gepubliceerd op 08 april 2024
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de vorming en tewerkstelling
24 MAART 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de vorming en tewerkstelling (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielverzorging;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de vorming en tewerkstelling.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 maart 2024.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de textielverzorging Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 september 2023 Vorming en tewerkstelling (Overeenkomst geregistreerd op 6 oktober 2023 onder het nummer 182881/CO/110)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de arbeid(st)ers van de ondernemingen ressorterend onder het Paritair Comité voor de textielverzorging. HOOFDSTUK I. - Risicogroepen
Art. 2.Dit hoofdstuk wordt gesloten in uitvoering van : - de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I), titel XIII, hoofdstuk VIII, afdelingen 1 en 2 (Belgisch Staatsblad van 28 december 2006), laatst gewijzigd door de wet ter ondersteuning van de werkgelegenheid van 30 december 2009; - het koninklijk besluit van 21 juli 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/07/2014 pub. 05/09/2014 numac 2014012133 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit houdende vaststelling van de nadere regelen en voorwaarden waaraan het evaluatieverslag en het financieel overzicht bedoeld in het artikel 190, § 3, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen moeten voldoen sluiten houdende vaststelling van de nadere regelen en voorwaarden waaraan het evaluatieverslag en het financieel overzicht bedoeld in het artikel 190, § 3 van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I) moeten voldoen; - het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 184, 4de lid van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I); - de activering van de inspanning ten voordele van personen die tot de risicogroepen behoren voor de periode 2019-2020, wet van 26 mei 2019Relevante gevonden documenten type wet prom. 26/05/2019 pub. 17/06/2019 numac 2019202602 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet tot uitvoering van het ontwerp van interprofessioneel akkoord 2019-2020 sluiten tot uitvoering van het ontwerp van interprofessioneel akkoord 2019-2020, Belgisch Staatsblad van 17 juni 2019.
Art. 3.De werkgevers zetten voor de periode van 1 januari 2023 tot 31 december 2024 hun inspanning verder van 0,10 pct. voor personen die behoren tot de risicogroepen. Deze inspanning wordt berekend op grand van het volledige loon van de arbeid(st)ers, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers de uitvoeringsbesluiten van deze wet.
De ondertekenende partijen verbinden zich ertoe, voor de duur van deze collectieve arbeidsovereenkomst, de nodige acties te ontwikkelen gericht naar de vorming en de tewerkstelling waarbij rekening zal gehouden worden met een gelijke ver deling van de financiële middelen bestemd voor de projecten inzake vorming enerzijds en voor de projecten inzake tewerkstelling anderzijds.
De betaling wordt verricht aan het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging".
Art. 4.Van de inspanning vermeld in artikel 3 is 0,05 pct. te besteden in overeenstemming met het koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten tot uitvoering van artikel 189, 4de lid van de wet van 27 december 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021363 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) type wet prom. 27/12/2006 pub. 28/12/2006 numac 2006021365 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen (1) sluiten houdende diverse bepalingen (I), gewijzigd door het koninklijk besluit van 19 april 2014 tot wijziging van het voornoemde koninklijk besluit van 19 februari 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200746 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van artikel 189, vierde lid, van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) type koninklijk besluit prom. 19/02/2013 pub. 08/04/2013 numac 2013200932 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 189, tweede lid, en 194 van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (1) sluiten.
Artikel 1 van het voorgenoemd koninklijk besluit identificeert de volgende personen als behorend tot de risicogroepen : 1° de werknemers van minstens 50 jaar oud die in de sector werken;2° de werknemers van minstens 40 jaar oud die in de sector werken en bedreigd zijn met ontslag;3° de niet-werkenden en de personen die sinds minder dan een jaar werken en niet-werkend waren op het ogenblik van hun indiensttreding;4° de personen met een verminderde arbeidsgeschiktheid;5° de jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn en opgeleid worden, hetzij in een stelsel van alternerend leren, hetzij in het kader van een individuele beroepsopleiding in een onderneming, hetzij in het kader van een instapstage. Artikel 2 van het voorgenoemd koninklijk besluit bepaalt dat minstens de helft van de 0,05 pct. (0,025 pct.) moet worden besteed aan de jongeren die nog geen 26 jaar oud zijn zoals bepaald in artikel 1 van het voorgenoemde koninklijk besluit (artikel 1, 3°, 4° en 5°).
Met betrekking tot deze inspanning van 0,05 pct. wordt binnen het "Gemeenschappelijk Fonds voor de textielverzorging" op sectoraal vlak onderzoek verricht naar de promotie van banen voor jongeren met vorming op de werkvloer. De bedoeling daarbij is om maximaal ingroeibanen voor jongeren te realiseren. Diverse pistes kunnen daartoe worden uitgewerkt en toegepast, zoals onder meer het bijstellen van specifieke arbeidsvoorwaarden, specifieke doelgroepen, specifieke functies, inschakelen van oudere werknemers voor de opvolging, het samenwerken met onderwijsinstellingen en met de gewestelijke diensten voor arbeidsbemiddeling. HOOFDSTUK II. - Opleidingsinspanningen
Art. 5.Dit hoofdstuk wordt gesloten in uitvoering van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen (de "arbeidsdeal") - hoofdstuk 12, Investeren in opleiding.
Art. 6.Voor de periode van 1 januari 2023 tot 31 december 2024 bedraagt de sectorale bijdrage 0,40 pct. op de lonen ten gunste van het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging".
Binnen het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging" wordt door de ondertekenende organisaties beslist welke vormings- en opleidingsinitiatieven zullen ontwikkeld worden met deze middelen.
Het "Gemeenschappelijk Fonds van de textielverzorging" adviseert de sector met betrekking tot de verdere uitbouw van een structureel systeem van vorming en opleiding door het stimuleren en aanbieden van vorming en opleiding ter attentie van zowel de ondernemingen als de werknemers in sector van de textielverzorging.
Dit heeft onder meer betrekking op promotie en steun voor bedrijfsopleidingsplannen in de ondernemingen, gekend onder de benaming "Ondernemingsportefeuille" en op promotie en steun van individuele vorming van de werknemers, gekend onder de benaming "Individueel vormingsbudget".
Art. 7.§ 1. Artikel 54, § 1, 1° van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen bepaalt dat vanaf 2023 elke werknemer recht heeft op 4 individuele opleidingsdagen per jaar en vanaf 2024 op 5 individuele opleidingsdagen per jaar.
De sectorale sociale partners onderschrijven de doelstelling van de wetgever om te investeren in de opleiding van werknemers, maar wensen in uitvoering van artikel 54, § 2 af te wijken van het groeipad zoals voorzien in artikel 54, § 1, 1°. Dit artikel laat toe om af te wijken van het groeipad zonder evenwel afbreuk te doen aan de reeds verworven opleidingsrechten van werknemers.
Het volgende groeipad wordt overeengekomen onder de sociale partners : - 2023 : 2,5 individuele opleidingsdagen per jaar; - 2024 : 3 individuele opleidingsdagen per jaar; - 2025 : 3,5 individuele opleidingsdagen per jaar; - 2026 : 4 individuele opleidingsdagen per jaar; - 2027 : 5 individuele opleidingsdagen per jaar.
Artikel 54, § 2, 2de lid stelt dat er geen afbreuk mag worden gedaan aan de reeds verworven rechten op opleiding van werknemers. Tot 30 juni 2023 had elke werknemer in de sector recht op 2,5 dagen opleiding. In afwijking van artikel 51, § 2 en artikel 58 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen wensen de sectorale sociale partners dit recht op minstens 2,5 individuele opleidingsdagen per jaar te herbevestigen.
De ondernemingen bedoeld in artikel 51, § 2 en artikel 58 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen moeten evenwel niet voldoen aan het groeipad zoals bepaald in artikel 7, § 1, derde lid van deze collectieve arbeidsovereenkomst. § 2. De opleidingen die in aanmerking worden genomen voor de invulling van het individueel recht op opleiding zijn de opleidingen zoals bepaald door artikel 50, § 1, a) en b) en artikel 54, § 1, 4° : - formele opleiding : door lesgevers of sprekers ontwikkelde cursussen en stages. Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van organisatie van de opleider of opleidingsinstelling. Ze gaan door op een plaats die duidelijk van de werkplek gescheiden is. Ze richten zich tot een groep leerlingen. Die opleidingen kunnen ontwikkeld en beheerd worden door de onderneming zelf of door een extern organisme; - informele opleiding : de opleidingsactiviteiten, andere dan deze hierboven bedoeld die rechtstreeks betrekking hebben op het werk. Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van zelforganisatie door de individuele leerling of door een groep leerlingen met betrekking tot de tijd, de plaats en de inhoud, een inhoud die gekozen wordt volgens de individuele behoeften van de leerling op de werkplek, en met een rechtstreeks verband met het werk en de werkplek, met inbegrip van deelname aan conferenties of beurzen voor leerdoeleinden; - de opleidingen die betrekking hebben op de materies inzake het welzijnsbeleid bedoeld in de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk.
Opleidingsuren zijn volledig gelijkgesteld met normale werkuren voor wat betreft het loon en de eventuele andere looncomponenten waarop de werknemer recht heeft. § 3. De werkgever is verplicht om de werknemer elk jaar in december te informeren over de openstaande opleidingsrechten. Artikel 57 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen bepaalt dat elke werknemer op het einde van een periode van vijf jaar zijn volledige opleidingsrechten moet hebben genoten. Deze verplichting draagt aldus bij tot de realisering van artikel 57.
Wanneer blijkt dat de werknemer onvoldoende opleiding heeft gevolgd op jaarbasis, zal er in de bevoegde overlegorganen worden gekeken hoe dit recht beter kan worden ingevuld in het komende jaar. Bij ontstentenis van een ondernemingsraad of syndicale afvaardiging zal dit op individuele basis gebeuren. § 4. De realisatie van het groeipad wordt nagestreefd door : - het opleidingsaanbod van TFTC beter en ruimer bekend te maken aan werkgevers en werknemers; - het formele opleidingsaanbod van TFTC verder uit te breiden; - via TFTC acties te ondernemen om de partipatiegraad aan formele opleidingen te verhogen; - werkgevers aan te moedigen om alle, zowel formatie als informele opleidingsinspanningen nauwgezet te registreren. § 5. De werkgever is verplicht om een individuele opleidingsrekening bij te houden voor elke werknemer waarin de formele en informele opleidingsinspanningen worden geregistreerd. Deze opleidingsrekening helpt de werkgever bij de realisatie van artikel 7, § 4 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, alsook de werknemer bij de realisatie van het individueel opleidingsrecht.
Artikel 55, § 2 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen bepaalt een minimumkader voor de opleidingsrekening.
De sectorale sociale partners onderschrijven dit minimumkader als verplichte basis voor de opleidingsrekening, met de mogelijkheid om dit op ondernemingsniveau verder aan te vullen en verfijnen. De werkgevers uit de sector kunnen hiervoor ook een beroep doen op het model van opleidingsrekening dat reeds is opgemaakt door TFTC. HOOFDSTUK III. - Opleidingsplannen
Art. 8.Dit hoofdstuk wordt gesloten in uitvoering van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen (de "arbeidsdeal") - hoofdstuk 9, Opleidingsplannen.
Art. 9.Artikel 36 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen verplicht elke werkgever om één keer per burgerlijk jaar, vóór 31 maart, een opleidingsplan op te stellen voor hun werknemers in de schoot van de onderneming. Een bijzondere aandacht dient te gaan naar de risicogroepen en bij de uitwerking van het plan dient de genderdimensie in aanmerking te worden genomen. Voorafgaand legt de werkgever dit opleidingsplan voor aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan aan de vakbondsafvaardiging, ten minste 15 dagen vóór de vergadering die wordt gepland met het oog op het onderzoeken ervan. De ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan, de vakbondsafvaardiging, geeft advies over het ontwerp tegen uiterlijk 15 maart.
De sectorale sociale partners onderschrijven het belang van de opleidingsplannen in het kader van de realisatie van de opleidingsrechten van werknemers. Evenwel erkennen zij de bijkomende administratieve last die hierdoor wordt gecreëerd voor ondernemingen.
Daarbij kan TFTC assistentie verlenen voor de uitvoering van artikel 36 (opmaak opleidingsplan) en artikel 38 (verzending naar de bevoegde federale overheidsdienst).
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2023 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2024.
Deze collectieve arbeidsovereenkomst volgt op de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 december 2021 betreffende vorming en tewerkstelling.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 maart 2024.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE