Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 januari 2002
gepubliceerd op 15 februari 2002

Koninklijk besluit betreffende de invoering van de euro in de regelgeving die de wedden, toelagen en vergoedingen toegekend aan de personeelsleden van de rijkswacht bepaalt

bron
ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie
numac
2001001270
pub.
15/02/2002
prom.
28/01/2002
ELI
eli/besluit/2002/01/28/2001001270/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit betreffende de invoering van de euro in de regelgeving die de wedden, toelagen en vergoedingen toegekend aan de personeelsleden van de rijkswacht bepaalt


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 december 1973 betreffende het statuut van het personeel van het operationeel korps van de rijkswacht, gewijzigd bij de wetten van 8 juni 1978 en 9 december 1994, inzonderheid op artikel 1, § 1, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 18 juli 1991;

Gelet op de wet van 19 december 1980 betreffende de geldelijke rechten van de militairen, inzonderheid op de artikelen 2, § 1 en 5;

Gelet op de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, inzonderheid op artikel 121;

Gelet op de verordeningen (EG) Nr 1103/97 van de Raad van 17 juni 1997 over enkele bepalingen betreffende de invoering van de euro en Nr 974/98 van de Raad van 3 mei 1998 over de invoering van de euro;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 maart 1961 betreffende de toelage aan militairen die de opleiding tot parachutist hebben ontvangen, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 augustus 1994;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 januari 1971 betreffende de toekenning van toelagen aan leden van de krijgsmacht evenals aan sommige leden van het burgerlijk personeel van het departement van landsverdediging, voor sommige werken of prestaties van bijzondere gevaarlijke of ongezonde aard, inzonderheid op tabel 1 in bijlage, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1977, tabel 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 1987, tabel 3, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1977, en de tabellen 4 en 5, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 juni 1975;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 oktober 1973 tot vaststelling van de bezoldiging van de personen belast met een leeropdracht aan sommige scholen voor de vorming en voortgezette opleiding van officieren en tot toekenning van een toelage aan de titularissen van sommige betrekkingen bij die scholen, inzonderheid op de artikelen 4 en 10, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 maart 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 januari 1974 tot vaststelling van het stelsel der toelagen en premies verschuldigd aan de militairen die deelnemen aan de luchtdienst van de krijgsmachtdelen, inzonderheid op de tabellen A, B, en C in bijlage, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 maart 1977, 19 november 1990 en 11 augustus 1994;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militair die in België verplicht wordt bepaalde werkelijke lasten te dragen, inzonderheid op artikel 27, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 augustus 1994, tabel 1, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 7 juli 1987, tabel 2, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 juni 1978 en 11 augustus 1994, tabel 3 en tabel 4, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 augustus 1994;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 januari 1976 tot regeling van de toekenning van een forfaitaire maandtoelage aan sommige leden van de bijzondere eenheden belast met de wegpolitie, inzonderheid artikel 5, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 maart 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 1 maart 1977 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen en de met militairen gelijkgestelde personen die bij de Belgische strijdkrachten in de Bondsrepubliek Duitsland in dienst zijn of daarbij op dienstreis zijn, inzonderheid op tabellen 1, 2 en 3, tabel 4, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1989, en tabel 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 oktober 1983 betreffende de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van de rijkswacht, inzonderheid op artikel 3, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 november 1988, 28 januari 1991, 7 mei 1991, 22 december 1991, 25 januari 1994, 2 december 1994, en 25 februari 1996, artikel 10, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 december 1994 en 25 februari 1996, artikel 17, gewijzigd de koninklijke besluiten van 22 juni 1988, 30 november 1988, 4 september 1990, 28 januari 1991, 7 mei 1991 en 22 december 1992, artikel 24, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 januari 1991 en 2 december 1994; artikel 29 gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 februari 1996, artikel 29ter ingevoegd bij het koninklijk besluit van 2 maart 1997, artikel 30 gewijzigd bij het koninklijk besluit van 28 januari 1991, artikel 30ter ingevoegd bij het koninklijk besluit van 16 december 1994, artikel 33, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 februari 1996, artikel 37, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 28 januari 1991, 25 februari 1996 en 2 maart 1998, artikel 39, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 december 1994, bijlage A gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 november 1988, 28 januari 1991, 27 oktober 1992, 22 december 1992, 25 januari 1994, 2 december 1994, 16 december 1994, 25 februari 1996 en 2 maart 1998 en bijlage C, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 februari 1996;

Gelet op het koninklijk besluit van 23 september 1994 houdende toekenning van een forfaitaire toelage aan de leden van de rijkswacht die de onmiddellijke beveiliging van de Vorst en van sommige leden van de Koninklijke familie verzekeren, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 juli 1999 houdende toekenning van een functievergoeding aan de personeelsleden van de rijkswacht in dienst bij het speciale interventie-eskadron of opgeroepen in steun aan deze eenheid of om erbij een opleiding te volgen, inzonderheid op de artikelen 1 en 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 juli 1999 houdende vaststelling van een forfaitaire toelage toegekend aan sommige personeelsleden van de rijkswacht die ingezet zijn in het veiligheidsdetachement van de nationale luchthaven, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 juli 1999 houdende vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van een vergoeding toegekend aan de personeelsleden van de rijkswacht die deelnemen aan humanitaire of politieoperaties onder het gezag van een of meerdere internationale instellingen, inzonderheid op artikel 1;

Gelet op het gunstig advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 oktober 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van 11 december 2000 van Onze Minister van Begroting;

Gelet op het protocol Nr. 37 van 2 februari 2001 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten;

Gelet op het gunstig advies van de Adviesraad van burgemeesters, gegeven op 28 mei 2001;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de wijzigingen die genoodzaakt worden door de invoering van de EURO, in dit geval toegepast worden op teksten die, niettegenstaande de huidige politiehervorming, toepasbaar blijven op de actuele personeelsleden die hebben geopteerd voor het behoud van het statuut dat van kracht is vóór de datum van 31 maart 2001;

Dat een aanzienlijk gedeelte van die personeelsleden in plaats wordt gesteld op het niveau van de politiezones, wat tot gevolg heeft dat deze personen afhangen van een lokaal bestuur en niet meer van een centraal bestuur;

Dat, gelet op de complexiteit van de inplaatsstelling van de nieuwe politie, het belangrijk is dat al die besturen, die reeds zwaar belast worden door de kwestieuze hervorming, vóór 1 januari 2002 beschikken over goedgekeurde en eenvormige teksten, teneinde eenieder een identieke behandeling te garanderen;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Justitie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op de personeelsleden van de politiediensten bedoeld in artikel I.I.1, 2°, van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten, die tot 31 maart 2001 onder de toepassing vielen van de rechtspositieregeling van een personeelslid van het operationeel korps of van het administratief en logistiek korps van de rijkswacht, hierna « het personeelslid van het operationeel korps van de rijkswacht » of « het personeelslid van het administratief en logistiek korps van de rijkswacht » genoemd, in de mate dat de reglementaire bepalingen bedoeld in artikelen 2 tot 25 van toepassing blijven op deze personeelsleden of moeten toegepast worden op toestanden voorafgaand aan de datum waarop zij werden opgeheven of ophouden van toepassing te zijn.

Art. 2.Voor de personeelsleden van het operationeel korps van de rijkswacht worden in artikel 1 van het koninklijk besluit van 23 maart 1961 betreffende de toelage aan militairen die de opleiding tot parachutist hebben ontvangen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 augustus 1994, de woorden « 2.657 frank », « 6.655 frank », « 8.855 frank » en « 11.082 frank » respectievelijk vervangen door de woorden « 65,87 EUR », « 164,98 EUR », « 219,51 EUR » en « 274,72 EUR ».

Art. 3.Voor de personeelsleden van het operationeel korps en van het administratief en logistiek korps van de rijkswacht, wordt de tabel 1, in bijlage bij het koninklijk besluit van 21 januari 1971 betreffende de toekenning van toelagen aan leden van de krijgsmacht, evenals aan sommige leden van het burgerlijk personeel van het departement van landsverdediging, voor sommige werken of prestaties van bijzonder gevaarlijke of ongezonde aard, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1977, vervangen door de tabel 1 in bijlage A bij dit besluit.

Art. 4.Voor de personeelsleden van het operationeel korps en van het administratief en logistiek korps van de rijkswacht, wordt de tabel 2 in bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 1987, vervangen door de tabel 2 in bijlage A bij dit besluit.

Art. 5.Voor de personeelsleden van het operationeel korps en van het administratief en logistiek korps van de rijkswacht, wordt de tabel 3 in bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 maart 1977, vervangen door de tabel 3 in bijlage A bij dit besluit.

Art. 6.Voor de personeelsleden van het operationeel korps van de rijkswacht, worden de tabellen 4 en 5 in bijlage bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 juni 1975, vervangen door de tabellen 4 en 5 in bijlage A bij dit besluit.

Art. 7.In artikel 4, § 1, van het koninklijk besluit van 1 oktober 1973 tot vaststelling van de bezoldiging van de personen belast met een leeropdracht aan sommige scholen voor vorming en voorgezette opleiding van officieren en tot toekenning van een toelage aan de titularissen van sommige betrekkingen bij die scholen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 maart 1995, worden de woorden « 104.540 frank », « 80.547 frank », « 46.272 » en « 34.275 frank » respectievelijk vervangen door de woorden « 2.591,48 EUR », « 1.996,71 EUR », « 1.147,06 EUR » en « 849,66 EUR ».

Art. 8.In artikel 10 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 maart 1995, worden de woorden « 114.252 frank » en « 57.126 frank » respectievelijk vervangen door de woorden « 2.832,24 EUR » en « 1.1416,12 EUR ».

Art. 9.Voor de personeelsleden van het operationeel korps van de rijkswacht, worden de tabellen A, B en C in bijlage bij het koninklijk besluit van 29 januari 1974 tot vaststelling van het stelsel der toelagen en premies verschuldigd aan de militairen die deelnemen aan de luchtdienst van de krijgsmachtdelen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 maart 1977, 19 november 1990 en 11 augustus 1994, vervangen door de tabellen A, B en C in bijlage B bij dit besluit.

Art. 10.Voor de personeelsleden van het operationeel korps van de rijkswacht, worden in artikel 27, § 2, van het koninklijk besluit van 21 oktober 1975 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militair die in België verplicht wordt bepaalde werkelijke lasten te dragen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 augustus 1994, de woorden « 38.560 frank » vervangen door de woorden « 955,88 EUR ».

Art. 11.Voor de personeelsleden van het operationeel korps van de rijkswacht, worden de tabel 1 in bijlage bij hetzelfde besluit en gewijzigd bij het ministerieel besluit van 7 juli 1987, vervangen door de tabel 1 in bijlage C bij dit besluit.

Art. 12.Voor de personeelsleden van het operationeel korps van de rijkswacht, wordt de tabel 2, in bijlage bij hetzelfde besluit en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 juni 1978 en 11 augustus 1994, vervangen door de tabel 2 in bijlage C bij dit besluit.

Art. 13.Voor de personeelsleden van het operationeel korps van de rijkswacht, wordt de tabel 3, in bijlage bij hetzelfde besluit, vervangen door de tabel 3 in bijlage C bij dit besluit.

Art. 14.Voor de personeelsleden van het operationeel korps van de rijkswacht, wordt de tabel 4, in bijlage bij hetzelfde besluit en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 augustus 1994, vervangen door de tabel 4 in bijlage C bij dit besluit.

Art. 15.In artikel 5, § 1, van het koninklijk besluit van 13 januari 1976 tot regeling van de toekenning van een forfaitaire maandtoelage aan sommige leden van de bijzondere eenheden belast met de wegpolitie, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 23 maart 1995, worden de woorden « 6.284 frank », « 7.426 frank » en « 8.569 frank » respectievelijk vervangen door de woorden « 155,78 EUR », « 184,09 EUR » en « 212,42 EUR ».

Art. 16.Voor de personeelsleden van het operationeel korps van de rijkswacht, worden de tabellen 1, 2 en 3 in bijlage bij het koninklijk besluit van 1 maart 1977 tot vaststelling van het vergoedingsstelsel toepasselijk op de militairen en de met militairen gelijkgestelde personen die bij de Belgische strijdkrachten in de Bondsrepubliek Duitsland in dienst zijn of daarbij op diensten zijn, vervangen door de tabellen 1, 2 en 3 in bijlage D bij dit besluit.

Art. 17.Voor de personeelsleden van het operationeel korps van de rijkswacht, wordt de tabel 4 in bijlage bij hetzelfde besluit en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 17 juli 1989, vervangen door de tabel 4 in bijlage D bij dit besluit.

Art. 18.In de bepalingen van het koninklijk besluit van 24 oktober 1983 betreffende de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van de rijkswacht, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 19.Artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 24 oktober 1983 betreffende de bezoldigingsregeling van de personeelsleden van de rijkswacht, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 november 1988, 28 januari 1991, 7 mei 1991, 22 december 1991, 25 januari 1994, 16 december 1994 en 25 februari 1996, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2. In afwijking van § 1, wordt de wedde van de kandidaat-officier, aangesteld in de graad van wachtmeester of van adjudant, vastgesteld in de volgende weddeschalen : 1° voor de kandidaat niet bedoeld in 2° en 3° hieronder : 13.409,11 EUR - 19.659,32 EUR 31 x 393,78 EUR 42 x 576,98 EUR 52 x 552,19 EUR; 2° voor de aangeworven kandidaat die houder is van een diploma of studiegetuigschrift dat tenminste gelijkwaardig is met die welke in aanmerking worden genomen voor de aanwerving in de betrekkingen van niveau 1 bij de Rijksbesturen, met uitzondering van dat van burgerlijk ingenieur : 18.120,92 EUR - 29.467,23 EUR 31 x 618,08 EUR 102 x 949,21 EUR; 3° voor de aangeworven kandidaat die houder is van een diploma van burgerlijk ingenieur : 22.382,81 EUR - 35.053,12 EUR 31 x 618,08 EUR 102 x 1.081,61 EUR. »

Art. 20.Bijlage A van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 november 1988, 28 januari 1991, 7 mei 1991, 27 oktober 1992, 22 december 1992, 25 januari 1994, 2 december 1994, 16 december 1994, 25 februari 1996 en 2 maart 1998, wordt vervangen door bijlage E bij dit besluit.

Art. 21.Bijlage C van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 februari 1996, wordt vervangen door bijlage F bij dit besluit.

Art. 22.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 23 september 1994 houdende toekenning van een forfaitaire toelage aan de leden van het personeel van de rijkswacht die de onmiddellijke beveiliging van de Vorst en van sommige leden van de Koninklijke familie verzekeren, worden de woorden « 720 frank », « 650 frank » en « 600 frank » respectievelijk vervangen door de woorden « 17,85 EUR », « 16,12 EUR » en « 14,88 EUR ».

Art. 23.In de bepalingen van het koninklijk besluit van 8 juli 1999 houdende toekenning van een functievergoeding aan de personeelsleden van de rijkswacht in dienst bij het speciale interventie-eskadron, of opgeroepen in steun aan deze eenheid, of om erbij een opleiding te volgen, worden de in frank uitgedrukte bedragen die in de tweede kolom van de volgende tabel worden vermeld, vervangen door de in euro uitgedrukte bedragen van de derde kolom van dezelfde tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 24.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 8 juli 1999 houdende vaststelling van een forfaitaire toelage toegekend aan sommige personeelsleden van de rijkswacht die ingezet zijn in het veiligheidsdetachement van de nationale luchthaven, worden de woorden « 600 francs » worden vervangen door de woorden « 14,88 EUR ».

Art. 25.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 8 juli 1999 houdende vaststelling van de toekenningsvoorwaarden van een vergoeding toegekend aan de personeelsleden van de rijkswacht die deelnemen aan humanitaire of politieoperaties onder het gezag van een of meerdere internationale instellingen, worden de woorden « 3.250 frank » en « 2.650 frank » respectievelijk vervangen door de woorden « 80,57 EUR » en « 65,70 EUR ».

Art. 26.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2002.

Art. 27.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 januari 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

Bijlagen Voor de raadpleging van de bijlagen, zie beeld

begin


Publicatie : 2002-02-15 Numac : 2001001270

^