Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 mei 2000
gepubliceerd op 26 augustus 2000

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de bijdrage voor het Sociaal Fonds voor de kleinhandel in algemene voedingswaren

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2000012433
pub.
26/08/2000
prom.
26/05/2000
ELI
eli/besluit/2000/05/26/2000012433/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 MEI 2000. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de bijdrage voor het Sociaal Fonds voor de kleinhandel in algemene voedingswaren (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari 1999, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, betreffende de bijdrage voor het Sociaal Fonds voor de kleinhandel in algemene voedingswaren.

Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 mei 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 11 januari 1999 Bijdrage voor het Sociaal Fonds voor de kleinhandel in algemene voedingswaren (Overeenkomst geregistreerd op 5 februari 1999 onder het nummer 49964/CO/202) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de bedienden van de ondernemingen welke ressorteren onder het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren, groep C. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "bedienden" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengt de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 december 1997 betreffende de inning en aanwending van de bijdrage voor het Sociaal Fonds.

Art. 3.De inning van de voorlopige bijdrage bedoeld in artikel 2 heeft tot doel om aan het Sociaal Fonds de noodzakelijke werkingsmiddelen te verschaffen vanaf de eerste helft van het jaar 1999. Het vaststellen van de voorlopige bijdrage doet geen afbreuk noch aan de vastelling op latere datum van de definitieve bijdrage, in het kader van de paritaire onderhandelingen over de hernieuwing van het sociaal akkoord voor de sector, noch aan de toewijzing van de onderdelen van de globale bijdrage, rekening houdend met de verschillende doelstellingen van het fonds. HOOFDSTUK II. - Bijdrage voor het Sociaal Fonds

Art. 4.Het bedrag van de bijdragen bedoeld in artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1994 en 5 september 1994 tot instelling van een fonds voor bestaanszekerheid en tot vaststelling van zijn statuten, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 november 1994 en verschenen het Belgisch Staatsblad van 20 januari 1995, wordt vastgesteld op 0,45 pct. van de brutolonen van de bedienden vanaf 1 januari 1999. In overeenstemming met artikel 13 van diezelfde collectieve arbeidsovereenkomst worden de bijdragen geïnd en ingevorderd door de Rijksdienst voor sociale zekerheid volgens zijn eigen inningsmodaliteiten. HOOFDSTUK III. - Bijdrage ten voordele van de tewerkstelling van risicogroepen

Art. 5.Overeenkomstig het interprofessioneel akkoord 1999-2000 bevestigd in het wetsontwerp, goedgekeurd door de Ministerraad, wordt de bijdrage van de werkgevers ten voordele van de tewerkstelling vastgesteld op 0,10 pct. van het volledige loon der bedienden bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981 houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. Deze 0,10 pct. maakt deel uit van de totale bijdrage van het sociaal fonds van 0,45 pct.

Art. 6.De opbrengst van de bijdrage bedoeld in artikel 2 wordt aangewend voor initiatieven inzake tewerkstelling zoals voorzien in hogervermeld interprofessioneel akkoord 1999-2000.

Art. 7.Het Sociaal Fonds 202 Groep C opgericht binnen het Paritair Comité voor de bedienden uit de kleinhandel in voedingswaren-groep C wordt belast met de vaststelling van de uitvoeringsmodaliteiten voor de aanwending van de opbrengst van de bijdrage van 0,10 pct. bestemd voor de tewerkstelling van risicogroepen en dit op volgende wijze : - 0,05 pct. van de loonmassa voor de toekenning aan de werknemers van de sector voor de opvang van kinderen op jonge leeftijd; - 0,05 pct. van de loonmassa voor de beroepsopleiding en voor de toekenning van premies aan de werkgevers die personen uit de risicogroepen aanwerven. HOOFDSTUK IV. - Bijdrage voor de financiering van de werking van de regionale overlegorganen

Art. 8.De bijdrage voorzien voor de financiering van de werking van de regionale overlegorganen, voorzien in artikel 10 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 juni 1994 en 5 september 1994 tot instelling van regionale overlegorganen en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 november 1994 en verschenen in het Belgisch Staatsblad van 20 januari 1995, wordt op 0,35 pct. vastgesteld. De bijdrage van 0,35 pct. maakt deel uit van de totale bijdrage van het Sociaal Fonds van 0,45 pct. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1999.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 mei 2000.

De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX

^