Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 mei 2004
gepubliceerd op 28 mei 2004

Koninklijk besluit tot bepaling, bij toepassing van artikel 29bis, § 1, eerste lid, a), van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën, van de voorwaarden en modaliteiten voor de overdracht van de dossiers inzake voorschotten op onderhoudsgeld toegekend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bij toepassing van de artikelen 68bis tot 68quater van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn aan de dienst voor alimentatievorderingen van de FOD Financiën

bron
programmatorische federale overheidsdienst maatschappelijke integratie, armoedebestrijding en sociale economie
numac
2004002057
pub.
28/05/2004
prom.
25/05/2004
ELI
eli/besluit/2004/05/25/2004002057/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 MEI 2004. - Koninklijk besluit tot bepaling, bij toepassing van artikel 29bis, § 1, eerste lid, a), van de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën, van de voorwaarden en modaliteiten voor de overdracht van de dossiers inzake voorschotten op onderhoudsgeld toegekend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn bij toepassing van de artikelen 68bis tot 68quater van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn aan de dienst voor alimentatievorderingen van de FOD Financiën


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën;

Gelet op de programmawet van 22 december 2003, inzonderheid op de artikelen 340 tot 342;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 26 april 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 19 mei 2004;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de bepalingen van artikel 340 van de programmawet van 22 december 2003, de wet van 21 februari 2003 tot oprichting van een dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën vanaf 1 juni 2004 in werking treedt wat betreft de opdracht inzake invordering van onderhoudsgeld bij de onderhoudsplichtigen; dat de OCMW's die voorschotten op onderhoudsgeld hebben toegekend op basis van artikelen 68bis tot 68quater van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn ontheven worden van hun opdracht van invordering van onderhoudsgeld waarvoor ze voorschotten hebben toegekend zowel voor de periode vóór 1 juni 2004 als voor de periode na 1 juni 2004, voor dewelke hun opdracht inzake voorschotten voortduurt; dat de OCMW's zo snel mogelijk moeten ingelicht worden over de verplichtingen die ze moeten nakomen, wat betreft de overname van hun verplichtingen inzake invordering voor de lopende dossiers door de dienst voor alimentatievorderingen van de FOD Financiën; dat de OCMW's hun dossiers daartoe moeten herzien en de onderhoudsplichtingen evenals de eventuele derden-belaslegenen moeten inlichten over de verandering die het einde van hun terugbetalingen aan de OCMW's tot gevolg heeft; dat dit besluit dringend moet worden genomen;

Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De overdracht van de invorderingsopdracht van de OCMW's aan de FOD Financiën vanaf 1 juni 2004 voor alle termijnen van onderhoudsgeld waarvoor de OCMW's voorschotten hebben toegekend bij toepassing van artikelen 68bis tot 68quater van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn behelst de volgende verplichtingen ten laste van het OCMW : a) de kennisgeving aan de onderhoudsplichtige of tegen ontvangstbewijs met een ter post aangetekende brief, van het einde van zijn opdracht inzake de invordering van termijnen van onderhoudsgeld waarvoor voorschotten werden betaald vóór 1 juni 2004 en worden betaald na 1 juni 2004, waarbij hem wordt medegedeeld dat deze opdracht wordt overgenomen door de dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën en dat enkel de betalingen verricht aan deze dienst voortaan bevrijdend zijn.Voormelde brief van kennisgeving bevat de uitdrukkelijke vermelding dat de voorschotten op onderhoudsgeld verder door het OCMW worden toegekend voor de duur van de toekenningsbeslissing die aan de onderhoudsplichtige reeds werd medegedeeld bij de ingebrekestelling; b) de kennisgeving aan elke eventuele derde-beslagene, met een ter post aangetekende brief, van het einde van zijn opdracht inzake de invordering van termijnen van onderhoudsgeld waarvoor voorschotten werden betaald vóór 1 juni 2004 en worden betaald na 1 juni 2004, waarbij hem wordt medegedeeld dat deze opdracht wordt overgenomen door de dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën en dat enkel de betalingen verricht aan deze dienst voortaan bevrijdend zijn;c) wanneer bedragen aan een openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn door een onderhoudsplichtige of een derde-beslagene werden terugbetaald wat betreft onderhoudsgeld waarvoor het OCMW voorschotten heeft betaald zowel voor de periode vóór als na 1 juni 2004, meldt het OCMW per gewone brief : -aan de onderhoudsplichtige of aan de derde-beslagene, dat enkel de betalingen verricht aan de dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën bevrijdend zijn; - aan de dienst voor alimentatievorderingen bij de FOD Financiën, dat er niet-verschuldigde betalingen voor een onderhoudsplichtige bestaan.

Art. 2.Het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn vult het formulier in van de FOD Financiën betreffende de volledige staat van de geregistreerde terugvorderingen tot 31 mei 2004 voor de personen aan wie voorschotten op onderhoudsgelden worden toegekend en dit zo vlug als mogelijk en uiterlijk op 1 september 2004 en maakt het terug over aan dezelfde FOD.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 juni 2004.

Art. 4.Onze Minister bevoegd voor Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Ponza, 25 mei 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Maatschappelijke Integratie, Mevr. M. ARENA

^