gepubliceerd op 17 maart 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 1997 tot uitvoering van artikel 71, § 1bis, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders
24 FEBRUARI 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 1997 tot uitvoering van artikel 71, § 1bis, van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de samengeordende wetten van 19 december 1939 betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, inzonderheid op artikel 71, § 1bis , ingevoegd bij de wet van 22 december 1989 en gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 1997 tot uitvoering van artikel 71, § 1bis , van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders, inzonderheid op de artikelen 2 en 6;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers, gegeven op 7 mei 2002;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 augustus 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 7 oktober 2002;
Gelet op advies 34.404/1 van de Raad van State, gegeven op 19 december 2002;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artijkel 2 van het koninklijk besluit van 25 april 1997 tot uitvoering van artikel 71, § 1bis , van de samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders worden volgende wijzigingen aangebracht : a) in de inleidende zin worden de woorden « onverminderd artikel 6 » geschrapt;b) in 3°, b) wordt het woord « activiteit » vervangen door het woord « beroepsbezigheid ».
Art. 2.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 6.Wanneer bij een voortgezet recht, de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers bevoegd wordt op grond van artikel 101, derde, vierde en vijfde lid, van de gecoördineerde wetten en de aanvang van deze bevoegdheid niet kan bepaald worden op grond van artikel 64, § 3, van de gecoördineerde wetten of op grond van artikel 3 van dit besluit, gaat ze in de eerste dag van het kwartaal volgend op dat waarin de gebeurtenis die aanleiding gaf tot overgang van de bevoegdheid naar de Rijksdienst voor Kinderbijsalg voor Werknemers, plaatsvond. »
Art. 3.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van het tweede kwartaal volgend op dat waarin het bekendgemaakt is in het Belgisch Staatsblad .
Art. 4.Onze Minister bevoegd voor Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 februari 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE