gepubliceerd op 07 september 2007
Koninklijk besluit houdende toekenning van een functietoelage aan bepaalde personeelsleden van het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse
24 AUGUSTUS 2007. - Koninklijk besluit houdende toekenning van een functietoelage aan bepaalde personeelsleden van het coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging, inzonderheid artikel 7, § 2, derde lid;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van de Federale Overheidsdienst Justitie, gegeven op 7 maart 2007;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, gegeven op 29 maart 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken van 11 april 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 24 april 2007;
Gelet op het protocol Nr. 208/3 van 26 maart 2007 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, Gelet op het protocol Nr. 599 van 9 mei 2007 van het Comité B;
Overwegende dat het, omwille van het specifiek karakter van de opdrachten van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, van belang is dat het personeel snel in alle omstandigheden beschikbaar is en gedurende het hele jaar 24 u./24 u. instaat voor wachtdiensten, dat daaruit dan ook een belangrijke werklast voortvloeit voor dat personeel, evenals bijzonder zware verantwoordelijkheden, die financieel moeten gecompenseerd worden;
Gelet op het advies 43.216/2 van de Raad van State, gegeven op 27 juni 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Begroting, van Onze Minister van Justitie en Onze Minister van Binnenlandse Zaken;
Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De vanuit de ondersteunende diensten gedetacheerde personeelsleden van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse, bedoeld in artikel 2 van de wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging, genieten een functietoelage die ten laste valt van het Coördinatieorgaan voor de dreigingsanalyse en waarvan de jaarbedragen, gekoppeld aan de spilindex 138,01 als volgt worden vastgesteld : a) voor de directeur : 18.000 EUR; b) voor de adjunct-directeur : 15.000 EUR; c) voor de departementshoofden : 4.500 EUR; d) voor de deskundigen : 3.500 EUR; e) voor de leden van niveau A van het administratief personeel : 3.000 EUR; f) voor de leden van niveau B van het administratief personeel : 2.500 EUR; g) voor de leden van niveau C en D van het administratief personeel : 2.000 EUR.
Art. 2.De in artikel 1 bedoelde toelagen worden maandelijks uitbetaald ten belope van één twaalfde van het jaarbedrag.
Zij zijn verschuldigd vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum waarop men er aanspraak kan op maken en zijn dit met meer vanaf de eerste dag van de maand die volgt op de datum waarop men er geen aanspraak meer kan op maken.
Indien deze data samenvallen met de eerste van de maand, ontstaat of vervalt het recht onmiddellijk.
De toelagen zijn enkel verschuldigd aan personeelsleden in de administratieve stand van dienstactiviteit.
Wanneer de maandwedde niet volledig is verschuldigd, worden zij verminderd overeenkomstig dezelfde regels en in dezelfde mate als de wedde.
Na elke ononderbroken afwezigheid van dertig dagen, tenzij zij te wijten is aan vakantieverlof, een arbeidsongeval, een beroepsziekte of de bepalingen betreffende de moederschapsbescherming, zijn de toelagen niet verschuldigd voor de periode die begint op de eerste dag van de volgende maand en eindigt op de laatste dag van de volgende maand.
Art. 3.In afwijking van artikel l, b), geniet de adjunct-directeur, bedoeld in artikel 17, vierde lid, van de voormelde wet van 10 juli 2006 betreffende de analyse van de dreiging, een functietoelage waarvan het jaarbedrag, gekoppeld aan de spilindex 138,01, is vastgesteld op 18.000 EUR zolang er geen directeur is aangewezen.
Artikel 2 is van toepassing op de in het eerste lid bedoelde toelage.
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 december 2006.
Art. 5.Onze Minister van Justitie en Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 24 augustus 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Justitie, L. ONKELINX De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, F. VAN DEN BOSSCHE De Vice-Eerste Minister en Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL