gepubliceerd op 06 mei 2021
Koninklijk besluit tot tijdelijke schorsing, ingevolge de COVID-19-pandemie, van de toepassing van de voorwaarde dat het tijdvak van arbeidsongeschiktheid in de uitkeringsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten ten vroegste kan aanvangen op de datum van ondertekening van het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid
28 APRIL 2021. - Koninklijk besluit tot tijdelijke schorsing, ingevolge de COVID-19-pandemie, van de toepassing van de voorwaarde dat het tijdvak van arbeidsongeschiktheid in de uitkeringsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten ten vroegste kan aanvangen op de datum van ondertekening van het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, artikel 86, § 3, gewijzigd bij de wetten van 22 augustus 2002, 29 maart 2012 en 7 mei 2019;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de uitkeringsverzekering voor zelfstandigen, gegeven op 25 maart 2021;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 22 maart 2021;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 30 maart 2021;
Gelet op de hoogdringendheid, gemotiveerd door de COVID-19-pandemie;
Gelet op het feit dat de maatregel die bepaalt dat het tijdvak van arbeidsongeschiktheid in de uitkeringsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten ten vroegste kan aanvangen op de datum van ondertekening van het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid door de behandelend arts, reeds is geschorst geweest wegens de COVID-19-pandemie tijdens de periode vanaf 1 maart 2020 tot en met 30 september 2020 (krachtens de artikelen 1 en 2 van het koninklijk besluit van 18 mei 2020Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 18/05/2020 pub. 20/05/2020 numac 2020202363 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot tijdelijke schorsing, ingevolge de COVID-19-pandemie, van de toepassing van de voorwaarde dat het tijdvak van arbeidsongeschiktheid in de uitkeringsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten ten vroegste kan aanvangen op de datum van ondertekening van het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid sluiten tot tijdelijke schorsing, ingevolge de COVID-19-pandemie, van de toepassing van de voorwaarde dat het tijdvak van arbeidsongeschiktheid in de uitkeringsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten ten vroegste kan aanvangen op de datum van ondertekening van het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid), vanaf 1 oktober 2020 tot en met 31 december 2020 (krachtens artikel 2 van de wet van 4 november 2020 inzake verschillende sociale maatregelen ingevolge de COVID-19-pandemie) en vanaf 1 januari 2021 tot en met 31 maart 2021 (krachtens artikel 1 van het koninklijk besluit van 14 januari 2021 tot tijdelijke schorsing, ingevolge de COVID-19-pandemie, van de toepassing van de voorwaarde dat het tijdvak van arbeidsongeschiktheid in de uitkeringsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten ten vroegste kan aanvangen op de datum van ondertekening van het getuigschrift van arbeidsongeschiktheid);
Gelet op het feit dat vele huisartsen en specialisten tijdens de huidige buitengewone gezondheidscrisis nog veel werk hebben en een medische raadpleging niet steeds mogelijk is op de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid;
Gelet op het feit dat deze maatregel tot doel heeft om de adviserend arts van de verzekeringsinstelling de mogelijkheid te geven om de arbeidsongeschiktheid van de zelfstandige, in voorkomend geval, vanaf de eerste dag van de periode van arbeidsongeschiktheid zoals bepaald door de behandelend arts te erkennen wanneer deze zelfstandige zijn behandelend arts niet op de eerste dag van de desbetreffende periode van arbeidsongeschiktheid heeft geraadpleegd;
Gelet op het feit dat de adviserend arts van de verzekeringsinstelling snel de beslissing over de erkenning van de arbeidsongeschiktheid van de zelfstandige moet kunnen nemen en dat deze beslissing zo snel mogelijk ter kennis moet worden gebracht aan deze arbeidsongeschikte zelfstandige zodat hij het gepaste vervangingsinkomen tijdens deze crisisperiode kan genieten;
Gelet op het advies nr. 69.216/2 van de Raad van State, gegeven op 7 april 2021 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 3°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op artikel 8, § 2, 2°, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Zelfstandigen en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het voorschrift bedoeld in artikel 58, tweede lid, van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 18 maart 2020 tot wijziging van de artikelen 53 en 58 van het koninklijk besluit van 20 juli 1971 houdende instelling van een uitkeringsverzekering en een moederschapsverzekering ten voordele van de zelfstandigen en van de meewerkende echtgenoten, is niet van toepassing op elk tijdvak van arbeidsongeschiktheid dat aanvat tijdens de periode vanaf 1 april 2021 tot en met 30 juni 2021.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt
Art. 3.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en de minister bevoegd voor Zelfstandigen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 april 2021.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Fr. VANDENBROUCKE De Minister van Zelfstandigen, D. CLARINVAL