gepubliceerd op 11 februari 2009
Koninklijk besluit inzake de vrijstelling van rechten bij invoer en van accijns in het internationale reizigersverkeer
27 JANUARI 2009. - Koninklijk besluit inzake de vrijstelling van rechten bij invoer en van accijns in het internationale reizigersverkeer
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, artikel 93;
Gelet op de Algemene wet inzake douane en accijnzen van 18 juli 1977 (1), laatst gewijzigd bij de wet van 16 maart 2006 (2), op artikel 11, gewijzigd bij de wet van 22 december 1989 (3);
Gelet op de Verordening (EG) nr. 274/2008 van de Raad van 17 maart 2008 tot wijziging van Verordening (EEG) nr. 918/83 van de Raad van 28 maart 1983, betreffende de instelling van een communautaire regeling inzake douanevrijstellingen, titel XI (4);
Gelet op de Richtlijn 2007/74/EG van de Raad van 20 december 2007 betreffende de vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde en accijnzen op goederen die worden ingevoerd door reizigers komende uit derde landen (5);
Gelet op het koninklijk besluit van 5 mei 1986 inzake de vrijstelling van rechten bij invoer en van accijns in het internationale reizigersverkeer (6);
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 4 december 2008;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 5 december 2008;
Gelet op het advies van de Douaneraad van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie;
Overwegende de hoogdringendheid ingegeven door het feit dat het onderhavige besluit als essentieel doel heeft om een richtlijn uitgevaardigd door de Raad van de Europese Unie alsmede de bepalingen van de voornoemde douaneverordening die verwijzen naar de voornoemde richtlijn om te zetten in nationaal recht; dat die richtlijn nr. 2007/74 werd gepubliceerd in het Officieel Publicatieblad van de Europese Unie op 29 december 2007, terwijl de verordening nr. 274/2008 pas werd gepubliceerd in het Officieel Publicatieblad van de Europese Unie van 27 maart 2008, dat de twee hogergenoemde reglementerende teksten moeten worden toegepast vanaf 1 december 2008; dat in die omstandigheden het onderhavige besluit zonder uitstel moet worden genomen;
Gelet op de wetten van de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit zet de richtlijn 2007/74/EG van de Raad van 20 december 2007 betreffende de vrijstelling van belasting over de toegevoegde waarde en accijnzen op goederen die worden ingevoerd door reizigers komende uit derde landen om.
Art. 2.Onder voorbehoud van het bepaalde in de artikelen 4 tot 6 en 8 tot 10, wordt gehele vrijstelling van rechten bij invoer, van accijns en van bijzondere accijns verleend voor de goederen die deel uitmaken van de persoonlijke bagage van reizigers komende uit een derde land of van een grondgebied waar de communautaire regels inzake accijnzen niet van toepassing zijn, voor zover het invoeren betreft waaraan elk handelskarakter vreemd is en de globale waarde van die goederen per persoon niet meer bedraagt dan, - 430 EUR voor lucht- en zeereizigers; 300 EUR voor de andere reizigers.
Art. 3.Wanneer een reis in doorvoer over het grondgebied van een derde land loopt of het grondgebied van een derde land als vertrekpunt heeft, zijn de kwantitatieve beperkingen en de drempelbedragen vastgelegd in de artikelen 2 en 4 tot 10 van toepassing indien de reiziger niet kan aantonen dat de in zijn bagage meegevoerde goederen onder de algemene voorwaarden van de binnenlandse markt van een lidstaat zijn verkregen en zij niet genieten van enige teruggaaf van accijnzen.
Het overvliegen van een grondgebied zonder landing is geen doorvoer.
Art. 4.Overtreft de totale waarde van verscheidene goederen per persoon de door de artikelen 2 en 8 vastgestelde drempelbedragen, dan wordt de vrijstelling tot die bedragen verleend voor die goederen waarvoor, bij afzonderlijke invoer, die vrijstelling had kunnen worden verleend met dien verstande dat de waarde van een afzonderlijk goed niet mag worden gesplitst voor de berekening van de drempelbedragen die met het onderhavige besluit worden vastgelegd.
Art. 5.Voor om het even welk soort motorvoertuig komende uit een derde land of van een grondgebied waar de communautaire regels inzake accijnzen niet van toepassing zijn wordt vrijstelling van invoerrechten, accijnzen en bijzondere accijnzen verleend voor de brandstof die zich in het normale reservoir van dat voertuig bevindt, alsmede voor een maximale hoeveelheid van 10 liter brandstof in een draagbaar bergingsmiddel.
Art. 6.Voor de toepassing van dit besluit : 1° wordt verstaan onder grondgebied waar de communautaire regels inzake accijnzen niet van toepassing zijn : elk grondgebied ander dan van een derde land waar de richtlijn nr.92/12/EEG niet van toepassing is, rekening houdende met het feit dat ingevolge een tussen de regering van het Verenigd Koninkrijk en het eiland Man aangegane overeenkomst inzake douane en accijnzen en daarmede verband houdende zaken van 15 oktober 1979, het eiland Man niet wordt beschouwd als een grondgebied waar de communautaire regels inzake accijnzen niet van toepassing zijn; 2° wordt, voor het bepalen van het bedrag van de vrijstelling bedoeld in de artikelen 2 en 8, geen rekening gehouden met de waarde : a) van de persoonlijke bagage van de reiziger die tijdelijk worden ingevoerd of na tijdelijke uitvoer weder worden ingevoerd;b) van de geneesmiddelen die overeenkomen met de persoonlijke behoefte van de reiziger;c) van de goederen als bedoeld in artikel 5 en 7;3° wordt als invoer waaraan elk handelskarakter vreemd is, beschouwd de invoer die : a) een incidenteel karakter draagt en b) uitsluitend betrekking heeft op goederen, bestemd voor het persoonlijk gebruik van de reizigers dan wel voor gebruik door leden van hun gezin of bestemd om ten geschenke te worden aangeboden, mits blijkens de aard en de hoeveelheid der goederen aan die invoer geen commerciële overwegingen ten grondslag liggen;4° onder persoonlijke bagage wordt verstaan alle bagage die de reiziger bij zijn aankomst bij de douane kan aanbieden, alsmede de bagage die hij later bij die douane aanbiedt, mits hij bewijst, dat deze bij zijn vertrek als begeleide bagage was ingeschreven bij de maatschappij die instond voor zijn vervoer.Brandstof andere dan die bedoeld in artikel 5 wordt niet beschouwd als zijnde persoonlijke bagage. 5° wordt verstaan onder « luchtreizigers » en « zeereizigers », personen die reizen door de lucht of over zee, met uitzondering van de particuliere plezierlucht- of -zeevaart;6° onder "particuliere plezierluchtvaart" en "particuliere plezierzeevaart" wordt verstaan : het gebruik van een luchtvaartuig of een zeewaardig vaartuig door de eigenaar daarvan of door de natuurlijke of rechtspersoon die het gebruiksrecht daarvan geniet door huur of anderszins, voor andere dan commerciële doeleinden en met name voor andere doeleinden dan voor het vervoer van personen of goederen of voor het verrichten van diensten onder bezwarende titel, dan wel ten behoeve van overheidsinstanties.
Art. 7.Onder voorbehoud van het bepaalde in de artikelen 8 tot 10, wordt, ten aanzien van de hierna genoemde goederen, ingevoerd uit een derde land of uit een grondgebied waar de communautaire regels inzake accijnzen niet van toepassing zijn de vrijstelling beperkt tot de volgende hoeveelheden : 1° tabaksproducten : a) sigaretten .. . . . 200 stuks of b) cigarillo's (sigaren die per stuk niet meer dan 3 gram wegen) .. . . . 100 stuks of c) sigaren .. . . . 50 stuks of d) rooktabak .. . . . 250 gram of e) een assortiment van tabaksproducten, voor zover het totaal der gebruikte percentages van de vrijstellingen de 100 % niet overschrijdt, met dien verstande dat de in de punten a) tot d) aangeduide hoeveelheden elk, voor de toepassing van onderhavig punt 100 % van de totaal toegestane vrijstelling voor tabaksproducten voorstellen;2° alcohol en alcoholische dranken :
a) boissons distillées et boissons spiritueuses ayant un titre alcoométrique de plus de 22 % vol;alcool éthylique non dénaturé de 80 % vol et plus,
au total 1 litre
a) gedistilleerde en alcoholhoudende dranken met een alcoholgehalte van meer dan 22 % vol;niet gedenatureerde ethylalcohol van 80 % vol en hoger
in totaal 1 liter
ou
of
boissons distillées et boissons spiritueuses, apéritifs à base de vin ou d'alcool, tafia, saké ou boissons similaires ayant un titre alcoométrique n'excédant pas 22 % vol; vins mousseux, vins de liqueur . . . . .
au total 2 litres
gedistilleerde en alcoholhoudende dranken, aperitieven op basis van wijn of van alcohol, tafia, saké of soortgelijke dranken met een alcoholgehalte dat de 22 % vol niet overschrijdt; mousserende wijnen, likeurwijnen . . . . .
in totaal 2 liter
ou
of
een assortiment van gedistilleerde en alcoholhoudende dranken andere dan niet-mousserende wijnen en bier, voor zover het totaal der gebruikte percentages van de vrijstellingen de 100 % niet overschrijdt, met dien verstande dat de in de voorgaande alinea's aangeduide hoeveelheden elk, voor de toepassing van onderhavige alinea 100 % van de totaal toegestane vrijstelling voor gedistilleerde en alcoholhoudende dranken voorstellen.
b) vins tranquilles .. . . .
au total 4 litres
b) niet-mousserende wijnen .. . . .
in totaal 4 liter
c) bières .. . . .
au total 16 litres
c) bieren .. . . .
in totaal 16 liter
Art. 8.Ten aanzien van de reizigers beneden de leeftijd van vijftien jaar, wordt in het geval bedoeld in artikel 2 de globale waarde van de goederen beperkt tot 175 EUR. Voor reizigers beneden de leeftijd van zeventien jaar wordt geen vrijstelling verleend voor tabaksproducten, alcohol en alcoholische dranken.
Art. 9.De in de artikelen 2 en 7 bedoelde vrijstellingen worden binnen de in artikel 10 bepaalde grenzen verminderd voor de goederen ingevoerd door het personeel van de in het internationaal verkeer gebruikte vervoermiddelen, tenzij zij het bewijs leveren dat zij zich niet verplaatsen in het kader van hun beroepsbezigheid.
Art. 10.§ 1. De verminderde vrijstellingen bedoeld in artikel 9 zijn beperkt tot volgende hoeveelheden : 1° tabaksproducten : a) sigaretten .. . . . 40 stuks of b) cigarillo's (sigaren die per stuk niet meer dan 3 gram wegen) .. . . . 20 stuks of c) sigaren .. . . . 10 stuks of d) rooktabak .. . . . 50 gram of e) een assortiment van tabaksproducten, voor zover het totaal der gebruikte percentages van de vrijstellingen de 100 % niet overschrijdt, met dien verstande dat de in de punten a) tot d) aangeduide hoeveelheden elk, voor de toepassing van onderhavig punt 100 % van de totaal toegestane vrijstelling voor tabaksproducten voorstellen;2° alcohol en alcoholische dranken :
a) boissons distillées et boissons spiritueuses ayant un titre alcoométrique de plus de 22 % vol;alcool éthylique non dénaturé de 80 % vol et plus, . . . . .
au total 0,25 litre
a) gedistilleerde en alcoholhoudende dranken met een alcoholgehalte van meer dan 22 % vol;niet gedenatureerde ethylalcohol van 80 % vol en hoger . . . . .
in totaal 0,25 liter
ou
of
boissons distillées et boissons spiritueuses, apéritifs à base de vin ou d'alcool, tafia, saké ou boissons similaires ayant un titre alcoométrique n'excédant pas 22 % vol ou moins; vins mousseux, vins de liqueur . . . . .
au total 0,50 litre
gedistilleerde en alcoholhoudende dranken, aperitieven op basis van wijn of van alcohol, tafia, saké of soortgelijke dranken met een alcoholgehalte van ten hoogste 22 % vol; mousserende wijnen, likeurwijnen . . . . .
in totaal 0,50 liter
of een assortiment van gedistilleerde en alcoholhoudende dranken andere dan niet-mousserende wijnen en bier, voor zover het totaal der gebruikte percentages van de vrijstellingen de 100 % niet overschrijdt, met dien verstande dat de in de voorgaande alinea's aangeduide hoeveelheden elk, voor de toepassing van onderhavige alinea 100 % van de totaal toegestane vrijstelling voor gedistilleerde en alcoholhoudende dranken voorstellen;
b) vins tranquilles .. . . .
au total 2 litres
b) niet-mousserende wijnen .. . . .
in totaal 2 liter
ou
of
c) bières .. . . .
au total 8 litres
c) bieren .. . . .
in totaal 8 liter
§ 2. De verminderde vrijstellingen bedoeld in artikel 9 zijn beperkt tot de globale waarde van 175 EUR wat het in artikel 2 bedoelde drempelbedrag betreft.
Art. 11.Het koninklijk besluit van 5 mei 1986 inzake de vrijstelling van invoerrecht en accijns in het internationale reizigersverkeer wordt opgeheven.
Art. 12.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2008.
Art. 13.De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 januari 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS _______ Nota's (1) Belgisch Staatsblad van 21 januari 1977 (2) Belgisch Staatsblad van 30 maart 2006 (3) Belgisch Staatsblad van 29 december 1989 (4) Publicatieblad van 27 maart 2008 nr.L 85 (5) Publicatieblad van 29 december 2007 nr.L 346 (6) Belgisch Staatsblad van 4 juli 1986
Koninklijk besluit 5 mei 1986
Koninklijk besluit 2008
Richtlijn 2007/74/EG
Overwegende
Overwegende aangepast
Overwegende
Art.1
Art. 1
Art. 2
Art. 7, § 1
Art. 2 opgeheven
Art. 3
Art. 2
Art. 3
Art. 4
Art. 7, § 3
Art. 4
Art. 5
Art. 11
Art. 5
Art. 6, 1°, a) en b)
Art. 7, § 4
1°, c)
Art. 12
2°, a) en b)
Art. 6
3°,
Art. 5
4°, 1e alinea
Art. 13, § 2, 2e alinea
4°, 2e alinea
Art. 3, punt 4
Art. 6
Art. 7, 1°
Art. 8, § 1
2°, a)
Art. 9, § 1 et § 2
2°, b)
Art. 9, § 3
2°, c)
Art. 9, § 3
Art. 7 opgeheven
Art. 8
Art. 8, 1e alinea
Art. 7, § 2
2e alinea
Art. 10
Art. 9
Art. 9
Art. 13, § 1, c)
Art. 10
Art. 10, § 1
Art. 13, § 1, 1e alinea
1°
Art. 8, § 1
2°, a)
Art. 9, § 1
2°, b)
Art. 9, § 3
2°, c)
Art. 9, § 3
§ 2
Art. 13, § 1, 1e alinea
Art. 11
Art. 11
Art. 18
Art. 12
Art. 12
Art. 20
Art.13
Art. 13