gepubliceerd op 07 juli 2021
Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten betreffende de vergoeding voor begrafeniskosten bij overlijden van een personeelslid in non-activiteit voorafgaand aan de pensionering
24 JUNI 2021. - Koninklijk besluit tot wijziging van sommige bepalingen van het koninklijk besluit van 30 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001000327 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten sluiten tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten betreffende de vergoeding voor begrafeniskosten bij overlijden van een personeelslid in non-activiteit voorafgaand aan de pensionering
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel 121, vervangen bij de wet van 26 april 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001000327 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten sluiten tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol);
Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 492/2 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 12 februari 2021;
Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën, gegeven op 4 augustus 2020;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, d.d. 20 november 2020;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken, d.d. 8 december 2020;
Gelet op het advies van de Raad van burgemeesters, gegeven op 9 december 2020;
Gelet op de adviesaanvraag binnen de 30 dagen, die op 2 april 2021 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn;
Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In deel XIIbis, ingevoegd bij koninklijk besluit van 9 november 2015Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 09/11/2015 pub. 25/11/2015 numac 2015000604 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken en federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit houdende bepalingen inzake het eindeloopbaanregime voor personeelsleden van het operationeel kader van de geïntegreerde politie type koninklijk besluit prom. 09/11/2015 pub. 30/11/2015 numac 2015009772 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot wijziging van koninklijk besluit van 14 maart 2014 betreffende de verdeling van de arbeidshoven, de rechtbanken van eerste aanleg, de arbeidsrechtbanken, de rechtbanken van koophandel en de politierechtbanken in afdelingen en van het koninklijk besluit van 10 augustus 2001 tot vaststelling van de dagen en de uren waarop de griffies van de hoven en de rechtbanken open zijn sluiten, van het koninklijk besluit van 30 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001000327 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten sluiten tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten worden de artikelen XII.XIII.7 en XII.XIII.8 ingevoegd, luidende: "Art. XII.XIII.7. Bij overlijden van een personeelslid in non-activiteit voorafgaand aan de pensionering wordt een vergoeding wegens begrafeniskosten toegekend volgens de nadere regels bedoeld in artikel XI.IV.1,1°.
Art. XII.XIII.8. Het bedrag van de in artikel XII.XIII.7 bedoelde vergoeding komt overeen met een twaalfde van het brutojaarbedrag van het wachtgeld dat het personeelslid in non-activiteit voorafgaand aan de pensionering ontving of zou moeten ontvangen hebben.".
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 25 november 2015.
Art. 3.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 juni 2021.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. VERLINDEN De Minister van Justitie, V. VAN QUICKENBORNE