Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 oktober 2000
gepubliceerd op 28 november 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 februari 1990 betreffende sommige stoffen met beta-adrenergische werking

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000022831
pub.
28/11/2000
prom.
27/10/2000
ELI
eli/besluit/2000/10/27/2000022831/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 OKTOBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 februari 1990 betreffende sommige stoffen met beta-adrenergische werking


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 25 maart 1964 op de geneesmiddelen, inzonderheid op artikel 1bis, § 3, ingevoegd bij de wet van 21 juni 1983 en gewijzigd bij de wet van 20 oktober 1998 en artikel 6, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 20 oktober 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 februari 1990 betreffende sommige stoffen met beta-adrenergische werking;

Gelet op het advies van de Hoge Gezondheidsraad, gegeven op 26 januari 2000;

Gelet op het advies L.29.952/1/V van de Raad van State, gegeven op 14 september 2000;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 3, § 1 van het koninklijk besluit van 5 februari 1990 betreffende sommige stoffen met beta-adrenergische werking, wordt aangevuld met de volgende woorden : « of voor gebruik in laboratoria als referentiestoffen voor analysedoeleinden. »

Art. 2.Artikel 4, § 1 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepalingen : « § 1. De stoffen bedoeld bij dit besluit, mogen slechts in het bezit worden gehouden door de fabrikanten van die stoffen, die deze activiteit hebben meegedeeld aan de Farmaceutische Inspectie, door houders van een vergunning afgeleverd overeenkomstig het koninklijk besluit van 6 juni 1960 betreffende de fabricage, de distributie in het groot en de terhandstelling van geneesmiddelen, door de officina-apothekers en door de directeurs van laboratoria waar die stoffen uitsluitend worden gebruikt als referentiestoffen voor analysedoeleinden. »

Art. 3.Onze Minister bevoegd voor de Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 oktober 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET

^