Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 26 februari 2003
gepubliceerd op 28 februari 2003

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 oktober 2002 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van de verstrekkingen bedoeld in artikel 34, eerste lid, 20°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2003022185
pub.
28/02/2003
prom.
26/02/2003
ELI
eli/besluit/2003/02/26/2003022185/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 oktober 2002 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van de verstrekkingen bedoeld in artikel 34, eerste lid, 20°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het doel van dit ontwerp van koninklijk besluit is enerzijds een aanpassing van de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkering voor rechthebbenden lijdend aan kaalhoofdigheid door chemotherapie en anderzijds een uitbreiding van de voorwaarden voor tegemoetkoming naar rechthebbenden die lijden aan bepaalde vormen van alopecia.

De Raad van State is van mening dat de bedoelde haarprothesen niet als medisch hulpmiddel in de zin van artikel 34, eerste lid, 20°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 kunnen worden beschouwd en dat de in het ontwerp opgenomen nomenclatuur niet voldoet aan de voorwaarden bedoeld in artikel 35, § 1, tweede lid, van dezelfde wet.

Aangezien haarprothesen in het verleden steeds aanzien werden als medische hulpmiddelen, is het vanzelfsprekend dat zij opgenomen worden in de lijst gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2002 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van de verstrekkingen bedoeld in artikel 34, eerste lid, 20°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

Het bijzonder karakter van haarprothesen heeft tot gevolg dat zij opgenomen worden in de lijst gevoegd bij het voornoemde koninklijk besluit zonder het volgen van de daarin beschreven procedure tot opname op de lijst.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

26 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 oktober 2002 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van de verstrekkingen bedoeld in artikel 34, eerste lid, 20°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 35, § 2, 2°, gewijzigd bij de wet van 20 december 1995 en het koninklijk besluit van 25 april 1997;

Gelet op deel 1 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2002 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van de verstrekkingen bedoeld in artikel 34, eerste lid, 20°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

Gelet op het verzoek van de Minister van Sociale Zaken;

Gelet op het advies van het College van geneesheren-directeurs, gegeven op 25 september 2002;

Gelet op het advies van de Raad voor advies inzake revalidatie, gegeven op 19 september 2002;

Gelet op het advies van de Overeenkomstencommissie apothekers-verzekeringsinstellingen, gegeven op 14 juni 2002;

Gelet op het advies van de Commissie voor begrotingscontrole, gegeven op 6 november 2002;

Gelet op de beslissing van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 18 november 2002;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 december 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 27 januari 2003;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat het besluit moet toelaten tegemoet te komen aan de noden van de belanghebbende rechthebbenden zodat de kosten van de haarprothesen beter vergoed worden;

Gelet op het advies van de Raad van State nr. 34.850/1, gegeven op 14 februari 2003 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In hoofdstuk 2 van deel 1 van de bijlage gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2002 tot vaststelling van de procedures, termijnen en voorwaarden waaronder de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tegemoetkomt in de kosten van de verstrekkingen bedoeld in artikel 34, eerste lid, 20°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, wordt een afdeling 5 toegevoegd, luidend als volgt : « Afdeling 5. - Haarprothesen De haarprothesen komen slechts in aanmerking voor terugbetaling op grond van een attest van de behandelende arts in geval van volledige kaalhoofdigheid door chemotherapie of van de behandelende dermatoloog in geval van alopecia areata en van cicatriciële alopecia, waaruit blijkt dat ze werden voorgeschreven ter behandeling van volgende indicaties : 1. volledige kaalhoofdigheid door chemotherapie;2. alopecia areata zo het alopecia-oppervlak meer als 30 % bedraagt;3. cicatriciële alopecia van fysisch-chemische, traumatische of inflammatoire oorsprong zo het alopecia-oppervlak meer als 30 % bedraagt. De tegemoetkoming bedraagt : 1. 120 euro voor een haarprothese in geval van kaalhoofdigheid door chemotherapie;2. 180 euro voor een haarprothese in geval van kaalhoofdigheid door alopecia areata of door cicatriciële alopecia. Deze tegemoetkoming, die evenwel nooit meer dan het werkelijk betaalde bedrag mag bedragen, wordt verleend op het voorleggen van een verklaring van de voorschrijvende geneesheer dat de rechthebbende beantwoordt aan de voorwaarden voorzien in het onderhavig koninklijk besluit en dit, hetzij voor een tegemoetkoming van 120 euro, hetzij voor een tegemoetkoming van 180 euro en van de voldane factuur van de haarprothese.

De hernieuwing van de tegemoetkoming voor een haarprothese mag slechts worden toegestaan : 1. In geval van volledige kaalhoofdigheid door chemotherapie, als ten gevolge van een nieuwe chemotherapie opnieuw volledige kaalhoofdigheid opgetreden is en ten vroegste na een termijn van twee jaar te rekenen vanaf de datum van de vorige tegemoetkoming.2. In geval van alopecia areata of van cicatriciële alopecia, na een termijn van twee jaar te rekenen vanaf de datum van de vorige tegemoetkoming.»

Art. 2.De tegemoetkoming voor haarprothesen voorzien in hoofdstuk 3, 3, van de bijlage bij het koninklijk besluit van 10 januari 1991 tot vaststelling van de nomenclatuur van de revalidatieverstrekkingen bedoeld in artikel 19, lid 3, van de wet van 9 augustus 1963 tot instelling er organisatie van een regeling voor verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering, tot vaststelling van de honoraria en prijzen van die verstrekkingen en tot vaststelling van het bedrag van de verzekeringstegemoetkoming in die honoraria en prijzen wordt geschrapt.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad , met uitzondering van de bepalingen opgenomen onder punt 2 van de toegevoegde afdeling 5 die uitwerking hebben met ingang van 1 januari 2002.

Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering ervan.

Brussel, 26 februari 2003.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE

^