27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de bron en de nadere regels voor de storting van het bedrag bepaald in 1° van artikel 116 van de programmawet (I) van 27 december 2006 bestemd voor het Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de programmawet (I) van 27 december 2006, inzonderheid op artikel 116;

Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 25 april 2007;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 27 april 2007;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat het Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers onverwijld dient te beschikken over de financiële middelen ter financiering van de schadeloosstellingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en van Onze Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De middelen voor de financiering van het Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers zoals bedoeld in artikel 116, 1° van de programmawet (I) van 27 december 2006 worden in 2007 voorafgenomen op de inkomsten van de opbrengst van de belasting over de toegevoegde waarde.

Art. 2.Van de middelen bedoeld in artikel 1 wordt een bedrag van 7,9 miljoen euro ten laatste op het einde van de maand die volgt op de bekendmaking van dit besluit in het Belgisch Statsblad toegewezen aan het Fonds voor de beroepsziekten, bedoeld bij de wetten betreffende de preventie van beroepsziekten en de vergoeding van de schade die uit die ziekten voortvloeit, gecoördineerd op 3 juni 1970. Dit bedrag wordt onverwijld en in zijn geheel door het Fonds voor de beroepsziekten gestort aan het Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers.

De ministers bevoegd voor Werk, Sociale Zaken, Financiën en Begroting bepalen in gezamenlijk overleg het tijdstip voor de toewijzing van het saldo van de financiering bedoeld in artikel 1.

Art. 3.Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 27 april 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN