gepubliceerd op 16 juni 2014
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen
27 MEI 2014. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, artikel 3, § 2, vervangen bij de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 06/06/2014 numac 2014203619 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet houdende diverse bepalingen inzake sociale zekerheid sluiten;
Gelet op het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 22 november 2013;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 1 april 2014;
Gelet op het advies van het Algemeen Beheerscomité voor het sociaal statuut der zelfstandigen, gegeven op 27 november 2013;
Gelet op advies 55.953/1 van de Raad van State, gegeven op 30 april 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en de Minister van Zelfstandigen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 19 december 1967 houdende algemeen reglement in uitvoering van het koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 september 1983 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 1 juli 1992, wordt vervangen als volgt : «
Art. 2.§ 1. De mandatarissen bedoeld in artikel 3, § 1, vierde lid, van het koninklijk besluit nr. 38, kunnen het bewijs van de kosteloosheid van hun mandaat leveren : 1° door een statutaire bepaling of, bij gebrek daaraan, 2° door een beslissing van het orgaan dat bevoegd is om de vergoedingen van de mandatarissen vast te stellen. § 2. De statutaire bepaling of de beslissing, bedoeld in paragraaf 1, kan ten vroegste uitwerking hebben vanaf de twaalfde maand voorafgaand aan : 1° ofwel de maand waarin de statutaire bepaling of de beslissing is gepubliceerd in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad;2° ofwel de maand waarin de statutaire bepaling of de beslissing is meegedeeld aan de sociale verzekeringskas waarbij de mandataris is aangesloten of, bij gebrek aan aansluiting, aan het Rijksinstituut. § 3. Het bewijs van de kosteloosheid van het mandaat kan niet aanvaard worden wanneer er uit het mandaat inkomsten, bedoeld in artikel 30, 2°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, voortvloeien of wanneer de vereniging of vennootschap, bedoeld in artikel 3, § 1, vierde lid, van het koninklijk besluit nr. 38, bijdragen of premies stort voor de opbouw van een aanvullend pensioen van de mandataris.
Het vorige lid wordt toegepast vanaf het jaar waarop de inkomsten of de bijdragen of premies betrekking hebben. »
Art. 2.Dit besluit treedt inwerking op 1 juli 2014.
Art. 3.De minister bevoegd voor Zelfstandigen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 mei 2014.
De Minister van Sociale Zaken, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Zelfstandigen, Mevr. S. LARUELLE