Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 november 1997
gepubliceerd op 16 december 1997

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de samenstelling van het identificatienummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1997000892
pub.
16/12/1997
prom.
25/11/1997
ELI
eli/besluit/1997/11/25/1997000892/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 NOVEMBER 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de samenstelling van het identificatienummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Artikel 2, tweede lid, van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen bepaalt het volgende : « Ieder persoon krijgt bij zijn eerste inschrijving in het Rijksregister een identificatienummer. De Koning bepaalt volgens welke regels dat nummer wordt samengesteld. » Ter uitvoering van deze bepaling heeft een koninklijk besluit van 3 april 1984 de samenstelling van het nummer van het Rijksregister als volgt bepaald : - een eerste groep van zes cijfers die de geboortedatum weergeeft in de volgorde jaar, maand, dag; - een tweede groep van drie cijfers die de personen identificeert die op dezelfde dag geboren zijn. De mannen krijgen een oneven getal en de vrouwen een even (de eerste man die op die geboortedatum ingeschreven wordt krijgt het reeksnummer 001, de tweede 003 enzovoort tot 997; op dezelfde wijze krijgt de eerste vrouw die op die geboortedatum ingeschreven wordt het nummer 002, de tweede 004 enzovoort tot 998); - een derde groep van twee cijfers, dat een controlenummer vormt en waarvan de berekening verduidelijkt wordt in artikel 4 van het koninklijk besluit van 3 april 1984.

Wanneer dit laatste koninklijk besluit genomen werd, verwachtte men niet dat het nummer van het Rijksregister de belangrijke omvang zou krijgen die het vandaag kent.

Anderzijds heeft het hergebruik van het nummer voorzien in de artikelen 6 en 7 van het voormelde koninklijk besluit heel wat opmerkingen van de gebruikers teweeggebracht, met name van het Ministerie van Financiën en de instellingen voor sociale zekerheid.

Het is immers niet ongewoon dat dossiers actief gehouden worden, ook al zijn de titularissen al verscheidene jaren overleden. Dit is onder meer het geval wanneer het gast om onverdeeldheid en erfenis.

Bovendien zou door het hergebruik van een nummer dat al toegekend werd, dit nummer in alle bestanden waarbij het gebruikt is, geschrapt moet worden, of het nu om de inschrijving gaat van de titularis, of die van de leden van zijn familie of van zijn gezin.

Tijdens een vergadering van het comité van de gebruikers van het Rijksregister die plaatsvond op 19 februari 1997, werd de vraag gesteld of de overgang naar het jaar 2000 niet zou moeten leiden tot het aannemen van een nummer met 12 cijfers, gezien de mogelijke verzadiging van de reeksnummers doordat het aantal inschrijvingen van personen die op dezelfde dag geboren zijn, beperkt is tot 499 mannen en 499 vrouwen. Ook al is het geboortecijfer reeds meerdere jaren gedaald, het is niet ongewoon dat ten gevoige van hetzij seizoenschommelingen, hetzij immigratie, er meer dan 500 mensen ingeschreven worden die op dezelfde dag geboren zijn, met min of meer 50 % van elk geslacht. De ter beschikking staande middelen voor het jaar 2000 en de volgende jaren zouden derhalve onvoldoende blijken te zijn.

Er werd een werkgroep opgericht binnen dit comité, die bijna unaniem tot de voigende conclusies kwam : - het niet hergebruiken van een nummer dat al toegekend werd; - behoud van een structuur met 11 cijfers; - behoud van de geboortedatum in zes cijfers voor wat de eerste groep betreft.

Bovendien wensten bepaalde leden een absolute onaantastbaarheid van een toegekend nummer.

Om na te gaan of er een positief gevolg gegeven kon worden aan deze aanvragen, werden simulaties uitgevoerd om : - eenzelfde nummer te vermijden voor een persoon die in de 19e, 20e of 21e eeuw geboren is; - eenzelfde verwarring te vermijden in geval van een fout cijfer in het nummer of in geval van een gewone omwisseling van twee cijfers.

De oplossing die het minste risico inhield, bestond erin om vanaf het jaar 2000 het controlenummer op een andere manier te berekenen, waarbij de deling door 97 behouden blijft. Deze oplossing voert de deling door 97 uit door de groep van negen cijfers, enkel voor de deling, te laten voorafgaan door het cijfer 2. Behalve de eliminatie van de voormelde verwarringen, onderging het controlealgoritme van het Rijksnummer op die manier slechts een beperkte wijziging.

Daarentegen kon men niet ingaan op de wens om een absolute onaantastbaarheid van het nummer te verkrijgen, vermits een grote meerderheid gebruikers van mening zijn dat de exacte geboortedatum en de impliciete aanduiding van het geslacht vermeld moeten worden. Met andere woorden, wanneer een persoon twee keer ingeschreven werd (verzameling onder twee verschillende namen) of als er verwarring was bij de verzameling in verband met het geslacht, blijven de artikelen 8 en 9 van het koninklijk besiuit van toepassing.

Commentaar bij de artikelen Artikel 1 Dit artikel voorziet dat voor de bepaling van het reeksnummer met drie cijfers dat de tweede groep vormt, het volgnummer van inschrijving herbegonnen wordt voor de personen die geboren zijn in of na het jaar 2000, naar gelang van het geslacht vanaf 001 of 002.

Artikel 2 Dit artikel voert een nieuwe manier in van berekening van het controlenummer met twee cijfers dat de derde groep vormt.

Rekening houdend met de wensen van de werkgroep die binnen het Comité van de gebruikers van het Rijksregister opgericht is, behoudt deze nieuwe manier van berekening het principe van de deling door 97 zoals hierboven verduidelijkt werd.

Artikelen 3 en 4 Deze artikelen strekken ertoe aan de wens van de voormelde werkgroep tegemoet te komen om het hergebruik van éen identificatienummer van het Rijksregister volledig te verbieden.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling wetgeving, tweede kamer, op 14 november 1997 door de Minister van Binnenlandse Zaken, verzocht hem, binnen een termijn van ten hoogste drie dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de samenstelling van het identificatienummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen", heeft op 18 november 1997 het volgende advies gegeven : Overeenkomstig artikel 84, tweede lid, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, bepaalt de Raad van State, afdeling wetgeving, zich tot het onderzoek van de rechtsgrond, van de bevoegdheid van de steller van de handeling, alsmede van de vraag of aan de voorgeschreven vormvereisten is voldaan. Bij deze drie punten zijn geen opmerkingen te maken.

De kamer was samengesteld uit : De heren : J.-J. Stryckmans, voorzitter;

Y. Kreins, P. Quertainmont, staatsraden;

Mevr. J. Gielissen, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer J. Regnier, eerste auditeur afdelingshoofd. De nota van het Coördinatiebureau werd opgesteld en toegelicht door Mevr. G. Jottrand, adjunct-referendaris.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer J.-J. Stryckmans.

De griffier, J. Gielissen.

De voorzitter, J.-J. Stryckmans. 25 NOVEMBER 1997. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de samenstelling van het identificatienummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op artikel 2, tweede lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de samenstelling van het identificatienummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen, inzonderheid op de artikelen 3, 4, 6 en 7;

Overwegende dat het identificatienummer van het Rijksregister van de natuurlijke personen sinds zijn toepassing veel vaker gebruikt is dan in 1984 voorzien was;

Overwegende dat de gebruikers unaniem van mening zijn dat het hergebruik van het nationaal nummer zoals voorzien in artikel 6 van het voormelde koninklijk besluit van 3 april 1984, onoplosbare problemen met zich mee zou brengen bij het beheer van de bestanden die het nummer gebruiken;

Bovendien overwegende dat deze gebruikers een structuur van elf cijfers wensen te behouden;

Derhalve overwegende dat er zich vanaf het jaar 2000 een verzadiging van de reeksnummers bedoeld in artikel 3 van het voormelde koninklijk besluit van 3 april 1984, zou kunnen voordoen en dat een doeltreffende oplossing erin bestaat om vanaf dat jaar de berekening van het controlenummer aan te passen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 14 oktober 1997;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door de omstandigheid dat de sociale identiteitskaart die ingevoerd is door het koninklijk besluit van 18 december 1996 "houdende maatregelen met het oog op de invoering van een sociale identiteitskaart ten behoeve van alle sociaal verzekerden, met toepassing van de artikelen 38, 40, 41 en 49 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de wettelijke pensioenstelsels", bekrachtigd door de wet van 26 juni 1997, binnen een korte termijn in omloop gebracht zal worden;

Overwegende dat, met toepassing van artikel 2, derde lid, 6°, van het voormelde koninklijk besluit, het identificatienummer van het Rijksregister op de sociale identiteitskaart aangebracht zal worden;

Overwegende dat er, met het oog op het weldra in omloop brengen van deze nieuwe kaart, softwareprogramma's ontwikkeld zijn die rekening houden met de manier waarop het identificatienummer van het Rijksregister samengesteld is;

Overwegende dat het, om te vermijden dat het goede verloop van de verdeling van de sociale identiteitskaart verhinderd wordt, van belang is dat de samenstellingswijze van het identificatienummer van het Rijksregister, dat toegekend zal worden aan de personen die vanaf het jaar 2000 geboren worden, op korte termijn bepaald wordt;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 18 november 1997 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen door de wet van 4 augustus 1996;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 3 april 1984 betreffende de samenstelling van het identificatienummer van de personen die ingeschreven zijn in het Rijksregister van de natuurlijke personen, wordt aangevuld met de volgende zin : « Het volgnummer van inschrijving wordt herbegonnen voor de personen die geboren zijn in of na het jaar 2000. »

Art. 2.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met het volgende lid : « Voor de personen die geboren zijn in of na het jaar 2000 wordt de berekening bedoeld in het voorgaande lid echter uitgevoerd door de negen cijfers te laten voorafgaan door het cijfer 2. »

Art. 3.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Artikel 6.Een identificatienummer dat toegekend werd, mag niet hergebruikt worden. »

Art. 4.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 5.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 november 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE

^