Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 december 2004
gepubliceerd op 31 december 2004

Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 176, § 5, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2004014293
pub.
31/12/2004
prom.
27/12/2004
ELI
eli/besluit/2004/12/27/2004014293/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 DECEMBER 2004. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 176, § 5, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven


ADVIES 37.917/4 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, vierde kamer, op 13 december 2004 door de Minister van Mobiliteit verzocht hem, binnen een termijn van vijf werkdagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "houdende uitvoering van artikel 176, § 5, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven", heeft op 20 december 2004 het volgende advies gegeven : Volgens artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996 en vervangen bij de wet van 2 april 2003, moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan.

In het onderhavige geval luidt de motivering in de brief met de adviesaanvraag als volgt : « En effet, un nouveau contrat de gestion a été conclu par Belgocontrol et l'Etat belge en date du 26 novembre 2004. Il comporte des objectifs ambitieux en terme de qualité des services à fournir et du prix demandé aux usagers, etc. Ces objectifs tendent à répondre de manière adéquate aux nouveaux défis posés par le paquet dit "Ciel unique européen". Celui-ci est composé du règlement 549/2004/CE du Parlement européen et du Conseil du 10 mars 2004 fixant le cadre pour la réalisation du ciel unique européen, du règlement 550/2004/CE du Parlement européen et du Conseil du 10 mars 2004 relatif à la fourniture de services de navigation aérienne dans le Ciel unique européen, du règlement 551/2004/CE du Parlement européen et du Conseil du 10 mars 2004 relatif à l'organisation et l'utilisation de l'espace aérien dans le Ciel unique européen et du règlement 552/2004/CE du Parlement européen et du Conseil du 10 mars 2004 concernant l'interopérabilité du réseau européen de gestion du trafic aérien. Ils ont tous effet direct en droit belge.

Afin d'atteindre les objectifs précités, Belgocontrol doit pouvoir disposer d'un cadre financier stable. Etant donné que le système introduit par la loi du 28 avril 1958 relative à la pension des membres du personnel de certains organismes d'intérêt public et de leurs ayants droit contient un risque en terme d'obligation de financement difficilement évaluable, Belgocontrol doit le plus vite possible être retiré du champ d'application de la loi précitée du 28 avril 1958. » Overeenkomstig artikel 84, § 3, eerste lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State beperkt de afdeling wetgeving van de Raad van State zich tot het onderzoek van de rechtsgrond, van de bevoegdheid van de steller van de handeling, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan.

Het aldus onderzochte ontwerp geeft aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Aanhef 1. Voor de informatieplicht die bij artikel 3, §§ 5 en 6, en bij artikel 5, eerste lid, van het ontwerp, aan Belgocontrol wordt opgelegd, is geen uitdrukkelijke rechtsgrond te vinden in artikel 176, § 5, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, zoals het vervangen wordt bij het (ontworpen) koninklijk besluit "tot herstructurering van de wettelijke pensioenverplichtingen van Belgocontrol", waarover heden advies 37.918/4 is uitgebracht.

Evenwel kan worden aangenomen dat voor die bepalingen een rechtsgrond te vinden is in de algemene bevoegdheid voor de uitvoering van wetten, die bij artikel 108 van de Grondwet aan de Koning verleend wordt.

Bijgevolg moet ook worden verwezen naar deze grondwetsbepaling in een afzonderlijk lid van de aanhef. 2. In het eerste lid van de aanhef dient nader te worden bepaald dat artikel 176, § 5, van de voormelde wet van 21 maart 1991 vervangen wordt bij het (ontworpen) koninklijk besluit "tot herstructurering van de wettelijke pensioenverplichtingen van Belgocontrol". De kamer was samengesteld uit : Mevr. M.-L. Willot-Thomas, kamervoorzitter;

De heren P. Liénardy en P. Vandernoot, staatsraden;

Mevr. C. Gigot, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer Y. Chauffoureaux, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer J. Liénardy.

De griffier, De voorzitter, C. Gigot. M.-L. Willot-Thomas.

27 DECEMBER 2004. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 176, § 5, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven, inzonderheid op artikel 176, § 5, vervangen door het Koninklijk besluit van [...] december 2004 tot herstructurering van de wettelijke pensioenverplichtingen van Belgocontrol;

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 december 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 9 december 2004;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat een nieuwe beheersovereenkomst werd afgesloten tussen Belgocontrol en de Belgische Staat op datum van 26 november 2004. Deze laatste bevat ambitieuze doelstellingen wat betreft de verbetering van de kwaliteit van de te leveren diensten, op het niveau van de vergoeding die wordt gevraagd aan de gebruikers, enz.Deze doelstellingen willen op een doeltreffende manier beantwoorden aan het zgn. pakket « Single European Sky ». Dit laatste is samengesteld uit verordening 549/2004/CE van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 tot vaststelling van het kader voor de totstandbrenging van het gemeenschappelijke Europese luchtruim, verordening 550/2004/ van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de verlening van luchtvaartnavigatiediensten in het gemeenschappelijk Europees luchtruim, verordening 551/2004/CE van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de organisatie en het gebruik van het gemeenschappelijk Europees luchtruim en verordening 552/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 10 maart 2004 betreffende de interoperabiliteit van het Europese netwerk voor luchtverkeersbeveiliging. Deze hebben alle directe werking in het Belgische recht. Om de vermelde doelstellingen te kunnen bereiken, moet Belgocontrol over een stabiel financieel kader kunnen beschikken.

Aangezien het stelsel ingesteld door de wet van 28 april 1958 betreffende het pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut alsmede hun rechthebbenden, een moeilijk inschatbaar risico inzake financieringsverplichting inhoudt, dient Belgocontrol zo vlug mogelijk uit het toepassingsgebied van voormelde wet van 28 april 1958 te worden gehaald;

Gelet op advies 37.917/4 van de Raad van State, gegeven op 20 december 2004, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op voordracht van Onze Minister van Mobiliteit en Onze Minister van Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° « de wet » : de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;2° « het Fonds voor Overlevingspensioenen » : het organiek fonds van de Begroting van pensioenen, genaamd « Fonds voor Overlevingspensioenen »;3° « een compensatiebetaling » : een betaling verschuldigd door Belgocontrol aan het Fonds voor Overlevingspensioenen of door het Fonds voor Overlevingspensioenen aan Belgocontrol overeenkomstig de bepalingen van artikel 176, § 5, van de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.

Art. 2.Voor de toepassing van artikel 176, § 5, van de wet, wordt de actuele waarde berekend op basis van de volgende actuariële factoren : a) een reële intrestvoet van 3,34 pct.per jaar; b) de sterftewetten die voortvloeien uit de tafels MR of FR van toepassing op 1 januari 2005, naargelang het rustpensioen toegekend wordt aan een persoon van het mannelijk of vrouwelijk geslacht.Deze tafels zijn vastgesteld met de formule en de constanten zoals bepaald op 1 januari 2005 in bijlage van het koninklijk besluit van 7 mei 2000 betreffende de activiteiten van de voorzorgsinstellingen. De overlijdenskansen in deze tafels worden vanaf 2005 verhoogd met een percentage dat overeenkomt met 22 pct. van deze kansen. Dit percentage van 22 wordt in 2006 met een eenheid verminderd; in elk daaropvolgende jaar wordt het telkens met een bijkomende eenheid verminderd en dat tot 2027.

Voor de toepassing van artikel 176, § 5, van de wet, wordt de gekapitaliseerde waarde berekend aan de hand van een nominale rentevoet van 5,4 pct.

Art. 3.§ 1. Indien Belgocontrol gehouden is een compensatiebetaling te verrichten overeenkomstig de bepalingen van artikel 176, § 5, van de wet, zal deze betaling gestort moeten worden aan het Fonds voor Overlevingspensioenen.

Deze betaling zal moeten toekomen bij het Fonds voor Overlevingspensioenen : - binnen de 3 maanden die volgen op de kennisgeving bedoeld in artikel 3, § 3, lid 2 van dit besluit, in de hypothese bedoeld in artikel 176, § 5.3., A, van de wet; - op 31 december van het jaar waarin de kennisgeving bedoeld in artikel 3, § 4, lid 2 van dit besluit plaatsvindt, in de hypothese bedoeld in artikel 176, § 5.3., B, van de wet. § 2. Indien Belgocontrol niet voldoet aan de verplichtingen bepaald in § 1 van dit besluit, is Belgocontrol van rechtswege nalatigheidsintresten op de niet-gestorte sommen verschuldigd aan het Fonds voor Overlevingspensioenen. Deze intresten, waarvan het percentage op elk ogenblik gelijk is aan de wettelijke intrestvoet zoals vastgesteld met toepassing van de wet van 5 mei 1865 betreffende de lening tegen intrest, beginnen te lopen vanaf de dag die volgt op de uiterste datum van betaling zoals bepaald in § 1. Indien Belgocontrol het bewijs levert dat het niet-storten van de compensatiebetaling binnen de bepaalde termijn toe te schrijven is aan uitzonderlijke omstandigheden, kan de Minister van Pensioenen een vrijstelling verlenen voor de betaling van voormelde nalatigheidintresten. De aanvraag tot vrijstelling moet bij de Minister van Pensioenen toekomen binnen de maand die volgt op de dag waarop Belgocontrol door de Administratie der Pensioenen op de hoogte werd gebracht van het feit dat ze in gebreke is gebleven te voldoen aan de voormelde verplichtingen. § 3. In de hypothese bedoeld in artikel 176, § 5.3, A, van de wet, brengt Belgocontrol de Administratie der Pensioenen op de hoogte van elke wijziging die aangebracht wordt aan het geldelijk statuut die een verhoging van de pensioenen tot gevolg heeft met toepassing van artikel 12 van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rust- en overlevingspensioenen van het personeel van de openbare sector. Deze mededeling vindt plaats binnen de maand na de aanneming van de wijziging.

De Administratie der Pensioenen deelt aan Belgocontrol het bedrag van de compensatiebetaling mee dat verschuldigd is met toepassing van artikel 176, § 5.3, A, van de wet, alsook de nauwkeurige details van de berekening van dit bedrag. Deze kennisgeving vindt plaats binnen de drie maanden volgend op de eerste daadwerkelijke betaling van de pensioensverhoging aan de begunstigden. § 4. In de hypothese bedoeld in artikel 176, § 5.3, B, van de wet, maakt Belgocontrol aan de Administratie der Pensioenen per betrokkene alle nuttige informatie over voor de berekening van de compensatiebetaling.

De Administratie der Pensioenen deelt aan Belgocontrol ten laatste op 1 december het bedrag mee van de compensatiebetaling dat verschuldigd is met toepassing van artikel 176, § 5.3, B, van de wet, alsook de nauwkeurige details van de berekening van dit bedrag. De meegedeelde compensatiebetaling heeft betrekking op de rustpensioenen waarvan de eerste betaling verricht werd in de periode die loopt van 1 november van het jaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de kennisgeving plaats vindt tot 31 oktober van het jaar waarin de kennisgeving plaatsvindt. § 5. Ten laatste op 31 oktober 2005, maakt Belgocontrol aan de Administratie der Pensioenen het volgende over : - de weddeschalen toepasselijk bij Belgocontrol op 1 januari 2005 aan index 138,01; - de lijst van de personeelsleden bedoeld in artikel 176, § 2.1., 1°, van de wet alsmede de normale evolutie doorheen deze weddeschalen voor elke personeelslid zoals die in aanmerking wordt genomen voor de berekeningen bedoeld in artikel 176, § 5.3, B, van de wet; - de promoties van deze personeelsleden gekend op 1 januari 2005. § 6. Ten laatste twee maand na de indiensttreding na 1 januari 2005 van een personeelslid, maakt Belgocontrol aan de Administratie der Pensioenen de normale evolutie doorheen de weddeschalen zoals die toepasselijk waren op 1 januari 2005 over.

Art. 4.Indien het Fonds voor Overlevingspensioenen gehouden is een compensatiebetaling te verrichten aan Belgocontrol overeenkomstig de bepalingen van artikel 176, § 5.3, B, van de wet, moet deze betaling toekomen bij Belgocontrol op 31 december van het jaar waarin de kennisgeving bedoeld in artikel 3, § 4, lid 2 van onderhavig besluit plaatsvindt.

Deze compensatiebetaling verschuldigd door het Fonds voor Overlevingspensioenen wordt gecompenseerd met de compensatiebetaling mogelijk verschuldigd door Belgocontrol aan het Fonds voor Overlevingspensioenen op basis van artikel 176, § 5.3, B, van de wet voor dezelfde periode.

De afrekening van deze compensatie wordt overgemaakt aan Belgocontrol ter gelegenheid van de kennisgeving bedoeld in artikel 3, § 4, lid 2 van dit besluit.

Indien het Fonds voor Overlevingspensioenen niet voldoet aan de verplichtingen bepaald in het eerste lid, is het Fonds voor Overlevingspensioenen van rechtswege aan Belgocontrol nalatigheidintresten verschuldigd op de niet-gestorte sommen. Deze intresten, waarvan het percentage op elk ogenblik gelijk is aan de wettelijke intrestvoet zoals vastgesteld in toepassing van de wet van 5 mei 1865 betreffende de lening tegen intrest, beginnen te lopen vanaf de dag die volgt op de uiterste datum van betaling zoals bepaald in het eerste lid.

Art. 5.In de hypothese bedoeld in artikel 176, § 5.3, C, van de wet, brengt Belgocontrol de Administratie der Pensioenen op de hoogte van elke nieuwe regeling van verlof voorafgaandelijk aan de opruststelling ingevoerd ten voordele van het statutair personeel van Belgocontrol.

Deze mededeling vindt plaats binnen de maand na de aanneming van deze nieuwe vorm van verlof voorafgaandelijk aan de opruststelling.

Indien Belgocontrol patronale bijdragen heeft gestort overeenkomstig artikel 176, § 5.3, C, van de wet voor perioden van verlof voorafgaandelijk aan de opruststelling die niet in aanmerking genomen zijn voor de berekening van het rustpensioen, is het Fonds voor Overlevingspensioenen gehouden een compensatiebetaling te verrichten aan Belgocontrol. De compensatiebetaling komt overeen met het bedrag van de patronale bijdragen door Belgocontrol gestort voor de perioden van verlof voorafgaandelijk aan de opruststelling die niet in aanmerking genomen zijn voor de berekening van het rustpensioen.

Deze compensatiebetaling moet toekomen bij Belgocontrol op 31 december en heeft betrekking op de rustpensioenen waarvan de eerste betaling verricht werd in de periode die loopt van 1 november van het jaar dat voorafgaat aan de datum van de compensatiebetaling tot 31 oktober van het jaar van de datum van de compensatiebetaling. De Administratie der Pensioenen deelt aan Belgocontrol ten laatste op de datum van de compensatiebetaling het nauwkeurige detail mee van de berekening van het bedrag van deze betaling.

Indien het Fonds voor Overlevingspensioenen in gebreke blijft te voldoen aan de verplichtingen bepaald in lid 3, is het Fonds voor Overlevingspensioenen van rechtswege nalatigheidsintresten op de niet-gestorte sommen verschuldigd aan Belgocontrol. Deze intresten, waarvan het percentage op elk ogenblik gelijk is aan de wettelijke intrestvoet zoals vastgesteld in toepassing van de wet van 5 mei 1865 betreffende de lening tegen intrest, beginnen te lopen vanaf de dag die volgt op de uiterste datum van de compensatiebetaling zoals bepaald in lid 3.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2005.

Art. 7.De Ministers die bevoegd zijn voor Mobiliteit en Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 27 december 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT De Minister van Pensioenen, B. TOBBACK

^