Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 juli 2008
gepubliceerd op 18 september 2008

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2007, gesloten in Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest, tot vaststelling van de loonvoorwaarden op 1 januari 2007 voor sommige sectoren van het Paritair Subcomité voor de socioculturele sector die afhangen van de Franse Gemeenschap : productieateliers, bibliotheken, culturele centra, jongerencentra, permanente opvoeding, sportfederaties, "la Médiathèque", jeugdorganisaties, lokale televisies

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008013008
pub.
18/09/2008
prom.
24/07/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 JULI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2007, gesloten in Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest, tot vaststelling van de loonvoorwaarden op 1 januari 2007 voor sommige sectoren van het Paritair Subcomité voor de socioculturele sector die afhangen van de Franse Gemeenschap : productieateliers, bibliotheken, culturele centra, jongerencentra, permanente opvoeding, sportfederaties, "la Médiathèque", jeugdorganisaties, lokale televisies (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2007, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest, tot vaststelling van de loonvoorwaarden op 1 januari 2007 voor sommige sectoren van het Paritair Subcomité voor de socioculturele sector die afhangen van de Franse Gemeenschap : productieateliers, bibliotheken, culturele centra, jongerencentra, permanente opvoeding, sportfederaties, "la Médiathèque", jeugdorganisaties, lokale televisies.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 juli 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest Collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2007 Vaststelling van de loonvoorwaarden op 1 januari 2007 voor sommige sectoren van het Paritair Subcomité voor de socioculturele sector die afhangen van de Franse Gemeenschap : productieateliers, bibliotheken, culturele centra, jongerencentra, permanente opvoeding, sportfederaties, "la Médiathèque", jeugdorganisaties, lokale televisies (Overeenkomst geregistreerd op 20 december 2007 onder het nummer 86123/CO/329.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest en die behoren tot een van de volgende erkennings- en/of subsidiëringsregimes en hun werknemers : - productie- en gastateliers, erkend en gesubsidieerd krachtens het besluit van de Executieve van de Franstalige Gemeenschap van 26 juli 1990 betreffende de erkenning en de betoelaging van de productieateliers en de gastateliers voor films en videogrammen en door het besluit van de Executieve van de Franstalige Gemeenschap van 23 februari 2000 tot erkenning van de VZW "Atelier de création sonore et radiophonique" als onthaalstructuur inzake creatie op radio; - bibliotheken, erkend en gesubsidieerd krachtens het decreet van 28 februari 1978 tot instelling van de "Openbare Dienst voor Factuurvoorziening", gewijzigd door de decreten van 21 oktober 1988, 19 juli 1991 en 30 november 1992, voor zover het betrekking heeft op de privaatrechtelijke verenigingen en stichtingen erkend als openbare bibliotheken; - culturele centra, erkend en gesubsidieerd krachtens het decreet van 28 juli 1992 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van toelagen aan de culturele centra en gewijzigd door het decreet van 10 april 1995; - jeugdhuizen, erkend en gesubsidieerd krachtens het decreet van 20 juli 2000, tot bepaling van de voorwaarden voor de erkenning en de subsidiëring van jeugdhuizen, van ontmoetings- en accommodatiecentra, van jongereninformatiecentra en van hun federaties; - organisaties voor permanente opvoeding, erkend en gesubsidieerd krachtens het koninklijk besluit van 5 september 1921, het koninklijk besluit van 4 april 1925, het koninklijk besluit van 16 juli 1971, het decreet van 8 april 1976 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van toelagen aan de organisaties voor permanente vorming van de volwassenen in het algemeen en aan de organisaties voor de sociaal-culturele bevordering van de arbeiders en het decreet van 17 juli 2003 met betrekking tot de steun aan het verenigingsleven op het gebied van de permanente opvoeding; - sportfederaties, erkend en gesubsidieerd krachtens het decreet van 26 april 1999 tot organisatie van de sport in de Franse Gemeenschap; - "la Médiathèque", erkend en gesubsidieerd krachtens het koninklijk besluit van 7 april 1971; - jeugdorganisaties, erkend en gesubsidieerd krachtens het decreet van 20 juni 1980 tot vaststelling van de voorwaarden voor de erkenning en de toekenning van toelagen aan de jeugdorganisaties; - lokale televisies, erkend en gesubsidieerd krachtens het artikel 74 van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst is niet van toepassing op de werknemers die gedekt zijn door de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 juli 2002 tot bepaling van de functieclassificatie en de loonvoorwaarden voor sommige sectoren van het Paritair Comité voor de socioculturele sector (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) (koninklijk besluit van 4 juli 2004, Belgisch Staatsblad van 9 augustus 2004) en door de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2002 tot bepaling van de functieclassificatie en de loonvoorwaarden voor de sectoren van het Paritair Comité voor de socio-culturele sector die afhangen van het Waalse Gewest : de "Entreprises de Formation par le Travail", de "Organismes d'Insertion socio-professionnelle", de "Centres régionaux d'Intégration pour les populations d'origine étrangère", de "Missions régionales pour l'Emploi" en "Centres de Formation et/ou de Réadaptation Professionnelle erkend door het Agence wallonne pour l'intégration professionnelle des personnes handicapées" (Waals Gewest) (koninklijk besluit van 24 augustus 2005, Belgisch Staatsblad van 8 november 2005).

Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke arbeiders en bedienden.

In deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt onder "referteloonschaal » verstaan, de loonschaal zoals bepaald door voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2002 (Waalse Gewest). HOOFDSTUK II. - Lonen

Art. 2.Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 11, zullen de minimumlonen per voltijds tewerkgestelde personeelscategorie zoals omschreven in de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 2003 tot bepaling van de functieclassificatie voor sommige sectoren van het Paritair Comité voor de socioculturele sector die afhangen van de Franse Gemeenschap : productieateliers, bibliotheken, culturele centra, jongerencentra, permanente opvoeding, sportfederaties, "la Médiathèque", jeugdorganisaties, lokale televisies (koninklijk besluit van 16 december 2005, Belgisch Staatsblad van 3 maart 2006), zijn met ingang van 1 januari 2007 gebaseerd op de loonschalen opgenomen als bijlage die wezenlijk deel uitmaakt van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze loonschalen zijn een minimumbasis.

Art. 3.De deeltijds tewerkgestelde werknemer moet, voor eenzelfde werk of een werk van dezelfde waarde, een loon ontvangen dat in verhouding staat tot dat van een voltijds tewerkgesteld werknemer, en dit overeenkomstig artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 35 van 27 februari 1981 betreffende sommige bepalingen van het arbeidsrecht inzake deeltijdse arbeid, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 21 september 1981 (Belgisch Staatsblad van 6 oktober 1981).

Art. 4.De anciënniteit die in rekening genomen wordt om het loon van de werknemers te bepalen is de anciënniteit erkend in de arbeidsovereenkomst en, minimaal, de anciënniteit in de vereniging.

Art. 5.In afwijking van artikel 4 wordt voor de werknemers wier anciënniteit werd geneutraliseerd op 1 januari 2003 wegens hun herkwalificatie als werknemer tewerkgesteld in het kader van de programma's ter bevordering van de tewerkstelling deze neutralisatie behouden.

Art. 6.De aanpassingen van de loonschalen gekoppeld aan de anciënniteit gebeuren de eerste dag van de maand die volgt op de verjaardatum van de overeenkomst. HOOFDSTUK III. - Besteding

Art. 7.§ 1. Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 11, en overwegende het ontbreken van een middellange en langetermijnvisie inzake financiering in het kader van het decreet op de tewerkstelling, op de datum van het sluiten van deze overeenkomst, verbinden de werkgevers zich ertoe om de bijkomende middelen die gestort zijn voor 2007 door de Franse Gemeenschap in het kader van het non-profitakkoord van 28 juni 2006 te besteden aan de verhoging van de loonsom om de verbetering van de lonen mogelijk te maken, ten belope van de kosten van het bedrag van een eindejaarspremie, bepaald volgens de modaliteiten bedoeld in de artikelen 8 en 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, en van 100 pct. van de loonschalen bepaald door voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2002 (Waals Gewest), werkgeverslasten inbegrepen.

De verhoging van de loonsom om een verbetering van de lonen mogelijk te maken moet billijk onder de werknemers verdeeld worden.

De besteding van de sommen mag niet steunen op sommen die voortvloeien uit de toekenning van voordelen die reeds bestonden bij de toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 2003 tot bepaling van de loonvoorwaarden voor sommige sectoren van het Paritair Comité voor de socioculturele sector die afhangen van de Franse Gemeenschap : productieateliers, bibliotheken, culturele centra, jongerencentra, permanente vorming, sportfederaties, "la Médiathèque", jeugdorganisaties, lokale televisies (koninklijk besluit van 30 december 2005, Belgisch Staatsblad van 17 maart 2006), behalve voor deze die voortvloeit uit de evolutie van de loonschalen of uit de besteding van de bijkomende middelen, bij toepassing van : - de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 15 december 2003 in deze lid, - de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 juni 2005 tot bepaling van de loonvoorwaarden in 2004 en 2005 voor sommige sectoren van het Paritair Comité voor de socioculturele sector die afhangen van de Franse Gemeenschap : productieateliers, bibliotheken, culturele centra, jongerencentra, permanente vorming, sportfederaties, "la Médiathèque", jeugdorganisaties, lokale televisies (koninklijk besluit van 5 augustus 2006, Belgisch Staatsblad van 4 september 2006), - de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 2006 tot toekenning van een harmonisatiepremie en tot bepaling van de loonvoorwaarden voor het jaar 2006 voor sommige sectoren van het paritair subcomité voor de socioculturele sector die afhangen van de Franse Gemeenschap : productieateliers, bibliotheken, culturele centra, jongerencentra, permanente vorming, sportfederaties, "la Médiathèque", jeugdorganisaties, lokale televisies (koninklijk besluit van 25 april 2007, Belgisch Staatsblad van 22 mei 2007), - de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 2006 tot vaststelling van de loonvoorwaarden op 1 januari 2006 voor sommige sectoren van het Paritair Subcomité voor de socioculturele sector die afhangen van de Franse Gemeenschap : productieateliers, bibliotheken, culturele centra, jongerencentra, permanente opvoeding, sportfederaties, "la Médiathèque", jeugdorganisaties, lokale televisies (koninklijk besluit van 27 april 2007, Belgisch Staatsblad van 23 mei 2007) en van deze collectieve arbeidsovereenkomst, evenals bij toepassing van de latere overeenkomsten van dezelfde aard die het non-profitakkoord uitvoeren.

Behalve als er hierover een akkoord wordt of werd gesloten in de onderneming in de ondernemingsraad, met de vakbondsafvaardiging of, indien deze organen niet bestaan, bij collectieve arbeidsovereenkomst, komen de toegekende voorwaarden die niet onderworpen zijn aan de betaling van sociale zekerheidsbijdragen niet in aanmerking in de loonsom, zoals vermeld in dit artikel. § 2. Indien de jaarlijkse loonsom, bekendgemaakt aan elke van de werknemers, gelijk is aan of hoger is dan het bedrag van een eindejaarspremie, bepaald volgens de modaliteiten bedoeld in de artikelen 8 en 9 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, en van 100 pct. van de loonschalen bepaald door voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 16 september 2002, is § 1, van dit artikel niet van toepassing. § 3. De werkgever bezorgt elke werknemer een document met hierin, voor het jaar 2007, onderstaande gegevens, uiterlijk op het einde van de maand die volgt op de mededeling aan de vereniging door de administratie van de Franse Gemeenschap van de kennisgeving overeenkomstig alle subsidies verschuldigd krachtens het decreet van de Franse Gemeenschap van 17 december 2003 betreffende de werkgelegenheid in de sociaal-culturele sectoren houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad van 14 januari 2004). 1. Bepaling van de te besteden som in de vereniging in 2007 1.1. Bijkomende middelen bij die van 2006 voor de periode 2007 krachten het voornoemde decreet van 17 december 2003 : het gaat om beloofde subsidies in functie van het aantal "gesubsidieerde of permanente banen" of "gegradueerde bibliothecarissen", zoals in aanmerking genomen door de Franse Gemeenschap in 2005 en 2006, gerapporteerd in voltijdse equivalenten, in voorkomend geval, van het aantal banen "gewezen-IBFW" zoals in aanmerking genomen door de Franse Gemeenschap in 2005 en 2006, gerapporteerd in voltijdse equivalenten en in functie van het totale aantal banen van de vereniging besteed aan taken die overeenkomen met het doel van haar erkenning door de Franse Gemeenschap ("te verdelen saldo" of "overschot"). 1.2. Loonsom die voortvloeit uit de toepassing van de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 2006 vóór elke besteding die zou zijn gebeurd krachtens artikel 7 (A) : het gaat om de som van de lonen 2006 en van de overeenstemmende verschuldigde werkgeversbijdragen in 2006 op basis van deze collectieve arbeidsovereenkomst tot vaststelling van de loonschalen voor de periode 2006, maar door aftrek van de sommen besteed aan de gedane besteding, in dit geval in 2006. 1.3. Loonsom die voortvloeit uit de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst vóór elke besteding die zou zijn gebeurd krachtens artikel 7 (B) : het gaat om de som van de lonen 2007 en van de overeenstemmende verschuldigde werkgeversbijdragen in 2007 op basis van deze collectieve arbeidsovereenkomst, met inbegrip van de regularisatie verschuldigd op basis van deze collectieve arbeidsovereenkomst, maar met uitsluiting van de sommen besteed aan de uit te voeren besteding, in dit geval in 2007. 1.4. Kosten van de verhoging van de loonschalen voor de periode 2007 : het gaat om het verschil tussen B en A. 1.5. Besteding die voortvloeit uit de vorige jaren : het gaat om de bedragen die voortkomen uit bestedingsvoorzieningen van de vorige periodes. 1.6. Te besteden geplafonneerde som die voortvloeit uit de periode 2007 : de beschikbare som voor de besteding is gelijk aan de bijkomende middelen (1.1.) aangevuld met de sommen die voortvloeien uit de besteding gedaan tijdens de vorige jaren (1.5.), met aftrek van de kosten van de regularisatie van de loonschalen (1.4.), rekening houdend met het plafond dat van toepassing is voor de besteding, zoals bepaald in artikel 7, § 2, van deze overeenkomst. 2. Bestedingsmethode Voor zover er een som beschikbaar is voor de besteding, gaat het om een omschrijving van de wijze waarom de sommen bepaald in punt 1.6. gelijk worden verdeeld onder de werknemers van de vereniging.

De gegevens van de punten 1 en 2 worden meegedeeld aan de vakbondsafvaardiging, aan de ondernemingsraad of aan het comité voor preventie en bescherming op het werk.

Voor de bepaling van de te besteden som in de vereniging in 2007 kan de werkgever deze informatie meedelen volgens een andere berekeningsmethode, voor zover deze het mogelijk maakt om de te besteden som te identificeren en een doorzichtige informatie te waarborgen over de bijkomende middelen en over de loonsom en de evolutie ervan.

Het bedrag dat elke werknemer te beurt valt, wordt vermeld op zijn loonfiche en zal het voorwerp uitmaken van een berekeningsnota op het ogenblik van de vereffening ervan.

Art. 8.Voor de toepassing van het bestedingsproces beoogd in artikel 7 van deze collectieve arbeidsovereenkomst bestaat het minimumbedrag van de eindejaarspremie uit een forfaitair gedeelte, verhoogd met een variabel gedeelte. 1. Het forfaitair gedeelte wordt bepaald overeenkomstig artikel 5, § 2, 1°, van het koninklijk besluit van 23 oktober 1979 houdende toekenning van een eindejaarstoelage aan sommige houders van een bezoldigde premie ten laste van de Schatkist bezoldigd (Belgisch Staatsblad van 22 november 1979), gewijzigd bij het koninklijk besluit van 3 december 1987 (Belgisch Staatsblad van 5 december 1987).Het bedrag van dit forfaitair gedeelte bedroeg 311,96 EUR in 2006. Voor het jaar 2007 zal het bedrag gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad. 2. Het variabel gedeelte bedraagt 2,5 pct.van het loon verschuldigd aan de werknemer voor de maand oktober van het betrokken jaar, vermenigvuldigd met 12. Als de werknemer zijn loon niet ontvangen heeft voor de maand oktober van het betrokken jaar, is het loon dat in aanmerking moet worden genomen voor de berekening van het variabel gedeelte van de eindejaarspremie het loon dat als basis zou hebben gediend om zijn loon voor deze maand te berekenen indien dit verschuldigd zou zijn geweest.

Voor deeltijdse werknemers wordt het bedrag van het forfaitair gedeelte berekend naar rato van hun arbeidsstelsel.

Art. 9.Voor de toepassing van het bestedingsproces beoogd in artikel 7 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, loopt de referentieperiode voor de berekening van de eindejaarspremie van 1 januari tot 30 september.

Wanneer de werknemer niet bij dezelfde werkgever was tewerkgesteld tijdens de gehele referentieperiode, wordt het bedrag van de eindejaarspremie vastgesteld in verhouding tot het aantal tewerkstellingsdagen in de onderneming tijdens de referentieperiode.

Bovendien wordt het bedrag van de premie verminderd naar rato van de afwezigheden tijdens het jaar, die niet voortvloeien uit de toepassing van de wettelijke, reglementaire en conventionele bepalingen inzake jaarlijkse vakantie, wettelijke feestdagen, klein verlet, beroepsziekte, arbeidsongeval en bevallingsrust, ouderschapsverlof en periodes van ziekte of ongeval, gedekt door een gewaarborgd loon. HOOFDSTUK IV. - Koppeling van de loonschalen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen

Art. 10.Zonder afbreuk te doen aan de toepassing van de lonen bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1997 betreffende de koppeling van de bezoldigingen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 14 september 1997 (Belgisch Staatsblad van 22 oktober 1997), worden de loonschalen vermeld in bijlage gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks opgemaakt door de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad, en worden aangepast volgens de bepalingen van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 20 maart 1997.

De spilindex op de datum van het sluiten van de overeenkomst bedraagt 104,14 (basis 2004 = 100). HOOFDSTUK V. - Diverse bepalingen

Art. 11.Zonder afbreuk te doen aan de bepalingen van artikel 51 van de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, moet de eventuele herziening van de jaarlijkse loonsommen in de instellingen waar het totaal van de lonen en voordelen gelijk is aan, of hoger dan die welke bepaald zijn door deze collectieve arbeidsovereenkomst, worden besproken door de ondernemingsraad of, bij gebreke daarvan, overeengekomen in overleg tussen de werkgever en de vakbondsafvaardiging of, bij gebreke daarvan, overeengekomen in een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op het niveau van de onderneming.

Art. 12.De partijen komen overeen dat de voordelen die toegekend worden door deze collectieve arbeidsovereenkomst aan de werknemers zullen worden verrekend uiterlijk de maand die volgt op de verrekening van de betreffende subsidies door de betrokken administraties. HOOFDSTUK VI. - Geldigheidsduur

Art. 13.De voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 2006 wordt vervangen door deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2007. Zij is voor onbepaalde tijd gesloten en kan door elk van de partijen worden opgezegd met een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend per aangetekende brief aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 juli 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 november 2007, gesloten in Paritair Subcomité voor de socioculturele sector van de Franstalige en Duitstalige Gemeenschap en het Waalse Gewest, tot vaststelling van de loonvoorwaarden op 1 januari 2007 voor sommige sectoren van het paritair subcomité voor de socioculturele sector die afhangen van de Franse Gemeenschap : productieateliers, bibliotheken, culturele centra, jongerencentra, permanente opvoeding, sportfederaties, "la Médiathèque", jeugdorganisaties, lokale televisies Loonschalen Lonen vanaf 1 januari 2007 (86,17 pct.) De collectieve arbeidsovereenkomst nr. 43octies gesloten in de Nationale Arbeidsraad legt de verplichting op, het gewaarborgd gemiddeld minimuminkomen in acht te nemen.

Spil = 104,14 (basis 2004) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 juli 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^