gepubliceerd op 29 juni 2021
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 oktober 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot vervanging van collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2019 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie (1)
25 MEI 2021. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 oktober 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot vervanging van collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2019 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie (157734/CO/118) (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 13 oktober 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot vervanging van collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2019 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie (157734/CO/118).
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 mei 2021.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 13 oktober 2020 Vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2019 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie (157734/CO/118) (Overeenkomst geregistreerd op 17 december 2020 onder het nummer 162419/CO/118) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders die ressorteren onder het Paritair Comité nr. 118 voor de voedingsnijverheid en die, in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 april 2008 (koninklijk besluit van 24 oktober 2008, Belgisch Staatsblad van 28 januari 2009 - registratienummer 88257) niet zijn uitgesloten van het toepassingsgebied van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel. § 2. Met "arbeiders" wordt bedoeld : alle arbeiders zonder onderscheid naar gender. HOOFDSTUK II. - Pensioenreglement
Art. 2.Het pensioenreglement in bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2003 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie (68708/CO/118) wordt vervangen door het pensioenreglement in bijlage. HOOFDSTUK III. - Geldigheidsduur
Art. 3.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2019 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie (registratienummer 157734/CO/118). § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2019 en wordt gesloten voor onbepaalde duur. § 3. Overeenkomstig artikel 14 van de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités worden, voor wat betreft de ondertekening van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de handtekeningen van de personen die deze aangaan namens de werknemersorganisaties enerzijds en namens de werkgeversorganisaties, anderzijds, vervangen door de, door de voorzitter en de secretaris ondertekende en door de leden goedgekeurde notulen van de vergadering. § 4. Zij kan door één der partijen worden opgezegd mits een opzegging van zes maanden, bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde organisaties. De opzegging is alleen geldig voor zover artikel 10, § 1, 3° van de WAP is nageleefd.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 mei 2021.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 13 oktober 2020, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot vervanging van collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2019 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie (157734/CO/118) Pensioenreglement "Stelsel van aanvullend pensioen voor de arbeiders - Paritair Comité nr. 118" 1. Doel en voorwerp van het stelsel van aanvullend pensioen 1.1. In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 richt het "Fonds 2de pijler PC 118" een stelsel van aanvullend pensioen in met het oog op het financieren van het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen ten gunste van de arbeiders die voldoen aan de aansluitingsvoorwaarden bepaald onder 3.
Definities. 1.2. Het doel van dit stelsel is het garanderen, buiten de wettelijke verplichtingen inzake pensioen en ter verhoging ervan aan : - De aangeslotene zelf, een kapitaal of een levenslange lijfrente, indien hij in leven is op de einddatum; - De begunstigden voorzien door onderhavig reglement, een kapitaal of een levenslange overlevingsrente in geval van overlijden van de aangeslotene voor de einddatum. 1.3. In uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 sluit het "Fonds 2de pijler PC 118" hiertoe een groepsverzekering bij de verzekeringsinstelling. Het financiële beheer en de dekking van de risico's van het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen worden toevertrouwd aan de verzekeringsinstelling. Het administratieve beheer en nadere uitvoeringsbepalingen worden geregeld in een beheersovereenkomst tussen het "Fonds 2de pijler PC 118" en de verzekeringsinstelling. 2. Werking in de tijd 2.1. Het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen ondergebracht bij de verzekeringsinstelling neemt aanvang op 1 april 2004. 2.2. Met respect voor de geldende wettelijke bepalingen kan de groepsverzekeringsovereenkomst bij de verzekeringsinstelling opgezegd worden in geval van niet-betaling der premies, in gemeenschappelijk akkoord tussen het "Fonds 2de pijler PC 118" en de verzekeringsinstelling of door beslissing van één der partijen. De opzegging moet gebeuren door middel van een aangetekende brief en zal automatisch ook de opzegging van de beheersovereenkomst van het pensioenstelsel en het solidariteitsstelsel inhouden. 2.3. De individuele rekening van de deelnemer treedt automatisch in werking op het moment dat voldaan werd aan de onder punt 3.7. gedefinieerde aansluitingsvoorwaarden, doch ten vroegste vanaf de aanvangsdatum van het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen. 3. Definities 3.1. Stelsel van aanvullend pensioen : Het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen, bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 ingericht in uitvoering van artikel 15 van de basis collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2003 en van artikel 22 van de basis collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003. 3.2. Solidariteitstoezegging : Het sectoraal stelsel van solidariteitsprestaties, bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 ingericht in uitvoering van artikel 15 van de basis collectieve arbeidsovereenkomst van 4 april 2003 en artikel 22 van de basis collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003. 3.3. "Fonds 2de pijler PC 118" : De inrichter van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie, ingesteld in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003. 3.4. Verzekeringsinstelling : De verzekeringsinstelling die in uitvoering van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 door het "Fonds 2de pijler PC 118" wordt aangeduid voor het beheren van het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen. 3.5. Groepsverzekering : Overeenkomst gesloten bij de verzekeringsinstelling ten voordele van het geheel der aangeslotenen ter uitvoering van het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen. 3.6. Werkgever : De onderneming ressorterend onder het Paritair Comité nr. 118 en die valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003. 3.7. Deelnemer : De arbeider, zonder onderscheid naar gender, van een werkgever ressorterend onder het Paritair Comité nr. 118 die valt onder het toepassingsgebied van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003, waarvan het loon onderworpen is aan de sociale zekerheidsbijdragen. Elke arbeider die deze aansluitingsvoorwaarden vervult, wordt automatisch en verplicht aangesloten, met uitzondering van : - Vóór 1 januari 2016 : de arbeiders die al een wettelijk pensioen ontvangen, maar hun activiteiten in de sector van de voedingsindustrie blijven uitoefenen in het kader van de toegelaten arbeid als gepensioneerde zonder schorsing van het wettelijk rustpensioen; - Vanaf 1 januari 2016 : de gepensioneerde arbeiders. De arbeider die op 31 december 2015 gepensioneerd is en aangesloten aan het pensioenregime van de sector krachtens onderhavig pensioenreglement, blijft aangesloten bij dit sociaal sectoraal pensioenregime zolang hij tewerkgesteld blijft bij een werkgever onderworpen aan onderhavig pensioenreglement. 3.8. Gewezen deelnemer : Uitgetreden deelnemer, die nog steeds actuele of uitgestelde rechten geniet overeenkomstig het pensioenreglement. 3.9. Aangeslotenen : Het geheel van deelnemers en gewezen deelnemers. 3.10. Begunstigde : De persoon aan wie de uitkering die verzekerd is, overeenkomstig de bepalingen van dit reglement, dient te gebeuren. 3.11. Einddatum : De datum waarop de deelnemer recht heeft, met inachtname van de voorwaarden van de WAP, op de uitbetaling van het verzekerd bedrag bij in leven zijn. Behoudens toepassing van punten 3.12. en 3.13. van dit pensioenreglement, is de einddatum vastgesteld op de eerste dag van de maand volgend op het bereiken van de pensioenleeftijd. De pensioenleeftijd is 65 jaar.
Indien de pensionering later is dan de einddatum, mag het verzekerd bedrag bij leven, op verzoek van de aangeslotene betaald worden. 3.12. Vervroeging : Uitbetaling van de verworven reserve, verhoogd met de reeds toegekende verdeling van de resultaten, op een eerder tijdstip dan de einddatum. Met respect voor de bepalingen van de WAP is vervroeging slechts mogelijk : - Voor alle aangeslotenen : in geval van pensionering; - In geval van brugpensioen onder de in de WAP voorziene voorwaarden, doch niet eerder dan op de leeftijd van 60 jaar. 3.13. Verdaging : Indien de deelnemer na de einddatum en met respect voor de aansluitingsvoorwaarden nog tewerkgesteld blijft, zal de bijdrage voor aanvullend pensioen verschuldigd blijven tot wanneer de deelnemer pensioneert of niet meer de voorwaarden vervult van punt 3.7. (het vroegste van de twee), en wordt de einddatum telkens met één jaar verdaagd. 3.14. Bijdrage aanvullend pensioen : Het bedrag, betaalbaar door de werkgever voor het stelsel van aanvullend pensioen, in uitvoering van de sectorale collectieve arbeidsovereenkomst tot bepaling van de bijdragen voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie, zoals deze op elk respectievelijk moment van kracht is. De opeenvolgende sectorale collectieve arbeidsovereenkomstteksten worden in bijlage aan het pensioenreglement gehecht en maken er integraal deel van uit. Bij aanvang van deze groepsverzekering geldt de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 3 van 5 november 2003. 3.15. Verzekeringsrekening : De individuele rekening op naam van de deelnemer en gespijsd door de bijdragen van de werkgever. 3.16. Financieringsfonds : Stelsel van collectieve reserve, dat samen met de groepsverzekering wordt opgericht en beheerd overeenkomstig de in dit reglement gedefinieerde doelstellingen en bepalingen. 3.17. Verworven reserves : De reserves waarop de aangeslotene op een bepaald ogenblik recht heeft overeenkomstig dit pensioenreglement. 3.18. Verworven prestaties : De prestaties waarop de aangeslotene op de voorziene einddatum van het verzekeringscontract aanspraak kan maken overeenkomstig dit pensioenreglement, indien hij bij zijn uittreding de verworven reserves bij de verzekeringsinstelling laat. 3.19. Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 : De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 tot invoering van een sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie. 3.20. Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 3 van 5 november 2003 : De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 3 van 5 november 2003 tot bepaling van de bijdragen voor het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie. 3.21. WAP : De wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003, ed. 2, err. Belgisch Staatsblad van 26 mei 2003) aangevuld met haar uitvoeringsbesluiten. 3.22. Tarief : Het geheel van de door de verzekeringsinstelling gewaarborgde tariferingsregels van toepassing op de groepsverzekering, voorgelegd met respect voor de principes van het koninklijk besluit van 14 november 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 14/11/2003 pub. 14/11/2003 numac 2003023014 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Koninklijk besluit betreffende de levensverzekeringsactiviteit sluiten betreffende de levensverzekeringsactiviteit. Het tarief omvat bepalingen betreffende het rendement, de eventuele gebruikte sterftetafel en de aangerekende kosten. 3.23. Uittreding : 1) Hetzij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst met een werkgever op wie dit pensioenreglement van toepassing is, anders dan door overlijden of pensionering.Wordt evenwel niet als een uittreding beschouwd, de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering, die wordt gevolgd door het sluiten van een arbeidsovereenkomst binnen de twee trimesters met een andere werkgever die onder het toepassingsgebied van onderhavig pensioenreglement valt; 2) Hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de arbeider niet langer de aansluitingsvoorwaarden van het pensioenstelsel vervult, zonder dat dit samenvalt met de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, anders dan door overlijden of pensionering;3) Hetzij het einde van de aansluiting vanwege het feit dat de werkgever of, in geval van de overgang van de arbeidsovereenkomst, de nieuwe werkgever niet langer valt onder het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst die het pensioenstelsel heeft ingevoerd. 4. Toezegging van aanvullend pensioen 4.1. De bijdrage tot het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen wordt per trimester berekend door het "Fonds 2de pijler PC 118" op basis van het voor dat trimester bij de RSZ aangegeven loon. Deze bedragen worden door het "Fonds 2de pijler PC 118" medegedeeld aan de verzekeringsinstelling. 4.2. De bijdragen worden geput uit het met dit doel financieringsfonds, dat integraal deel uitmaakt van deze groepsverzekering. 4.3. De bijdragen worden als koopsom op de individuele rekening van elk der deelnemers gestort met als datum van waarde de eerste dag van het tweede trimester volgend op het trimester waarop de bijdrage betrekking had. 4.4. Overeenkomstig de bepalingen van het solidariteitsreglement zullen aanvullende koopsommen op de individuele rekening van de deelnemer gestort kunnen worden. 4.5. De betaling van de bijdragen houdt op wanneer de in punt 1.2. bedoelde sommen opeisbaar worden, of in geval de arbeider de aansluitingsvoorwaarde niet meer vervult. 4.6. De verzekeringstechniek die aangewend wordt om de uitkering bij in leven zijn op de eindleeftijd te financieren is deze van "Uitgesteld Kapitaal Met terugbetaling van de opgebouwde Reserve bij overlijden voor de einddatum (U.K.M.R.)". 4.7. De uitkering in geval van overlijden vóór de einddatum is gelijk aan de op dat moment verworven reserve, eventueel verhoogd met de door de verzekeringsinstelling toegekende verdeling der resultaten. 5. Verdeling van het resultaat van de verzekeringsinstelling 5.1. In aanvulling op het gewaarborgd tarief, delen de individuele rekeningen in het resultaat van de verzekeringsinstelling conform artikel 32, § 1, 2° van de WAP. 5.2. De verzekeringsinstelling deelt de wijze van bepaling en het niveau van deze verdeling van het resultaat mee aan het "Fonds 2de pijler PC 118" alsmede aan de aangeslotenen op eenvoudig verzoek. 6. Verworven rechten van de deelnemer 6.1. Tot en met 31 december 2018 zijn de verworven reserves die opgebouwd zijn op de individuele rekeningen, met inbegrip van de toegekende verdelingen van het resultaat van de verzekeringsinstelling, eigendom van de aangeslotene vanaf het moment dat de aangeslotene tenminste 132 dagen gecumuleerde tewerkstelling als arbeider in de sector van de voedingsindustrie kan aantonen, over een periode van 12 opeenvolgende kwartalen. De tewerkstelling wordt vastgesteld op basis van de door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid geregistreerde gegevens. De periode van 132 dagen hoeft niet ononderbroken te zijn.
Vanaf 1 januari 2019 vervalt de voorwaarde van de 132 RSZ dagen bijdrage betaling aan het sectoraal pensioenstelsel voor arbeiders over een periode van 12 opeenvolgende kwartalen.
Dit heeft tot gevolg dat : 1) reserves opgebouwd vanaf 1 januari 2019 onmiddellijk verworven zijn.2) reserves opgebouwd vóór 1 januari 2019 verworven zijn indien vóór 1 januari 2019 gedurende minstens 132 RSZ-dagen over een periode van 12 opeenvolgende kwartalen bijdragen werden betaald aan het sectoraal pensioenstelsel voor de voedingsnijverheid. Voor de deelnemer in dienst van een werkgever onderworpen aan onderhavig pensioenreglement in de loop van het vierde kwartaal 2018, wordt deze voorwaarde tevens als vervuld beschouwd en de vóór 1 januari 2019 opgebouwde reserves als verworven indien deze deelnemer in de loop van het eerste kwartaal van 2019 nog steeds in dienst is van een werkgever onderworpen aan onderhavig pensioenreglement. 6.2. De verworven reserves worden bepaald door de verzekeringsinstelling en zullen in geen geval lager zijn dan de reserves die krachtens de uitvoeringsbesluiten van de wet van 9 juli 1975Relevante gevonden documenten type wet prom. 09/07/1975 pub. 24/12/2014 numac 2014000890 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 09/07/1975 pub. 23/10/2015 numac 2015000557 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de controle der verzekeringsondernemingen. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten en krachtens de WAP moeten worden opgebouwd. 6.3. Bij uittreding, pensionering of wanneer prestaties verschuldigd zijn overeenkomstig artikel 27, § 1, 6de lid of de artikelen 63/2 en 63/3 van de WAP of bij opheffing van de pensioentoezegging, worden indien nodig de reserves aangevuld om het rendement dat vereist is in uitvoering van artikel 24 van de WAP te bereiken.
De ontbrekende reserves worden geput uit het financieringsfonds.
Indien de middelen van het financieringsfonds ontoereikend zouden zijn, kan de aangeslotene zich enkel richten tot het "Fonds 2de pijler PC 118". De verzekeringsinstelling kan niet verplicht worden om dit tekort aan te zuiveren in de plaats van het "Fonds 2de pijler PC 118". 6.4. Zolang de deelnemer tewerkgesteld is bij een werkgever die ressorteert onder het PC nr. 118, kan de deelnemer geen uitbetaling van de verworven rechten krijgen. 6.5. Afkoop der verworven rechten voor einddatum of vervroeging, voorschotten op de contracten en in pandgevingen zijn niet toegelaten, tenzij anders bepaald in dit pensioenreglement. 6.6. Indien de aangeslotene overeenkomstig punt 6.1. geen recht heeft op de reserve die werd opgebouwd en de toegekende verdelingen van het resultaat van de verzekeringsinstelling worden deze bedragen in het financieringsfonds gestort. Deze bepaling houdt op uitwerking te hebben voor reserves opgebouwd vanaf 1 januari 2019. 7. Begunstigden en formaliteiten bij vereffening 7.1. Het verzekerde bedrag op de einddatum : Indien de aangeslotene in leven is op de einddatum van het verzekeringscontract, wordt de verworven reserve, verhoogd met de toegekende verdelingen van het resultaat van de verzekeringsinstelling uitgekeerd aan de aangeslotene zelf.
In dit geval maakt de aangeslotene aan de verzekeringsinstelling een door hem of zijn wettelijke vertegenwoordiger ingevuld en ondertekend formulier over, zoals dit met dit doel is opgesteld door de verzekeringsinstelling ter vereffening van de voordelen. Dit formulier dient gewettigd te zijn door het gemeentebestuur.
Het ingevuld en ondertekend document van vereffening betekent een kwijting voor de uitbetaalde som. 7.2. Het verzekerd bedrag bij overlijden van de aangeslotene voor de einddatum : - In geval van overlijden van de deelnemer vóór de einddatum worden de aanspraken uitgekeerd aan de begunstigde(n) in volgende rangorde : - De echtgeno(o)t(e) van de aangeslotene voor zover die niet gerechtelijk van tafel en bed of feitelijk gescheiden is, of die zich niet in aanleg tot scheiding van tafel en bed of echtscheiding bevindt. De echtgenoten worden geacht feitelijk gescheiden te zijn wanneer uit de bevolkingsregisters blijkt dat zij een verschillende woonplaats hebben; - Bij ontstentenis, de persoon die wettelijk samenwoont met de aangeslotene in de zin van artikel 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek, uitgezonderd indien deze een bloedverwant van de aangeslotene is of indien de wettelijke samenwoning officieel beëindigd werd of indien zulke procedure lopende is; - Bij ontstentenis de kinderen van de aangeslotene, waarvan de afstamming vaststaat of zijn adoptieve kinderen, of bij plaatsvervulling, hun nakomelingen, voor het gedeelte dat zou toegekomen zijn aan de begunstigde in wiens plaats ze treden; - Bij ontstentenis de ouders van de aangeslotene, elk voor de helft.
Bij overlijden van één van hen komt het kapitaal toe aan de langstlevende; - Bij ontstentenis het financieringsfonds. - Indien er meerdere rechthebbenden zijn, wordt het voorziene kapitaal in gelijke delen onder hen verdeeld. - In geval de aangeslotene en de rechthebbende overlijden zonder dat de volgorde van overlijden kan bepaald worden, wordt het kapitaaloverlijden uitgekeerd aan de plaatsvervanger(s) van de rechthebbende(n). - Indien het overlijden van de aangeslotene het gevolg is van een opzettelijke daad te wijten aan of aangezet door één van de begunstigde(n), wordt deze automatisch als begunstigde geschrapt. - Indien de voordelen bij overlijden niet worden opgevraagd door de rechthebbende(n) binnen de 5 jaar volgend op de dag waarop de begunstigde kennis heeft gekregen of redelijkerwijze kennis had moeten krijgen van het bestaan van het aanvullend pensioen, van zijn hoedanigheid van begunstigde en van het overlijden van de aangeslotene, worden deze voordelen, behoudens overmacht in hoofde van de rechthebbende(n), in het financieringsfonds gestort. - Met respect voor de wettelijke bepalingen en zonder dat het "Fonds 2de pijler PC 118" of de verzekeringsinstelling aansprakelijk kan worden gesteld voor een eventuele betwisting kan de aangeslotene schriftelijk per aangetekende brief aan het "Fonds 2de pijler PC 118" de bovengenoemde rangorde wijzigen of zelf een begunstigde aanduiden, waarbij de laatst bij het "Fonds 2de pijler PC 118" aangekomen betekende brief doorslaggevend zal zijn. - In dit geval maakt (maken) de begunstigde(n) aan de verzekeringsinstelling een uittreksel uit de overlijdensakte over alsmede een door de begunstigde of zijn wettelijke vertegenwoordiger ingevuld en ondertekend formulier, zoals dit met dit doel is opgesteld door de verzekeringsinstelling ter vereffening van de voordelen. Dit formulier dient gewettigd te zijn door het gemeentebestuur. - In alle gevallen betekent het ingevuld en ondertekend document van vereffening een kwijting voor het gedeelte van het kapitaal, dat aan iedere begunstigde toekomt. - Het "Fonds 2de pijler PC 118" en de verzekeringsinstelling kunnen ieder bijkomend document opvragen om de identiteit van de begunstigde te verifiëren. 8. Vereffening 8.1. Bij vereffening kan de begunstigde kiezen tussen hetzij de éénmalige uitbetaling van de aanspraken in kapitaal, hetzij een omzetting in een levenslange lijfrente. 8.2. Een keuze voor een vereffening in lijfrente moet door de begunstigde schriftelijk meegedeeld worden aan de verzekeringsinstelling, gedateerd en getekend door de begunstigde of zijn wettelijke vertegenwoordiger. 8.3. Naar keuze van de begunstigde kan het gaan om een lijfrente die enkel aan hem of haar betaald wordt of om een lijfrente die in geval van later overlijden van de begunstigde voor maximaal 80 pct. overdraagbaar is op de overlevende echtgeno(o)t(e) van de begunstigde.
De begunstigde kan kiezen voor een jaarlijkse vaste indexatie van de lijfrente met ten hoogste 2 pct. 8.4. De omzetting geschiedt overeenkomstig de verzekeringstarieven van kracht op het moment van vereffening, de leeftijd van de begunstigde en de eventuele echtgeno(o)t(e), en de gekozen percentages van overdraagbaarheid en indexatie. 8.5. De renten worden in maandelijkse delen betaald op de laatste dag van elke maand, tot en met de laatste vervaldag die voorafgaat aan het overlijden van de aangeslotene of de rechthebbende(n). 8.6. Wanneer de lijfrente bij aanvang lager is dan 500 EUR per jaar, wordt het pensioenkapitaal uitgekeerd en heeft de aangeslotene of de rechthebbende geen optie tot omzetting in lijfrente.
Wanneer het jaarbedrag van de rente gelegen is tussen 500 EUR en 800,01 EUR, dan wordt ze niet maandelijks betaald, maar in vier gelijke delen op het einde van ieder trimester.
De in punt 8.6. vermelde drempels worden geïndexeerd volgens de bepalingen van de wet van 2 augustus 1971Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/1971 pub. 20/02/2009 numac 2009000070 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist geïndexeerd worden. 9. Uittreding 9.1. In geval van uittreding gelden volgende bepalingen : 9.1.1. Binnen een termijn van één jaar stelt het "Fonds 2de pijler PC 118", dan wel de deelnemer zelf alvorens het "Fonds 2de pijler PC 118" dit heeft gedaan, de verzekeringsinstelling schriftelijk van de uittreding in kennis. 9.1.2. De verzekeringsinstelling deelt uiterlijk binnen de dertig dagen na deze kennisgeving aan het "Fonds 2de pijler PC 118" de volgende gegevens mee : - Het bedrag van de verworven reserves, aangevuld met de reeds toegekende verdelingen van de resultaten van de verzekeringsinstelling; - Het bedrag van de verworven prestaties; - De verschillende keuzemogelijkheden overeenkomstig artikel 32, § 1 van de WAP. 9.1.3. Het "Fonds 2de pijler PC 118" stelt de deelnemer hiervan onmiddellijk schriftelijk in kennis. 9.1.4. De deelnemer stelt binnen de dertig dagen na de mededeling vermeld onder punt 9.1.3. hierboven het "Fonds 2de pijler PC 118" van zijn keuze in kennis. 9.1.5. De modaliteiten van de overdracht worden bepaald overeenkomstig artikel 32, § 4 van de WAP en haar uitvoeringsbesluiten. 9.1.6. Indien de deelnemer alvorens de kennisgeving vanwege het "Fonds 2de pijler PC 118" bedoeld onder punt 9.1.1., zelf de verzekeringsinstelling in kennis stelt en meedeelt dat hij bij het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen aangesloten blijft, is de procedure vermeld onder punt 9.1.2.-5. hierboven niet van toepassing. 9.1.7. Indien de aangeslotene geen expliciete keuze maakt binnen de dertig dagen, te rekenen vanaf de kennisgeving van de keuzemogelijkheden door de pensioeninstelling, wordt hij verondersteld gekozen te hebben voor het behoud van zijn reserves bij de pensioeninstelling zonder wijziging van de pensioenbelofte. 9.1.8. Na het verstrijken van de termijn van dertig dagen kan de aangeslotene te allen tijde vragen om zijn reserves over te dragen naar een andere pensioeninstelling. 9.1.9. In afwijking van het voorgaande blijft het bedrag van de verworven reserves op de datum van uittreding bij de pensioeninstelling, zonder wijziging van de pensioentoezegging, wanneer dit bedrag lager is dan of gelijk aan 150 EUR. Dit bedrag van 150 EUR wordt geïndexeerd overeenkomstig artikel 32, § 1, laatste lid van de WAP. 10. Financieringsfonds 10.1. Samen met de groepsverzekering wordt een financieringsfonds opgericht. 10.2. Werking van het financieringsfonds : 10.2.1. Inkomsten van het financieringsfonds : - De globale stortingen geïnd door de RSZ en overgemaakt via het "Fonds 2de pijler PC 118"; - De aanvullingen vanuit het stelsel van solidariteitstoezegging, overeenkomstig de voor dit stelsel geldende bepalingen vastgelegd in het reglement van solidariteitstoezegging; - De niet verworven reserves overeenkomstig punt 6.6. hierboven; - De overlijdenskapitalen in uitvoering van punt 7.2. hierboven; - De rendementen toegekend door de verzekeringsinstelling, verhoogd met het aandeel in de verdeling van de resultaten van de verzekeringsinstelling; - Aanvullende toelagen bij onderfinanciering.
De prestaties leven en overlijden die niet door de aangeslotene/begunstigde worden opgevraagd binnen een periode van 5 jaar vanaf de dag volgend op die waarop de aangeslotene of begunstigde kennis heeft gekregen of redelijkerwijze kennis had moeten krijgen, van het voorval dat het vorderingsrecht doet ontstaan. 10.2.2. Uitgaven van het financieringsfonds : - De individuele bijdragen, zoals deze overeenkomstig de bepalingen van punt 4. hierboven op de individuele rekeningen van de deelnemers worden gestort; - De aanvullingen die vereist zijn om het vereiste rendement waarvan sprake in artikel 24 van de WAP te bereiken; - Elk ander bedrag beslist door de inrichter, voor zover dit is toegewezen aan een verhoging van de voordelen van de aangeslotenen. 10.3. Eigendom en beheer van het financieringsfonds : 10.3.1. Het financieringsfonds behoort ontegensprekelijk toe aan de aangeslotenen. 10.3.2. Het financieringsfonds wordt beheerd door de verzekeringsinstelling en ontvangt hetzelfde globaal rendement (prorata temporis de geldende waardedata), dat aan de reserves toegekend wordt. 10.3.3. Wanneer de groepsverzekering bij de verzekeringsinstelling wordt stopgezet, zonder verderzetting van het stelsel van aanvullend pensioen bij een andere pensioeninstelling, worden de eventueel achterstallige bijdragen aangezuiverd en wordt het financieringsfonds daarna verdeeld onder de aangeslotene en renteniers in verhouding tot hun individuele reserve. 10.3.4. Indien een werkgever of arbeider om één of andere reden ophoudt deel uit te maken van het toepassingsgebied van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 2 van 5 november 2003 kan hij op geen enkele wijze aanspraak maken op de tegoeden van het financieringsfonds. 11. Diverse bepalingen 11.1. Verplichtingen van de betrokken partijen : 11.1.1. Verplichtingen van de aangeslotenen en begunstigden Door zijn aansluiting onderwerpt de aangeslotene zich aan dit pensioenreglement.
De aangeslotenen en begunstigden zullen op eenvoudige aanvraag alle ontbrekende inlichtingen en bewijsstukken bezorgen die nodig zijn opdat het "Fonds 2de pijler PC 118" zijn verplichtingen tegenover de aangeslotene en begunstigden kan uitvoeren. Indien zij deze inlichtingen en/of bewijsstukken niet overmaken, dan zullen het "Fonds 2de pijler PC 118" en de pensioeninstelling ontslagen zijn van hun verplichtingen tegenover de aangeslotene en begunstigden met betrekking tot het voordeel dat in dit reglement beschreven wordt. 11.1.2. Verplichtingen van het "Fonds 2de pijler PC 118" Het "Fonds 2de pijler PC 118" gaat tegenover alle werkgevers en aangeslotenen de verbintenis aan alles te doen wat nodig is voor de goede uitvoering van dit pensioenstelsel. - Aan de pensioeninstelling overmaken van alle voor het beheer van het stelsel noodzakelijke gegevens : - de persoonsgegevens zoals meegedeeld uit het netwerk van de Sociale Zekerheid door de Kruispuntbank Sociale Zekerheid aan de inrichter, alsook de wijzigingen dewelke tijdens de duur van de aansluiting in voormelde gegevens voorkomen; - de inlichtingen en bewijsstukken noodzakelijk voor de goede uitvoering van dit reglement; - Onmiddellijk doorstorten aan de verzekeringsinstelling van de bijdragen voor het stelsel van aanvullend pensioen, zoals die worden geïnd door de RSZ en globaal overgemaakt aan het "Fonds 2de pijler PC 118". - Het aan de aangeslotenen op eenvoudig verzoek ter beschikking stellen van de volledige tekst van het pensioenreglement en alle bijvoegsels; - Het aan de aangeslotenen op eenvoudig verzoek ter beschikking stellen van het verslag van de verzekeringsinstelling omtrent het beheer van het sectoraal stelsel van aanvullend pensioen; - Het uitvoeren van alle afspraken, zoals deze in uitvoering van de afspraken tussen het "Fonds 2de pijler PC 118" en de verzekeringsinstelling in een wederzijdse aanvaarde en ondertekende beheersovereenkomst zijn vastgelegd; - Alle andere door de WAP aan de inrichter opgelegde verplichtingen. 11.1.3. Verplichtingen van de verzekeringsinstelling - Het waarborgen van de verzekeringstarieven met respect voor de geldende wettelijke bepalingen; - Het uitvoeren van alle afspraken, zoals deze in uitvoering van de afspraken tussen het "Fonds 2de pijler PC 118" en de verzekeringsinstelling in een wederzijds aanvaarde en ondertekende beheersovereenkomst zijn vastgelegd; - Alle verplichtingen zoals deze door de WAP aan de verzekeringsinstelling worden opgelegd en in uitvoering van voorgaand punt eventueel nader zijn aangevuld. Deze omvatten onder meer en zonder limitatief te zijn : - het jaarlijks verstrekken door de pensioeninstelling aan elke deelnemer van de in artikel 26, § 1 van de WAP bepaalde informatie door middel van een pensioenfiche. De informatieverstrekking kan, met naleving van de in artikel 26 van de WAP voorziene voorwaarden, ook op elektronische wijze gebeuren; - het jaarlijks aan het "Fonds 2de pijler PC 118" bezorgen van een verslag over het beheer van het stelsel van aanvullend pensioen, met de in artikel 42 van de WAP bedoelde informatie. 11.2. Onbetwistbaarheid van de gegevens : 11.2.1. De verzekeringsinstelling dekt de deelnemer op basis van de gegevens, zoals die door het "Fonds 2de pijler PC 118" worden overgemaakt en waarbij het "Fonds 2de pijler PC 118" instaat voor de nauwkeurigheid van de inlichtingen. 11.2.2. Het "Fonds 2de pijler PC 118" is verantwoordelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit alle onnauwkeurige onvolledige, onjuiste of laattijdige inlichtingen, die verstrekt worden aan de verzekeringsinstelling. 11.2.3. Zolang geen andersluidende gegevens worden overgemaakt, houdt de verzekeringsinstelling uitsluitend rekening met de laatst gekende gegevens. 11.3. Bescherming en verwerking van de persoonsgegevens : De inrichter en de pensioeninstelling hechten een bijzonder belang aan de bescherming van persoonsgegevens en verwerken deze conform de toepasselijke reglementering, onder meer de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG of GDPR) en de privacy verklaringen van de inrichter en de pensioeninstelling.
Verwerkingsdoeleinden De inrichter ontvangt de persoonsgegevens van de deelnemers en hun rechthebbenden van de Vereniging van Sectorale Instellingen (VSI).
De inrichter deelt met het oog op het beheren en uitvoeren van het pensioenreglement persoonsgegevens mee aan de pensioeninstelling.
De inrichter en de pensioeninstelling verwerken de persoonsgegevens van de deelnemers en hun begunstigden ("de betrokkenen") met het oog op de uitvoering van dit reglement en dit op basis van een wettelijke verplichting (de wet van 28 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 28/04/2003 pub. 15/05/2003 numac 2003022481 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Wet betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en van sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid sluiten betreffende de aanvullende pensioenen (WAP)).
In deze context hebben beide partijen het statuut van verwerkingsverantwoordelijke. Daarnaast kunnen de verwerkingsverantwoordelijken de persoonsgegevens verwerken voor de volgende doeleinden : - Het voldoen aan wettelijke en reglementaire verplichtingen zoals fiscale verplichtingen en dit op grond van een wettelijke bepaling; - Het beheer van het personenbestand voor de uitkering van de solidariteitsprestaties; - De opmaak van statistieken, de detectie en preventie van misbruiken en fraude, het samenstellen van bewijzen, de beveiliging van goederen, personen, informaticanetwerken en -systemen van de verwerkingsverantwoordelijke, de optimalisatie van de processen (bijvoorbeeld risicobeoordeling en risicoaanvaarding) en dit op grond van het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke; - De adviesverlening op grond van het gerechtvaardigd belang van de verwerkingsverantwoordelijke, tenzij de betrokkene zich hiertegen verzet.
Voor het vervullen van deze doeleinden kan de verwerkingsverantwoordelijke persoonsgegevens ontvangen van de betrokkene zelf of van derden.
In voorkomend geval kunnen deze verwerkingsdoeleinden gebaseerd zijn op de toestemming van de betrokkene.
Categorieën van verwerkte persoonsgegevens en mogelijke ontvangers Volgende categorieën van persoonsgegevens kunnen worden verwerkt : identificatie- en contactgegevens, financiële gegevens, persoonlijke kenmerken, beroep en betrekking, samenstelling van het gezin, gerechtelijke gegevens.
Deze gegevens kunnen worden meegedeeld aan een verwerker van de verwerkingsverantwoordelijken, aan een expert, een advocaat, een technisch adviseur.
Zij kunnen tevens worden meegedeeld aan om het even welke persoon of instantie in het kader van een wettelijke verplichting of een administratieve of rechterlijke beslissing of indien er een gerechtvaardigd belang bestaat.
Deze persoonsgegevens kunnen, indien dit noodzakelijk is voor de voornoemde doeleinden en in overeenstemming met de privacywetgeving, door de verwerkingsverantwoordelijke worden meegedeeld aan andere tussenkomende verzekeringsmaatschappijen, hun vertegenwoordigers in België, hun contactpunten in het buitenland, de betrokken herverzekeringsmaatschappijen.
Het is mogelijk dat de pensioeninstelling de persoonsgegevens buiten de Europese Economische Ruimte (EER) overdraagt, naar een land dat, desgevallend, niet een passend beschermingsniveau voor persoonsgegevens kan garanderen. In deze gevallen beschermt de pensioeninstelling echter de gegevens door de IT-beveiliging te vergroten en door contractueel een verhoogd beveiligingsniveau te eisen van zijn internationale tegenpartijen.
Rechten van betrokkenen De deelnemers en hun begunstigden kunnen een gedateerde en ondertekende aanvraag richten tot een verwerkingsverantwoordelijke voor de uitoefening van hun recht op toegang, rechtzetting, wissing, beperking en overdracht van persoonsgegevens. Dergelijke aanvraag voor het "Fonds 2de pijler PC 118" dient gericht te worden aan de DPO, Porta Secura, bereikbaar via email op : michael.boeynaems@portasecura.com Meer informatie betreffende de bescherming en verwerking van persoonsgegevens is beschikbaar in de privacyverklaring/het privacy beleid van de verwerkingsverantwoordelijken beschikbaar op hun website. 11.4. Invoering, wijziging, opheffing en overdracht van de groepsverzekering : 11.4.1. Met respect voor de bepalingen van de WAP kan de groepsverzekering bij collectieve arbeidsovereenkomst worden gewijzigd, stopgezet en/of overgedragen naar een andere pensioeninstelling. 11.4.2. In geval van stopzetting of overdracht van de groepsverzekering naar een andere pensioeninstelling zal de verzekeringsinstelling de pensioenrekeningen premievrij maken op basis van de tot het moment van stopzetting of overdracht effectief ontvangen bijdragen. 11.4.3. De eventuele wijziging zal in geen geval een vermindering van de verworven prestaties of van de verworven reserves voor verlopen dienstjaren tot gevolg hebben. 11.4.4. Geen enkele vergoeding of verlies van winstdelingen zal ten laste worden gelegd van de aangeslotenen of van de op het ogenblik van de overdracht verworven reserve worden afgetrokken. 11.5. Fiscale bepalingen 11.5.1. Wanneer de deelnemer en de begunstigde hun woonplaats in België hebben, is op basis van de situatie geldend bij aanvang van deze groepsverzekering de Belgische wetgeving van toepassing op zowel de premies als de uitkeringen. Indien dit niet het geval is, dan zouden de fiscale en/of sociale lasten kunnen toegepast worden op basis van buitenlandse wetgeving, in uitvoering van de internationale verdragen die terzake gelden. 11.5.2. Op basis van de Belgische fiscale wetgeving van kracht op de ingangsdatum van de groepsverzekering vormen de werkgeversbijdragen aftrekbare beroepskosten voor zover het totaalbedrag van de door dit reglement naar aanleiding van pensionering gewaarborgde uitkeringen, de wettelijke pensioenen en enig andere uitkering van dezelfde aard de 80 pct. van het laatste normale brutoloon niet overschrijdt. Hierbij wordt rekening gehouden met de normale duur van de beroepswerkzaamheid, die overdraagbaarheid ten gunste van de overlevende echtgeno(o)t(e) (met een maximum van 80 pct.) en de voorziene indexatie van de rente (met een maximum van 2 pct.). 11.6. Overdracht van reserves van een andere pensioeninstelling Elke aangeslotene kan de verworven aanspraken die opgebouwd werden bij een andere pensioeninstelling in het kader van een andere beroepsactiviteit overdragen naar de verzekeringsinstelling. De verzekeringsinstelling zal hiertoe een specifieke informatiefiche opstellen en deze aan de aangeslotene bezorgen. 11.7. Geschillen en toepasselijk recht Op het pensioenreglement en de ermee verband houdende contraeten is het Belgisch recht van toepassing. Eventuele geschillen tussen de partijen in verband ermee behoren tot de bevoegdheid van de Belgische rechtbanken. 12. Slotbepalingen Onderhavig pensioenreglement wordt aangevuld door een beheersovereenkomst afgesloten tussen de inrichter en de pensioeninstelling, met de verplichtingen van de betrokken partijen, de administratieve procedures en de tariferingsregels.In geval van strijdigheid primeren de bepalingen van onderhavig pensioenreglement.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 mei 2021.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE