Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 januari 2022
gepubliceerd op 01 februari 2022

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 april 2021 tot vaststelling van de parameters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2022020119
pub.
01/02/2022
prom.
27/01/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

27 JANUARI 2022. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 april 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/04/2021 pub. 30/04/2021 numac 2021041351 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme sluiten tot vaststelling van de parameters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet(en) in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de verordening (EU) 2019/943 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende de interne markt voor elektriciteit (hierna: `Elektriciteitsverordening (EU) 2019/943');

Gelet op de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, artikel 7undecies, § 2, ingevoegd door de wet van 15 maart 2021 tot wijziging van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot wijziging van de wet van 22 april 2019 tot wijziging van de wet van 29 april 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/04/1999 pub. 11/05/1999 numac 1999011160 bron ministerie van economische zaken Wet betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt sluiten betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, teneinde een capaciteitsvergoedingsmechanisme in te stellen;

Gelet op het koninklijk besluit van 28 april 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/04/2021 pub. 30/04/2021 numac 2021041351 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme sluiten tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet(en) in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme (hierna: `het koninklijk besluit van 28 april 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/04/2021 pub. 30/04/2021 numac 2021041351 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme sluiten');

Gelet op het voorstel (C)2286 van 12 oktober 2021 van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas betreffende de parameters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, opgesteld na raadpleging van de marktdeelnemers;

Gelet op het voorstel van de netbeheerder betreffende de parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, d.w.z. de reductiefactoren, de referentieprijs, de intermediaire prijslimiet(en) die van toepassing is / zijn op bepaalde capaciteiten die beantwoorden aan specifieke criteria, en de uitoefenprijs, inclusief hun berekeningsmethode, van 13 oktober 2021, bepaald na raadpleging van de marktdeelnemers;

Gelet op het advies van de Algemene Directie Energie van 14 oktober 2021 over het voorstel (C)2286 van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas van 12 oktober 2021;

Gelet op het advies (A)2293 van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas van 14 oktober 2021;

Gelet op de raadplegingen van de marktdeelnemers georganiseerd van 20 september 2021 tot en met 8 oktober 2021;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 18 oktober 2021;

Gelet op het akkoord van de staatssecretaris van Begroting van 22 oktober 2021;

Gelet op de regelgevingsimpactanalyse uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies 70.464/3 van de Raad van State, gegeven op 13 december 2021, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973;

Overwegende dat in artikel 10, §§ 4 en 6, artikel 19, § 2, artikel 21, § 10 en artikel 22, § 9 van het koninklijk besluit van 28 april 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/04/2021 pub. 30/04/2021 numac 2021041351 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme sluiten tot vaststelling van de parameters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet(en) in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme (hierna te noemen: "het koninklijk besluit van 28 april 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/04/2021 pub. 30/04/2021 numac 2021041351 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme sluiten"), reeds werd bepaald dat een aanpassing zou worden doorgevoerd omtrent de inschatting van de verwachte inkomsten conform de methode overeenkomstig artikel 6(9)(a) iii van de methodologie bedoeld in artikel 23, lid 5, van de Verordening (EU) 2019/943, eens deze beschikbaar en geïmplementeerd is;

Overwegende dat in het kader van de Europese beoordeling van de toereikendheid van de elektriciteitsvoorziening door ACER op 2 oktober 2020 een methodologie werd goedgekeurd overeenkomstig artikel 23, lid 5 van de Verordening (EU) 2019/943;

Overwegende dat de methode overeenkomstig artikel 6(9)(a) iii van deze Europese methodologie evenwel nog verdere omzetting behoefde voor de concrete toepassing ervan in de bovenvermelde bepalingen, reden waarom het koninklijk besluit van 28 april 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/04/2021 pub. 30/04/2021 numac 2021041351 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme sluiten deze wijziging reeds uitdrukkelijk vooropstelde;

Overwegende dat de thans opgenomen wijziging omtrent de inschatting van de verwachte inkomsten dus reeds gekend was voorafgaand aan de staatssteunbeslissing van de Europese Commissie over het CRM en deel uitmaakte van het administratief dossier;

Overwegende dat door het koninklijk besluit van 4 juli 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 04/07/2021 pub. 07/07/2021 numac 2021021226 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 april 2021 tot vaststelling van de parameters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme sluiten, gezien de urgentie, enkel de wijzigingen aan de uitzondering op de toepassing van de intermediaire prijslimiet voor de veiling in 2021 werden doorgevoerd en gesteld werd dat de wijzigingen overeenkomstig artikel 10, § 6, tweede lid, artikel 19, § 2, 3° en artikel 22, § 9 van het koninklijk besluit van 28 april 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/04/2021 pub. 30/04/2021 numac 2021041351 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme sluiten in een later stadium zouden plaatsvinden;

Overwegende dat met betrekking tot de methode overeenkomstig artikel 6(9)(a) iii van de bovenstaande methodologie een studie werd uitgevoerd door professor Kris Boudt;

Overwegende dat de risicopremie verschillend is per technologie ;

Overwegende dat de risicopremie stijgt met het risico dat het referentiescenario zoals gebruikt voor de simulatie van de inframarginale rentes afwijkt van de werkelijkheid waaraan de technologie is blootgesteld. Dit risico wordt in rekening gebracht zodra er kostencomponenten met een economische levensduur van drie jaar of langer zijn gedefinieerd;

Overwegende dat de risicopremie stijgt met de non-normaliteit van de gesimuleerde inkomstenverdeling en het neerwaartse risico waaraan de technologie onderhevig is, rekening houdend met onder meer de marginale kosten van de technologie en het beschouwde marktkader;

Overwegende dat professor Boudt in zijn studie schrijft dat een herevaluatie van de risicopremies per technologie vereist is in geval van verandering van marktmodel en dat in geval van invoering van een capaciteitsvergoedingsmechanisme een lagere premie moet worden overwogen;

Overwegende dat het effect van de door het capaciteitsvergoedingsmechanisme geboden stabiliteit als belangrijker kan worden beschouwd in de context van de vaststelling van de nettokosten voor een nieuwkomer (in vergelijking met de respectieve kaders voor kalibratie van de intermediaire prijslimiet (IPC) en derogatie van de intermediaire prijslimiet)), omdat een nieuwkomer potentieel een meerjarig capaciteitscontract kan krijgen, terwijl de in het kader van de IPC- en IPC derogatie bedoelde capaciteiten slechts recht hebben op een capaciteitscontract voor één jaar. Het investeringsrisico in de context van de nettokosten voor een nieuwkomer is derhalve lager, hetgeen resulteert in een lagere bijkomende risicopremie die vereist is voor eenheden met dezelfde status, ook al is de economische levensduur die met deze investeringen samenhangt langer.

Overwegende dat de risicopremies die moeten worden toegepast om de kosten van een nieuwkomer te bepalen, bijgevolg lager moeten zijn dan die welke voor nieuwe eenheden onder de IPC, of de IPC derogatie worden overwogen;

Op de voordracht van de Minister van Energie en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1 - Wijzigingsbepalingen

Artikel 1.In artikel 1, § 2 van het koninklijk besluit van 28 april 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/04/2021 pub. 30/04/2021 numac 2021041351 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme sluiten tot vaststelling van de parameters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet(en) in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme, wordt de bepaling onder 28° vervangen als volgt: ""28° "jaarlijkse inframarginale inkomsten": het verschil tussen de opbrengsten van de energiemarkt en de variabele kosten;".

Art. 2.In artikel 4, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° paragraaf 1 wordt aangevuld met de bepaling onder 3°, luidende: "3° de gewogen gemiddelde kost van kapitaal, hierna "WACC", die overeenkomt met de som van het minimumrendement en een risicopremie, waarmee rekening moet worden gehouden bij de berekening van de brutokost van een nieuwkomer, overeenkomstig 1°, en de nettokost van een nieuwkomer, overeenkomstig artikel 10, § 6.Deze risicopremie kan worden gedifferentieerd naargelang de referentietechnologie en in functie van de economische levensduur van de investering.

Voor de veiling van 2022 worden de volgende waarden gebruikt: a) minimumrendement: 5,53% voor alle technologieën; b) risicopremie: zoals bepaald in bijlage 2 bij dit besluit voor de technologieën die opgenomen zijn in de lijst van referentietechnologieën bedoeld in artikel 10, § 4."; 2° in paragraaf 2 wordt de zin "Dit voorstel omvat eveneens de gewogen gemiddelde kost van kapitaal die in aanmerking genomen is in paragraaf 1, 1°, teneinde de brutokost van een nieuwkomer te berekenen", opgeheven.

Art. 3.In artikel 10, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 4 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid wordt de zin "De methode voor het bepalen van de brutokost van verschillende technologieën, bedoeld in artikel 5 is de in overeenstemming met artikel 27 van Verordening (EU) 2019/943 goedgekeurde methodologie van artikel 23, lid 6 van Verordening (EU) 2019/943" vervangen als volgt: "De methode voor het bepalen van de brutokost van verschillende technologieën, bedoeld in artikel 4, is gebaseerd op de in overeenstemming met artikel 27 van Verordening (EU) 2019/943 goedgekeurde methodologie van artikel 23, lid 6 van Verordening (EU) 2019/943 en volgt de twee hieronder beschreven stappen:";b) in het eerste lid wordt de zin "Indien een dergelijke methode ontbreekt op het moment van de berekening, zal de brutokost van verschillende technologieën worden bepaald volgens de twee hieronder beschreven stappen :" opgeheven.2° in paragraaf 5 wordt het woord "drie jaar" vervangen door de woorden "vijf jaar of op verzoek van de minister,";3° in paragraaf 6, eerste lid worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de woorden "De geraamde jaarlijkse inframarginale inkomsten van de referentie voor elke technologie" worden vervangen door de woorden "De geraamde jaarlijkse inframarginale inkomsten van elke referentietechnologie";b) de woorden "over de volledige levensduur van de referentie voor elke technologie" worden vervangen door de woorden "over hun levensduur";c) de woorden "mediaan (P50)" worden vervangen door het woord "gemiddelde";d) het eerste lid wordt aangevuld met de woorden "en worden geactualiseerd door rekening te houden met de gemiddelde kost van kapitaal bepaald overeenkomstig artikel 4, § 1, 3° ";7° in paragraaf 6 wordt het tweede lid opgeheven.

Art. 4.In artikel 16, § 2, van hetzelfde besluit, worden de woorden "en de raming van de opbrengsten zoals bedoeld in artikel 19" vervangen door de woorden ", de raming van de inkomsten bedoeld in artikel 19 en de raming van het minimumrendement waaraan de risicopremie zoals bedoeld in artikel 19bis wordt toegevoegd".

Art. 5.In artikel 17, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit, wordt de bepaling onder 1° aangevuld met de woorden ", en de economische levensduur met betrekking tot deze investeringskosten"

Art. 6.In artikel 18, § 2, eerste lid, 1°, van hetzelfde besluit, worden de woorden ", alsook de economische levensduur van deze investeringen, " ingevoegd tussen de woorden "de recurrente investeringskosten op jaarbasis" en de woorden "die niet rechtstreeks verband houden met een verlenging".

Art. 7.In artikel 19, § 2, enigste lid, van hetzelfde besluit, wordt de bepaling onder 3° vervangen als volgt: "3° komt overeen met de gemiddelde jaarlijkse inframarginale inkomsten, rekening houdend met het niveau van de toepasselijke uitoefenprijs bedoeld in artikel 26 en met de variabele kosten zoals bepaald in de raming van de kostencomponenten bedoeld in artikel 18, § 2, 3° tot 5.";

Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een artikel 19bis ingevoegd, luidende: "art. 19bis. § 1. Voor elke technologie die opgenomen is in de beperkte lijst van bestaande technologieën bedoeld in artikel 18, § 1, past de netbeheerder een risicopremie toe rekening houdend met artikel 6, lid 9 van de methodologie zoals bedoeld in artikel 23, lid 5 van Verordening (EU) 2019/943. De waarde van de door de netbeheerder toe te passen risicopremie houdt, naast het minimumrendement, rekening met de risico's verbonden aan de investeringsuitgaven zoals bepaald in § 2, 1° en 2°, rekening houdend met de economische levensduur die eraan verbonden is overeenkomstig de risicopremies van bijlage 1, met dien verstande dat deze risicopremie door de netbeheerder, binnen de grenzen van bijlage 1, wordt beoordeeld op basis van de omvang van de gedane investeringen en de economische levensduur die eraan verbonden is. § 2. Voor elke beschouwde technologie worden ten minste de volgende principes gehanteerd bij het bepalen van de risicopremie: 1° de risicopremie stijgt met het risico dat het referentiescenario zoals gebruikt voor de simulatie van de inframarginale inkomsten afwijkt van de werkelijkheid waaraan de technologie is blootgesteld. Dit risico wordt in rekening gebracht zodra er kostencomponenten met een economische levensduur van drie jaar of langer zijn gedefinieerd, zoals bedoeld in artikel 18, § 2, 1°. 2° de risicopremie stijgt met de non-normaliteit van de gesimuleerde inkomstenverdeling en het neerwaartse risico waaraan de technologie onderhevig is, rekening houdend met onder meer de marginale kosten van de technologie en het beschouwde marktkader. § 3. Voor elke technologie die opgenomen is in de beperkte lijst van bestaande technologieën bedoeld in artikel 18, § 1, bepaalt de netbeheerder de gewogen gemiddelde kost van het kapitaal, overeenkomstig de volgende stappen: 1° het minimumrendement door de minister vastgelegd als onderdeel van de intermediaire waarden, zoals bedoeld in artikel 4, § 3;2° Vermeerderd met de technologie-specifieke risicopremie bedoeld in paragraaf 1. § 4. De ramingen van de risicopremie en de gewogen gemiddelde kost van het kapitaal, zoals bedoeld in respectievelijk paragraaf 1 en paragraaf 2 worden ten minste om de vijf jaar geactualiseerd. "

Art. 9.In artikel 20, van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° de bepaling onder 1° wordt vervangen als volgt: "1° De kosten berekend als de som van de recurrente investeringskosten bedoeld in artikel 18, § 2, 1°, de vaste operationele en onderhoudskosten bedoeld in artikel 18, § 2, 2° en, voor de technologieën met een hoge variabele kost, de activatiekost bedoeld in artikel 18, § 2, 6°.Dit resultaat wordt vermenigvuldigd met de factor één vermeerderd met de gewogen gemiddelde kost van het kapitaal bedoeld in artikel 19bis, § 3;"; 2° de bepalingen onder 2°, 3° en 7° worden opgeheven.

Art. 10.In artikel 21, § 8, tweede lid, 5°, van dezelfde wet, wordt het woord "1" ingevoegd tussen de woorden "zoals bepaald in bijlage" en de woorden "bij dit besluit".

Art. 11.In artikel 22, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 7, tweede lid worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de bepaling onder 3°, c) worden de woorden "mediaan (P50) inkomsten" vervangen door de woorden "gemiddelde jaarlijkse inframarginale inkomsten";b) in de bepaling onder 4°, c) worden de woorden "inframarginale inkomsten" vervangen door de woorden "jaarlijkse inframarginale inkomsten";c) paragraaf 7, tweede lid, wordt aangevuld met de bepalingen onder 5° en 6°, luidende: "5° de risicopremie, rekening houdend met artikel 6, lid 9 van de methodologie zoals bedoeld in artikel 23, lid 5 van Elektriciteitsverordening (EU) 2019/943, zoals bepaald in bijlage 1 bij dit besluit.De waarde van de door de netbeheerder toe te passen risicopremie houdt, naast het minimumrendement, rekening met de risico's verbonden aan de investeringsuitgaven zoals bepaald in artikel 19bis, § 2, 1° en 2°, rekening houdend met de economische levensduur die eraan verbonden is overeenkomstig de risicopremies van bijlage 1, met dien verstande dat deze risicopremie door de netbeheerder, binnen de grenzen van bijlage 1, wordt beoordeeld op basis van de omvang van de gedane investeringen en de economische levensduur die eraan verbonden is. 6° de gewogen gemiddelde kost van het kapitaal, gebaseerd op de som van: a) het minimumrendement door de minister vastgesteld als onderdeel van de intermediaire waarden, zoals bedoeld in artikel 4 § 3;b) vermeerderd met de technologie-specifieke risicopremie bedoeld in 5°.De bepaling van deze risicopremie houdt rekening met de economische levensduur van de investeringen in overeenstemming met § 2, 2°. "; 2° paragraaf 8, 1° wordt aangevuld met de volgende zin: "Dit resultaat wordt vermenigvuldigd met de factor één vermeerderd met de gewogen gemiddelde kost van het kapitaal bedoeld in artikel § 7, 6°."; 3° Paragraaf 9 wordt opgeheven. HOOFDSTUK 2 - Slotbepalingen

Art. 12.In hetzelfde besluit wordt het opschrift van de bijlage 1 vervangen als volgt: "Bijlage 1 - Risicopremie voor de intermediaire maximumprijs en de derogaties hierop"

Art. 13.In hetzelfde besluit wordt een bijlage 2 ingevoegd die als bijlage is gevoegd bij dit besluit.

Art. 14.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 15.De minister bevoegd voor Energie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 januari 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Energie, T. VAN DER STRAETEN

Bijlage 2 - Risicopremie voor de berekening van de brutokost en de nettokost van een nieuwkomer / Annexe 2 - Prime de risque pour le calcul du coût brut et du coût net d'un nouvel entrant

Technologieën/Technologies

Aanvullende risicopremie voor investeringskosten met een economische levensduur van 3 jaren of minder/ Prime de risque additionnelle considérant des dépenses d'investissements associées à une durée de vie économique de 3 ans ou moins

Aanvullende risicopremie voor investeringskosten met een economische levensduur van meer dan 3 jaren / Prime de risque additionnelle considérant des dépenses d'investissements associées à une durée de vie économique de plus de 3 ans

Gasturbine gecombineerde cyclus Turbine à gaz cycle combiné

N/A

5 %

Gasturbine met open cyclus Turbine à gaz cycle ouvert

N/A

6 %

Verbrandingsmotor/moteur à combustion interne

N/A

6 %

Warmtektrachtkoppeling (CHP) Cogénération

N/A

5 %

Vraagzijdebeheer Gestion de la demande

N/A

7.5 %

Wind onshore Eolien onshore

N/A

3,5 %

Wind offshore Eolien offshore

N/A

3,5 %

Batterijen Battéries

N/A

7,5 %

Zonne-energie Solaire

N/A

3, 5 %


Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 27 januari 2022 tot wijziging van het koninklijk besluit van 28 april 2021Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/04/2021 pub. 30/04/2021 numac 2021041351 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme sluiten tot vaststelling van de paramaters waarmee het volume aan te kopen capaciteit wordt bepaald, inclusief hun berekeningsmethode, en van de andere parameters die nodig zijn voor de organisatie van de veilingen, alsook de methode en voorwaarden tot het verkrijgen van individuele uitzonderingen op de toepassing van de intermediaire prijslimiet(en) in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme FILIP Van Koningswege : De Minister van Energie, T. VAN DER STRAETEN

^