28 JANUARI 2009. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden waaronder het Verzekeringscomité overeenkomsten kan sluiten met toepassing van artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, voor het ten laste nemen van de kosten van de opleiding en het opvolgen van de rechthebbenden die thuis parenterale voeding toegediend krijgen en de opleiding van hun familie of voor het ten laste nemen van de kosten van de behandeling van kinderen met een ernstige afkeer van orale voeding die gepaard gaat met of die volgt op een periode waarin dit kind ambulant parenterale voeding toegediend kreeg

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 56, § 2, eerste lid, 3°, vervangen bij de wet van 10 augustus 2001;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 3 september 2008;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 8 september 2008;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 oktober 2008;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor begroting gegeven op 14 november 2008;

Gelet op het advies nr. 45.523/1 van de Raad van State, gegeven op 4 december 2008, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 18, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Onder de hierna vermelde voorwaarden kan tussen het Verzekeringscomité van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering en het multidisciplinair team opgericht in een ziekenhuis, een overeenkomst worden gesloten bestemd voor het ten laste nemen van de kosten van de opleiding en het opvolgen van de rechthebbenden die thuis parenterale voeding toegediend krijgen en de opleiding van hun familie of voor het ten laste nemen van de kosten van de behandeling van kinderen met een ernstige afkeer van orale voeding die gepaard gaat met of die volgt op een periode waarin dit kind ambulant parenterale voeding toegediend kreeg.

Art. 2.De rechthebbenden bedoeld bij deze overeenkomst zijn : 1° enerzijds niet opgenomen patiënten die lijden aan één goedaardige langdurige pathologie en die ambulant parenterale voeding toegediend krijgen;2° anderzijds patienten die parenterale voeding kregen en die een ernstige afkeer tegen orale voeding hebben behouden.De leeftijd van de betrokken rechthebbenden gaat van 0 tot en met 12 jaar.

Deze afkeer van voedsel gaat samen met een overgevoeligheid die vastgesteld is na een bilan opgesteld door een kinesitherapeut en/of paramedicus gespecialiseerd in voedingsstoornissen.

De geneesheer-specialist coördinator stelt de diagnose op.

Art. 3.1° Het multidisciplinair team staat in voor het ten laste nemen van de opleiding en van het opvolgen van niet-opgenomen rechthebbenden die ambulant parenterale voeding toegediend krijgen met of zonder een ernstige afkeer van orale voeding en de opleiding van hun familie. 2° Het multidisciplinair team bestaat uit geneesheren-specialisten, ziekenhuis-apothekers, verpleegkundigen/stomatherapeuten, diëtisten, licentiaten in de psychologie, kinesitherapeuten en/of paramedici gespecialiseerd in voedingsstoornissen, sociaal assistenten en het secretariaat.

Art. 4.De forfaitaire tegemoetkoming wordt verleend voor de duur van één jaar.

De jaarlijkse begrotingsenveloppe voor het ten laste nemen van de opleiding en het opvolgen van de rechthebbenden die thuis parenterale voeding toegediend krijgen en de opleiding van hun familie bedraagt maximum 281.250 euro.

De jaarlijkse begrotingsenveloppe voor het ten laste nemen van kinderen met een ernstige afkeer van orale voeding bedraagt maximum 125.000 euro. Dit bedrag wordt verdeeld tussen het ten laste nemen van kinderen met een ernstige afkeer van orale voeding die gepaard gaat met of die volgt op een periode waarin dit kind ambulant parenterale voeding toegediend kreeg evenals voor het ten laste nemen van kinderen met een ernstige afkeer van orale voeding die gepaard gaat met of die volgt op een periode waarin dit kind ambulant parenterale voeding toegediend kreeg.

Voor de niet opgenomen rechthebbenden die ambulant parenterale voeding toegediend krijgen, bedraagt de verzekeringstegemoetkoming : - Voor een kind van 0 tot en met 17 jaar : 390 euro /maand/rechthebbende - Voor de andere rechthebbende : 312 euro /maand/rechthebbende Voor de rechthebbenden met een ernstige afkeer van orale voeding tengevolge een ambulant toegediende parenterale voeding, bedraagt de verzekeringstegemoetkoming 43 euro per maand en per rechthebbende.

Art. 5.De betrokken overeenkomsten bevatten de volgende elementen : 1° de criteria zoals bepaald in artikel 2 waaraan de rechthebbenden moeten voldoen;2° de betreffende verstrekkingen;3° de samenstelling en taak van het multidisciplinair team van de instelling;4° de naam van de geneesheer-specialist die verantwoordelijk is voor het op punt stellen van de parenterale voeding en die het multidisciplinair team zal coördineren;5° het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming;6° de financiële modaliteiten voor de betaling van de betrokken tegemoetkoming;7° de verplichting voor de instelling om een jaarverslag op te maken en dit te sturen naar de Dienst voor geneeskundige verzorging;8° de verplichting om een begeleidingscomité op te richten;9° de taak en de samenstelling van het begeleidingscomité.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand die volgt na afloop van een termijn van tien dagen te rekenen van de dag volgend op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad.

Art. 7.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 januari 2009.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX