Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 december 2012
gepubliceerd op 31 december 2012

Koninklijk besluit tot aanpassing van het KB/WIB 92 inzake de verzaking aan de inning van de roerende voorheffing met betrekking tot dividenden die worden uitgekeerd door vastgoedbeleggingsvennootschappen met vast kapitaal

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2012003391
pub.
31/12/2012
prom.
27/12/2012
ELI
eli/besluit/2012/12/27/2012003391/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot aanpassing van het KB/WIB 92 inzake de verzaking aan de inning van de roerende voorheffing met betrekking tot dividenden die worden uitgekeerd door vastgoedbeleggingsvennootschappen met vast kapitaal


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Dit besluit is van toepassing op de fiscale bepalingen met betrekking tot vastgoedbevaks en heeft als voornaamste doelstelling het aanpassen van het KB/WIB 92 inzake de verzaking aan de inning van de roerende voorheffing tengevolge van de wijzigingen aan de artikelen 171, 3° quater, en 269, 3°, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 door de artikelen 80, e, en 84 van de programmawet van 24 december 2012 die het tarief van de roerende voorheffing vastlegt op 15 pct. wat de residentiële vastgoedbevaks betreft die beantwoorden aan bepaalde voorwaarden terwijl het tarief van de roerende voorheffing met betrekking tot uitgekeerde dividenden door andere beleggingsvennootschappen is vastgesteld op 25 pct.

Artikel 1.Dit artikel past artikel 106, § 7, eerste lid, van het KB/WIB 92 aan door de opheffing van de verwijzing naar artikel 2, 1°, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbevaks.

Art. 2.Artikel 106, § 8, van het KB/WIB 92 wordt opgeheven.

De opheffing van dit artikel doet de verzaking aan de inning van de roerende voorheffing op de dividenden, waarvan de schuldenaar een residentiële beleggingsvennootschap is, teniet.

Art. 3.Artikel 117, § 13, van het KB/WIB 92 wordt opgeheven ingevolge de opheffing van artikel 106, § 8, van hetzelfde besluit.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2013, ofwel op dezelfde datum als de inwerkingtreding van artikelen 80 en 84 van de voornoemde programmawet van 24 december 2012.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, De zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën S. VANACKERE

27 DECEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot aanpassing van het KB/WIB 92 inzake de verzaking aan de inning van de roerende voorheffing met betrekking tot dividenden die worden uitgekeerd door vastgoedbeleggingsvennootschappen met vast kapitaal (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 266;

Gelet op het KB/WIB 92;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 17 december 2012;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting van 19 december 2012;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 3, § 1;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat artikelen 80 en 84 van de programmawet van 24 december 2012 die het tarief van de roerende voorheffing vastleggen op 15 pct. wat de residentiële vastgoedbevaks betreft die beantwoorden aan bepaalde voorwaarden, terwijl het tarief van de roerende voorheffing met betrekking tot uitgekeerde dividenden door andere beleggings-vennootschappen is vastgesteld op 25 pct., uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2013;

Overwegende dat het belangrijk is voor de begroting dat de aangehaalde bepalingen zo snel als mogelijk hun fiscale rendement bereiken;

Overwegende dat het budgettair akkoord aangaande het tarief van de roerende voorheffing met betrekking tot deze vastgoedbevaks afhangt van de onmiddellijke opheffing van de verzaking van de inning van de roerende voorheffing met betrekking tot de door deze vastgoedbevaks uitgekeerde dividenden;

Overwegende dat het te verkiezen is dat de aangehaalde wijzigingen niet met terugwerkende kracht in werking treden;

Overwegende dat het doel niet is een nieuwe maatregel te nemen maar een reeds bestaande bepaling op te heffen, wat mogelijk maakt dat een nieuwe bepaling ingevoerd door de programmawet van 24 december 2012 in het Wetboek van inkomstenbelastingen 1992 ten volle in werking kan treden vanaf 1 januari 2013.

Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 106, § 7, eerste lid, van het KB/WIB 92, vervangen bij koninklijk besluit van 10 april 1995, worden de woorden", met uitsluiting van de vastgoedbeleggings-vennootschappen met vast kapitaal als bedoeld in artikel 2, 1°, van het koninklijk besluit van 10 april 1995 met betrekking tot vastgoedbevaks" opgeheven.

Art. 2.Artikel 106, § 8, van het KB/WIB 92, ingevoegd bij koninklijk besluit van 10 april 1995, wordt opgeheven.

Art. 3.Artikel 117, § 13, van het KB/WIB 92, ingevoegd bij koninklijk besluit van 30 mei 1995, wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2013.

Art. 5.De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 27 december 2012.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, S. VANACKERE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 10 april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juli 1992. Koninklijk Besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, Belgisch Staatsblad van 13 september 1993.

Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.

^