Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 27 december 2002
gepubliceerd op 15 januari 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002022997
pub.
15/01/2003
prom.
27/12/2002
ELI
eli/besluit/2002/12/27/2002022997/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

27 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, inzonderheid op artikel 7, § 1, gewijzigd bij de wetten van 22 december 1989 en 30 december 1992, en op artikel 12, § 1, gewijzigd bij de wet van 22 december 1989;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, inzonderheid op artikel 4, § 1, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 november 1990, 30 maart 1993, 19 mei 1995, 4 februari 1999, 17 maart 1999, 20 juli 2000 en 11 december 2001, artikel 5, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 februari 1999, en op artikel 45, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 maart 1993 en 15 januari 1999;

Gelet op het advies van de Nationale Hoge Raad voor personen met een handicap, gegeven op 16 september 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 oktober 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 19 november 2002;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid enerzijds dat de voorgestelde maatregel in werking treedt op 1 januari 2003, bestemd is voor personen met een gering inkomen en derhalve snel dient uitgevoerd te worden en anderzijds, dat gelet op het aantal dossiers van de gerechtigden op een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden dat ambtshalve herzien dient te worden het bestuur zich hiervoor snel dient te organiseren en onverwijld de informaticaprogramma's dient aan te passen;

Gelet op het advies nr. 34.430/3 van de Raad van State, gegeven op 26 november 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers op 20 november 2002, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 4, § 1, van het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 november 1990, 30 maart 1993, 19 mei 1995, 4 februari 1999, 17 maart 1999, 20 juli 2000 en 11 december 2001, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1, eerste lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 november 1990, 17 maart 1999 en 11 december 2001 worden de bedragen « 8.903,59 », « 6.690,77 » en « 4.451,82 » respectievelijk vervangen door de bedragen « 11.113,56 », « 8.893,80 » en « 8.893,80 »; 2° het tweede lid, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 20 juli 2000, wordt opgeheven;3° het derde lid, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 4 februari 1999, wordt opgeheven;4° in het vijfde lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 maart 1993 en 4 februari 1999, dat het derde lid wordt, worden de woorden « vierde lid » vervangen door de woorden « tweede lid »;5° in het zesde lid, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 mei 1995 en 4 februari 1999, dat het vierde lid wordt, worden de woorden « vierde lid, 1° » telkens vervangen door de woorden « tweede lid, 1° ».

Art. 2.In artikel 5 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 4 februari 1999, worden de woorden « vierde lid » vervangen door de woorden « tweede lid ».

Art. 3.Artikel 45 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 30 maart 1993 en 15 januari 1999, wordt opgeheven.

Art. 4.De bepalingen van artikel 1 worden ambtshalve toegepast op de personen die op 1 januari 2003 werkelijk een tegemoetkoming ontvangen of waarvan het recht op een tegemoetkoming nog niet bij een administratieve of gerechtelijke beslissing is vastgesteld op die datum.

Voor de personen die werkelijk op 1 januari 2003 een tegemoetkoming ontvangen verminderd in toepassing van artikel 7 van de wet van 27 februari 1987 betreffende de tegemoetkomingen aan gehandicapten, wordt het recht op de tegemoetkoming verhoogd met het verschil tussen het in artikel 7 van de wet bedoelde bedrag van de grens, zoals gewijzigd door dit besluit, en het bedrag van deze grens, zoals die bestond voor de wijziging door dit besluit.

Nochtans kan de bepaling van het vorig lid niet tot gevolg hebben dat de persoon recht heeft op een tegemoetkoming waarvan het bedrag hoger ligt dan datgene waarop hij aanspraak kan maken overeenkomstig artikel 3 van het koninklijk besluit van 5 maart 1990 betreffende de tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden.

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.

Art. 6.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 december 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, F. VANDENBROUCKE

^