Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 januari 2010
gepubliceerd op 03 maart 2010

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het medisch brugpensioen voor sommige oudere mindervalide werknemers of werknemers met ernstige lichamelijke problemen (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2010012007
pub.
03/03/2010
prom.
26/01/2010
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 JANUARI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het medisch brugpensioen voor sommige oudere mindervalide werknemers of werknemers met ernstige lichamelijke problemen (Duitstalige Gemeenschap) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 2009, gesloten in het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het medisch brugpensioen voor sommige oudere mindervalide werknemers of werknemers met ernstige lichamelijke problemen (Duitstalige Gemeenschap).

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 januari 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 18 maart 2009 Medisch brugpensioen voor sommige oudere mindervalide werknemers of werknemers met ernstige lichamelijke problemen (Duitstalige Gemeenschap) (Overeenkomst geregistreerd op 17 juni 2009 onder het nummer 92534/CO/327.03)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is enkel van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen in de Duitstalige Gemeenschap, erkent en subsidieert door de "Dienststelle für Personen mit Behinderung" en die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de beschutte werkplaatsen van het Waalse Gewest en van de Duitstalige Gemeenschap".

Onder "werknemers" worden verstaan : het mannelijk en vrouwelijk personeel : 1. de werknemers die voldoen aan de medische voorwaarden om ingeschreven te zijn bij het het "Agence wallonne pour l'intégration des personnes handicapées";2. de werknemers van de doelgroep tewerkgesteld door werkgevers die ressorteren onder het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en de sociale werkplaatsen.

Art. 2.Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact en van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 91 van 20 december 2007 gesloten in de Nationale Arbeidsraad tot invoering van een stelsel van aanvullende vergoeding voor sommige oudere mindervalide werknemers en werknemers met ernstige lichamelijke problemen, indien zij worden ontslagen, ingevolge het interprofessioneel akkoord van 2 februari 2007, wordt het principe van de toepassing van een stelsel van conventioneel brugpensioen van het type collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 aanvaard in deze sector voor het actief personeel dat voor deze formule kiest, dat tussen 1 januari 2010 en 31 december 2010 de leeftijd van 58 jaar bereikt en dat een beroepsverleden aantoont van 35 jaar als bezoldigd werknemer, waarvan vijf jaar in de sector.

Art. 3.De aanvullende vergoeding die wordt toegekend aan de bruggepensioneerde werknemer van 58 jaar oud is, individueel, tenminste gelijk aan de vergoeding waarin wordt voorzien door de in de Nationale Arbeidsraad gesloten collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17.

Hieronder wordt verstaan het bruto-bedrag, voor enige wettelijke sociale en/of fiscale afhouding.

Art. 4.Het bedrag van de aanvullende vergoeding is gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen volgens de modaliteiten die gelden voor de werkloosheidsvergoedingen, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971 (Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1971). Bovendien wordt het bedrag van deze vergoedingen op 1 januari van ieder jaar herzien op basis van de door de Nationale Arbeidsraad in functie van de evolutie van de lonen vastgestelde coëfficiënt.

Art. 5.Teneinde de lasten van de toe te kennen brugpensioenen te verdelen, hebben de sociale partners besloten om het "Fonds de sécurité d'existence pour les entreprises de travail adapté de la Région wallonne et de la Communauté germanophone" te belasten met het onderzoek van de dossiers betreffende het brugpensioen in functie van de door de reglementering gestelde voorwaarden en met het betalen van de aanvullende vergoeding. De sociale partners zullen dit doel realiseren in het kader van het budget dat hen hiertoe ter beschikking wordt gesteld door het "Dienststelle für Personen mit Behinderung".

Zij verklaren dat de leden van de raad van bestuur van het fonds in deze context moeten handelen.

Art. 5bis.De tenlasteneming van de aanvullende brugpensioenvergoeding is het voorwerp van een schriftelijke overeenkomst tussen het fonds voor bestaanszekerheid en de werkgever. Indien de werkgever ontslaat met het oog op het brugpensioen zonder het akkoord van het fonds, valt de aanvullende vergoeding te zijnen laste.

Art. 6.De bruggepensioneerde zal worden vervangen volgens de wettelijke bepalingen.

Art. 7.Het stelsel van conventioneel brugpensioen is facultatief. De werkgever verbindt er zich toe te gelegener tijd het brugpensioen voor te stellen aan de werknemer die ter zake de vrije keuze heeft.

Art. 8.Het vertrek met brugpensioen onder de hierboven in het artikel 6 vermelde voorwaarden geeft voor de werknemer aanleiding tot het presteren van zijn opzegtermijn.

Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2010 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2010.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 januari 2010.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET

Beilage Paritätische Unterkommission der beschützten Werkstätten in der Wallonischen Region und in der Deutschsprachigen Gemeinschaft Kollektives Arbeitsabkommen vom 18. März 2009 Medizinische Frühpension für bestimmte ältere Arbeitnehmer mit einer Behinderung oder mit gravierenden physischen Problemen (Deutschsprachige Gemeinschaft) (Kollektives Arbeitsabkommen registriert am 17. Juni 2009 unter der Nummer 92534/CO/327.03) Artikel 1 - Vorliegendes Kollektives Arbeitsabkommen ist ausschliesslich anwendbar auf Arbeitgeber und Arbeitnehmer der Beschützenden Werkstätten in der Deutschsprachigen Gemeinschaft, anerkannt und bezuschusst durch die Dienststelle für Personen mit Behinderung, die der Paritätischen Unterkommission der beschützten Werkstätten in der Wallonischen Region und in der Deutschsprachigen Gemeinschaft unterliegen.

Unter, "Arbeitnehmer" versteht man die Arbeiter und Angestellten, männlich oder weiblich: 1. Die Arbeitnehmer, die die medizinischen Bedingungen erfüllen, um in der "Dienststelle für Personen mit einer Behinderung" eingeschrieben zu werden;2. Die Arbeitnehmer verschiedener Zielgruppen beschäftigt bei Arbeitgebern, die der Paritätischen Unterkommission der beschützten Werkstätten in der Wallonischen Region und in der Deutschsprachigen Gemeinschaft unterliegen. Art. 2 - Unbeschadet der Bestimmungen des königlichen Erlasses des 3.

Mai 2007, die die konventionelle Frühpension im Rahmen des Solidaritätspaktes zwischen den Generationen und des innerhalb des nationalen Rates der Arbeit abgeschlossenen kollektiven Arbeitsabkommens Nr. 91 des 20. Dezember 2007, das eine ergänzende Entschädigung bei Entlassung für bestimmte ältere Arbeitnehmer mit einer Behinderung oder mit gravierenden physischen Problemen festlegt, in Ausführung des Überberuflichen Abkommens vom 2. Februar 2007 wird der Grundsatz der Anwendung eines Regimes konventioneller Frühpension des Typs des Arbeitsabkommens n° 17 in diesem Sektor für das aktive Personal angenommen, das diese Formel wählt, und das das Alter von 58 Jahren zwischen dem 1. Januar 2010 und dem 31. Dezember 2010 erreicht, und das eine berufliche Laufbahn von 35 Jahren als Gehaltsempfänger rechtfertigt, wovon fünf Jahre im Sektor.

Art. 3 - Die ergänzende Entschädigung, die Arbeitnehmern in Frühpension mit 58 Jahren gewährt wird, ist, individuell, mindestens gleich der Entschädigung, die im Kollektiven Arbeitsabkommen Nr. 17 innerhalb des Nationalen Arbeitsrates bestimmt wurde. Sie versteht sich brutto, ohne jeglichen Sozial- und/oder Steuerabzug.

Art. 4 - Der Betrag der ergänzenden Entschädigung ist an die Indexentwicklung der Verbraucherpreise gemäss den Anwendungsmodalitäten in Sachen Arbeitslosenunterstützung gebunden, entsprechend den Bestimmungen des Gesetzes vom 2. August 1971 (Belgisches Staatsblatt vom 20. August 1971). Ferner wird der Betrag dieser Entschädigungen jedes Jahr am 1. Januar aufgrund des Koeffizienten neu berechnet, der vom Nationalen Arbeitsrat in Funktion der Gehaltsentwicklung festgelegt wird.

Art. 5 - Zwecks Aufteilung der zu gewährenden Frühpensionslasten haben die sozialen Verhandlungspartner beschlossen, dem "Fonds de sécurité d'existence pour les entreprises de travail adapté de la Région wallonne et de la Communauté germanophone" (Existenzsicherheitsfonds für die Beschützenden Werkstätten der Wallonischen Region und der Deutschsprachigen Gemeinschaft) die Verantwortung zu übertragen betreffend die Überprüfung der Frühpensionsakte gemäss der gesetzlichen Bestimmungen und der Auszahlung der ergänzenden Entschädigung. Die sozialen Verhandlungspartner haben die feste Absicht, dieses Ziel im Rahmen des Budgets zu verwirklichen, das ihnen zu diesem Zweck von der "Dienststelle für Personen mit Behinderung" zur Verfügung gestellt wird. Sie erklären, dass auch die Verwaltungsratsmitglieder des Existenzsicherheitsfonds nach diesem Gesichtspunkt handeln sollten.

Art. 5bis - Die Übernahme der ergänzenden Entschädigung der Frühpension ist Gegenstand eines schriftlichen Abkommens, das zwischen dem Fonds der Existenzsicherheit und dem Arbeitgeber abgeschlossen wurde. Wenn der Arbeitgeber angesichts der Frühpension entlässt, ohne vorheriges Abkommen mit dem Fonds, wird die ergänzende Entschädigung zu seinen Lasten sein.

Art. 6 - Der Frühpensionierte wird entsprechend den gesetzlichen Bestimmungen ersetzt.

Art. 7 - Das tarifliche Frühpensionssystem ist fakultativ. Der Arbeitgeber verpflichtet sich dazu, dem Arbeitnehmer zu gegebener Zeit die Frühpension anzubieten und überlässt diesem die Entscheidungsfreiheit.

Art. 8 - Der Übergang in die Frühpension zu den in Artikel 6 angegebenen Bestimmungen veranlasst den Arbeitnehmer zur Leistung seiner Kündigungsfrist.

Art. 9 - Das vorliegende Kollektive Arbeitsabkommen tritt am 1. Januar 2010 in Kraft und endet am 31. Dezember 2010.

Gesehen, um dem königlichen Erlass vom 26. Januar 2010 beigefügt zu werden.

Die Vizepremierministerin und Ministerin der Beschäftigung und der Chancengleichheit, beauftragt mit der Migrations- und Asylpolitik, Frau J. MILQUET

^