Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 februari 2013
gepubliceerd op 15 maart 2013

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juni 2010 betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2012014553
pub.
15/03/2013
prom.
27/02/2013
ELI
eli/besluit/2013/02/27/2012014553/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 FEBRUARI 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juni 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/06/2010 pub. 14/06/2010 numac 2010014111 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen sluiten betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de politie over het wegverkeer, gecoördineerd op 16 maart 1968, artikel 1, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 juni 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/06/2010 pub. 14/06/2010 numac 2010014111 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen sluiten betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011014228 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juni 2010 betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen sluiten;

Gelet op het voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak om een effectbeoordeling uit te voeren, waarin besloten wordt dat een effectbeoordeling niet vereist is;

Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen bij de opstelling van dit besluit;

Gelet op het feit dat voldaan werd aan de bepalingen van artikel 8 van Richtlijn 98/34/EEG van het Europees Parlement en van de Raad van 20 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/48/EEG;

Gelet op advies 50.869/4 en 51.932/2/V van de Raad van State, gegeven op 22 februari 2012 en op 29 augustus 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en van de Staatssecretaris voor Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 2, § 1 van het koninklijk besluit van 2 juni 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/06/2010 pub. 14/06/2010 numac 2010014111 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen sluiten betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011014228 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juni 2010 betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen sluiten, wordt aangevuld met de bepaling onder 14°, luidende : « 14° extra gewicht : massa toegevoegd op de aangedreven assen van het trekkend voertuig met het enige doel voldoende grip te krijgen om de sleep voort te bewegen. ».

Art. 2.- Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende : « De vergunning kan, indien het vervoer het vereist, afwijken van artikel 49.1, eerste lid van de Wegcode. ».

Art. 3.- In hetzelfde besluit wordt een artikel 3/1 ingevoegd, luidende : «

Art. 3/1.- § 1. Praalwagens zijn, binnen de voorwaarden van artikel 56bis van de Wegcode, niet onderworpen aan de bepalingen van dit besluit, evenals uitzonderlijke voertuigen, op de openbare weg in het verkeer gebracht : - door het leger; - door de politiediensten; - door de wegbeheerders voor het uitvoeren van hun opdrachten; - door de aannemers van de wegbeheerders die tijdens de winterperiode belast zijn met het ruimen van sneeuw of het strooien, voor zover het uitzonderlijk karakter van het voertuig ontstaat door de sneeuwschop of de strooiïnstallatie; - door de civiele bescherming; - door de brandweer; of opgevorderd door de overheid voor rampenbestrijding.

In deze gevallen gebeurt het uitzonderlijk vervoer onder de leiding van de overheid die het uitzonderlijk voertuig gebruikt. Deze overheid neemt alle vereiste maatregelen om de verkeersveiligheid te verzekeren alsmede om het verkeer van het uitzonderlijk voertuig veilig en vlot te laten verlopen. § 2. De gemeenteraden mogen aanvullende reglementen vaststellen waarbij de toepassing van de bepalingen van dit besluit wordt geschorst of gewijzigd voor het verkeer tussen de laad- en loskaaien, de opslagplaatsen, de hangars en de magazijnen gelegen binnen de zee- of de rivierhavens. ».

Art. 4.- In artikel 5 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 3 opgeheven.

Art. 5.- In artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit worden de woorden « Zonder afbreuk te doen aan de eventuele bijkomende kosten opgelegd door de beheerder, » ingevoegd vóór de woorden « een retributie is verschuldigd door de aanvrager voor de behandeling van de vergunningsaanvraag en te betalen na notificatie van de vergunning of van zijn weigering : ».

Art. 6.- Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 10.- Met uitzondering van het extra gewicht, mag een uitzonderlijk voertuig ten hoogste één voorwerp vervoeren in een afmeting die niet overeen komt met de Wegcode en het Technisch Reglement.

In een afmeting overeenkomstig de Wegcode en het Technisch reglement kunnen meerdere delen vervoerd worden voor zover de massa van het voertuig voldoet aan het Technisch Reglement. » .

Art. 7.- Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de zin « Deze wordt eveneens bij de vergunning gevoegd. ».

Art. 8.- In artikel 12 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt : « Om de hoogte of de breedte, niet- overeenkomstig de Wegcode en het Technisch reglement, van een uitzonderlijk voertuig te verminderen, is het toegelaten één van de onderdelen of elementen van de ondeelbare lading te demonteren en op hetzelfde voertuig te vervoeren zonder verhoging van de totale massa. Het is, indien noodzakelijk, in afwijking van artikel 10, eerste lid, toegelaten door deze handeling een lengte te creëren die niet overeenkomt met de Wegcode of het Technisch reglement, of de oorspronkelijke lengte te vergroten.

Het is toegelaten om de hoogte of de breedte van een uitzonderlijk voertuig te verminderen tot een niveau dat niet conform is aan de Wegcode of het Technisch reglement, door de lading te kantelen zodat een breedte of een hoogte wordt gecreëerd die niet conform is of de oorspronkelijke breedte of hoogte vergroot. ».

Art. 9.- Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met de zin « Deze wordt eveneens bij de vergunning gevoegd. ».

Art. 10.- Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 16.- Op het uitzonderlijk voertuig wordt voor- en achteraan een paneel of een opschrift geplaatst overeenkomstig de bijlage bij dit besluit.

De onderste rand van het paneel of het opschrift wordt op minstens 0,40 meter boven de grond geplaatst.

De panelen of de opschriften worden onzichtbaar maken zodra het voertuig niet meer beantwoordt aan de kenmerken van een uitzonderlijk voertuig. ».

Art. 11.- In artikel 18 van hetzelfde besluit wordt de bepaling onder het tweede streepje opgeheven.

Art. 12.- Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 4, luidende : « § 4. In uitzonderlijke omstandigheden mag er van paragraaf 1, laatste lid, van paragraaf 2, laatste lid, en van paragraaf 3, laatste lid, worden afgeweken, teneinde de verplaatsing van het konvooi zonder gevaar voor dit konvooi of voor de andere weggebruikers te laten verlopen. ».

Art. 13.- In artikel 22, tweede lid van hetzelfde besluit, wordt het woord « 16 » vervangen door de woorden « 16, eerste en tweede lid ».

Art. 14.- In artikel 25 van hetzelfde besluit, wordt de bepaling onder het vierde streepje opgeheven.

Art. 15.- In artikel 27 van hetzelfde besluit, worden het tweede en derde lid vervangen als volgt : « Om deze aanwijzingen te geven of om het verkeer stil te leggen gebruiken zij een schijf op handgreep die een bord C3 voorstelt, waarvan de kenmerken bepaald zijn in artikel 2 van het ministerieel besluit van 1 december 1975 tot vaststelling van de kenmerken van bepaalde schijven, bebakeningen en platen, die voorgeschreven zijn door het algemeen reglement op de politie van het wegverkeer, uitgezonderd tussen het vallen van de avond en het aanbreken van de dag en in alle omstandigheden wanneer het niet meer mogelijk is duidelijk te zien tot op een afstand van ongeveer 200 meter, waarvoor een toortslamp met oranje kegel gebruikt wordt. ».

Art. 16.- In hetzelfde besluit wordt een artikel 27/1 ingevoegd, luidende : «

Art. 27/1.- Indien de verkeerscoördinator en de begeleiders de aanwijzingen bedoeld in artikel 27, eerste lid, buiten hun voertuigen dienen te geven, dragen zij signalisatiekledij die voldoet aan het type NBN EN 471+A1 :2008 en volgende, van klasse 3 of gelijkwaardig en bestaande uit een jas van gele kleur en eventueel een broek van dezelfde kleur of een overall van dezelfde kleur.

Een logo van zwarte kleur zoals bepaald in b) van de bijlage bij dit besluit, van minimum 0,25 meter in horizontale afmeting met de juiste verhoudingen, wordt centraal op de rug van de jas of centraal op de rug van het bovenste gedeelte van de overall geplaatst.

Een logo van zwarte kleur zoals bepaald in b) van de bijlage bij dit besluit, van minimum 0,08 meter in horizontale afmeting met de juiste verhoudingen, wordt rechts op de voorzijde van de jas of rechts op de voorzijde van het bovenste gedeelte van de overall geplaatst. ».

Art. 17.- Artikel 29, § 1 van hetzelfde besluit gewijzigd door het koninklijk besluit van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011014228 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juni 2010 betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen sluiten, wordt aangevuld met 4°, dat luidt als volgt : « 4° Om een brug over te rijden op een autosnelweg of op een weg verdeeld in vier of meer rijstroken waarvan er ten minste twee zijn bestemd voor elke richting en waarop de maximale toegelaten snelheid hoger is dan 70 km/u., indien de vergunning een overschrijding aan maximum 5 km/u. voorschrijft. ».

Art. 18.- Artikel 30 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011014228 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juni 2010 betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen sluiten, wordt vervangen als volgt : «

Art. 30.- § 1. Op wegen en autosnelwegen is het verkeer van uitzonderlijke voertuigen breder dan 4,00 meter verboden van 06.00 u tot 21.00 u.

In afwijking van het eerste lid, is het verkeer van uitzonderlijke voertuigen breder dan 3,50 meter van 06.00 u. tot 21.00 u. verboden op de autosnelwegen bestaande uit minder dan drie rijstroken in de gevolgde rijrichting, behalve op op- en afritten van autosnelwegen met ten minste 3 rijstroken die door het verkeersbord F5 gesignaleerd zijn.

Op alle wegen en autosnelwegen is het verkeer van uitzonderlijke voertuigen langer dan 30,00 meter verboden van 06.00 u. tot 21.00 u.

Op alle wegen en autosnelwegen is het verkeer van uitzonderlijke voertuigen verboden op 1 januari, Paasmaandag, 1 mei, Onze-Lieve-Heer-Hemelvaart, Pinkstermaandag, 21 juli, 15 augustus, 1 november, 11 november en 25 december. Het verbod gaat daags voordien in om 16.00 u. en eindigt de dag zelf om middernacht.

Op alle wegen en autosnelwegen, is het verkeer van uitzonderlijke voertuigen verboden van zaterdag 12.00 u. tot zondag middernacht, behalve voor kraanautos met een massa van ten hoogste 96 ton, of die niet breder dan 3,00 meter zijn.

Op alle wegen en autosnelwegen, is het verkeer van uitzonderlijke voertuigen verboden tussen 07.00 u. en 09.00 u. en tussen 16.00 u. en 18.00 u., behalve voor uitzonderlijke voertuigen met een massa van ten hoogste 60,00 ton, die niet breder zijn dan 3,50 meter en niet langer zijn dan 27,00 meter, voor zover de vergunning geen voorschriften voorziet die een invloed kunnen hebben op de doorstroming van het verkeer door op de reisweg specifieke maneuvers op te leggen of de snelheid van het uitzonderlijke voertuig beperken.

De verkeersverboden bedoeld in de voorgaande leden, voor wat betreft de andere wegen dan de autosnelwegen, zijn niet van toepassing op landbouwvoertuigen. § 2. De vergunning kan specifieke voorschriften bevatten die afwijken van paragraaf 1. § 3. Het verkeer van uitzonderlijke voertuigen is verboden als de openbare weg besneeuwd of beijzeld is, bij mist, sneeuwval of bij regen waarbij de zichtbaarheid tot minder dan 200,00 meter is beperkt.

Wanneer een uitzonderlijk voertuig onverwachts geconfronteerd wordt met de voormelde omstandigheden, stopt het zo vlug mogelijk op de eerst mogelijke plaats waar het verkeer niet gehinderd wordt. ».

Art. 19.- In hetzelfde besluit wordt een artikel 30/1 ingevoegd, luidende : «

Art. 30/1.Op de autosnelwegen, evenals op de openbare wegen bestaande uit minstens twee rijstroken in de gevolgde rijrichting, laat het uitzonderlijk voertuig breder dan een rijstrook de tweede rijstrook, te rekenen vanaf de rechter boord van de rijweg, vrij voor andere weggebruikers indien de infrastructuur het toelaat. Om dit te doen mag het de witte doorlopende lijn aan de rechterzijde van de eerste rijstrook overschrijden. ».

Art. 20.- In hetzelfde besluit wordt een artikel 32/1 ingevoegd, luidende : «

Art. 32/1.In de gevallen bedoeld in artikel 30, § 3, en in de artikelen 51 en 52 van de Wegcode, nemen de bestuurder en in voorkomend geval de begeleiders alle maatregelen die nodig zijn om de veiligheid en de vlotte doorstroming van het verkeer te verzekeren.

Daartoe dienen zij te voldoen aan de bepalingen van artikel 51 van de Wegcode en bij een ongeval, aan artikel 52 van de Code. ».

Art. 21.- Artikel 35 van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : «

Art. 35.- De bevoegde personen bedoeld in artikel 3, 1°, 2° et 7° van de Wegcode zijn belast met het toezicht op de naleving van dit besluit. ».

Art. 22.- In hetzelfde besluit wordt de bijlage, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 24/10/2011 pub. 03/11/2011 numac 2011014228 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juni 2010 betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen sluiten, vervangen door de bijlage bij dit besluit.

Art. 23.- Dit besluit treedt in werking op de tiende dag van de maand die volgt op de bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van het artikel 16 dat in werking treedt op 1 september 2013.

Art. 24.- De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor het Wegverkeer zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 februari 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Staatssecretaris voor Mobiliteit, M. WATHELET

Bijlage bij het koninklijk besluit van 27 februari 2013 tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juni 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/06/2010 pub. 14/06/2010 numac 2010014111 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen sluiten betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen. « BIJLAGE bij het koninklijk besluit van 2 juni 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/06/2010 pub. 14/06/2010 numac 2010014111 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen sluiten betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen.

Het paneel of het opschrift geplaatst op de uitzonderlijke voertuigen heeft : a) hetzij een rechthoekige vorm van minstens 1,00 x 0,16 meter.Het heeft een gele of oranje lichtweerkaatsende achtergrond. Het opschrift is geschreven in zwarte hoofdletters met een minimale hoogte van 12 centimeter en bestaat uit één of een combinatie van meerdere van de onderstaande opschriften :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld b) hetzij, een vierkante vorm met een zijde van 0,50 meter die volgend model weergeeft.Het logo is zwart van kleur, volgens de verhoudingen van het model, op een gele lichtweerkaatsende achtergrond, omkaderd door een zwarte streep van 0,02 meter :

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld ».

Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 27 februari 2013 tot wijziging van het koninklijk besluit van 2 juni 2010Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/06/2010 pub. 14/06/2010 numac 2010014111 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen sluiten betreffende het wegverkeer van uitzonderlijke voertuigen.

Gegeven te Brussel, 27 februari 2013.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Staatssecretaris voor Mobiliteit, M. WATHELET

^