voor het waarborgen van een lening worden enkel toegestaan om de aangeslotene in staat te stellen op het grondgebied van de Europese Unie onroerende goederen die belastbare inkomsten opbrengen te verwerven, te bouwen, te verbeteren, te herstellen of te verbouwen.

Als gevolg van de fiscale wetgeving en de desbetreffend door de Administratie der Directe Belastingen uitgevaardigde richtlijnen, mogen de voorschotten op prestaties en inpandgevingen van pensioenrechten voor het waarborgen van een lening enkel toegestaan worden om de aangeslotene in staat te stellen in België onroerende goederen die belastbare inkomsten opbrengen te verwerven, te bouwen, te verbeteren, te herstellen of te verbouwen. Om deze reden wordt het bepaalde in de vorige alinea van dit artikel niet toegestaan en kunnen voorschotten en inpandgevingen enkel conform de bepalingen onder deze alinea. Tevens is het als bijzonder stelsel van aanslag bepaalde omzettingsstelsel van toepassing in zoverre die voorschotten verleend zijn voor het bouwen, het verwerven, het verbouwen, het verbeteren of het herstellen van de in België gelegen enige woning die uitsluitend bestemd is voor het persoonlijk gebruik van de voorschotnemer en zijn gezinsleden.

Voorschotten worden door de pensioeninstelling toegekend op voorwaarde dat : - de aangeslotene een akte van voorschot ondertekent; - de aangeslotene akkoord gaat met de vooruit te betalen intrest die door de pensioeninstelling op basis van de door haar gehanteerde intrestvoet wordt berekend op het ogenblik van toekenning; - de schriftelijke toestemming van de eventuele aannemende begunstigde(n) van de pensioentoezegging wordt bekomen; - zolang de aangeslotene in dienst is van de inrichter, de schriftelijke toestemming van de inrichter wordt bekomen door de aangeslotene.

De voorschotten moeten worden terugbetaald zodra die goederen uit het vermogen van de aangeslotene verdwijnen of van zodra de dekking bij overlijden wegvalt.

De mogelijkheid tot opneming van voorschotten bestaat enkel ten belope van de netto theoretische afkoopwaarde (na bedrijfsvoorheffing, riziv, solidariteitsbijdrage en eventuele penalisatie) vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller gelijk is aan 1 en waarvan de noemer gelijk is aan 1 plus de door de door de pensioeninstelling gehanteerde intrestvoet berekend op het ogenblik van toekenning van het voorschot.

Hierbij kan het op te nemen voorschot echter nooit meer bedragen dan het verzekerde netto (vestigings)kapitaal bij overlijden. Indien het berekende voorschot kleiner is dan 2 500,00 EUR, dan wordt het niet toegekend.

Indien een voorschot is toegekend, vervalt het recht op winstdeelname voor het bedrag van de wiskundige reserves overeenstemmend met het bedrag van voorschot en dit overeenkomstig het winstdeelnameplan.

Communicatie De pensioeninstelling bezorgt éénmaal per jaar aan de aangeslotenen die hun verworven reserves in de pensioentoezegging hebben ondergebracht, met uitsluiting van de rentegenieters, een benefit statement waarop de volgende gegevens vermeld staan : - het bedrag van de verworven reserves, desgevallend aangevuld tot de bedragen gewaarborgd door de van toepassing zijnde wetgeving; - het bedrag van de verworven prestaties en de datum waarop ze opeisbaar zijn; - de variabele elementen waarmee bij de berekening van de verworven reserves en van de verworven prestaties rekening wordt gehouden; - het bedrag van de verworven reserves van het vorige verzekeringsjaar; - de mededeling dat de tekst van dit reglement op eenvoudig verzoek kan verkregen worden bij de inrichter.

De pensioeninstelling deelt minstens om de vijf jaar het bedrag van de te verwachten rente bij pensionering, zonder aftrek van de belastingen, mee aan alle aangeslotenen vanaf de leeftijd van 45 jaar.

Daarbij wordt uitgegaan van de volgende hypotheses : - voor de actieve werknemers : - de stortingen blijven doorlopen; - voor de toezeggingen van het type vaste prestaties wordt rekening gehouden met de beloofde prestaties; - voor de toezeggingen van het type vaste bijdragen worden de verworven reserves en de nog te storten bijdragen gekapitaliseerd aan de maximale referentierentevoet voor verzekeringsverrichtingen van lange duur die vastgesteld is in de uitvoeringsbesluiten van de wet van 9 juli 1975, verminderd met 0,5 p.c. - voor de gewezen werknemers : - voor de toezeggingen van het type vaste prestaties, indien de aangeslotene gekozen heeft om de verworven reserves, desgevallend aangevuld tot de bedragen gewaarborgd door de rendementsgarantie zoals bepaald door artikel 24 WAP, in de pensioentoezegging te laten, wordt er rekening gehouden met de gereduceerde prestaties; - voor de toezeggingen van het type vaste bijdragen worden de verworven reserves gekapitaliseerd aan de maximale referentierentevoet voor verzekeringsverrichtingen van lange duur die vastgesteld is in de uitvoeringsbesluiten van de wet van 9 juli 1975, verminderd met 0,5 p.c.

Twee maanden vóór de pensionering of binnen de twee weken nadat de inrichter van de vervroegde pensionering op de hoogte gebracht is, brengt de inrichter de aangeslotene op de hoogte van het recht van omvorming van een kapitaal in een rente. In geval van overlijden van de aangeslotene brengt de inrichter de begunstigde van dit recht op de hoogte binnen de twee weken nadat de inrichter van het overlijden op de hoogte gebracht is.

De pensioeninstelling stelt elk jaar een verslag op over het beheer van de pensioentoezegging zoals vereist door de van toepassing zijnde wetgeving en stelt dit verslag ter beschikking van de inrichter die het op eenvoudig verzoek meedeelt aan de aangeslotenen.

Medische acceptatie De pensioeninstelling houdt zich het recht voor medische formaliteiten en/of onderzoeken op te leggen in zover dit wettelijk toegelaten is.

In bepaalde gevallen zal de pensioeninstelling, in overeenstemming met haar medische acceptatiepolitiek, een medisch onderzoek opleggen, waarvan zij de kosten ten laste neemt. Deze politiek kan, onder andere, in de volgende gevallen van toepassing zijn : - bij aansluiting; - bij verhoging van de verzekerde prestaties bij overlijden of van het weder in werking stellen van de overeenkomst; - bij vrijwillige persoonlijke bijdragen; - bij vervroegde vereffening van de voordelen bij leven; - in geval van verdaging indien toegelaten door het pensioenreglement.

Met betrekking tot de prestaties bij overlijden kan enkel een medisch onderzoek worden opgelegd wanneer de aangeslotene de vrijheid krijgt om de omvang van de overlijdensdekking zelf te kiezen of indien het kapitaal bij overlijden minstens 50 p.c. hoger is dan het pensioenkapitaal of indien er tien werknemers of minder zijn aangesloten bij het pensioenstelsel.

Indien een verhoogd risico wordt vastgesteld kan de pensioeninstelling, indien dit wettelijk toegelaten is, in toepassing van haar medische acceptatiepolitiek een bijpremie aanrekenen of het risico geheel of gedeeltelijk weigeren.

Verplichtingen van de aangeslotene De aangeslotene is verplicht onmiddellijk mededeling aan de inrichter te doen van iedere wijziging in de gezinssituatie of van de burgerlijke staat die aanleiding kan geven tot een aanpassing van de verzekerde prestaties of de begunstiging bij overlijden. De pensioeninstelling heeft het recht te eisen dat dergelijke wijzigingen gestaafd worden door officiële stukken.

De aangeslotene draagt de volle verantwoordelijkheid voor de volledigheid en juistheid van de door hem verstrekte inlichtingen.

Aanvaarding van de begunstiging De aangeslotene kan, conform de bepalingen in de bijzondere voorwaarden, een begunstigde aanwijzen.

Elke begunstigde mag de begunstiging aanvaarden mits akkoord van de inrichter. Aanvaarding geschiedt door een geschrift met de handtekening van de begunstigde, de inrichter, de aangeslotene en de pensioeninstelling.

De aanvaarding van de begunstiging heeft, tenzij in die gevallen waarin de wet herroeping toestaat, als gevolg dat de latere wijziging van de begunstiging, de afkoop of de reserve-overdracht, de inpandgeving en de opname van een voorschot slechts mogelijk zijn mits de schriftelijke toestemming van de aanvaardende begunstigde. Deze toestemming is eveneens vereist voor elke wijziging die een vermindering impliceert van de verzekeringsprestaties die ten gunste van de aanvaardende begunstigde verzekerd zijn door reeds betaalde premies.

In de mate dat de aanvaarding van de begunstiging ertoe leidt dat de bepalingen betreffende de begunstiging in de bijzondere voorwaarden niet kunnen worden toegepast, blijven de bepalingen in de bijzondere voorwaarden zonder uitwerking.

Betaling van de prestaties De prestaties worden in de vorm van een kapitaal uitgekeerd nadat de begunstigde(n) het door hen tegengetekend kwijtschrift samen met de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken aan de pensioeninstelling hebben laten geworden. De uitkering gebeurt binnen de 30 dagen na ontvangst van het tegengetekende kwijtschrift en de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken.

De prestaties worden uitgekeerd in de vorm van een rente nadat de begunstigde(n) de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken aan de pensioeninstelling hebben laten geworden. De eerste uitkering gebeurt binnen de 30 dagen na ontvangst van de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken. De pensioeninstelling mag op elk ogenblik nieuwe bewijsstukken vragen in welk geval de voorgaande procedure opnieuw van toepassing wordt.

De pensioeninstelling heeft het recht de hierboven genoemde stukken als haar eigendom te behouden.

Voor de vertraging in de uitkering van de door de pensioeninstelling verschuldigde bedragen, doordat deze bedragen niet zijn opgevorderd, de stukken niet volledig of niet in orde zijn, of in het algemeen ten gevolge van een omstandigheid onafhankelijk van de wil van de pensioeninstelling, wordt geen intrest door haar vergoed.

Wijziging of beëindiging van de pensioentoezegging De pensioeninstelling kan eenzijdig geen enkele beperkende wijziging aanbrengen in het pensioenreglement.

De inrichter kan de pensioentoezegging wijzigen of opheffen, mits eerbiediging van de voorschriften neergelegd in de WAP, indien zij van toepassing zijn ten aanzien van de aangeslotenen. In geen geval mag echter inbreuk gemaakt worden op de verzekerde prestaties opgebouwd door de door de inrichter aan de pensioeninstelling tot op het tijdstip van wijziging reeds betaalde of tot op dat ogenblik nog te betalen premies.

Hoewel de premiebetaling in de relatie inrichter-pensioeninstelling niet verplicht is, is de afbouw of de opheffing van de pensioentoezegging op basis van dit pensioenreglement en onder voorbehoud van eventuele andere sociale wetgeving, door de inrichter ten aanzien van de aangeslotenen op dat ogenblik bovendien slechts mogelijk wanneer zich één of meer hierna omschreven omstandigheden voordoen : - bij invoering van nieuwe of wijziging, respectievelijk verdere uitwerking van de bestaande wetgeving, rechtspraak, richtlijnen van de controleoverheid en/of andere maatregelen of feitelijke omstandigheden die rechtstreeks of onrechtstreeks een verhoging van de kostprijs van de pensioentoezegging zouden teweegbrengen; - wanneer de wetgeving betreffende de sociale zekerheid, waarop deze pensioentoezegging een aanvulling vormt, grondige wijzigingen zou ondergaan; - wanneer bedrijfsinterne of -externe economische ontwikkelingen de handhaving van de pensioentoezegging (in zijn ongewijzigde vorm) niet langer in overeenstemming zouden brengen met een gezonde bedrijfsvoering.

Indien de inrichter de beslissing tot wijziging of opheffing bekendmaakt aan de pensioeninstelling bevestigt de inrichter dat hij aan de bovenstaande voorwaarden voldoet.

De verhoging van de aanspraken is onderworpen aan de voorwaarden die van kracht zijn op het ogenblik van de aanpassing, onder andere op het gebied van de aanvaarding.

Indien de gevraagde aanpassing aanleiding geeft tot een vermindering van de prestaties die op het ogenblik van de wijziging door de reeds betaalde premies verzekerd zijn, moet de inrichter de schriftelijke toestemming van de eventuele aannemende begunstigde voorleggen.

De inrichter overhandigt de tekst van de in het pensioenreglement aangebrachte wijzigingen aan elke actieve aangeslotene. Mits het akkoord van de pensioeninstelling en mits eerbiediging van de voorschriften neergelegd in de van toepassing zijnde wetgeving, kan de inrichter de pensioentoezegging wijzigen. In geen geval mag deze wijziging tot gevolg hebben dat de reeds door de aangeslotenen verworven voordelen op het ogenblik van de wijziging verminderd worden.

Voordat de pensioeninstelling overgaat tot wijziging van de pensioentoezegging moet de inrichter schriftelijk aan de pensioeninstelling bevestigen dat alle wettelijk voorgeschreven procedures bij wijziging van een pensioenstelsel van toepassing op deze pensioentoezegging werden nageleefd.

De inrichter kan de pensioentoezegging beëindigen mits eerbiediging van de voorschriften neergelegd in de van toepassing zijnde wetgeving.

In geen geval mag deze beëindiging tot gevolg hebben dat de reeds door de aangeslotenen verworven prestaties en verworven reserves, met uitzondering van de voordelen die gedekt zijn door risicoverzekeringen, op het ogenblik van de beëindiging verminderd worden. In dit geval worden de tijdelijke verzekeringen op basis van jaarlijks hernieuwbare risicopremies beëindigd.

Voordat de pensioeninstelling overgaat tot beëindiging van de pensioentoezegging moet de inrichter schriftelijk aan de pensioeninstelling bevestigen dat alle wettelijk voorgeschreven procedures bij beëindiging van een pensioenstelsel van toepassing op deze pensioentoezegging werden nageleefd.

Wordt aan de pensioentoezegging een einde gesteld door ontbinding of vereffening van de inrichter, zonder dat zijn verplichtingen door een andere inrichter worden overgenomen, dan zullen de individuele rekeningen in volle eigendom aan de aangeslotenen worden overgedragen.

In geval van wijziging of beëindiging van de pensioentoezegging hebben de aangeslotenen het recht de bijdragebetalingen nodig voor de instandhouding van hun verzekeringen zelf voort te zetten conform de bepalingen in de algemene voorwaarden.

De aanvraag tot wijziging of beëindiging van de pensioentoezegging geschiedt met een gedagtekend en ondertekend schrijven.

De reductiewaarde wordt berekend op de datum van de vervaldag van de eerste niet betaalde bijdrage. Indien alle bijdragen betaald werden op het ogenblik dat de inrichter schriftelijk zijn inzicht kenbaar maakt zijn toekomstige bijdragen niet meer te betalen of over te gaan tot afkoop, heeft de reductie uitwerking op de eerstvolgende bijdragevervaldag tenzij een latere datum wordt opgegeven en mits verderzetting van de bijdragebetaling.

Financieringsfonds Samen met de pensioentoezegging wordt een financieringsfonds opgericht dat door de pensioeninstelling wordt beheerd. Het bevat de reserves die geen betrekking hebben op werkgeversbijdrageovereenkomst en de persoonlijke bijdrageovereenkomst en vormt een theoretische afkoopwaarde.

De activa van het financieringsfonds kunnen niet terug worden opgenomen in het vermogen van de inrichter.

De inrichter kan in dit fonds ten definitieve titel stortingen doen in het vooruitzicht van de financiering van de toekomstige lasten die voortspruiten uit de verzekeringsverrichtingen zoals voorzien in onderhavig pensioenreglement.

Naast de hiervoor genoemde stortingen ontvangt het fonds de bedragen die eraan worden toegekend in toepassing van het pensioenreglement.

Wanneer de totale gestorte werkgeversbijdrage lager is dan deze die krachtens het pensioenreglement moet worden toegewezen aan de werkgeversbijdrageovereenkomst, wordt het verschil uit het financieringsfonds geput. Dit is geen afdwingbaar recht tegenover de pensioeninstelling. De pensioeninstelling blijft in dit geval op elk ogenblik het recht behouden om de procedure wegens niet betaling van de premies in te zetten.

Indien de verworven reserves in uitvoering van een beslissing van de aangeslotene naar aanleiding van zijn uittreding naar de onthaalstructuur of naar een andere pensioeninstelling worden overgedragen, zullen eventuele tekorten die op dat ogenblik door de van kracht zijnde wetgeving moeten afgefinancierd worden, geput worden uit het financieringsfonds. Indien de reserves in het financieringsfonds door zulk een operatie negatief worden, zal de inrichter het negatieve saldo onmiddellijk aanzuiveren.

In geval van definitieve opheffing van het pensioenstelsel, in geval van vereffening van de inrichter, van faillissement van de inrichter en van analoge procedures of in geval van ontslagen zoals bedoeld in de wet van 28 juni 1966 betreffende de schadeloosstelling van de werknemers die ontslagen worden bij sluiting van ondernemingen en in het koninklijk besluit van 29 augustus 1985 tot bepaling van de ondernemingen in moeilijkheden of die uitzonderlijk ongunstige economische omstandigheden kennen, bedoeld in artikel 39bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, worden de activa van het financieringsfonds gestort in een maatschappelijk fonds van de inrichter dat beheerd wordt in overeenstemming met artikel 15, h, van de wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven, tenzij bij collectieve arbeidsovereenkomst andere toekenningsmodaliteiten worden overeengekomen.

Het bedrag van de activa van het financieringsfonds dat in toepassing van het vorige lid gestort wordt in een maatschappelijk fonds van de inrichter of een andere bestemming krijgt op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst, is hoogstens gelijk aan het bedrag van de activa die de verworven reserves, in voorkomend geval verhoogd tot de bedragen gewaarborgd in toepassing van artikel 24 van de WAP, overschrijden en wordt beperkt naar verhouding van de verworven reserves, in voorkomend geval verhoogd tot de bedragen gewaarborgd in toepassing van artikel 24 van de WAP, van de betrokken werknemers.

Onderfinanciering van het pensioenstelsel In geval de financiering van de reserves ontoereikend is of bij een ontoereikendheid van de aflossingen voor de aanzuivering van de onderfinanciering die voortvloeit uit de inwerkingtreding van het KB leven, verwittigt de pensioeninstelling de inrichter zodra de ontoereikendheid wordt vastgesteld.

Indien een voldoende financiering binnen een termijn van 6 maanden vanaf de bovengenoemde verwittiging uitblijft, of in alle gevallen waar het pensioenstelsel is opgeheven, wordt de pensioentoezegging gereduceerd.

In die gevallen worden de niet geïndividualiseerde reserves overgedragen naar de individuele overeenkomsten voorzover dit nog niet het geval was.

De verdeling van de niet geïndividualiseerde reserves gebeurt voor iedere aangeslotene in de verhouding van het verschil tussen zijn volledige verworven reserves, in voorkomend geval verhoogd tot het bedrag gewaarborgd in toepassing van het minimumrendement bepaald door de WAP, en de reserves van zijn individuele persoonlijke bijdrage- en werkgeversbijdrageovereenkomsten, tot de som, voor alle aangeslotenen, van die verschillen.

AFKOOP - NIET-BETALING VAN DE PREMIES - WEDERINWERKINGSTELLING Definities Actuele inventariswaarde : De actuele waarde op een bepaald ogenblik berekend in functie van de inventarisgrondslag, zijnde het geheel van de inventaristoeslagen, de technische rentevoet en de voorvalswetten die het tarief of het samenstellen van de reserves bepalen.

Afkoop van de pensioentoezegging : Opzegging van de pensioentoezegging.

Beëindiging van het pensioenstelsel door de inrichter : Opzegging van het pensioenstelsel door de inrichter.

Reductie van de pensioentoezegging : De vermindering van de actuele waarde van de verzekerde prestaties ten gevolge van het stopzetten van de betaling van de bijdragen.

Reductiewaarde : De prestatie die op het ogenblik van de stopzetting van de betaling van de bijdragen verzekerd blijft. Wanneer de reductie gepaard gaat met het wegvallen van de verzekerde prestaties bij overlijden, kan de actuele inventariswaarde berekend worden met de sterftetafels voor de verrichtingen bij leven.

Theoretische afkoopwaarde : Het verschil tussen de actuele inventariswaarde van de verbintenissen van de pensioeninstelling en de actuele waarde van de reductiepremies die betrekking hebben op de toekomstige vervaldagen. Dat verschil wordt verhoogd met het niet verbruikte gedeelte van de toeslagen. De technische grondslagen die voor de berekening van de theoretische afkoopwaarde gebruikt worden, zijn die die gebruikt worden voor de berekening van de premie.

Afkoop door de inrichter De inrichter kan, mits eerbiediging van de van toepassing zijnde wetgeving, beslissen om de theoretische afkoopwaarden over te dragen naar een andere toegelaten pensioeninstelling.

Voordat de pensioeninstelling overgaat tot zulk een overdracht moet de inrichter bewijzen dat alle van toepassing zijnde wettelijk voorgeschreven procedures werden nageleefd.

In geval van overdracht zal de pensioeninstelling een vereffeningsvergoeding vragen in toepassing van de wettelijke bepalingen. Bij de berekening van de vereffeningsvergoeding wordt rekening gehouden met de volgende elementen : - de samenstelling van de portefeuille van de representatieve activa van de reserves opgebouwd door het geheel van de werkgeversbijdrage- en persoonlijke bijdrageovereenkomsten en de financieringsfondsen beheerd door de pensioeninstelling; - de beleggingsduur per categorie van representatieve activa; - de evolutie van de door de pensioentoezegging opgebouwde reserves en van het financieringsfonds van deze pensioentoezegging; - alle andere gerechtvaardigde overdrachtskosten; - de regels eventueel vastgelegd door het reglement of een andere overeenkomst.

Deze vereffeningsvergoeding wordt als volgt berekend : - Indien de over te dragen theoretische afkoopwaarden groter zijn dan 1.250.000,00 EUR wordt een vereffeningsvergoeding aangerekend die de som is van de volgende elementen : - Forfaitaire vergoeding : De forfaitaire vergoeding bedraagt 5 p.c. van de theoretische afkoopwaarde. - Administratieve vergoeding : De administratieve vergoeding bedraagt 45,00 EUR1 per aangeslotene met een maximum van 1.970,00 EUR1. - Financiële vergoeding = theoretische afkoopwaarde x FV De bepaling van de latente minderwaarden op de beleggingsportefeuille gebeurt op basis van het rendement van de OLO met een looptijd van 10 jaar.

De financiële vergoeding kan nooit negatief zijn en wordt uitgedrukt als een percentage van de pensioenreserves.

FV = (5 - 2u) (i1 - i2) waarbij - FV = 0 als i1 < of = i2 - FV = 0 als u > of = 2,5 Met : - u = duur in jaren en maanden tussen het moment van de afkoopmelding en de effectieve uitbetaling (of wens tot uitbetaling) van de afkoopwaarde; - i1 = het OLO rendement (OLO 10 jaar) op het ogenblik van afkoopmelding. De pensioeninstelling behoudt zich het recht om, indien er geen OLO markt meer bestaat, het rendement te nemen van een gelijkwaardige EUR1 belegging; - i2 = het gemiddelde OLO rendement (OLO 10 jaar) over de laatste 5 jaar, op het moment van de afkoopmelding.

In geval van overdracht van de reserves van het financieringsfonds, rekent de pensioeninstelling eveneens een vereffeningsvergoeding aan die op dezelfde wijze en volgens dezelfde modaliteiten wordt berekend, zij het dat er geen administratieve vergoeding wordt toegepast. - Indien de over te dragen theoretische afkoopwaarden kleiner zijn dan of gelijk zijn aan 1.250.000,00 EUR1 wordt een vereffeningsvergoeding per aangeslotene aangerekend die gelijk is aan het maximum van : - 75,00 EUR1 - het minimum van 5 pct. van de theoretische afkoopwaarde en 1 pct. van de theoretische afkoopwaarde vermenigvuldigd met de tot de einddatum van de pensioentoezegging nog te verstrijken looptijd van de overeenkomst uitgedrukt in jaren.

In geval van overdracht van de theoretische afkoopwaarden mag geen enkele vergoeding of verlies van winstdeelname ten laste gelegd worden van de aangeslotenen of van de op het ogenblik van de overdracht verworven reserves worden afgetrokken.

De overdracht van de theoretische afkoopwaarden wordt uitgesteld totdat de vereffeningsvergoeding integraal betaald werd aan de pensioeninstelling.

Afkoop door de aangeslotene Er bestaat geen recht op afkoop voor de pensioentoezeggingen waarin uitsluitend verzekerde prestaties bij leven zijn bedongen. Zolang de aangeslotene niet is uitgetreden, kan het recht op afkoop niet worden uitgeoefend, behoudens in de door het reglement gespecifieerde gevallen en enkel ten voordele van de aangeslotene.

Enige afkoop anders dan deze die wettelijk toegelaten is naar aanleiding van uittreding of naar aanleiding van het opnemen van voorschotten, in pandgeving en het wedersamenstellen van een hypothecair krediet, zijn niet toegelaten.

De afkoopwaarde wordt vereffend ten belope van de verzekerde prestaties bij overlijden. Het eventuele saldo van de theoretische afkoopwaarde wordt aangewend voor de vorming, op basis van de inventarisgrondslag, van prestaties bij leven, betaalbaar op dezelfde vervaldagen en in dezelfde voorwaarden als de prestaties bij leven van de oorspronkelijke verrichting.

Behoudens andersluidende wettelijke bepalingen kunnen de reserves van de werkgevers- en de persoonlijke bijdrageovereenkomst door de aangeslotene worden afgekocht vanaf het ogenblik waarop hij de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt.

Bij afkoop vóór het bereiken van de leeftijd van 60 jaar is een afkoopvergoeding verschuldigd die gelijk is aan 1 pct. van de theoretische afkoopwaarde vermenigvuldigd met de tot de einddatum nog te verstrijken looptijd van de overeenkomst uitgedrukt in volledige jaren. De aldus berekende afkoopvergoeding mag niet meer bedragen dan 5 pct. van de theoretische afkoopwaarde, maar zal altijd minstens gelijk zijn aan 75,00 EUR. Voor die pensioentoezeggingen waarop artikel 61, § 1, van de WAP van toepassing is, geldt tot 31 december 2009 dat het recht op afkoop ontstaat zodra de theoretische afkoopwaarde positief is. De afkoopwaarde is echter beperkt tot de verzekerde prestaties bij overlijden en bedraagt : - 95 pct. van de theoretische afkoopwaarde; - vanaf het 9e tot en met het 6e aan de einddatum voorafgaand verzekeringsjaar, bedraagt zij opeenvolgend 96, 97, 98 en 99 pct. van de theoretische afkoopwaarde; en - gedurende de laatste 5 verzekeringsjaren voorafgaand aan de einddatum is de afkoopwaarde gelijk aan 100 pct. van de theoretische afkoopwaarde.

De aanvraag tot afkoop geschiedt met een gedagtekend en ondertekend schrijven door de aangeslotene.

Voor de berekening van de afkoopwaarde wordt de datum van de aanvraag in aanmerking genomen. De afkoop heeft uitwerking op de datum waarop het voor akkoord ondertekend kwijtschrift van afkoop bij de pensioeninstelling toekomt.

Om de afkoopwaarde te verkrijgen moet de begunstigde een levensbewijs en een kopie van zijn identiteitskaart aan de pensioeninstelling overmaken.

Niet-betaling van de premies De betaling van de premies of een gedeelte ervan is ten aanzien van de pensioeninstelling niet verplicht.

De niet-betaling van de premies heeft de reductie van de persoonlijke- en de werkgeversbijdrageovereenkomst tot gevolg, of de verbreking ervan indien de theoretische afkoopwaarde negatief is op de vervaldatum van de eerste niet betaalde premie. Tevens heeft dit de stopzetting van de tijdelijke overlijdensverzekeringen tot gevolg.

De aangetekende ingebrekestelling mag ten vroegste 30 dagen na de vervaldag van de onbetaalde premies worden verzonden.

Indien de premies niet meer gestort worden en behoudens schriftelijke verklaring van de inrichter dat hij de premiebetaling staakt, zullen de premies nà een eerste herinnering uit het financieringsfonds geput worden.

Indien er een betalingsachterstand wordt vastgesteld van 1 maand en de inrichter geen schriftelijke kennisgeving van stopzetting van (de premiebetaling voor) het pensioenstelsel aan de pensioeninstelling heeft gericht, verstuurt deze laatste een aangetekende ingebrekestelling aan de inrichter. Hierin wordt vermeld dat de risicowaarborgen stopgezet worden en dat indien er een betalingsachterstand wordt vastgesteld van 3 maanden en de inrichter geen schriftelijke kennisgeving van stopzetting van (de premiebetaling voor) het pensioenstelsel aan de pensioeninstelling heeft gericht, de pensioeninstelling alle actieve aangeslotenen hiervan onmiddellijk in kennis moet stellen.

Na uitputting van het financieringsfonds en tenzij de inrichter inmiddels hiervoor genoemde verklaring heeft overgemaakt, zal gehandeld worden in overeenstemming met de regels bij "niet-betaling van de premie".

Tenzij de inrichter de hiervoor genoemde verklaring heeft overgemaakt, in welk geval hij alle actieve aangeslotenen hiervan onmiddellijk in kennis stelt, licht de pensioeninstelling uiterlijk 3 maanden na de eerste onbetaalde premievervaldag (in voorkomend geval na uitputting van het financieringsfonds) elke aangeslotene in over de niet-betaling van de premie bij gewone brief per post.

Vanaf dat ogenblik worden de respectievelijke persoonlijke bijdrageovereenkomst en werkgeversbijdrageovereenkomst premievrij gemaakt voor alle aanspraken. Zij blijven onderworpen aan het pensioenreglement en delen verder in de winst van de tak 21 "groepsverzekeringen".

In geval van reductie van de pensioentoezegging wordt bij een vermindering van de nog te vervallen premies een reductievergoeding aangerekend. Deze mag niet groter zijn dan : - op het moment van de reductie, een forfait van 75,00 EUR; - nadien, op elke vervaldag van de oorspronkelijke voorziene premie, een vergoeding die overeenstemt met de vermindering van het gedeelte van de toeslagen dat het algemeen beheer van de overeenkomsten dekt en die tot 5 promille van de vermindering van de reductiepremie beperkt is. Deze vergoeding wordt als een inventaristoeslag beschouwd.

Wanneer de reductie gepaard gaat met het wegvallen van de waarborgen in geval van overlijden, wordt de inventariswaarde berekend met de sterftetafels voor verrichtingen bij leven.

Voor een tijdelijke overlijdensverzekering waarbij het risico gedekt wordt voor stilzwijgend hernieuwbare perioden van één jaar, is er geen reductiewaarde.

Wederinwerkingstelling Een bij toepassing van het artikel betreffende de niet-betaling van de premies opgezegde, gereduceerde of afgekochte pensioentoezegging mag opnieuw in werking worden gesteld en dit gedurende een termijn van 3 maanden voor de opgezegde of afgekochte pensioentoezegging en gedurende een termijn van 3 jaar voor de gereduceerde pensioentoezegging. De wederinwerkingstelling mag afhankelijk worden gemaakt van medische acceptatie volgens de op dat ogenblik geldende voorwaarden.

Onverminderd eventuele andere verplichtingen die uit het pensioenreglement of uit de wettelijke bepalingen voortvloeien, geschiedt het opnieuw in werking stellen onder de oorspronkelijke voorwaarden, indien de aanvraag gedaan wordt binnen de 3 maanden na de opzeg of de afkoop en binnen de 3 jaar na de reductie en mits de achterstallige premies voorafgaandelijk betaald worden. Indien de pensioentoezegging werd afgekocht, moet eveneens de volledige afkoopwaarde worden teruggestort.

Onverminderd eventuele andere verplichtingen die uit het pensioenreglement of uit de wettelijke bepalingen voortvloeien, wordt de gereduceerde pensioentoezegging na de hogervermelde periode van 3 maanden opnieuw in werking gesteld zonder betaling van de achterstallige bijdragen maar dan op grond van een nieuwe bijdrage, berekend op basis van de leeftijd van de aangeslotene op dat ogenblik en rekening houdend met de theoretische afkoopwaarde op het ogenblik van het opnieuw in werking stellen van de pensioentoezegging.

De wederinwerkingstelling gaat in na kennisgeving ervan door de pensioeninstelling aan de inrichter.

ONTHAALSTRUCTUUR Onthaalstructuur De inrichter onderschrijft bij de pensioeninstelling samen met de groepsverzekeringsovereenkomst een onthaalstructuur waarvan de tarieven door de pensioeninstelling onder de productnaam "onthaalstructuur" bij de CBFA (Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen) ingediend werden en die bestemd is om reserves te ontvangen van aanvullende pensioenen.

De reserves die de aangeslotene overdraagt vanuit een andere pensioentoezegging worden verplicht ondergebracht in de onthaalstructuur en kunnen nooit ondergebracht worden in de pensioentoezegging die verbonden is aan deze onthaalstructuur.

De reserves die de aangeslotene van deze pensioentoezegging verworven heeft op het ogenblik van de uittreding kunnen naar keuze van de aangeslotene ondergebracht worden in deze onthaalstructuur.

De keuze tot overdracht naar de onthaalstructuur heeft tot gevolg dat de aangeslotene zijn reserves niet meer kan overdragen naar de oorspronkelijke pensioentoezegging.

De onthaalstructuur geeft de overdragende aangeslotene de keuze uit : - een verzekering bij leven en overlijden onder de vorm van een uitgesteld kapitaal met terugbetaling van de reserves (UKMR). Het verzekerde bedrag wordt bekomen door het kapitaliseren van het overgedragen bedrag conform de tariefgrondslagen UKMR neergelegd bij de CBFA onder de productnaam "onthaalstructuur"; of - een verzekeringscombinatie gemengde levensverzekering waarbij een verhouding 10/25 bestaat tussen het kapitaal overlijden en het kapitaal leven conform de tariefgrondslagen gemengde levensverzekering neergelegd bij de CBFA onder de productnaam "onthaalstructuur". De pensioeninstelling kan de toetreding tot deze verzekeringscombinatie afhankelijk maken van medische acceptatie zoals omschreven in de algemene voorwaarden van de onthaalstructuur.

Indien de overdragende aangeslotene geen keuze bekendmaakt op het ogenblik van zijn overdracht (of in afwachting van zijn keuze), worden zijn overgedragen reserves ondergebracht in de combinatie UKMR. De overdragende aangeslotene behoudt éénmaal per jaar de mogelijkheid om geheel kostenloos de omvorming te vragen van zijn overgedragen reserves naar een andere verzekeringscombinatie waarvan de tariefgrondslagen neergelegd zijn bij de CBFA onder de productnaam "onthaalstructuur" en dit ten belope van de theoretische afkoopwaarde.

In voorkomend geval wordt de afkoopwaarde slechts overgedragen ten belope van het kapitaal overlijden. Het saldo van de theoretische afkoopwaarde zal aangewend worden voor het verzekeren, op inventarisgrondslag, van prestaties bij leven betaalbaar onder dezelfde voorwaarden als de prestaties bij leven van de oorspronkelijk gekozen verzekeringscombinatie. Indien de overdragende aangeslotene tijdens eenzelfde kalenderjaar bijkomende aanvragen tot omvorming van zijn overgedragen reserves doet, zal de pensioeninstelling de kosten vermeld in het tarief aanrekenen.

Wanneer de aangeslotene zijn reserves overdraagt naar de onthaalstructuur, dan : - zijn de verplichtingen van de pensioeninstelling beperkt tot de verplichtingen die voortvloeien uit de onthaalstructuur; - eindigen de verplichtingen van de inrichter die voortvloeien uit het pensioenstelsel waarbinnen de reserves werden opgebouwd.

Indien de aangeslotene van de pensioentoezegging op het moment van zijn uittreding kiest voor de overdracht van zijn verworven reserves naar de onthaalstructuur, worden de verworven reserves desgevallend door de inrichter aangevuld tot de bedragen gewaarborgd door de van toepassing zijnde wetgeving. Hierdoor vervalt voor de inrichter en de pensioeninstelling iedere verplichting die voortvloeit uit het pensioenreglement.

De reserves die zijn overgedragen naar de onthaalstructuur zijn onmiddellijk verworven door de overdragende aangeslotene in overeenstemming met de regels die binnen de gekozen productcombinatie gelden.

De algemene voorwaarden van de onthaalstructuur maken integraal deel uit van dit pensioenreglement.

Op de onthaalstructuur zijn enkel de bepalingen die omschreven worden in de algemene voorwaarden van de onthaalstructuur van toepassing en hebben de bepalingen zoals omschreven in dit pensioenreglement (algemene en bijzondere voorwaarden) geen toepassing tenzij uitdrukkelijk anders vermeld.

OMVANG VAN DE WAARBORG IN GEVAL VAN OVERLIJDEN Geografische uitgestrektheid Het overlijdensrisico geldt wereldwijd, onder voorbehoud van de bepalingen van de overige artikelen onder hoofdstuk 4.

Opzettelijke daad Het overlijden van de aangeslotene veroorzaakt door een opzettelijke daad van één van de begunstigden, of op hun aansporing, is niet gedekt. Een opzettelijke daad is een daad die gesteld wordt met de bedoeling om de aangeslotene te doden of ernstige letselschade toe te brengen.

Luchtvaart Het overlijden van de aangeslotene aan de gevolgen van een ongeval met een luchtvaartuig waarop hij inscheepte als piloot of lid van het boordpersoneel is niet gewaarborgd.

Het overlijden van de aangeslotene aan de gevolgen van een ongeval met een luchtvaartuig waarop hij inscheepte als passagier is gewaarborgd, uitgezonderd wanneer het een toestel betreft : - waarvan de aangeslotene wist of kon weten dat het geen vliegvergunning heeft voor het vervoer van personen of goederen; - van een luchtmacht dat niet bestemd is voor personenvervoer; - dat producten met strategische kenmerken vervoert in streken waar vijandelijkheden aan de gang zijn of opstand heerst; - dat zich voorbereidt tot of deelneemt aan een sportwedstrijd; - dat proefvluchten uitvoert; - van het type ultra-licht-gemotoriseerd.

Oproer Er wordt geen dekking verleend wanneer het overlijden het rechtstreekse en onmiddellijke gevolg is van oproer, burgerlijke onlusten, alle collectieve gewelddaden van politieke, ideologische of sociale aard, al dan niet gepaard gaande met opstand tegen de overheid of welke gevestigde macht ook, indien de aangeslotene er op vrijwillige en actieve wijze aan heeft deelgenomen.

Oorlog Er wordt geen dekking verleend voor het overlijden als gevolg van een oorlogsgebeurtenis, dit wil zeggen, een gebeurtenis die het rechtstreekse of onrechtstreekse gevolg is van een offensieve of defensieve actie van een oorlogvoerende mogendheid of van welke andere gebeurtenis van militaire aard ook.

Indien het conflict uitbreekt tijdens het verblijf van de aangeslotene in het buitenland, wordt dekking verleend van het oorlogsrisico op voorwaarde dat de aangeslotene niet op actieve wijze aan de vijandelijkheden deelneemt.

Prestaties bij een niet gewaarborgd overlijden In de niet gewaarborgde gevallen, vastgesteld in de artikelen 25 tot en met 28, betaalt de pensioeninstelling de theoretische afkoopwaarde, berekend op de dag van het overlijden en beperkt tot het bij overlijden verzekerde kapitaal.

Wanneer het overlijden van de aangeslotene voortkomt uit een opzettelijke daad van (één van) de begunstigde(n), of op zijn (hun) aansporen, verliest (verliezen) de begunstigde(n), die het overlijden opzettelijk heeft (hebben) veroorzaakt, alle rechten op de verzekerde prestaties. De verzekerde prestaties worden dan, in tegenstelling tot de vorige paragraaf, niet beperkt tot de theoretische afkoopwaarde, maar komt integraal toe aan de medebegunstigde(n), of bij ontstentenis, aan de subsidiaire begunstigde(n) volgens de in de bijzondere voorwaarden vermelde volgorde, en bij gebreke daarvan, aan de nalatenschap van de aangeslotene.

De verzekerde prestaties in geval van overlijden worden zonder beperking uitgekeerd aan de begunstigde(n), indien het overlijden van de aangeslotene te wijten is aan zelfmoord.

Aangifte van een schadegeval Het overlijden van de aangeslotene moet bij de pensioeninstelling uiterlijk binnen 8 dagen worden aangegeven. Bij laattijdige aangifte kan de pensioeninstelling haar tussenkomst verminderen met het door haar geleden nadeel, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de aangifte van het schadegeval zo snel als redelijkerwijs mogelijk was, werd ingediend.

De aangifte moet gebeuren via het daartoe bestemde formulier en moet vergezeld gaan van alle originele documenten, attesten en rapporten die het bestaan van het schadegeval kunnen aantonen.

De aangeslotenen stemmen ermee in dat de behandelende arts na hun overlijden aan de raadgevende arts van de pensioeninstelling een verklaring over de doodsoorzaak bezorgt. De pensioeninstelling kan bijkomende inlichtingen vragen of op haar kosten een autopsie laten uitvoeren. In voorkomend geval zal de pensioeninstelling de resultaten afwachten alvorens een standpunt in te nemen over het al dan niet gewaarborgd zijn van de schade.

Indien aan één van deze verplichtingen niet voldaan wordt, kan de pensioeninstelling haar tussenkomst verminderen met het door haar geleden nadeel.

Indien valse getuigschriften worden voorgelegd, valse verklaringen worden afgelegd of opzettelijk bepaalde feiten of omstandigheden worden verzwegen die duidelijk van belang zijn bij de beoordeling van het schadegeval, kan de pensioeninstelling haar tussenkomst weigeren en elke ten onrechte uitgekeerde som terugvorderen, verhoogd met de wettelijke intrest.

WINSTDEELNAME Winstdeelname De pensioentoezeggingen nemen kosteloos deel in de winst, in de categorie van de verzekeringscontracten, gemaakt volgens door de pensioeninstelling bepaalde regels die meegedeeld worden aan de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA).

Indien de pensioentoezegging opgezegd is in het kader van een overdracht van de reserves naar een andere pensioeninstelling, wordt gedurende de periode van de opzegging geen winstdeelname toegekend.

Het winstdeelnameplan wordt ter beschikking van het publiek gesteld op de zetel van de vestiging van de pensioeninstelling waar de pensioenovereenkomst werd afgesloten.

KENNISGEVINGEN - RECHTSMACHT Kennisgevingen De inrichter zorgt ervoor dat alle aangeslotenen de voordelen die de pensioentoezegging hun biedt ten volle kunnen genieten door hen correct te informeren en alle nuttige documenten over te maken. De inrichter bezorgt de pensioeninstelling de nodige informatie zodat het beheer correct en vlot kan verlopen en zorgt voor de tijdige betaling van de premie.

Elke schriftelijke kennisgeving van een partij aan een andere wordt geacht te zijn gedaan op de datum van de postafgifte en geschiedt geldig op hun laatste onderling meegedeelde adres. De verzending van een aangetekende brief wordt bewezen door het ontvangstbewijs van de post. Bij gebrek aan voorlegging van het origineel exemplaar van enige briefwisseling, geldt het afschrift ervan in de dossiers van de pensioeninstelling als bewijs.

In afwijking van het voorgaande wordt iedere kennisgeving van de pensioeninstelling aan de aangeslotene geacht gedaan te zijn door middel van de laatst verstuurde benefit statement.

Rechtsmacht De pensioentoezegging is onderworpen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die in België voor levens- en aanvullende verzekeringen in het algemeen en voor groepsverzekeringen in het bijzonder gelden. Mocht de inrichter buiten België gevestigd zijn, dan wordt er, indien toegelaten, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht.

De WAP is van toepassing op de aanvullende rust- en overlevingspensioenen voor aangeslotenen met werknemersstatuut (of hun rechthebbenden) wiens arbeidsovereenkomst beheerst wordt door het Belgisch arbeidsrecht en/of wiens gewone plaats van tewerkstelling België is. Tenzij andersluidend bericht van de inrichter, gaat de pensioeninstelling ervan uit dat deze voorwaarden vervuld zijn uit hoofde van aangeslotenen met werknemersstatuut. De toepassing van deze wet heeft onder meer voor gevolg dat de inrichter er toe gehouden is om bij de uittreding van een werknemer eventuele reservetekorten aan te zuiveren. In voorkomend geval wordt de inrichter hiertoe uitgenodigd door de pensioeninstelling.

Betwistingen over medische aangelegenheden kunnen eveneens, mits de partijen hierover ten vroegste op het ogenblik dat het geschil ontstaat uitdrukkelijk en schriftelijk akkoord gaan, beslecht worden in een minnelijke medische expertise (arbitrage), waarbij de partijen elk een eigen geneesheer aanstellen. Indien er geen akkoord is tussen de geneesheren wordt er door hen of, bij gebrek aan overeenstemming, door de voorzitter van de bevoegde rechtbank van eerste aanleg een ôderdeö geneesheer aangesteld. Het aldus gevormde college beslist bij meerderheid van stemmen en de beslissing is onherroepelijk. Op straffe van nietigheid van hun beslissing mogen de geneesheren evenwel niet afwijken van de bepalingen van het pensioenreglement. Elke partij betaalt de honoraria van de door haar aangestelde geneesheer. De honoraria van de eventuele ôderdeö geneesheer worden door de partijen in gelijke delen gedragen.

Toepasselijk belastingsregime Voor wat betreft de fiscale lasten die op de premies drukken, geldt de Belgische wetgeving en/of de wetgeving van de woonstaat van de inrichter.

De eventuele toekenning van belastingvoordelen op de premies wordt bepaald door de belastingwetgeving van het woonland van de inrichter en/of van de aangeslotene. In bepaalde gevallen is de wetgeving van het land toepasselijk waar belastbare inkomsten verkregen worden.

De verzekeringsprestaties worden belast in overeenstemming met de Belgische wetgeving en/of de wetgeving van het woonland van de begunstigde.

Voor wat betreft de eventuele successierechten, is de wetgeving van het woonland van de overledene en/of van de begunstigde van toepassing.

De pensioeninstelling zal de wettelijk verplichte inhoudingen verrichten op het ogenblik van de uitkering van de prestaties. Voor nadere inlichtingen betreffende het toepasselijke belastingregime kan de inrichter zich wenden tot de pensioeninstelling.

Voor de toepassing van de fiscale begrenzing inzake de toekenning van belastingvoordelen op de werkgevers- en de persoonlijke premies in functie van het bedrag van de pensioenreserves die op de in de bijzondere voorwaarden vermelde einddatum toekomen aan de aangeslotenen, wordt er rekening gehouden met alle door de aangeslotenen bij de inrichter gepresteerde (en gelijkgestelde) dienstjaren, verhoogd met het maximum fiscaal toegelaten aantal niet in de onderneming gepresteerde (en gelijkgestelde) jaren.

De inrichter behoudt zich het recht voor om de aanwending van het premiebudget voor de vorming van pensioenreserves te beperken indien de voornoemde fiscale begrenzing zou overschreden worden.

Bescherming van de persoonlijke levenssfeer De gegevens die op de aangeslotene betrekking hebben, worden opgenomen in bestanden die gehouden worden om de verzekeringsovereenkomsten te kunnen opstellen, te beheren en uit te voeren.

In overeenstemming met de wet van 8 december 1992 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van deze wet vervangt en/of aanvult, kan de aangeslotene van zijn persoonsgegevens kennis nemen en ze indien nodig doen verbeteren.

De pensioeninstelling is verantwoordelijk voor de verwerking.

Goede trouw, redelijkheid en billijkheid De inrichter regelt de aangelegenheden in zijn verhouding met de aangeslotenen waarin het pensioenreglement niet expliciet voorziet of die vatbaar zouden zijn voor interpretatie. Indien de pensioeninstelling hierbij belanghebbende partij is, geschiedt dit steeds in samenspraak met haar. De regeling van dergelijke aangelegenheden moet steeds gebeuren binnen de perken en met inachtneming van de goede trouw, de billijkheid, de redelijkheid en de geest van het pensioenreglement.

BIJZONDERE UITGAVEN Bijzondere uitgaven De pensioeninstelling heeft het recht om bepaalde kosten aan te rekenen in geval van bijzondere uitgaven veroorzaakt door toedoen van de inrichter, de aangeslotene(n) en de begunstigde(n).

Dit kan slechts na voorafgaandelijke kennisgeving van de pensioeninstelling aan de betrokkene(n).

ALGEMENE BEPALINGEN Algemene bepalingen De inrichter heeft het recht om de overeenkomst ten aanzien van de pensioeninstelling op te zeggen binnen 30 dagen vanaf de inwerkingtreding ervan. In dit geval stort de pensioeninstelling de betaalde premies terug, verminderd met de bedragen die werden verbruikt om het risico te dekken.

Indien de pensioeninstelling de algemene voorwaarden wenst te wijzigen, dan stelt zij bij aangetekend schrijven aan de inrichter voor om de gewijzigde algemene voorwaarden toe te passen vanaf een door haar bepaalde datum. Indien de inrichter binnen 90 dagen na dit voorstel aan de pensioeninstelling schriftelijk meldt dat hij of zij deze wijziging weigert, blijven de vroegere algemene voorwaarden van toepassing. De inrichter overhandigt in voorkomend geval een exemplaar van de gewijzigde algemene voorwaarden aan elke aangeslotene.

Pensioentoezegging Bijzondere voorwaarden INHOUDSOPGAVE 1. DE WERKINGSPRINCIPES Artikel 1Definities 1 Artikel 2 Elementen voor de berekening van de aanspraken 3 Artikel 3 Aansluiting 4 Artikel 4 Beëindiging van de aansluiting 4 Artikel 5 Aanspraken 5 Artikel 6 Verdaging van de einddatum 5 Artikel 7 Verschuldigdheid van de bijdragen 6 Artikel 8 Uitkeringsmodaliteiten bij leven van de aangeslotene op de einddatum 1 Artikel 9 Uitkeringsmodaliteiten bij overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum 1 Artikel 10 Winstdeelname 8 Artikel 11 Verworven prestaties en verworven reserves 8 Artikel 12 Fiscale aspecten verbonden aan de pensioentoezegging 9 Artikel 13 Uittreding 10 Artikel 14 Vervroegde vereffening 11 Artikel 15 Slotbepalingen 12 Artikel 1.Definities Voor de toepassing van dit pensioenreglement wordt verstaan onder : Pensioenstelsel : Het sectorale pensioenstelsel, bij collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006 ingericht in uitvoering van artikel 2, 8°, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juni 2005 betreffende een protocol van akkoord van 2005-2006, afgesloten binnen het Paritair Comité nr. 226 voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken.

De collectieve arbeidsovereenkomst : De collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2006 tot invoering van een sectoraal aanvullend pensioenstelsel afgesloten binnen het Paritair Comité nr. 226 voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken.

Inrichter : Het Sociaal Fonds van het Paritair Comité voor de bedienden uit de internationale handel, het vervoer en de aanverwante bedrijfstakken, Brouwersvliet 33/7, 2000 Antwerpen.

Pensioeninstelling : In aanvulling van de algemene voorwaarden wordt gesteld dat het gaat om de verzekeringsinstelling die in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst door de inrichter werd aangeduid voor de uitvoering en het beheer van het sectorale pensioenstelsel.

Werkgever : Wordt als werkgever gedefinieerd, de natuurlijke of rechtspersoon die personeel tewerkstelt dat ressorteert onder het Paritair Comité nr. 226 en die niet vrijgesteld is van deelname aan het sectorale pensioenstelsel conform artikelen 5 en 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst.

Een derde werkgever : Een derde werkgever is natuurlijke of rechtspersoon waarvan de onderneming niet ressorteert onder het Paritair Comité nr. 226 en/of die niet valt onder het toepassingsgebied van het sectorale pensioenstelsel conform artikelen 5 en 6 van de collectieve arbeidsovereenkomst.

Werknemer : De natuurlijke persoon die een arbeidsovereenkomst heeft afgesloten met de werkgever.

Aangeslotene : De actieve aangeslotene is de werknemer die behoort tot de personeelscategorie van de werkgever waarvoor de inrichter een pensioentoezegging heeft ingevoerd en die aan de aansluitingsvoorwaarden van de pensioentoezegging voldoet.

De passieve aangeslotene is de gewezen werknemer die nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet indien hij bij zijn uittreding verkozen heeft zijn verworven reserves zonder wijziging van de pensioentoezegging bij de pensioeninstelling te laten.

Gehuwde aangeslotene : De aangeslotene die wettelijk gehuwd is en niet gerechtelijk van tafel en bed gescheiden is of in aanleg tot echtscheiding of gerechtelijke scheiding van tafel en bed.

Wettelijk geregistreerde samenwonende aangeslotene : De aangeslotene die wettelijk geregistreerd samenwoont zoals bepaald in artikel 1475 tot en met artikel 1479 van het Burgerlijk Wetboek of, volgens gelijkaardige regelingen van buitenlands recht, wordt gelijkgesteld met een gehuwde aangeslotene.

Feitelijk samenwonende aangeslotene : De aangeslotene die niet onder de definitie van gehuwde aangeslotene valt en op basis van een door de gemeente afgeleverd bewijs kan aantonen dat hij samenwoont met een partner in gezinsverband (gedomicilieerd op hetzelfde adres).

Partner : Onder partner verstaat men : - de echtgeno(o)t(e) van de gehuwde aangeslotene; - de partner van de wettelijk geregistreerde samenwonende aangeslotene; - de partner van de feitelijk samenwonende aangeslotene.

Alleenstaande aangeslotene : De aangeslotene die geen partner heeft zoals hierboven omschreven.

Begunstigde : De perso(o)n(en) in wiens voordeel de verzekerde prestaties bedongen zijn.

Werkgeversbijdrage : De storting door de werkgever voor de pensioentoezegging zoals in dit pensioenreglement omschreven en die wordt bijgehouden op een afzonderlijke individuele werkgeversrekening voor elke aangeslotene, zijnde de werkgeversbijdrageovereenkomst.

Loon : Het totale loon van de aangeslotenen onderworpen aan de sociale zekerheidsbijdragen.

WAP : De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003).

Art. 2.Elementen voor de berekening van de aanspraken Ingangsdatum : 01/01/2007 Trimestriële aanpassingsdata : 01/01 01/04 01/07 01/10 Op deze data worden de aanspraken van iedere aangeslotene herrekend in functie van het loon.

Wijzigingen aan het loon in de loop van een trimester hebben slechts uitwerking vanaf de eerstvolgende aanpassingsdatum.

Artikel 7 van de algemene voorwaarden "Bepalingen van aanspraken en/of persoonlijke bijdragen van actieve aangeslotenen die niet voltijds tewerkgesteld zijn", is niet van toepassing voor dit pensioenreglement.

Art. 3.Aansluiting Alle werknemers die behoren tot de personeelscategorie vermeld in de CAO in dienst van een werkgever waarop het pensioenstelsel van toepassing is, worden in deze pensioentoezegging opgenomen vanaf indiensttreding of toetreding tot betrokken personeelscategorie.

De administratieve aansluiting gebeurt op de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de datum waarop de werknemer aan de gestelde voorwaarden voldoet.

De aansluiting geschiedt ten vroegste op 1 januari 2007.

Aansluiting is verplicht voor de werknemers aangeworven door de werkgever na 1 januari 2007, voor zover zij behoren tot de hiervoor omschreven personeelscategorie en aan de hiervoor omschreven aansluitingsvoorwaarden voldoen.

Art. 4.Beëindiging van de aansluiting De aansluiting wordt beëindigd op : - de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de dag waarop de aangeslotene niet langer aan de definitie van aangeslotene en/of aan de aansluitingsvoorwaarden voldoet en zijn verworven reserves de pensioentoezegging verlaten hebben; - de eerste van de maand samenvallend met of volgend op de dag waarop de aangeslotene niet meer in dienst is van een werkgever, met uitsluiting van een derde werkgever en zijn verworven reserves de pensioentoezegging verlaten hebben; - de einddatum, zijnde de eerste van de maand volgend op de 65ste verjaardag van de aangeslotene; - de datum van het overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum.

Art. 5.Aanspraken Voor de actieve aangeslotene wordt voorzien : - Werkgeversbijdragen De trimestriële werkgeversbijdragen worden door de inrichter gefinancierd en zijn gelijk aan het bedrag betaalbaar in uitvoering van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst tot bepaling van de werkgeversbijdragen voor het sectoraal aanvullend pensioenstelsel zoals deze op elk respectievelijk moment van kracht is. Op de ingangsdatum geldt de collectieve arbeidsovereenkomst.

De werkgeversbijdragen worden aangewend in de verzekeringscombinatie uitgesteld kapitaal met tegenverzekering van de reserves.

Deze verzekeringscombinatie voorziet : - bij leven van de aangeslotene op de einddatum : een pensioenkapitaal ten behoeve van de aangeslotene zelf; - bij overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum : een kapitaal-overlijden ten behoeve van de begunstigde omschreven in artikel "uitkeringsmodaliteiten bij overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum". Dit kapitaal-overlijden is gelijk aan de som van de op de datum van overlijden van de aangeslotene reeds opgebouwde reserves in de werkgeversbijdrageovereenkomst, inclusief winstdeelnamereserves. - Vrijwillige persoonlijke stortingen In afwijking op de algemene voorwaarden kan een aangeslotene op geen enkel moment vrijwillige persoonlijke stortingen doen om de aanspraken van de op zijn leven gesloten verzekeringen te verhogen.

Art. 6.Verdaging van de einddatum Verdaging wordt niet in deze pensioentoezegging voorzien.

Art. 7.Verschuldigdheid van de bijdragen De bijdragen zijn trimestrieel betaalbaar door de inrichter aan de pensioeninstelling op de eerste dag van elk trimester, met dien verstande dat de eerste bijdrage verschuldigd is op de eerste dag van de eerste maand van het tweede trimester volgend op het trimester van aansluiting van de aangeslotene.

De trimestriële bijdrage zal berekend worden op het loon dat werd uitbetaald aan de betrokken aangeslotene tijdens het tweede trimester dat de betrokken verschuldigdheidsdatum voorafgaat.

Ingeval van uittreding van de aangeslotene, of in geval van overlijden of pensionering, zal uiterlijk op de dag van de uittreding, het overlijden of de einddatum, een bijdrage aangerekend worden welke als volgt berekend wordt : N*RSZ-jaarloon/365 * bijdragepercentage waarbij : - N = aantal kalenderdagen vanaf het laatste kwartaal waarvan het loon reeds gebruikt werd om er een bijdrage mee te berekenen en tot de datum van respectievelijk uittreding, pensionering of overlijden. - RSZ-jaarloon = het totale loon dat onderworpen is aan de sociale zekerheidsbijdragen in de laatste vier kwartalen waarvan het loon reeds gebruikt werd om er een bijdrage op te baseren.

Indien de aangeslotene op datum van uittreding, overlijden of pensionering nog geen vier volledige kwartalen aangesloten was, wordt het loon van de periode waarin hij wel aangesloten was pro rata temporis omgezet naar het loon voor vier kwartalen. - Bijdragepercentage = het percentage toe te passen op het loon conform artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst en eventuele latere wijzigingen.

De verschuldigdheid van de bijdragen stopt respectievelijk de dag na de datum van uittreding, de datum van overlijden of op de einddatum.

Art. 8.Uitkeringsmodaliteiten bij leven van de aangeslotene op de einddatum Het pensioenkapitaal, verhoogd met de winstdeelname op de werkgeversbijdrageovereenkomst, is betaalbaar bij leven van de aangeslotene op de einddatum en wordt indien nodig door de inrichter aangevuld tot de bedragen gewaarborgd door de van toepassing zijnde wetgeving.

De pensioeninstelling betaalt dit kapitaal rechtstreeks aan de aangeslotene, na ontvangst van de door hem ondertekende kwijting opgemaakt door de pensioeninstelling.

De pensioeninstelling heeft het recht bij de uitkering een bewijs van leven te vragen van de begunstigde.

Art. 9.Uitkeringsmodaliteiten bij overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum Het kapitaal-overlijden, verhoogd met de winstdeelname, is betaalbaar op de datum van overlijden van de aangeslotene vóór de einddatum en wordt rechtstreeks aan de begunstigde uitgekeerd.

De pensioeninstelling heeft het recht bij de uitkeringen een bewijs van leven te vragen van de begunstigde.

De begunstigde bij overlijden is bepaald met de volgende voorrangsorde : - de partner; - bij ontstentenis, de descendenten in de eerste graad van de aangeslotene of - bij plaatsvervulling hun afstammelingen; - bij ontstentenis, de ascendenten in de eerste graad van de aangeslotene; - bij ontstentenis, de wettige erfgenamen van de aangeslotene, met uitsluiting van de Staat; - bij ontstentenis, het "financieringsfonds" van deze pensioentoezegging.

Indien door bovenstaande rangorde meer dan één begunstigde aangeduid wordt, wordt het kapitaal-overlijden evenredig verdeeld over de verschillende begunstigden.

De aangeslotene kan niet van bovenstaande rangorde afwijken en hij kan geen begunstigde bij naam aanduiden.

De vereffening van het kapitaal-overlijden gebeurt na ontvangst van de door de begunstigde ondertekende kwijting, opgemaakt door de pensioeninstelling.

Art. 10.Winstdeelname Ieder jaar zal de pensioeninstelling haar winstdeelnameplan meedelen aan de inrichter.

De werkgeversbijdrageovereenkomst deelt in de winsten "leven" gemaakt door de pensioeninstelling in de tak 21 "groepsverzekeringen".

De winstdeelnamedotaties toegekend m.b.t. de reserves opgebouwd in de werkgeversbijdrageovereenkomst worden op deze overeenkomst gestort en worden aangewend als inventariskoopsommen voor de verzekering van een uitgesteld kapitaal met tegenverzekering van de reserves. De winstdeelname wordt samen uitgekeerd met het pensioenkapitaal. Bij overlijden vóór de einddatum worden de reserves uitgekeerd.

Art. 11.Verworven prestaties en verworven reserves De verworven reserves zijn de reserves op een bepaald ogenblik waarop de aangeslotene recht heeft overeenkomstig de pensioentoezegging. De verworven reserves zijn gelijk aan het bedrag dat zich op dat ogenblik op de werkgeversbijdrageovereenkomst van de aangeslotene bevindt.

De verworven prestaties zijn de prestaties waarop de aangeslotene aanspraak kan maken op de einddatum. De verworven prestaties worden bekomen door de reserves op de werkgeversbijdrageovereenkomst in functie van de verzekeringscombinatie en de leeftijd van de aangeslotene op de trimestriële aanpassingsdatum te kapitaliseren in functie van de tariefgrondslagen.

De reserves (inclusief de winstdeelnamereserves) opgebouwd door middel van werkgeversbijdragen zijn pas na één jaar aansluiting bij de pensioentoezegging verworven door de aangeslotene. In het geval de aangeslotene uittreedt vóór het einde van het eerste jaar van zijn aansluiting, worden de reserves op de werkgeversbijdrageovereenkomst in het financieringsfonds van deze pensioentoezegging gestort.

Indien de aangeslotene opteert om verworven reserves opgebouwd in het kader van een andere pensioentoezegging over te dragen naar deze pensioentoezegging dan kunnen deze overgedragen reserves nooit op de werkgeversbijdrageovereenkomst van deze pensioentoezegging worden geplaatst, maar worden zij steeds in de onthaalstructuur - verbonden met deze pensioentoezegging - ondergebracht.

Art. 12.Fiscale aspecten verbonden aan de pensioentoezegging Ingevolge de fiscale wetgeving en de desbetreffend door de Administratie der Directe Belastingen uitgevaardigde richtlijnen wordt de aftrek van de werkgeversbijdragen slechts toegestaan voor zover het totaal bedrag naar aanleiding van pensionering, uitgedrukt in jaarlijkse rente - van de door deze pensioentoezegging verzekerde uitkeringen, - van het wettelijk rustpensioen, - van de andere buitenwettelijke uitkeringen van dezelfde aard waarop de aangeslotene recht zal hebben, met als enige uitzondering de uitkeringen uit hoofde van door hem zelf onderschreven (aanvullende) individuele levensverzekeringscontracten, niet meer bedraagt dan 80 pct. van de laatste normale brutojaarbezoldiging, rekening houdend met een normale duurtijd van beroepsactiviteit.

Deze rente is indexeerbaar aan 2 pct. en overdraagbaar aan de echtgeno(o)t(e) of de wettelijk geregistreerde samenwonende partner voor 80 pct.

De pensioeninstelling kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor enig nadelig fiscaal gevolg met betrekking tot de aftrekbaarheid van de werkgeversbijdragen voor de inrichter, indien dit rechtstreeks voortvloeit uit onjuiste informatie die door de inrichter of door de aangeslotene aan de pensioeninstelling verstrekt werd.

Art. 13.Uittreding Uittreding is de beëindiging van de arbeidsovereenkomst tussen de aangeslotene en zijn huidige werkgever anders dan door overlijden of het bereiken van de einddatum, in zoverre de aangeslotene niet een nieuwe arbeidsovereenkomst heeft aangegaan met een andere werkgever die eveneens aan deze pensioentoezegging onderworpen is. De uittreder is de uitgetreden aangeslotene.

Bij uittreding van een aangeslotene is de inrichter ertoe gehouden uiterlijk binnen de termijn van één jaar de pensioeninstelling hiervan schriftelijk in kennis te stellen. De uittreder kan, indien hij dit wenst, de pensioeninstelling op een vroeger ogenblik schriftelijk in kennis stellen van zijn uittreding. Indien de uittreder vóór de termijn van één jaar terug in dienst getreden is van een werkgever, moet onderstaande procedure niet uitgevoerd worden. De pensioeninstelling deelt uiterlijk binnen de 30 dagen na de hiervoor vermelde kennisgeving de volgende gegevens mee aan de inrichter door middel van de uittredingsbrief : - het bedrag van de verworven reserves, zo nodig aangevuld tot de bedragen gewaarborgd door de van toepassing zijnde wetgeving; - het bedrag van de verworven prestaties; - de verschillende keuzemogelijkheden bij uittreding met vermelding of de overlijdensdekking al dan niet behouden blijft.

De inrichter stelt de aangeslotene onmiddellijk in kennis van de door de pensioeninstelling meegedeelde gegevens.

Bij uittreding worden de verworven reserves en prestaties berekend op basis van de wettelijke bepalingen en de elementen voor de berekening van de aanspraken die van toepassing zijn op de laatste trimestriële aanpassingsdatum vóór de uittreding.

Op het ogenblik van de uittreding wordt geen enkele vergoeding of verlies van winstdeelname ten laste gelegd van de aangeslotene of van de verworven reserves afgetrokken.

De inrichter is ertoe gehouden bij de uittreding de eventuele tekorten van de verworven reserves aan te zuiveren. Deze eventuele aanvulling zal om fiscale redenen steeds beschouwd worden als een werkgeversbijdrage.

Bij de uittreding van de aangeslotene zullen de in de vorige paragraaf gedefinieerde verworven reserves zo nodig door de inrichter aangevuld worden tot de bedragen gewaarborgd door de van toepassing zijnde wetgeving. Deze eventuele aanvulling zal door de inrichter in het financieringsfonds van deze pensioentoezegging gestort worden indien niet voldoende fondsen aanwezig zijn of indien de aanwezige fondsen andere verbintenissen van de inrichter dekken. Pas van zodra de passieve aangeslotene de beslissing bekend maakt dat hij zijn verworven reserves naar een onthaalstructuur buiten deze pensioentoezegging of naar een andere pensioeninstelling wenst te transfereren, zal het op dat ogenblik geldende eventuele tekort t.o.v. de gegarandeerde bedragen aangezuiverd worden op de werkgeversbijdrageovereenkomst.

Bij uittreding heeft de aangeslotene de volgende keuzemogelijkheden met betrekking tot de verworven reserves, zo nodig aangevuld tot de bedragen gewaarborgd door de van toepassing zijnde wetgeving : - bij deze pensioeninstelling laten zonder wijziging van de pensioentoezegging; - in de onthaalstructuur gekoppeld aan dit pensioenreglement onderbrengen; - overdragen naar de pensioeninstelling van de nieuwe werkgever met wie hij een arbeidsovereenkomst heeft gesloten, indien hij wordt aangesloten bij de pensioentoezegging van die werkgever; - overdragen naar een pensioeninstelling die de totale winst onder de aangeslotenen in verhouding tot hun reserves verdeelt en de kosten beperkt volgens de regels vastgesteld door de Koning.

De aangeslotene moet zijn keuze binnen de 30 dagen na de kennisgeving door de inrichter schriftelijk meedelen aan de pensioeninstelling. Na ontvangst van de keuze van de aangeslotene voert de pensioeninstelling de keuze van de aangeslotene uit binnen de 30 dagen. Wanneer de aangeslotene deze termijn heeft laten verstrijken wordt hij verondersteld te hebben gekozen voor de mogelijkheid om zijn verworven reserves bij de pensioeninstelling te laten zonder wijziging van de pensioentoezegging.

Art. 14.Vervroegde vereffening De aangeslotene heeft het recht op de uitbetaling van zijn verworven reserves op de einddatum.

Vervroegde vereffening is het opnemen van de pensioenreserves door de aangeslotene vóór de einddatum.

Vervroegd vereffenen is ten vroegste mogelijk vanaf het ogenblik waarop hij de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt en in zoverre de werknemer niet langer de hoedanigheid van aangeslotene heeft.

De vervroegd uit te betalen prestaties worden bepaald door de theoretische afkoopwaarde van de werkgeversbijdrageovereenkomst. De theoretische afkoopwaarde wordt voor 100 pct. aangewend : - in geval van vereffening in rente - in geval van vereffening in kapitaal in zoverre de aangeslotene zijn voornemen tot vervroegde vereffening ten minste 6 maanden op voorhand aan de pensioeninstelling heeft meegedeeld.

In afwijking op de algemene voorwaarden kan de aangeslotene op geen enkel ogenblik voorschotten op prestaties of inpandgevingen van pensioenrechten voor het waarborgen van een lening opnemen of aanvragen.

Art. 15.Slotbepalingen De bijzondere voorwaarden, de algemene voorwaarden, de algemene voorwaarden van de onthaalstructuur en het benefit statement vormen samen het pensioenreglement. De eventuele bijlagen en aanhangsels aan de bijzondere voorwaarden vormen er een integrerend bestanddeel van.

De bepalingen van de bijzondere voorwaarden en de eventuele bijlagen en aanhangsels hebben evenwel voorrang op de algemene voorwaarden.

De pensioeninstelling behoudt zich het recht voor alle niet uitdrukkelijk door deze bijzondere voorwaarden voorziene kwesties te regelen in overeenstemming met de algemene voorwaarden.

Onthaalstructuur Algemene voorwaarden Alle oplichting of poging tot oplichting van de verzekeringsmaatschappij brengt niet alleen de opzegging van de verzekeringsovereenkomst mee, maar wordt ook strafrechtelijk vervolgd op grond van artikel 496 van het Strafwetboek. De betrokkene zal bovendien opgenomen worden in het bestand van het Economisch Samenwerkingsverband Datassur, dat de speciaal op te volgen verzekeringsrisico's ter herinnering brengt aan de aangesloten leden-verzekeraars.

De overdragende aangeslotene stemt er bij deze mee in dat ING Insurance NV het ESV Datassur persoonsgegevens meedeelt die relevant zijn in het exclusieve kader van de beoordeling van de risico's en van het beheer van de contracten en desbetreffende schadegevallen. Iedere persoon die zijn identiteit aantoont, heeft het recht zich tot Datassur te richten om de gegevens die op hem betrekking hebben in te zien en, in voorkomend geval, te laten rechtzetten. Om dat recht uit te oefenen moet de persoon in kwestie een gedateerd en ondertekend verzoek, samen met een kopie van zijn identiteitskaart, sturen naar het volgende adres : Datassur, dienst Bestanden, de Meeûsplantsoen 29, te 1000 Brussel.

Indien de inrichter klachten heeft in verband met dit contract, kan hij zich wenden tot hetzij de Ombudsdienst ING Insurance NV, Desguinlei 92, te 2018 Antwerpen, hetzij de CBFA (Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen), Congresstraat 10-16, te 1000 Brussel, hetzij de Ombudsman van ASSURALIA, de Meeûsplantsoen 35, te 1000 Brussel. Dergelijke klacht sluit de mogelijkheid om een gerechtelijke procedure te starten niet uit.

INHOUDSOPGAVE 1. DE WERKINGSPRINCIPES Artikel 1Definities 1 Artikel 2 Voorwerp van de onthaalstructuur ? 1 Artikel 3 Grondslagen van de individuele rekening die voor elke overdragende aangeslotene wordt op- gesteld 1 Artikel 4 Wanneer gaat de verzekering in ? 1 Artikel 5 Overdracht van de reserves komende van een andere pensioeninstelling 1 Artikel 6 Tarieven 1 Artikel 7 Voorschotten en inpandgevingen 1 Artikel 8 Communicatie 1 Artikel 9 Medische acceptatie 1 Artikel 10 Begunstiging en aanvaarding van de begunstiging 1 Artikel 11 Betaling van de prestaties 1 Artikel 12 Wijziging of beëindiging van de onthaalstructuur 1 Artikel 13 Financieringsfonds 1 2.AFKOOP Artikel 14 Afkoop door de inrichter 1 Artikel 15 Afkoop door de overdragende aangeslotene 3. OMVANG VAN DE WAARBORG IN GEVAL VAN OVERLIJDEN Artikel 16 Geografische uitgestrektheid Artikel 17 Opzettelijke daad Artikel 18 Luchtvaart Artikel 19 Oproer Artikel 20 Oorlog Artikel 21 Prestaties bij een niet gewaarborgd overlijden Artikel 22 Aangifte van een schadegeval 4.WINSTDEELNAME Artikel 23 Winstdeelname 5. KENNISGEVINGEN - RECHTSMACHT Artikel 24 Kennisgevingen Artikel 25 Rechtsmacht Artikel 26 Toepasselijk belastingsregime Artikel 27 Bescherming van de persoonlijke levenssfeer Artikel 28 Goede trouw, redelijkheid en billijkheid 6.BIJZONDERE UITGAVEN Artikel 29 Bijzondere uitgaven 1 7. ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 30 Algemene bepalingen 1 1.DE WERKINGSPRINCIPES

Artikel 1.Definities Begunstigde : De perso(o)n(en) in wiens voordeel de verzekerde prestaties bedongen zijn.

Benefit statement : De pensioenfiche zoals voorgeschreven in de WAP. Inrichter : - de werkgever die een pensioentoezegging doet en die de onthaalstructuur onderschreven heeft; - de rechtspersoon, paritair samengesteld, aangeduid via een collectieve arbeidsovereenkomst door de representatieve organisaties van een paritair comité of subcomité, opgericht volgens hoofdstuk III van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, die een pensioenstelsel invoert en die de onthaalstructuur onderschreven heeft.

De overdragende aangeslotene : De aangeslotene van de aan de onthaalstructuur verbonden pensioentoezegging die reserves overdraagt vanuit een pensioentoezegging naar deze onthaalstructuur en de aangeslotene van de aan de onthaalstructuur verbonden pensioentoezegging die kiest zijn reserves op het ogenblik van de uittreding uit de verbonden pensioentoezegging over te dragen naar deze onthaalstructuur.

Overgedragen reserves : De reserves opgebouwd in het kader van een pensioentoezegging voor werknemers.

Pensioeninstelling : ING Insurance NV. Pensioentoezegging : De toezegging van een aanvullend rust- en/of overlevingspensioen, resp. kapitaal bij leven en/of kapitaal bij overlijden, door een inrichter aan één of meerdere werknemers en/of hun rechthebbenden verbonden aan deze onthaalstructuur.

Individuele rekening : De individuele rekening wordt in voorkomend geval opgebouwd met het deel van de reserves die binnen de pensioentoezegging opgebouwd werden met persoonlijke bijdragen en met het deel van de reserves die binnen de pensioentoezegging opgebouwd werden met werkgeversbijdragen.

Tak 21 "groepsverzekeringen" : Dit is de verzekeringstak waarbinnen de pensioeninstelling groepsverzekeringen beheert. De premies en de reserves binnen deze verzekeringstak genieten een rendementswaarborg. De modaliteiten van deze rendementswaarborg kunnen verschillend zijn in functie van het gekozen groepsverzekeringsproduct.

WAP : De wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van deze wet vervangt en/of aanvult.

Werknemer : De persoon die in uitvoering van een arbeidsovereenkomst is tewerkgesteld.

Art. 2.Voorwerp van de onthaalstructuur De onthaalstructuur heeft als voorwerp, mits overdracht van de reserves door de overdragende aangeslotene, het waarborgen van de betaling aan de aangeslotene of aan de begunstigde van de prestaties, zoals bepaald in deze algemene voorwaarden.

Art. 3.Grondslagen van de individuele rekening die voor elke overdragende aangeslotene wordt opgesteld De onthaalstructuur is onderworpen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die voor de levensverzekering gelden. In geval van overdracht van reserves uit een niet aan deze onthaalstructuur verbonden pensioentoezegging, wordt de individuele rekening opgesteld op basis van de inlichtingen die door de overdragende aangeslotene in alle oprechtheid en zonder verzwijging zijn verstrekt om de pensioeninstelling in te lichten over de risico's die ze ten laste neemt. De pensioeninstelling kan alle inlichtingen eisen die zij nodig acht met inachtneming van de vigerende wetgeving.

Evenwel, vanaf de aansluiting ziet de pensioeninstelling af van het aanvoeren van de nietigheid van de aansluiting aan de onthaalstructuur uit hoofde van de te goeder trouw geschiede verzwijgingen of onjuiste verklaringen.

Fraude, opzettelijke verzwijging(en) en/of opzettelijke onjuiste verklaring(en) hebben de nietigheid van de individuele rekening tot gevolg.

Bij onnauwkeurigheid in verband met de geboortedatum en het geslacht van de overdragende aangeslotene, worden de prestaties aangepast, rekening houdend met de juiste gegevens.

Art. 4.Wanneer gaat de verzekering in ? De verzekering gaat in na de effectieve overdracht van de reserves in deze onthaalstructuur.

Art. 5.Overdracht van de reserves komende van een andere pensioeninstelling De reserves worden overgedragen aan de pensioeninstelling. De overdracht geschiedt op de verschillende bank- of postrekeningen van de pensioeninstelling of in handen van de personen gelast met het innen van het bedrag.

Art. 6.Tarieven De onthaalstructuur geeft de overdragende aangeslotene de keuze uit : - een verzekering bij leven en overlijden onder de vorm van een uitgesteld kapitaal met terugbetaling van de reserves (UKMR). Het verzekerde bedrag wordt bekomen door het kapitaliseren van het overgedragen bedrag conform de tariefgrondslagen UKMR neergelegd bij de CBFA (Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen) onder de productnaam "onthaalstructuur"; of - een verzekeringscombinatie gemengde levensverzekering waarbij een verhouding 10/25 bestaat tussen het kapitaal overlijden en het kapitaal leven conform de tariefgrondslagen gemengde levensverzekering neergelegd bij de CBFA onder de productnaam "onthaalstructuur".

Indien de overdragende aangeslotene geen keuze bekendmaakt op het ogenbik van zijn overdracht (of in afwachting van zijn keuze), worden zijn overgedragen reserves ondergebracht in de combinatie UKMR.

Art. 7.Voorschotten en inpandgevingen Voorschotten op prestaties en inpandgevingen van pensioenrechten voor het waarborgen van een lening worden enkel toegestaan om de overdragende aangeslotene in staat te stellen op het grondgebied van de Europese Unie onroerende goederen die belastbare inkomsten opbrengen te verwerven, te bouwen, te verbeteren, te herstellen of te verbouwen.

Ingevolge de fiscale wetgeving en de desbetreffend door de Administratie der Directe Belastingen uitgevaardigde richtlijnen, mogen de voorschotten op prestaties en inpandgevingen van pensioenrechten voor het waarborgen van een lening enkel toegestaan worden om de overdragende aangeslotene in staat te stellen in België onroerende goederen die belastbare inkomsten opbrengen te verwerven, te bouwen, te verbeteren, te herstellen of te verbouwen. Om deze reden wordt het bepaalde in de vorige alinea van dit artikel niet toegestaan en kunnen voorschotten en inpandgevingen enkel conform de bepalingen onder deze alinea. Tevens is het als bijzonder stelsel van aanslag bepaalde omzettingsstelsel van toepassing in zoverre die voorschotten verleend zijn voor het bouwen, het verwerven, het verbouwen, het verbeteren of het herstellen van de in België gelegen enige woning die uitsluitend bestemd is voor het persoonlijk gebruik van de voorschotnemer en zijn gezinsleden.

Voorschotten worden door de pensioeninstelling toegekend op voorwaarde dat : - de overdragende aangeslotene een akte van voorschot ondertekent; - de overdragende aangeslotene akkoord gaat met de vooruit te betalen intrest die door de pensioeninstelling op basis van de door haar gehanteerde intrestvoet wordt berekend op het ogenblik van toekenning; - de schriftelijke toestemming van de eventuele aannemende begunstigde(n) van de pensioentoezegging wordt bekomen.

De voorschotten moeten worden terugbetaald zodra die goederen uit het vermogen van de overdragende aangeslotene verdwijnen.

De mogelijkheid tot opneming van voorschotten bestaat enkel ten belope van de netto theoretische afkoopwaarde (na bedrijfsvoorheffing, riziv, solidariteitsbijdrage en eventuele penalisatie) vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller gelijk is aan 1 en waarvan de noemer gelijk is aan 1 plus de door de door de pensioeninstelling gehanteerde intrestvoet berekend op het ogenblik van toekenning van het voorschot.

Hierbij kan het op te nemen voorschot echter nooit meer bedragen dan het verzekerde netto (vestigings)kapitaal bij overlijden.

Indien een voorschot is toegekend, vervalt het recht op winstdeelname voor het bedrag van de wiskundige reserves overeenstemmend met het bedrag van voorschot en dit overeenkomstig het winstdeelnameplan.

Art. 8.Communicatie De pensioeninstelling bezorgt bij overdracht en bij iedere omvorming van de reserves een benefit statement. Op dit benefit statement wordt tevens de opgebouwde winstdeelname vermeld.

Art. 9.Medische acceptatie De pensioeninstelling houdt zich het recht voor medische formaliteiten en/of onderzoeken op te leggen in zover dit wettelijk toegelaten is.

In bepaalde gevallen zal de pensioeninstelling, in overeenstemming met haar medische acceptatiepolitiek, een medisch onderzoek opleggen waarvan zij de kosten ten laste neemt. Deze politiek kan, onder andere, in de volgende gevallen van toepassing zijn : - bij overdracht van de reserves vanuit een andere pensioeninstelling; - bij omvorming van de reserves; - bij verhoging van de verzekerde prestaties bij overlijden of van het weder in werking stellen van de overeenkomst; - bij vervroegde vereffening van de voordelen bij leven.

Art. 10.Begunstiging en aanvaarding van de begunstiging De bepalingen betreffende de begunstiging zoals beschreven in de bijzondere voorwaarden van de aan deze onthaalstructuur verbonden pensioentoezegging, zijn van toepassing.

De overdragende aangeslotene kan, voor wat de prestaties bij overlijden betreft, de begunstiging wijzigen, of hij kan een begunstigde bij naam aanduiden waarvan akte wordt genomen in het benefit statement. Indien de afwijking een aanduiding betreft anders dan de partner of de descendenten in de eerste graad van de overdragende aangeslotene, dan moet de melding schriftelijk bevestigd worden met een handtekening van de partner.

Indien er meerdere begunstigden worden aangeduid, ontvangen zij ieder de opeisbare prestaties volgens de begunstigingsclausule waarvan akte wordt genomen in het benefit statement. Evenwel, wanneer de partner en de descendenten in de eerste graad al of niet bij naam gezamenlijk als begunstigden worden aangeduid, komen de opeisbare prestaties voor de helft toe aan de partner en voor de andere helft - in gelijke delen - aan de descendenten in de eerste graad. Wanneer de descendenten in de eerste graad niet bij naam als begunstigden worden aangeduid, komen de prestaties toe aan de personen die bij hun opeisbaarheid deze hoedanigheid hebben. Afstammelingen in de rechte lijn van een vooroverleden descendent in de eerste graad komen bij plaatsvervulling op.

Deze afwijkende begunstiging treedt in voege vanaf de datum van uitgifte van het benefit statement.

Elke begunstigde mag de begunstiging aanvaarden. Aanvaarding geschiedt door een geschrift met de handtekening van de begunstigde, de overdragende aangeslotene en de pensioeninstelling.

De aanvaarding van de begunstiging heeft, tenzij in die gevallen waarin de wet herroeping toestaat, als gevolg dat de latere wijziging van de begunstiging, de afkoop of de reserve-overdracht, de inpandgeving en de opname van een voorschot slechts mogelijk zijn mits de schriftelijke toestemming van de aanvaardende begunstigde. Deze toestemming is eveneens vereist voor elke wijziging die een vermindering impliceert van de verzekeringsprestaties die ten gunste van de aanvaardende begunstigde verzekerd zijn door reeds betaalde premies.

In de mate dat de aanvaarding van de begunstiging ertoe leidt dat de bepalingen betreffende de begunstiging in de bijzondere voorwaarden van de onderliggende pensioentoezegging niet kunnen worden toegepast, blijven de bepalingen in de bijzondere voorwaarden zonder uitwerking.

Art. 11.Betaling van de prestaties De prestaties, die in voorkomend geval de winstdeelname leven omvatten, worden in de vorm van een kapitaal uitgekeerd nadat de betrokken begunstigde het tegengetekende kwijtschrift samen met de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken aan de pensioeninstelling heeft laten geworden. De uitkering gebeurt binnen de 30 dagen na ontvangst van het tegengetekende kwijtschrift en de door de pensioeninstelling opgevraagde stukken. De pensioeninstelling heeft het recht de hierboven genoemde stukken als haar eigendom te behouden.

De prestaties bij leven worden uitgekeerd op de eerste van de maand volgend op de einddatum van de verbonden pensioentoezegging zonder rekening te houden met een eventuele verdaging van de verbonden pensioentoezegging.

De prestaties bij overlijden vóór de einddatum van de verbonden pensioentoezegging, worden uitgekeerd op de datum van overlijden van de overdragende aangeslotenene.

Voor de vertraging in de uitkering van de door de pensioeninstelling verschuldigde bedragen, doordat deze bedragen niet zijn opgevorderd, de stukken niet volledig of niet in orde zijn, of in het algemeen ten gevolge van een omstandigheid onafhankelijk van de wil van de pensioeninstelling, wordt geen intrest door haar vergoed.

Art. 12.Wijziging of beëindiging van de onthaalstructuur De pensioeninstelling kan eenzijdig geen enkele beperkende wijziging aanbrengen in de algemene voorwaarden van de onthaalstructuur.

Deze algemene voorwaarden kunnen op initiatief van de inrichter of op initiatief van de pensioeninstelling maar steeds in samenspraak met de inrichter gewijzigd of beëindigd worden. Deze wijziging of beëindiging zal echter nooit afbreuk doen aan de verworven rechten van de overdragende aangeslotenen waarvan de verworven reserves op dat ogenblik op een individuele rekening binnen de onthaalstructuur ondergebracht zijn.

Art. 13.Financieringsfonds De onthaalstructuur is niet verbonden met een financieringsfonds. 2. AFKOOP Art.14. Afkoop door de inrichter De inrichter kan op geen enkel moment overgaan tot de afkoop van het geheel van de individuele rekeningen die de onthaalstructuur uitmaken.

Art. 15.Afkoop door de overdragende aangeslotene Enige afkoop anders dan deze die wettelijk toegelaten is naar aanleiding van de overdracht of naar aanleiding van het opnemen van voorschotten of in pandgeving, zijn niet toegelaten.

De afkoopwaarde wordt vereffend ten belope van de verzekerde prestaties bij overlijden. Het eventuele saldo van de theoretische afkoopwaarde wordt aangewend voor de vorming, op basis van de inventarisgrondslag, van prestaties bij leven, betaalbaar op dezelfde vervaldagen en in dezelfde voorwaarden als de prestaties bij leven van de oorspronkelijke verrichting.

Behoudens andersluidende wettelijke bepalingen kunnen de reserves van de individuele rekening door de overdragende aangeslotene worden afgekocht vanaf het ogenblik waarop hij de leeftijd van 60 jaar heeft bereikt.

Bij afkoop vóór het bereiken van de leeftijd van 60 jaar is een afkoopvergoeding verschuldigd die gelijk is aan 1 pct. van de theoretische afkoopwaarde vermenigvuldigd met de tot de einddatum nog te verstrijken looptijd van de individuele rekening uitgedrukt in volledige jaren. De aldus berekende afkoopvergoeding mag niet meer bedragen dan 5 pct. van de theoretische afkoopwaarde, maar zal altijd minstens gelijk zijn aan 75,00 EUR. De theoretische afkoopwaarde is het verschil tussen de actuele inventariswaarde van de verbintenissen van de pensioeninstelling en de actuele waarde van de reductiepremies. Dat verschil wordt verhoogd met het niet verbruikte gedeelte van de toeslagen. De technische grondslagen die voor de berekening van de theoretische afkoopwaarde gebruikt worden zijn deze die gebruikt worden voor de berekening van de premie.

De actuele inventariswaarde is de actuele waarde op een bepaald ogenblik berekend in functie van de inventarisgrondslag, zijnde het geheel van de inventaristoeslagen, de technische rentevoet en de voorvalswetten die het tarief of het samenstellen van de reserves bepalen.

De aanvraag tot afkoop geschiedt met een gedagtekend en ondertekend schrijven door de overdragende aangeslotene.

Voor de berekening van de afkoopwaarde wordt de datum van de aanvraag in aanmerking genomen. De afkoop heeft uitwerking op de datum waarop het voor akkoord ondertekend kwijtschrift van afkoop bij de pensioeninstelling toekomt.

Om de afkoopwaarde te verkrijgen moet de begunstigde een levensbewijs en een kopie van zijn identiteitskaart aan de pensioeninstelling overmaken. 3. OMVANG VAN DE WAARBORG IN GEVAL VAN OVERLIJDEN Art.16. Geografische uitgestrektheid Het overlijdensrisico geldt wereldwijd, onder voorbehoud van de bepalingen van de overige artikelen onder hoofdstuk 3.

Art. 17.Opzettelijke daad Het overlijden van de overdragende aangeslotene veroorzaakt door een opzettelijke daad van één van de begunstigden, of op hun aansporing, is niet gedekt. Een opzettelijke daad is een daad die gesteld wordt met de bedoeling om de overdragende aangeslotene te doden of ernstige letselschade toe te brengen.

Art. 18.Luchtvaart Het overlijden van de overdragende aangeslotene aan de gevolgen van een ongeval met een luchtvaartuig waarop hij inscheepte als piloot of lid van het boordpersoneel is niet gewaarborgd.

Het overlijden van de overdragende aangeslotene aan de gevolgen van een ongeval met een luchtvaartuig waarop hij inscheepte als passagier is gewaarborgd, uitgezonderd wanneer het een toestel betreft : - waarvan de overdragende aangeslotene wist of kon weten dat het geen vliegvergunning heeft voor het vervoer van personen of goederen; - van een luchtmacht dat niet bestemd is voor personenvervoer; - dat producten met strategische kenmerken vervoert in streken waar vijandelijkheden aan de gang zijn of opstand heerst; - dat zich voorbereidt tot of deelneemt aan een sportwedstrijd; - dat proefvluchten uitvoert; - van het type ultra-licht-gemotoriseerd.

Art. 19.Oproer Er wordt geen dekking verleend wanneer het overlijden het rechtstreekse en onmiddellijke gevolg is van oproer, burgerlijke onlusten, alle collectieve gewelddaden van politieke, ideologische of sociale aard, al dan niet gepaard gaande met opstand tegen de overheid of welke gevestigde macht ook, indien de overdragende aangeslotene er op vrijwillige en actieve wijze aan heeft deelgenomen.

Art. 20.Oorlog Er wordt geen dekking verleend voor het overlijden als gevolg van een oorlogsgebeurtenis, dat wil zeggen, een gebeurtenis die het rechtstreekse of onrechtstreekse gevolg is van een offensieve of defensieve actie van een oorlogvoerende mogendheid of van welke andere gebeurtenis van militaire aard ook.

Indien het conflict uitbreekt tijdens het verblijf van de overdragende aangeslotene in het buitenland, wordt dekking verleend van het oorlogsrisico op voorwaarde dat de overdragende aangeslotene niet op actieve wijze aan de vijandelijkheden deelneemt.

Art. 21.Prestaties bij een niet gewaarborgd overlijden In de niet gewaarborgde gevallen, vastgesteld in de artikelen 17 tot en met 20, betaalt de pensioeninstelling de theoretische afkoopwaarde, berekend op de dag van het overlijden en beperkt tot het bij overlijden verzekerde kapitaal.

Wanneer het overlijden van de overdragende aangeslotene voortkomt uit een opzettelijke daad van (één van) de begunstigde(n), of op zijn (hun) aansporen, verliest (verliezen) de begunstigde(n), die het overlijden opzettelijk heeft (hebben) veroorzaakt, alle rechten op de verzekerde prestaties. De verzekerde prestaties worden dan, in tegenstelling tot de vorige paragraaf, niet beperkt tot de theoretische afkoopwaarde, maar komt integraal toe aan de medebegunstigde(n), of bij ontstentenis, aan de subsidiaire begunstigde(n) volgens de in de bijzondere voorwaarden vermelde volgorde, en bij gebreke daarvan, aan de nalatenschap van de overdragende aangeslotene.

De verzekerde prestaties in geval van overlijden worden zonder beperking uitgekeerd aan de begunstigde(n), indien het overlijden van de overdragende aangeslotene te wijten is aan zelfmoord.

Art. 22.Aangifte van een schadegeval Het overlijden van de overdragende aangeslotene moet bij de pensioeninstelling uiterlijk binnen 8 dagen worden aangegeven. Bij laattijdige aangifte kan de pensioeninstelling haar tussenkomst verminderen met het door haar geleden nadeel, tenzij het bewijs wordt geleverd dat de aangifte van het schadegeval zo snel als redelijkerwijs mogelijk was, werd ingediend.

De aangifte moet gebeuren via het daartoe bestemde formulier en moet vergezeld gaan van alle originele documenten, attesten en rapporten die het bestaan van het schadegeval kunnen aantonen.

De overdragende aangeslotenen stemmen ermee in dat de behandelende arts na hun overlijden aan de raadgevende arts van de pensioeninstelling een verklaring over de doodsoorzaak bezorgt. De pensioeninstelling kan bijkomende inlichtingen vragen of op haar kosten een autopsie laten uitvoeren. In voorkomend geval zal de pensioeninstelling de resultaten afwachten alvorens een standpunt in te nemen over het al dan niet gewaarborgd zijn van de schade.

Indien aan één van deze verplichtingen niet voldaan wordt, kan de pensioeninstelling haar tussenkomst verminderen met het door haar geleden nadeel.

Indien valse getuigschriften worden voorgelegd, valse verklaringen worden afgelegd of opzettelijk bepaalde feiten of omstandigheden worden verzwegen die duidelijk van belang zijn bij de beoordeling van het schadegeval, kan de pensioeninstelling haar tussenkomst weigeren en elke ten onrechte uitgekeerde som terugvorderen, verhoogd met de wettelijke intrest. 4. WINSTDEELNAME Art.23. Winstdeelname De kapitalen leven en overlijden worden verhoogd met de toegekende deelname in de winst leven voor de onthaalstructuur.

De toegekende winstdelingdotaties worden op de individuele rekeningen gestort en worden aangewend als inventariskoopsommen in de gekozen verzekeringscombinatie.

De individuele rekeningen van de onthaalstructuur nemen kosteloos deel in de winst, in de categorie van de verzekeringscontracten, gemaakt volgens door de pensioeninstelling bepaalde regels die meegedeeld worden aan de CBFA (Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen).

Het winstdeelnameplan wordt ter beschikking van het publiek gesteld op de zetel van de vestiging van de pensioeninstelling waar de onthaalstructuur werd afgesloten. 5. KENNISGEVINGEN - RECHTSMACHT Art.24. Kennisgevingen De inrichter zorgt ervoor dat alle overdragende aangeslotenen de voordelen die de onthaalstructuur hun biedt ten volle kunnen genieten door hen correct te informeren en alle nuttige documenten over te maken. De inrichter bezorgt de pensioeninstelling de nodige informatie zodat het beheer correct en vlot kan verlopen.

Elke schriftelijke kennisgeving van een partij aan een andere wordt geacht te zijn gedaan op de datum van de postafgifte en geschiedt geldig op hun laatste onderling meegedeelde adres. De verzending van een aangetekende brief wordt bewezen door het ontvangstbewijs van de post. Bij gebrek aan voorlegging van het originele exemplaar van enige briefwisseling, geldt het afschrift ervan in de dossiers van de pensioeninstelling als bewijs.

In afwijking van het voorgaande wordt iedere kennisgeving van de pensioeninstelling aan de overdragende aangeslotene geacht gedaan te zijn door middel van de laatst verstuurde benefit statement.

Art. 25.Rechtsmacht De onthaalstructuur is onderworpen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die in België voor levens- en aanvullende verzekeringen in het algemeen en voor groepsverzekeringen in het bijzonder gelden.

Mocht de inrichter buiten België gevestigd zijn, dan wordt er, indien toegelaten, door de partijen uitdrukkelijk gekozen voor de toepassing van het Belgisch recht.

De WAP is van toepassing op de aanvullende rust- en overlevingspensioenen voor overdragende aangeslotenen met werknemersstatuut (of hun rechthebbenden) wiens arbeidsovereenkomst beheerst wordt door het Belgisch arbeidsrecht en/of wiens gewone plaats van tewerkstelling België is. Tenzij andersluidend bericht van de inrichter, gaat de pensioeninstelling ervan uit dat deze voorwaarden vervuld zijn uit hoofde van overdragende aangeslotenen met werknemersstatuut.

Betwistingen over medische aangelegenheden kunnen eveneens, mits de partijen hierover ten vroegste op het ogenblik dat het geschil ontstaat uitdrukkelijk en schriftelijk akkoord gaan, beslecht worden in een minnelijke medische expertise (arbitrage), waarbij de partijen elk een eigen geneesheer aanstellen. Indien er geen akkoord is tussen de geneesheren wordt er door hen of, bij gebrek aan overeenstemming, door de voorzitter van de bevoegde rechtbank van eerste aanleg een ôderdeö geneesheer aangesteld. Het aldus gevormde college beslist bij meerderheid van stemmen en de beslissing is onherroepelijk. Op straffe van nietigheid van hun beslissing mogen de geneesheren evenwel niet afwijken van de bepalingen van de algemene voorwaarden van de onthaalstructuur. Elke partij betaalt de honoraria van de door haar aangestelde geneesheer. De honoraria van de eventuele "derde" geneesheer worden door de partijen in gelijke delen gedragen.

Art. 26.Toepasselijk belastingsregime De verzekeringsprestaties worden belast in overeenstemming met de Belgische wetgeving en/of de wetgeving van het woonland van de begunstigde.

Voor wat betreft de eventuele successierechten, is de wetgeving van het woonland van de overledene en/of van de begunstigde van toepassing.

De pensioeninstelling zal de wettelijk verplichte inhoudingen verrichten op het ogenblik van de uitkering van de prestaties. Voor nadere inlichtingen over het toepasselijke belastingregime kan de inrichter zich wenden tot de pensioeninstelling.

Art. 27.Bescherming van de persoonlijke levenssfeer De gegevens die op de overdragende aangeslotene betrekking hebben, worden opgenomen in bestanden die gehouden worden om de verzekeringsovereenkomsten te kunnen opstellen, te beheren en uit te voeren.

In overeenstemming met de wet van 8 december 1992 ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens en iedere latere wijziging die de dwingende bepalingen van deze wet vervangt en/of aanvult, kan de overdragende aangeslotene van zijn persoonsgegevens kennis nemen en ze indien nodig doen verbeteren.

De pensioeninstelling is verantwoordelijk voor de verwerking.

Art. 28.Goede trouw, redelijkheid en billijkheid De inrichter regelt de aangelegenheden in zijn verhouding met de overdragende aangeslotenen waarin deze algemene voorwaarden niet expliciet voorzien of die vatbaar zouden zijn voor interpretatie.

Indien de pensioeninstelling hierbij belanghebbende partij is, geschiedt dit steeds in samenspraak met haar. De regeling van dergelijke aangelegenheden moet steeds gebeuren binnen de perken en met inachtneming van de goede trouw, de billijkheid, de redelijkheid en de geest van de algemene voorwaarden. 6. BIJZONDERE UITGAVEN Art.29. Bijzondere uitgaven De pensioeninstelling heeft het recht om bepaalde kosten aan te rekenen in geval van bijzondere uitgaven veroorzaakt door toedoen van de inrichter, de overdragende aangeslotene en de begunstigde.

Dit kan slechts na voorafgaandelijke kennisgeving van de pensioeninstelling aan de betrokkene(n). 7. ALGEMENE BEPALINGEN Art.30. Algemene bepalingen De inrichter heeft het recht om de overeenkomst onthaalstructuur ten aanzien van de pensioeninstelling op te zeggen binnen 30 dagen vanaf de inwerkingtreding ervan. In dit geval draagt de pensioeninstelling de reeds overgedragen reserves, verminderd met de bedragen die werden verbruikt om het risico te dekken, over naar de door de inrichter aangeduide onthaalstructuur.

Indien de pensioeninstelling de algemene voorwaarden onthaalstructuur wenst te wijzigen, dan stelt zij per aangetekend schrijven aan de inrichter voor om de gewijzigde algemene voorwaarden toe te passen vanaf een door haar bepaalde datum. Indien de inrichter binnen 90 dagen na dit voorstel aan de pensioeninstelling schriftelijk meldt dat hij of zij deze wijziging weigert, blijven de vroegere algemene voorwaarden van toepassing. De inrichter overhandigt in voorkomend geval een exemplaar van de gewijzigde algemene voorwaarden aan elke overdragende aangeslotene.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 januari 2007.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota Dit bedrag wordt geïndexeerd in functie van de gezondheidsindex (basis 1988 = 100). Het indexcijfer dat in aanmerking moet genomen worden is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van de afkoop voorafgaat.

Dit bedrag wordt geïndexeerd in functie van de gezondheidsindex (basis 1988 = 100). Het indexcijfer dat in aanmerking moet genomen worden is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van de afkoop voorafgaat.

Dit bedrag wordt geïndexeerd in functie van de gezondheidsindex (basis 1988 = 100). Het indexcijfer dat in aanmerking moet genomen worden is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van de reductie voorafgaat.

Dit bedrag wordt geïndexeerd in functie van de gezondheidsindex (basis 1988 = 100). Het indexcijfer dat in aanmerking moet genomen worden is dat van de tweede maand van het trimester dat de datum van de afkoop voorafgaat.

^