26 JUNI 2000. - Koninklijk besluit tot benoeming van de ondervoorzitter, van de secretaris, van de leden en van permanente deskundigen van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, inzonderheid op artikel 44, gewijzigd bij de wet van 13 februari 1998 en op artikel 45;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 1999 betreffende de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk, inzonderheid op de artikelen 4 tot 10, 11, 2° tot 7°, 12, eerste en tweede lid, 14, 15 en 30;

Gelet op de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid, gewijzigd bij de wet van 17 juli 1997, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de voordrachten gedaan door de betrokken instanties, conform de bepalingen van de artikelen 7, 9 en 12 van voornoemd koninklijk besluit van 3 mei 1999;

Overwegende dat bij ministerieel besluit van 29 februari 1996, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 27 januari 1997, 1 juli 1997, 28 april 1998, 8 oktober 1998, 27 januari 1999, 2 april 1999 en 4 juni 1999, de leden van de Hoge Raad voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen werden benoemd;

Overwegende dat de samenstelling en de werking van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk, opgericht ter vervanging van de Hoge Raad voor veiligheid, gezondheid en verfraaiing van de werkplaatsen, nader zijn bepaald in het voornoemd koninklijk besluit van 3 mei 1999;

Overwegende dat de bestaande Raad zijn opdrachten blijft uitoefenen volgens de bepalingen die van toepassing waren vóór de inwerkingtreding van voornoemd koninklijk besluit van 3 mei 1999 totdat de gewone en plaatsvervangende leden van de nieuwe Hoge Raad zijn benoemd; dat er bijgevolg aanleiding toe bestaat over te gaan tot de benoeming van de leden van die Hoge Raad;

Overwegende dat de ingevolge de wet van 20 juli 1990 ter bevordering van de evenwichtige aanwezigheid van mannen en vrouwen in organen met adviserende bevoegdheid opgelegde dubbele voordracht, door een aantal voordragende instanties, om praktische redenen voortvloeiend uit het gespecialiseerd karakter van de werk-zaamheden, niet kon gerealiseerd worden;

Overwegende dat om tegemoet te komen aan het beginsel van de continuïteit van de openbare dienst, de leden van de Hoge Raad hun functie van gewoon of plaatsvervangend lid verder uitoefenen totdat hun opvolgers zijn aangesteld;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De heer Heselmans, Marc, directeur-generaal van de Administratie van de arbeidsveiligheid van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, wordt tot ondervoorzitter van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk benoemd.

Art. 2.De heer Raekelboom, Millès, adviseur-generaal van de Administratie van de arbeidsveiligheid van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, wordt tot secretaris van dezelfde Hoge Raad benoemd.

Art. 3.Worden tot gewone leden van dezelfde Hoge Raad benoemd : 1° als vertegenwoordigers van de meest representatieve werkgeversorganisaties : - de heer Anrys, Paul; - Mevr. Bosch, Claire; - de heer Corbey, Ralph; - de heer de Kezel, Jean-Pierre; - de heer De Meester, Kris; - de heer Dillen, René; - Mevr. Lombaerts, Véronique; - de heer Pelegrin, André; - Mevr. Rosman, Sophie; - de heer Van Laer, Erik; - de heer Van Nuffel, Luc; - de heer Vierendeels, Luc. 2° als vertegenwoordigers van de meest representatieve werknemersorganisaties : - de heer Fonck, Herman; - de heer Franceus, Patrick; - de heer Leonard, Jean-Marie; - de heer Lootens, Paul; - Mevr. Meyer, Anne; - de heer Philips, François; - de heer Sonda, Claudio; - Mevr. Van den Bossche, Bergie; - de heer Vandercammen, Marc; - de heer Van Der Haegen, Vincent; - Mevr. Vellande, Bénédicte; - de heer Vermeulen, Leo.

Art. 4.Worden tot plaatsvervangende leden van dezelfde Hoge Raad benoemd 1° als vertegenwoordigers van de meest representatieve werkgeversorganisaties : - de heer Coyette, Jean-Marie; - Mevr. De Geyter, Wien; - Mevr. Delmotte, Francine; - Mevr. De Pauw, Myrian; - Mevr. Engels, Hilde; - de heer Masschelein, Jean-Luc; - de heer Oger, Jean-Michel; - Mevr. Petre, Anne; - de heer Romanus, Paul; - Mevr. Vanderstappen, Anne; - de heer Vankrunkelsven, Guy; - de heer Van Schendel, Pierre. 2° als vertegenwoordigers van de meest representatieve werknemersorganisaties : - de heer Bats, Lucien; - de heer De Craemer, Eddy; - de heer Demey, Alfons; - de heer De Mey, Denis; - Mevr. De Paepe, Christine; - Mevr. De Pauw Marie-Jeanne; - Mevr. Dos Santos Costa, Vera; - de heer Hanssens, Renaat; - Mevr. le Garroy, Martine; - de heer Melckmans, Bruno; - de heer Vandenbussche, Johan; - de heer Van Thillo, Frank.

Art. 5.De heer Debref, Georges wordt tot gewoon geassocieerd lid van dezelfde Hoge Raad benoemd, als vertegenwoordiger van de meest representatieve werkgeversorganisaties uit de niet-commerciële sector.

Art. 6.Mevr. Blondeel, Dominique wordt tot plaatsvervangend geassocieerd lid van dezelfde Hoge Raad benoemd, als vertegenwoordigster van de meest representatieve werkgeversorganisaties uit de niet-commerciële sector.

Art. 7.Worden tot permanente deskundigen van dezelfde Hoge Raad benoemd : - de heer De Coninck, Jean-Marie, directeur-generaal van de Administratie van de arbeidshygiëne en de arbeidsgeneeskunde van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid; - de heer Deneve, Christian, directeur-generaal van de Administratie van de algemene diensten en de communicatie van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid; - de heer De Poortere, Michel, administrateur-generaal van het Fonds voor Arbeidsongevallen; - de heer Mainjot, Michel, adviseur-generaal van het Bestuur Kwaliteit en Veiligheid van het Ministerie van Economische Zaken; - de heer Uytterhoeven, Jan, administrateur-generaal van het Fonds voor de Beroepsziekten; - Mevr. Claes, Leen, vertegenwoordigster van de « Belgian Ergonomics Society »; - de heer De Greef, Marc, vertegenwoordiger het Instituut voor Preventie, Bescherming en Welzijn op het werk (PREVENT); - de heer De Meersman, Henri, vertegenwoordiger van de Koninklijke Vlaamse Vereniging voor Preventie en Bescherming (PreBes); - Mevr. De Saedeleer, Veerle, vertegenwoordigster van de Vereniging van externe diensten voor preventie en bescherming (CO-PREV); - de heer Marchal, Jacky, vertegenwoordiger van de « Association Royale des Conseillers en Prévention (A.R.Co.P.) »; - Mevr. Schleich, Evelyne, vertegenwoordigster van de « Association professionnelle belge des médecins du travail »; - de heer Van Helshoecht, Paul, vertegenwoordiger van de Belgische Beroepsvereniging voor Arbeidsgeneesheren.

Art. 8.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 9.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 juni 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 18 september 1996. Wet van 13 februari 1998, Belgisch Staatsblad van 19 februari 1998.

Wet van 20 juli 1990, Belgisch Staatsblad van 9 oktober 1990;

Erratum Belgisch Staatsblad van 23 november 1990.

Wet van 17 juli 1997, Belgisch Staatsblad van 31 juli 1997.

Koninklijk besluit van 3 mei 1999, Belgisch Staatsblad van 10 juli 1999.