gepubliceerd op 17 april 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende het halftijds brugpensioen
24 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende het halftijds brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de metaalhandel;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende het halftijds brugpensioen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 januari 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de metaalhandel Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999 Halftijds brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 8 oktober 1999 onder het nummer 52521/CO/149.04) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Voor de toepassing van dit akkoord wordt onder "werklieden" verstaan : de werklieden en de werksters. HOOFDSTUK II. - Algemene beschikkingen
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten : - overeenkomstig en in uitvoering van de bepalingen opgenomen in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad tot instelling van een regeling van aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers, in geval van halvering van de arbeidsprestaties, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993, hierna collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 genoemd; - overeenkomstig en in uitvoering van artikel 112 en artikel 113 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 en houdende diverse bepalingen (Belgisch Staatsblad 1 april 1999). HOOFDSTUK III. - Leeftijdsvoorwaarde
Art. 3.In de sector metaalhandel wordt een recht op halftijds brugpensioen ingevoerd en overeenkomstig artikel 112 van de wet van 26 maart 1999 betreffende het Belgisch actieplan voor de werkgelegenheid 1998 wordt de leeftijd voor de werklieden bepaald op 55 jaar. HOOFDSTUK IV. - Toepassingsmodaliteiten op ondernemingsniveau
Art. 4.Op ondernemingsniveau dient een collectieve arbeidsovereenkomst te worden gesloten, die de concrete modaliteiten vastlegt voor invoering binnen de onderneming van de regeling bedoeld bij collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 inzonderheid voor al deze modaliteiten die niet expliciet worden geregeld door de "collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55".
Deze collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau dient ter goedkeuring te worden voorgelegd aan het Paritair Subcomité voor de metaalhandel.
Art. 5.Bovendien wordt voor alle betrokken werklieden, afzonderlijk en schriftelijk, een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse arbeid vastgesteld volgens de modaliteiten bepaald in artikel 11bis van de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, en dit uiterlijk op de dag waarop de betrokken werklieden in halftijds brugpensioen worden gesteld.
De inhoud van en de modaliteiten voor deze individuele arbeidsovereenkomst worden vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst op ondernemingsniveau bedoeld in artikel 4. HOOFDSTUK V. - Betaling van de aanvullende vergoeding
Art. 6.In uitvoering van artikel 9, § 1, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 wordt de betaalplicht van de aanvullende vergoeding van de werkgever overgedragen aan het "Sociaal Fonds voor de metaalhandel".
Het Sociaal Fonds voor de metaalhandel werkt hiertoe de nodige modaliteiten uit. HOOFDSTUK VI. - Overgang naar het voltijds brugpensioen
Art. 7.De overgang van het halftijds naar het voltijds brugpensioen is mogelijk volgens de voorwaarden en modaliteiten bepaald in het artikel 11 van de "collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55". HOOFDSTUK VII. - Geldigheid
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1999 en treedt buiten werking op 31 december 2000.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 januari 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 juni 1999, gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel, betreffende het halftijds brugpensioen Tussen de onderneming : Hierbij vertegenwoordigd door : En volgende werknemersorganisaties : Vertegenwoordigd door : Wordt overeenkomstig de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993 en in uitvoering van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Subcomité voor de metaalhandel op 10 juni 1999 in het raam van het halftijds brugpensioen het volgende overeengekomen : Toepassingsmodaliteiten
Artikel 1.§ 1. De deeltijdse arbeidsregeling met name het aantal wekelijks te presteren uren, waarin de werknemer in het raam van het halftijds brugpensioen instapt, wordt als volgt bepaald : § 2. Inzake het werkrooster van de halftijds bruggepensioneerde kan een keuze worden gemaakt tussen : - een halftijds werkrooster op dagbasis - een halftijds werkrooster op weekbasis - een halftijds werkrooster week per week - een halftijds werkrooster op maandbasis - eender welke andere formule met akkoord tussen werkgever en werknemer. § 3. Bovenvermelde arbeidsregeling en werkrooster dienen in onderling akkoord tussen werkgever en werknemer schriftelijk te worden vastgelegd, en dit ten laatste op de dag waarop de werknemer in halftijds brugpensioen wordt gesteld.
Vervangingsplicht van de halftijds bruggepensioneerde
Art. 2.In uitvoering van afdeling 3 van het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen is de werkgever verplicht de werknemer die in halftijds brugpensioen wordt gesteld te vervangen door een volledig uitkeringsgerechtigde werkloze.
Duurtijd
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is geldig vanaf tot en met . . . . .
Namens de onderneming, Namens de werknemersorganisaties, Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 januari 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX