28 JANUARI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 maart 1989 betreffende de samenstelling van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 20;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 maart 1989 betreffende de samenstelling van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 28 april 1999;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 oktober 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 5 december 2002;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid dat het noodzakelijk is de structuren die een adviesbevoegdheid hebben inzake het ziekenhuiswezen dringend opnieuw samen te stellen;

Overwegende dat er, sinds de wet van 22 augustus 2002 houdende maatregelen inzake gezondheidszorg, ter zake twee adviesorganen een bevoegdheid hebben met name de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen en de Multipartite-structuur;

Overwegende dat de samenstelling van de Multipartite-structuur reeds vastgelegd is in voormelde wet van 22 augustus 2002;

Overwegende dat de voorzitter van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen of zijn afgevaardigde van rechtswege lid is van de Multipartite-structuur en dat er een ander lid van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen dient aangeduid te worden als plaatsvervangend lid in de Multipartite-structuur;

Overwegende dat de mandaten van de voorzitters, ondervoorzitters en leden van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen sinds 10 juni 2001 verlopen zijn;

Overwegende dat het, gelet op de duidelijke verwevenheid van zowel bevoegdheden als samenstelling, wenselijk is de voorzitters, ondervoorzitters als leden van beide adviesstructuren gelijktijdig te benoemen teneinde rekening te kunnen houden met alle evenwichten, noodzakelijk om tot een goede adviesvorming met betrekking tot gezondheidsvoorzieningen te komen;

Overwegende dat er een beperkt aantal wijzigingen noodzakelijk zijn in de samenstellingsregelen van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen alvorens te kunnen over gaan tot de benoeming van de voorzitter, de ondervoorzitters en de leden;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 18 december 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2), van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 24 maart 1989 betreffende de samenstelling van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen, gewijzigd door het koninklijk besluit van 28 april 1999, wordt het eerste lid van artikel 1 als volgt vervangen : « De Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen bestaat uit de voorzitter van de Raad, de 2 voorzitters en de 8 ondervoorzitters van de twee afdelingen van de Raad en uit de werkende en plaatsvervangende leden van deze afdelingen. »

Art. 2.In artikel 3, tweede en derde lid, van hetzelfde besluit wordt het woord « zes » telkenmale vervangen door het woord « vier ».

Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, wordt het cijfer « 39 » telkenmale vervangen door het cijfer « 25 »;2° in § 1, tweede lid, wordt het woord « drie » vervangen door het woord « twee »;3° § 1 wordt aangevuld met een derde lid, luidend als volgt : « Het aantal werkende en plaatsvervangende leden van hetzelfde geslacht mag niet meer bedragen dan twee derde van het totaal aantal werkende en plaatsvervangende leden.»; 4° § 2 wordt opgeheven;5° in § 3, eerste lid, worden de punten a) en b) vervangen door de volgende bepalingen : « a) voor de Vlaamse Gemeenschap : drie werkende en drie plaatsvervangende leden;b) voor de Franse Gemeenschap en het Waals Gewest gezamenlijk : drie werkende en drie plaatsvervangende leden;c) voor het tweetalig gebied Brussel-Hoofdstad : twee werkende en twee plaatsvervangende leden;d) voor de Duitstalige Gemeenschap : één werkend en één plaatsvervangend lid.»

Art. 4.Artikel 5 wordt aangevuld met het volgende lid : « Het aantal werkende en plaatsvervangende leden van hetzelfde geslacht mag niet meer bedragen dan twee derde van het totaal aantal werkende en plaatsvervangende leden. »

Art. 5.Dit besluit treedt in werking bij de eerstvolgende volledige vernieuwing van de Nationale Raad voor ziekenhuisvoorzieningen.

Art. 6.Onze Minister van Volksgezondheid en Onze Minister van Sociale Zaken, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 januari 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, J. TAVERNIER De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE