gepubliceerd op 06 juni 2007
Koninklijk besluit houdende vaststelling van de presentiegelden, reiskosten en verblijfsvergoedingen toegekend aan de Voorzitter en de leden van de Federale Commissie voor medisch en wetenschappelijk onderzoek op embryo's in vitro ingesteld bij artikel 9 van de wet van 11 mei 2003 betreffende het onderzoek op embryo's in vitro
27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de presentiegelden, reiskosten en verblijfsvergoedingen toegekend aan de Voorzitter en de leden van de Federale Commissie voor medisch en wetenschappelijk onderzoek op embryo's in vitro ingesteld bij artikel 9 van de wet van 11 mei 2003 betreffende het onderzoek op embryo's in vitro
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 11 mei 2003 betreffende het onderzoek op embryo's in vitro, inzonderheid op artikel 9;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 21 februari 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 11 april 2007;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De Voorzitter en de leden van de Federale Commissie voor medisch en wetenschappelijk onderzoek op embryo's in vitro ingesteld bij artikel 9 van de wet van 11 mei 2003 betreffende het onderzoek op embryo's in vitro, hebben recht op : 1°) op een presentiegeld van 25 EURO voor de Voorzitter en van 20 EURO voor de andere leden, per plenaire vergadering, per vergadering van het Executief Bureau evenals per vergadering van een werkgroep georganiseerd binnen de Commissie; 2°) vergoedingen voor reiskosten overeenkomstig het koninklijk besluit van 18 januari 1965 houdende algemene regeling inzake reiskosten; 3°) vergoedingen voor verblijfskosten overeenkomstig het koninklijk besluit van 24 december 1964 tot vaststelling van de vergoedingen wegens verblijfskosten toegekend aan de leden van het personeel der federale overheidsdiensten.
De Voorzitter en de leden van de Commissie worden voor de vergoedingen bedoeld in 2° en 3° gelijkgesteld met ambtenaren die behoren tot klasse A4 of A5.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2006.
Art. 3.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 april 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE