26 APRIL 1999. - Koninklijk besluit betreffende de schade-vergoeding voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk, ten gunste van de personeelsleden van het academisch en wetenschappelijk personeel van sommige vrije universitaire instellingen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schade-vergoeding voor arbeidsongevallen, voor ongevallen op de weg naar en van het werk en voor beroepsziekten in de overheidssector, inzonderheid op artikel 1bis, 2° gewijzigd bij de wet van 19 oktober 1998 alsook artikel 2ter ingevoegd bij dezelfde wet;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding, ten gunste van de personeelsleden van de overheidssector, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk, gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 419 van 16 juli 1986 en de koninklijke besluiten van 8 november 1971, 13 november 1973, 6 juni 1975, 16 mei 1977, 24 maart 1986, 28 juni 1990, 21 november 1991, 6 maart 1998 en 20 september 1998;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 9 februari 1999;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 23 februari 1999;

Gelet op het protocol nr. 106/3 van 8 april 1999 van het Gemeenschappelijk Comité voor alle overheidsdiensten;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1 vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat aan de betrokken universitaire instellingen de nodige en tevens voldoende tijd moet worden gegeven om een einde te stellen aan de verzekeringspolissen die hen binden op grond van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, alsook om over een nieuwe verzekeringspolis te onderhandelen en een contract af te sluiten die deze keer op de wet van 3 juli 1967 zou berusten;

Op voordracht van Onze Minister van Ambtenarenzaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De regeling, ingesteld bij de wet van 3 juli 1967 betreffende de preventie van of de schadevergoeding voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk, wordt toepasselijk verklaard : 1° op de leden van het academisch en wetenschappelijk personeel van de universitaire instellingen die opgesomd zijn in artikel 2 van de wet van 21 juni 1985 betreffende het onderwijs;2° op de leden van het academisch, wetenschappelijk, administratief en technisch personeel van de Universitaire Instelling Antwerpen en van het Universitair Centrum Limburg, bedoeld in artikel 10 van dezelfde wet, waarvan de regeling inzake rustpensioen ten laste van de Schatkist is.

Art. 2.Met uitzondering van het artikel 29, zijn de bepalingen van het koninklijk besluit van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding, ten gunste van de personeelsleden van de overheidssector, voor arbeidsongevallen en voor ongevallen op de weg naar en van het werk alsook de bepalingen die ze eventueel zullen wijzigen of vervangen, toepasselijk op de in artikel 1 vermelde personeelsleden.

Art. 3.Voor de toepassing van het voormelde koninklijk besluit van 24 januari 1969 op de in het artikel 1 vermelde personelsleden oefenen de Vlaamse Regering of de Regering van de Franse Gemeenschap, volgens de nadere regelen die ze bepalen, de bevoegdheden uit welke dat besluit aan de Ministers verleent, met uitzondering van die welke zijn opgedragen aan de Minister tot wiens bevoegdheid de federale Ambtenarenzaken behoren.

Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking op 1 januari 2000 voor de ongevallen die zich vanaf deze datum voordoen.

Art. 5.Onze Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 april 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Ambtenarenzaken, A. FLAHAUT