Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 29 april 1999
gepubliceerd op 11 december 1999

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1999012294
pub.
11/12/1999
prom.
29/04/1999
ELI
eli/besluit/1999/04/29/1999012294/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 APRIL 1999. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7 § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997, gesloten in het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf, betreffende maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 29 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 27 januari 1997, Belgisch Staatsblad van 13 februari 1997.

Bijlage Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997 Maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming (Overeenkomst geregistreerd op 16 september 1997 onder het nummer 45053/CO/109)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het kleding- en confectiebedrijf ressorteren.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten in uitvoering van hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen ter bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

Art. 3.De werkgevers bedoeld in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn voor de jaren 1997 en 1998 een inspanning van 0,10 pct. verschuldigd berekend op grond van het volledige loon van de werklieden en werksters, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en de uitvoeringsbesluiten van deze wet.

Deze inspanning is bestemd voor de personen die behoren tot de risicogroepen of op wie een begeleidingsplan van toepassing is.

De betaling wordt verricht aan het "Sociaal Waarborgfonds voor de arbeiders van de kleding- en confectienijverheid", zoals voorzien in artikel 3, § 9° van de statuten van dit fonds. Dit sociaal waarborgfonds draagt deze middelen over aan het "Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC)".

Art. 4.De forfaitaire vergoeding ten belope van 10.000 F aan de werkgever die een loopbaanonderbreking met vervanging toestaat - ingevoerd bij artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 maart 1989 betreffende de sectoriële tewerkstellings- en vormingsinitiatieven - wordt verder toegekend tijdens de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst overeenkomstig artikel 5, § 5 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 mei 1997 betreffende de beroepsloopbaanonderbreking.

Art. 5.Binnen het "Instituut voor Vorming en Onderzoek in de Confectie (IVOC)" wordt door de ondertekenende organisaties beslist welke vormings- en opleidingsinitiatieven verder ontwikkeld worden ten gunste van de personen die behoren tot de risicogroepen of op wie een begeleidingsplan van toepassing is.

Personen die behoren tot de risicogroepen zijn werkzoekenden en werknemers die door opleidingsinitiatieven hun werkgelegenheid kunnen behouden of hun kansen op de arbeidsmarkt kunnen verhogen.

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1997 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1998. Zij treedt evenwel slechts in werking onder de opschortende voorwaarde dat de in deze collectieve arbeidsovereenkomst voorziene inspanningen voor de jaren 1997 en 1998 door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid goedgekeurd worden overeenkomstig hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 27 januari 1997 houdende maatregelen tot bevordering van de werkgelegenheid met toepassing van artikel 7, § 2 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 24 maart 1995 houdende maatregelen ten voordele van de werkgelegenheid en de vorming, die opgehouden heeft van kracht te zijn op 31 december 1996.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 29 april 1999.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

^