gepubliceerd op 29 oktober 1998
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen, betreffende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen
24 JUNI 1998. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen, betreffende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het koninklijk besluit van 5 februari 1997 houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 1997, gesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen, betreffende maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 juni 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 5 februari 1997, Belgisch Staatsblad van 27 februari 1997.
Bijlage Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 februari 1997 Maatregelen ter bevordering van de tewerkstelling in de beschutte werkplaatsen (Overeenkomst geregistreerd op 7 april 1997, onder het nummer 43743/CO/327) HOOFDSTUK I. - Juridisch kader
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten overeenkomstig de bepalingen van de wet van 5 december 1968 op de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités en is in toepassing van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 (Belgisch Staatsblad van 27 februari 1997) houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector. HOOFDSTUK II. - Toepassingsgebied en omschrijving van de begrippen
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen en op de werknemers die zij tewerkstellen.
Onder werknemers verstaat men zowel de mannelijke als vrouwelijke arbeiders en bedienden.
Art. 3.Onder "partijen" verstaat men de patronale en syndicale organisaties die deze collectieve arbeidsovereenkomst hebben ondertekend.
Art. 4.Onder "groepering van ondernemingen" verstaat men de groeperingen die voorzien zijn volgens artikel 26 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 5.Onder "beperkt comité" verstaat men het comité dat samengesteld is uit de woordvoerders, of hun afgevaardigden, van de ondertekenende organisaties. HOOFDSTUK III - Vermindering werkgeversbijdrage voor de sociale zekerheid
Art. 6.Bij een netto aangroei van de tewerkstelling en een toename van het totaal arbeidsvolume, kan de sector genieten van een vermindering van een werkgeversbijdrage voor de sociale zekerheid zoals voorzien in voormeld koninklijk besluit.
Art. 7.De kwartaalopbrengst van deze bijdragevermindering wordt als volgt berekend : - het aantal werknemers dat minstens halftijds is tewerkgesteld vermenigvuldigd met het bedrag dat per kwartaal maximaal voorzien is; - voor de sector van de beschutte werkplaatsen betekent dit maximaal : 22.000 x 3.250 F = 71.500.000 F per kwartaal.
Deze berekening is gebaseerd op het tewerkstellingsvolume van 31 december 1996 en houdt rekening met het bedrag van de bijdragevermindering voorzien in het koninklijk besluit van 5 februari 1997 (Belgisch Staatsblad van 27 februari 1997) tot bepaling van het kwartaalbedrag van de forfaitaire bijdragevermindering in de non-profit sector. Dit bedrag kan maximaal gelijk zijn aan 9.300 F per kwartaal per werknemer en zal wijzigen ingeval laatstgenoemd koninklijk besluit gewijzigd wordt. HOOFDSTUK IV. - Gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde werknemers
Art. 8.In de sector van de beschutte werkplaatsen is de verdeling tussen gesubsidieerde en niet-gesubsidieerde werknemers als volgt : - 85 pct. gesubsidieerd; - 15 pct. niet gesubsidieerd. HOOFDSTUK V. - Tewerkstellingsverbintenis
Art. 9.De ondertekende partijen verbinden er zich toe om een bijkomende inspanning te doen voor de tewerkstelling waardoor er in de sector een netto aangroei zal zijn van de tewerkstelling ten belope van ten minste de opbrengst van de bijdragevermindering vermeld onder artikel 11 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, en van het totaal arbeidsvolume in vergelijking tot de tewerkstelling en het arbeidsvolume van het overeenstemmend kalenderkwartaal van het door de Minister van Tewerkstelling en Arbeid en de Minister van Sociale Zaken bepaald referentiejaar, zijnde het jaar 1996.
Art. 10.De netto aangroei van de tewerkstelling, alsmede de toename van het arbeidsvolume, zoals bepaald in artikel 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst dient gerealiseerd te worden op het vlak van : - de sector van de beschutte werkplaatsen; - de individuele werkplaats die toetreedt tot deze collectieve arbeidsovereenkomst; - de groepering van werkplaatsen die toetreden tot deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 11.De netto-aangroei wordt berekend volgens de bepalingen voorzien in artikel 4, § 1 van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 (Belgisch Staatsblad van 27 februari 1997) houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector.
Art. 12.Voor de berekening van de netto-aangroei van het aantal werknemers wordt het bedrag per kwartaal dat gelijkstaat met de aanwerving van één voltijds equivalent bijkomende werknemer bepaald op : - 300.000 F voor een niet-gesubsidieerde werknemer omkadering; - 200.000 F voor een niet-gesubsidieerde functie in de productie; - 200.000 F voor een gesubsidieerde functie omkaderingspersoneel; - 100.000 F voor een gesubsidieerde functie in de productie.
Art. 13.Wordt, in toepassing van artikel 4, § 2 van voormeld koninklijk besluit, niet beschouwd als nieuw aangeworven werknemer : - de werknemer, aangeworven in het kader van het banenplan, bedoeld in de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen, gedurende de periode van bijdragevermindering; - de werknemer, aangeworven in het kader van de bepalingen van hoofdstuk VII van titel III van de programmawet van 30 december 1988 gedurende de periode van vrijstelling van werkgeversbijdrage; - de werknemer, aangeworven ten gevolge van een fusie of een overname van een andere instelling of ten gevolge van een transfer binnen instellingen die behoren tot dezelfde groep; - de werknemer aangeworven in het kader van het koninklijk besluit nr 474 van 28 oktober 1986 tot opzetting van een stelsel van door de Staat gesubsidieerde contractuelen bij sommige plaatselijke besturen; - de werknemer, tewerkgesteld in het kader van artikel 60, § 7 van de organieke wet van 8 juli 1976, betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn in uitvoering van artikel 33 van de wet van 22 december 1995 houdende maatregelen tot uitvoering van het meerjarenplan voor werkgelegenheid, gewijzigd bij de wet van 29 april 1996 houdende sociale bepalingen; - de jongere, tewerkgesteld in het kader van het koninklijk besluit nr 495 van 31 december 1986 tot invoering van een stelsel van alternerende tewerkstelling en opleiding voor jongeren tussen 18 en 25 jaar en tot tijdelijke vermindering van de sociale zekerheidsbijdragen van de werkgever verschuldigd in hoofde van deze jongeren; - de moeilijk te plaatsen werkloze, tewerkgesteld in toepassing van artikel 78 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering. HOOFDSTUK VI. - Waarborgen inzake besteding van de bijdragevermindering voor de tewerkstelling
Art. 14.In toepassing van artikel 3, § 6 van het koninklijk besluit van 5 februari 1997 (Belgisch Staatsblad van 27 februari 1997) houdende maatregelen met het oog op de bevordering van de tewerkstelling in de non-profit sector, zal ieder beschutte werkplaats of groepering van werkplaatsen die toetreedt tot deze collectieve arbeidsovereenkomst, volgens de procedure voorzien in hoofdstuk X van deze collectieve arbeidsovereenkomst, om de zes maanden, een gedetailleerd verslag overmaken aan de voorzitter van het paritair comité, en dit per aangetekend schrijven.
Dit dient te gebeuren uiterlijk op 31 oktober en op 30 april van ieder jaar.
Het niet respecteren van deze bepalingen kan gezien worden als een inbreuk die kan leiden tot sancties zoals voorzien in artikel 3, § 7 van voormeld koninklijk besluit.
Art. 15.Dit verslag moet voor ieder kwartaal minstens volgende gegevens bevatten : - de totale tewerkstelling uitgedrukt in personen en bezoldigde uren voor het referentiekwartaal en voor het betrokken kwartaal; - de opbrengst van de bijdragevermindering; - de vermelding welke werknemers er aangeworven zijn ten gevolge van de bijdragevermindering, met vermelding van hun functie, het aantal deeltijds tewerkgeselden uitgedrukt in personen en het aantal gesubsidieerde werknemers uitgedrukt in voltijds equivalenten.
Indien nodig is de voorzitter van het paritair comité gemachtigd om bijkomende informatie op te vragen.
Een model van dit kwartaalverslag zal uitgewerkt worden door het paritair comité.
Art. 16.Voormeld verslag zal in de ondernemingsraad, of bij ontstentenis, met de vakbondsafvaardiging worden besproken. Het dient ter goedkeuring ondertekend te worden door de werknemersafgevaardigden behorende tot de syndicale organisaties die in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen vertegenwoordigd zijn.
In geval het een verslag betreft met betrekking tot een groepering van werkplaatsen dient het ter goedkeuring ondertekend te worden door de regionale, of in voorkomend geval, nationale verantwoordelijken van de syndicale organisaties die in het paritair comité vertegenwoordigd zijn.
Art. 17.De voorzitter van het paritair comité stelt een verslag op dat de gegevens omvat per onderneming en maakt dit over aan de leden van een beperkt comité, hiertoe opgericht binnen het paritair comité, en dit binnen een termijn van 30 dagen.
Art. 18.Hij roept het beperkt comité samen dat een gemotiveerd advies dient uit te brengen over voormeld verslag en over de naleving van de tewerkstellingsverbintenissen die in deze collectieve arbeidsovereenkomst zijn vastgelegd.
Art. 19.Hierna stuurt de voorzitter het verslag ter definitieve goedkeuring door aan de Minister van Tewerkstelling en Arbeid, aan de Minister van Sociale Zaken en aan de voogdijminister van de sector in het kader van zijn regionale of gemeenschapsbevoegdheid. HOOFDSTUK VII. - Deeltijdse en voltijdse werknemers
Art. 20.Inzake de verdeling van de aanwervingen tussen deeltijdse en voltijdse werknemers zullen de ondertekenende partijen volgende verhouding nastreven : - minimum 25 pct. deeltijdse werknemers; - maximum 75 pct. voltijdse werknemers. HOOFDSTUK VIII. - Tijdschema inzake bijkomende aanwervingen
Art. 21.Inzake de realisatie in tijd van de aanwervingen verbinden de werkgevers die behoren tot de sector van de beschutte werkplaatsen, die toetreden tot deze collectieve arbeidsovereenkomst er zich toe om, voor het einde van het eerste trimester van het in werking treden van de toetredingsakte, zoals voorzien in hoofdstuk X, over te gaan tot minstens 50 pct. van de voorziene aanwervingen, en verhoging van minstens 25 pct. van het voorziene arbeidsvolume, en tegen de laatste dag van het tweede kwartaal tot 100 pct. van de vooropgestelde aanwervingen en minstens 75 pct. van het arbeidsvolume. HOOFDSTUK IX. - Functies die in aanmerking komen voor de bijkomende tewerkstelling
Art. 22.Bij de aanwervingen zal voorrang gegeven worden aan enerzijds functies die gericht zijn op het versterken van de tewerkstelling van de zwaksten, de verbetering van de arbeidsorganisatie en de ergonomische aanpassing van de werkposten, en anderzijds aan functies ter verbetering van de sociale en commerciële omkadering.
Art. 23.De functies die in aanmerking komen voor de bijkomende aanwervingen zijn als volgt bepaald : - omkaderingspersoneel : - monitoren; - maatschappelijke assistenten; - verpleegkundigen; - administratieve ondersteuning; - commerciële ondersteuning; - ergotherapeuten; - deskundigen inzake arbeidsorganisatie en/of ergonomie. - productiepersoneel : - personeel behorende tot de 5 functiecategorieën zoals vastgelegd in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 januari 1997 betreffende de functiecategorieën en de minimumlonen van de werknemers met een handicap, afgesloten in het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen. - niet gesubsidieerde werknemers in de productie. HOOFDSTUK X. - Toetredingsprocedure
Art. 24.De werkgevers behorende tot de sector van de beschutte werkplaatsen kunnen toetreden tot deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 25.Zij dienen hiertoe, voor het einde van de eerste maand van het kwartaal van zijn inwerking treden, een toetredingsakte per aangetekend schrijven over te maken aan de voorzitter van het paritair comité. Dit schrijven omvat een omstandige omschrijving van de tewerkstellingsverbintenissen, en dit volgens het model dat hiertoe zal uitgewerkt worden door het paritair comité.
Art. 26.Beschutte werkplaatsen die, gezien de grootte van hun onderneming, niet kunnen of wensen toe te treden als individuele werkplaats, kunnen als groepering van meerdere werkplaatsen toetreden.
Zij dienen hiervoor gebruik te maken van het toetredingsmodel dat hiertoe zal uitgewerkt worden door het paritair comité. Alle bepalingen en verbintenissen van deze overeenkomst zijn de facto van toepassing op de groepering van werkplaatsen.
Art. 27.Een afschrift van de toetredingsakte, vermeld onder de artikelen 25 en 26 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt ter informatie overgemaakt aan de ondernemingsraad, of bij ontstentenis aan de vakbondsafvaardiging.
In geval van toetreding van een groepering van werkplaatsen dient een afschrift van de toetredingsakte overgemaakt te worden aan de regionale, of in voorkomend geval, nationale verantwoordelijken van de syndicale organisaties die in het paritair comité vertegenwoordigd zijn.
Art. 28.De voorzitter van het paritair comité legt de toetredingsakte, binnen een termijn van 30 dagen voor aan het beperkt comité van het paritair comité. Bij ontstentenis van opmerkingen zendt de voorzitter de toetredingsakte ter definitieve goedkeuring door aan de Minister van Tewerkstelling en Arbeid, die deze bevestigt aan de werkgever. HOOFDSTUK XI - Bijzondere bepalingen in verband met deeltijdse arbeid
Art. 29.Voor de werknemers die aangeworven worden in toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, en die tewerkgesteld worden bij meerdere beschutte werkplaatsen, kan de arbeidsduur lager liggen dan één derde van de wekelijkse arbeidsduur van de voltijds tewerkgestelde werknemers die in de werkplaats tot dezelfde categorie behoren, en dit in toepassing van de afwijking die voorzien is in artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK XII. - Slotbepalingen en geldigheidsduur
Art. 30.Bij beslissing van het paritair comité, genomen bij eenparigheid van stemmen, of bij collectieve arbeidsovereenkomst kunnen bepaalde procedureregels, zoals voorzien in de hoofdstukken VI en IX van deze collectieve arbeidsovereenkomst overgedragen worden aan het Fonds voor bestaanszekerheid voor de beschutte werkplaatsen, opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomst van 27 maart 1995, geregistreerd onder het nummer 37987/CO/327, of aan een nog op te richten sociaal fonds.
Art. 31.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 april 1997 en is gesloten voor de duurtijd van één jaar.
Zij kan stilzwijgend verlengd worden telkens met een duurtijd van één jaar. Hij kan opgezegd worden door één van de ondertekende partijen bij aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de beschutte werkplaatsen met in achtname van een opzeggingstermijn van drie maanden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 juni 1998.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET