gepubliceerd op 23 maart 2010
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaar mits 40 jaar loopbaan
26 JANUARI 2010. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaar mits 40 jaar loopbaan (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009, gesloten in het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren, betreffende het brugpensioen vanaf 56 jaar mits 40 jaar loopbaan.
Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 januari 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de handel in voedingswaren Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2009 Brugpensioen vanaf 56 jaar mits 40 jaar loopbaan (Overeenkomst geregistreerd op 3 augustus 2009 onder het nummer 93273/CO/119)
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité van de handel in voedingswaren. § 2. Met "arbeiders" worden : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.
Art. 2.§ 1. Voor de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 van de Nationale arbeidsraad, "tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen", wordt de leeftijd van 60 jaar verlaagd tot 56 jaar binnen de voorwaarden van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact.
De arbeiders moeten ook : - ontslagen worden om een andere reden dan een dringende reden; - zich kunnen beroepen op een beroepsloopbaan van 40 jaar als loontrekkende en voor zover de betrokkene voldoet aan de wettelijke verplichtingen opgelegd door de werkloosheidsreglementering voor bruggepensioneerden. § 2. De leeftijdsvoorwaarde van 56 jaar bepaald in artikel 2 moet vervuld zijn in de periode tussen 1 januari 2010 en 31 december 2010 en bovendien op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.
Art. 3.In de ondernemingen die minder dan 10 arbeiders tewerkstellen, moet het ontslag met het oog op brugpensioen een gevolg zijn van het initiatief van de werkgever. In de ondernemingen die 10 of meer arbeiders tewerkstellen, zal het ontslag door de werkgever betekend worden, hetzij op zijn eigen initiatief, hetzij op geschreven aanvraag van de arbeider.
Art. 4.Het bedrag van de aanvullende vergoeding waarvan sprake in artikel 2 is de aanvullende vergoeding van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17.
Art. 5.De werkgevers zijn verplicht de arbeiders die krachtens deze overeenkomst hun recht op brugpensioen hebben doen gelden te vervangen.
Art. 6.Voor de arbeiders die een vermindering van de arbeidsprestaties genieten tot een halftijdse betrekking of tot een vier vijfde betrekking, en die overstappen in het stelsel van brugpensioen, wordt de aanvullende vergoeding berekend op basis van het bruto maandloon dat de werknemer zou verdienen indien hij zijn arbeidsprestaties niet zou verminderd hebben en de werkloosheidsuitkeringen overeenstemmend met het arbeidsregime in voege voor de aanvang van het tijdskrediet.
Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2010. Zij houdt op van kracht te zijn op 31 december 2010.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 26 januari 2010.
De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET