Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 februari 2016
gepubliceerd op 04 maart 2016

Koninklijk besluit betreffende de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de Kansspelcommissie verschuldigd door de houders van de vergunningen klasse A, A+, B, B+, C, E, F1, F1+, F2, G1 en G2 voor het burgerlijk jaar 2016

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2016009101
pub.
04/03/2016
prom.
29/02/2016
ELI
eli/besluit/2016/02/29/2016009101/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 FEBRUARI 2016. - Koninklijk besluit betreffende de bijdrage in de werkings-, personeels- en oprichtingskosten van de Kansspelcommissie verschuldigd door de houders van de vergunningen klasse A, A+, B, B+, C, E, F1, F1+, F2, G1 en G2 voor het burgerlijk jaar 2016


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, artikel 19, eerste paragraaf, vijfde lid, gewijzigd bij de wetten van 8 april 2003, 23 december 2009, 10 januari 2010 en 26 december 2015;

Gelet op het advies van de Kansspelcommissie, gegeven op 1 juli 2015;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 19 augustus 2015;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 16 oktober 2015;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies 58.777/4 van de Raad van State, gegeven op 1 februari 2016, met toepassing van het artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, zoals vervangen door de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 16/04/2003 numac 2003000298 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, en van het Kieswetboek type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie type wet prom. 02/04/2003 pub. 14/05/2003 numac 2003000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van sommige aspecten van de wetgeving met betrekking tot de inrichting en de werkwijze van de afdeling wetgeving van de Raad van State sluiten en vernummerd door de wet van 20 januari 2014;

Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, van de Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, van de Minister van Justitie, van de Minister van Volksgezondheid, van de Minister van Financiën, van de Minister van Begroting, belast met de Nationale Loterij, en op advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.§ 1. Voor het burgerlijk jaar 2016 bedraagt de retributie voor een vergunning klasse A 21.163 euro, voor een vergunning klasse A+ 21.163 euro, voor een vergunning klasse B 10.581 euro en voor een vergunning klasse B+ 10.581 euro.

Daarenboven bedraagt de retributie voor de houders van een vergunning klasse A, die automatische toestellen exploiteren, 684 euro per toestel met een minimum van 20.579 euro. § 2. Voor de houders van een vergunning klasse C bedraagt de bijdrage 720 euro. § 3. De retributie voor een vergunning klasse E bedraagt 3.528 euro voor de houders die enkel diensten leveren inzake onderhoud, herstelling of uitrusting van kansspelen. Voor de houders van een vergunning klasse E die instaan voor het leveren van diensten van de informatiemaatschappij, bedraagt de retributie 12.077 euro. Voor de andere houders van een vergunning klasse E bedraagt de retributie 1.765 euro per aangevatte schijf van 50 toestellen. § 4. De retributie voor een vergunning klasse F1 bedraagt 12.077 euro, voor een vergunning klasse F1+ 12.077 euro en voor een vergunning F2 voor het aannemen van weddenschappen binnen een kansspelinrichting klasse IV 3.622 euro. Voor de houders van een vergunning F2 die weddenschappen aannemen buiten een kansspelinrichting klasse IV bedraagt de retributie 1.664 euro.

De retributie voor automatische kansspelen zoals bedoeld in artikel 43/4, § 2, 3e lid, van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, bedraagt 427 euro. § 5. Voor een vergunning klasse G1 bedraagt de retributie 21.163 euro en voor een vergunning klasse G2 118 euro.

Art. 2.De vergunninghouders klasse E delen het aantal toestellen dat zij verhuren, in leasing geven, leveren of ter beschikking stellen op 1 januari 2016 mee aan de Kansspelcommissie uiterlijk op 1 maart 2016.

De vergunninghouders klasse E delen het aantal kansspelen dat zij produceren, verkopen of invoeren gedurende het burgerlijk jaar 2016 mee aan de Kansspelcommissie uiterlijk op 1 maart 2016.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2016.

Art. 4.De vice-eerste minister en minister bevoegd voor Economie, de vice-eerste minister en minister bevoegd voor Binnenlandse zaken, de minister bevoegd voor Justitie, de minister bevoegd voor Volksgezondheid, de minister bevoegd voor Financiën en de minister bevoegd voor de Begroting en voor de Nationale Loterij zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 februari 2016.

FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Economie, K. PEETERS De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Minister van Justitie, K. GEENS De Minister van Volksgezondheid, Mevr. M. DE BLOCK De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT De Minister van Begroting, belast met de Nationale Loterij, Mevr. S. WILMES

^