gepubliceerd op 19 augustus 2014
Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden, de aanvraagprocedure en de uitoefeningswijze, verbonden aan de beslissing zoals bedoeld in artikel 4bis, § 2 van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid
27 MEI 2014. - Koninklijk besluit tot bepaling van de voorwaarden, de aanvraagprocedure en de uitoefeningswijze, verbonden aan de beslissing zoals bedoeld in artikel 4bis, § 2 van de wet van 10 april 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1990 pub. 08/04/2000 numac 2000000153 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten . - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 10 april 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1990 pub. 08/04/2000 numac 2000000153 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten . - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, artikel 4bis, § 2;
Gelet op advies 55.902/2 van de Raad van State, gegeven op 28 april 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, vervangen bij de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie sluiten;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de wet : de wet van 10 april 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/04/1990 pub. 08/04/2000 numac 2000000153 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet op de bewakingsondernemingen, de beveiligingsondernemingen en de interne bewakingsdiensten . - Duitse vertaling sluiten tot regeling van de private en bijzondere veiligheid;2° overnemer : natuurlijke of rechtspersoon dewelke de activiteiten bedoeld in artikel 1 van de wet, van een vergunde of erkende natuurlijke of rechtspersoon onder de voorwaarden en modaliteiten zoals bepaald in onderhavig besluit, tijdelijk overneemt;3° leidinggevend personeel : personen zoals bedoeld in artikel 5 van de wet;4° bevoegde ambtenaar : de ambtenaar bedoeld in artikel 7, § 1 van de wet;5° minister : de minister van Binnenlandse Zaken;6° administratie : de Directie Private Veiligheid bij de Algemene Directie Veiligheid en Preventie bij de FOD Binnenlandse Zaken;7° aanvraag : aanvraag van de overnemer tot tijdelijke voortzetting van de overgenomen activiteiten, zoals bedoeld in artikel 4bis, § 2 van de wet;8° definitieve vergunning of erkenning : vergunning of erkenning zoals bedoeld in de artikelen 2, § 1, eerste lid, en 4, §§ 1 tot en met 3, van de wet;9° initieel vergunde entiteit : natuurlijke of rechtspersoon die de activiteiten heeft overgedragen. HOOFDSTUK 2. - Voorwaarden waaraan de overnemer moet voldoen en uitoefeningswijze
Art. 2.De overnemer is ertoe gehouden de overgenomen activiteiten uit te oefenen volgens de bepalingen voorzien in de wet en haar uitvoeringsbesluiten.
Art. 3.De activiteiten kunnen door de overnemer in toepassing van artikel 4bis, § 2 van de wet enkel tijdelijk verder uitgeoefend worden op voorwaarde dat : 1° zij niet in onderaanneming aan een andere onderneming worden gegeven;2° de overnemer beschikt over de organisatorische, technische en infrastructurele middelen, alsmede over het aantal uitvoerende personeelsleden die door of krachtens de wet minimaal vereist zijn voor de uitoefening van de activiteiten waarvoor hij de tijdelijke voortzetting vraagt. HOOFDSTUK 3. - Voorwaarden waaraan het personeel van de overnemer moet voldoen en uitoefeningswijze
Art. 4.Het personeel is onderworpen aan de voorwaarden zoals bedoeld door of krachtens de wet behoudens, voor wat betreft het leidinggevend personeel, deze bedoeld in de volgende artikelen van de wet : - artikel 5, eerste lid, 5° ; - artikel 8 § 3.
Art. 5.Het leidinggevend personeel moet, naast de voorwaarden voorzien in artikel 4 van onderhavig besluit, voldoen aan volgende vereisten : 1° geen enkel onderzoek naar de veiligheidsvoorwaarden, bedoeld in artikel 7 § 1, tweede lid van de wet, wordt voor betrokkenen door de bevoegde ambtenaar overwogen, in navolging van artikel 7, § 2, derde lid, van de wet;2° niet in negatieve zin gekend zijn omwille van het feit dat betrokkenen : a) herhaaldelijke inbreuken pleegden op de wet of haar uitvoeringsbesluiten;b) het voorwerp uitmaakten van een beslissing vanwege de Minister waarbij de identificatiekaart werd geweigerd, geschorst of ingetrokken;c) deel uitmaakten van de werkelijke leiding of de raad van bestuur van een onderneming, dienst of instelling die eerder geweigerd werd of waarvan de vergunning of erkenning eerder werd ingetrokken. HOOFDSTUK 4. - Aanvraagprocedure
Art. 6.Elke overnemer die de toepassing wenst van artikel 4bis, § 2 van de wet, richt daartoe een aanvraag bij ter post aangetekende brief aan de administratie.
De aanvraag bestaat uit een schrijven waarin de dringende redenen en onvoorziene omstandigheden die de toepassing zouden vereisen van artikel 4bis, § 2 van de wet, in concreto worden gemotiveerd en dewelke eveneens de schriftelijke stukken bevatten die deze motivering schragen.
De aanvraag is slechts ontvankelijk indien voorafgaandelijk of gelijktijdig door de overnemer een aanvraag werd ingediend teneinde een definitieve vergunning of erkenning te bekomen.
Art. 7.De aanvraag dient volgende bescheiden en inlichtingen te bevatten : 1° het ondernemingsnummer van de overnemer;2° het e-mailadres alsook het telefoonnummer waar de personen bedoeld in artikel 16 van de wet, de politiediensten en de klanten van de onderneming, dienst of instelling een vertegenwoordiger tijdens de kantooruren nuttig kunnen bereiken;3° de akten waaruit de rechtmatige overname van de activiteiten door de overnemer blijkt;4° een verklaring ondertekend door de overnemer en de initieel vergunde entiteit waaruit blijkt dat er geen betwisting is omtrent de overname;5° een lijst van het administratief en logistiek personeel, het operationeel uitvoerend personeel en het leidinggevend personeel binnen de onderneming, dienst of instelling met opgave van naam, voornaam, rijksregisternummer, geboortedatum en -plaats;6° voor het leidinggevend personeel : a) een uittreksel uit het strafregister, dat overeenstemt met het model bedoeld in artikel 596, eerste lid van het wetboek van strafvordering, of een gelijkwaardig getuigschrift indien men zijn woonplaats in het buitenland heeft, dat niet ouder is dan zes maanden op het ogenblik dat de aanvraag wordt ingediend;b) een door betrokkene ondertekende historiek van zijn beroepsactiviteiten;c) een volledig ingevuld document van instemming met het onderzoek naar de veiligheidsvoorwaarden volgens het model opgenomen in bijlage 4 van het koninklijk besluit van 26 september 2005Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/09/2005 pub. 16/11/2005 numac 2005000687 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit betreffende de modaliteiten voor de toekenning, de geldigheidsduur, de weigering en de vernietiging van de identificatiekaart en de procedure inzake de onderzoeken naar de veiligheidsvoorwaarden sluiten betreffende de modaliteiten voor de toekenning, de geldigheidsduur, de weigering en de vernietiging van de identificatiekaart en de procedure inzake de onderzoeken naar de veiligheidsvoorwaarden;7° een geldig verzekeringsattest inzake de verzekering van de burgerlijke en contractuele aansprakelijkheid zoals bedoeld in artikel 3 van de wet;8° het attest van afwezigheid van fiscale en sociale schulden van de daartoe bevoegde overheden zoals bedoeld in artikel 4quater, § 4 van de wet;9° een document met weergave van de sociale en economische context van de overname waaronder de gevolgen inzake tewerkstelling; 10° een verklaring op eer dat de Europese regelgeving en de collectieve arbeidsovereenkomsten, dewelke desgevallend van toepassing zijn, zullen worden gerespecteerd.11° het bewijs van bankwaarborg zoals bedoeld in artikel 19, § 5, vijfde lid van de wet.
Art. 8.De Minister oordeelt op basis van het gehele dossier en de concrete omstandigheden of de overnemer kan genieten van het principe zoals voorzien in artikel 4bis, § 2, van de wet.
Art. 9.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 mei 2014.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET