gepubliceerd op 01 maart 2024
Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor het aanslagjaar 2025
25 FEBRUARI 2024. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor het aanslagjaar 2025
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 (WIB 92) bepaalt dat wanneer voor een bepaald aanslagjaar de belasting op pensioenen en andere vervangingsinkomsten of op werkloosheidsuitkeringen na toepassing van de basisvermindering en de aanvullende vermindering voor pensioenen en vervangingsinkomsten of voor werkloosheidsuitkeringen niet tot nul is teruggebracht voor een belastingplichtige met een belastbaar inkomen dat gelijk is aan 10.160 euro (basisbedrag) en uitsluitend bestaat uit pensioenen en andere vervangingsinkomsten of werkloosheidsuitkeringen, de Koning het bedrag van de aanvullende vermindering verhoogt tot het bedrag dat nodig is om de belasting alsnog tot nul terug te brengen.
Voor het aanslagjaar 2025 is het bedrag van de basisvermindering voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten en van de basisvermindering voor werkloosheidsuitkeringen gelijk aan 2.151,72 euro (basisbedrag: 1.148,93 euro) en het bedrag van de aanvullende vermindering gelijk aan 442,69 euro (basisbedrag: 236,38 euro). Het in artikel 147, vierde lid, WIB 92 vermelde bedrag van het belastbare inkomen is voor het aanslagjaar 2025 gelijk aan 19.030 euro. De basisbelasting op dat inkomen bedraagt (15.820 x 25 pct.) + ((19.030 - 15.820) x 40 pct.) of 3.955 + 1.284 = 5.239 euro. Voor aanslagjaar 2025 bedraagt het bedrag van de belastingvrije som 10.570 euro. De basisbelasting wordt zo verminderd met 2.642,50 euro (10.570 euro x 25 pct.) tot 2.596,50 euro (om te slane belasting). De som van de basisvermindering en de aanvullende vermindering voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten of van de basisvermindering en de aanvullende vermindering voor werkloosheidsuitkeringen, i.c. 2.151,72 + 442,69 = 2.594,41 euro, volstaat net niet om het bedrag van de verschuldigde belasting na toepassing van de verminderingen voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten of voor werkloosheidsuitkeringen op nul te brengen. Overeenkomstig artikel 147, vierde lid, WIB 92 moet het geïndexeerde bedrag van de aanvullende vermindering voor pensioenen en andere vervangingsinkomsten en van de aanvullende vermindering voor werkloosheidsuitkeringen derhalve voor het aanslagjaar 2025 met 2,09 euro worden verhoogd tot 444,78 euro. Dit besluit geeft hieraan uitvoering.
Het in artikel 147, eerste lid, 1°, en 7°, WIB 92 vermelde basisbedrag van de aanvullende vermindering wordt geïndexeerd aan de hand van de coëfficiënt als bedoeld in artikel 178, § 3, derde lid, 2°, WIB 92 en na toepassing van de indexeringscoëfficiënt afgerond tot de hogere of lagere cent naargelang het cijfer van de duizendsten al dan niet 5 bereikt (artikel 178, § 2, derde lid, WIB 92). De in artikel 178, § 3, derde lid, 2°, WIB 92 bedoelde indexeringscoëfficiënt is voor het aanslagjaar 2025 gelijk aan 1,7988. Om tot een geïndexeerd bedrag van 444,78 euro te komen, moet het basisbedrag van 236,38 euro worden verhoogd tot 237,495 euro.
Het nieuwe basisbedrag van 237,495 euro geldt overeenkomstig artikel 147, vierde lid, laatste zin, WIB 92 enkel voor het aanslagjaar 2025.
Dit is, Sire, de draagwijdte van het besluit dat U wordt voorgelegd.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM
25 FEBRUARI 2024. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor het aanslagjaar 2025 FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 147, vierde lid, ingevoegd bij de wet van 23 maart 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/03/2019 pub. 05/04/2019 numac 2019011564 bron federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 voor wat betreft de fiscale bepalingen van de jobsdeal type wet prom. 23/03/2019 pub. 04/04/2019 numac 2019040586 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot invoering van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen en houdende diverse bepalingen sluiten en gewijzigd bij de wet van 17 maart 2022;
Gelet op het KB/WIB 92;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 januari 2024;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 13 februari 2024;
Gelet op de adviesaanvraag aan de Raad van State binnen een termijn van 30 dagen, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de adviesaanvraag is ingeschreven op 14 februari 2024 op de rol van de afdeling Wetgeving van de Raad van State onder het nummer 75.644/3;
Gelet op de beslissing van de afdeling Wetgeving van 16 februari 2024 om binnen de gevraagde termijn geen advies te verlenen, met toepassing van artikel 84, § 5, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op voordracht van de minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 6318/18, enig lid, van het KB/WIB 92, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 28 juni 2019Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/06/2019 pub. 12/07/2019 numac 2019041270 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 147, vierde lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 sluiten, vervangen bij het koninklijk besluit van 2 mei 2021 en gewijzigd bij de koninklijk besluiten van 6 juni 2022 en 25 april 2023, wordt aangevuld met een bepaling onder een vijfde streepje, luidende: "- voor het aanslagjaar 2025: 237,495 euro.".
Art. 2.Dit besluit is van toepassing vanaf aanslagjaar 2025.
Art. 3.De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 februari 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM