gepubliceerd op 17 juni 1998
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 februari 1996 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden voor sommige tandheelkundige verstrekkingen
28 APRIL 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 29 februari 1996 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden voor sommige tandheelkundige verstrekkingen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 37, § 1, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995 en het koninklijk besluit van 16 april 1997;
Gelet op het koninklijk besluit van 29 februari 1996 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden voor sommige tandheelkundige verstrekkingen, inzonderheid artikel 4, 2°, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 mei 1996, 10 juni 1996 en 8 augustus 1997 en artikel 5 gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 juni 1996;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering van 6 april 1998;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de hoogdringendheid gemotiveerd door de omstandigheid dat enerzijds de nomenclatuur van de geneeskundige verzorging inzonderheid artikel 6 § 5, littera A en B betreffende de tandprothesen, de hernieuwingstermijn die moet verstreken zijn om opnieuw verzekeringstegemoetkoming te verkrijgen vaststelt op 7 jaar en het aantal vervangingen van de basis van de prothesen beperkt tot twee keer in de vorenbedoelde periode en dat anderzijds wordt vastgesteld dat er rechthebbenden zijn die wegens ingrijpende anatomische wijzigingen nood hebben aan vervroegd vernieuwen van de tandprothesen en/of meerdere vervangingen van de basis tijdens vorenbedoelde periode van 7 jaar; dat het onontbeerlijk is dat aan dit hiaat in de betreffende nomenclatuur van de geneeskundige verzorging dringend wordt verholpen; dat hieruit voortvloeit dat de bepalingen van dit besluit die complementair zijn ter opzichte van het koninklijk besluit tot wijzinging van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen zo vlug mogelijk dienen genomen en bekendgemaakt te worden;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 4, 2° van de bijlage bij het koninklijk besluit van 29 februari 1996 tot vaststelling van het persoonlijk aandeel van de rechthebbenden voor sommige tandheelkundige verstrekkingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 6 mei 1996, 10 juni 1996 en 8 augustus 1997 wordt aangevuld door de codenummers 308335 - 308346 en 308350 - 308361.
Art. 2.In artikel 5 bij hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 juni 1997, worden de codenummers 308335 - 308346 en 308350 - 308361 na het codenummer 308313 - 308324 ingevoegd.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de tweede maand volgend op die gedurende welke het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 april 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN