gepubliceerd op 29 september 2005
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende het brugpensioen na ontslag van de bedienden en het halftijds brugpensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar van de bedienden
24 AUGUSTUS 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende het brugpensioen na ontslag van de bedienden en het halftijds brugpensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar van de bedienden (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002, gesloten in het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten, betreffende het brugpensioen na ontslag van de bedienden en het halftijds brugpensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar van de bedienden, met uitzondering van de bepalingen in strijd met artikel 4, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 24 augustus 2005.
ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.
Bijlage Paritair Comité voor de bewakingsdiensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 december 2002 Brugpensioen na ontslag van de bedienden en halftijds brugpensioen vanaf de leeftijd van 55 jaar van de bedienden (Overeenkomst geregistreerd op 20 februari 2003 onder het nummer 65538/CO/317) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen welke behoren tot de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de bewakingsdiensten.
Met "bedienden" worden zowel de mannelijke als de vrouwelijke personeelsleden bedoeld. § 2. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle bewakingsondernemingen die een activiteit uitoefenen op Belgisch grondgebied, ongeacht het feit of hun zetel zich in België of in het buitenland bevindt. HOOFDSTUK II. - Brugpensioen na ontslag van de bedienden
Art. 2.Rekening houdend met de bepalingen vervat in de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975, en met het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, hebben de bedienden die worden ontslagen om met brugpensioen te kunnen gaan, recht op een aanvullende vergoeding bovenop de werkloosheidsuitkeringen.
Art. 3.Er wordt overeengekomen dat de dagen werkonbekwaamheid, wegens ziekte of arbeidsongeval, geassimileerd worden in het kader van de bestaande enveloppe.
Art. 4.De bedienden vermeld in artikel 2 hebben recht op deze aanvullende vergoeding indien zij : 1. de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt;deze leeftijd moet ten laatste zijn bereikt bij het effectief verstrijken van de opzeggingstermijn; 2. recht hebben op de werkloosheidsuitkeringen;3. tien jaar anciënniteit tellen in de sector of in de onderneming, op voltijdse basis;4. een beroepsverleden van 25 jaren als loontrekkende kunnen verantwoorden. Worden gelijkgesteld voor de berekening van de anciënniteit de periodes van tijdskrediet die zijn opgenomen door de bedienden in uitvoering van de artikelen 3, 6 en 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77ter van 10 juli 2002.
Art. 5.Teneinde de lasten van de eventuele brugpensioenen te spreiden, hebben de sociale partners beslist de opdracht te geven aan een paritair orgaan, samengesteld uit de vertegenwoordigers van de directie en van de bedienden in de ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan achtereenvolgens de ondernemingsraad als dusdanig, of de syndicale delegatie of de syndicale vertegenwoordigers en de directie, voorafgaandelijk kennis te nemen van ieder voornemen tot afdanking van bedienden bedoeld bij artikel 2 die eventueel tot de in toepassingstelling van onderhavige brugpensioenregeling kan leiden en waarbij de betaling wordt verzekerd van een toelage tot op de leeftijd waarop de bruggepensioneerde met pensioen gaat.
Te dien einde komen de sociale partners overeen dat in iedere onderneming een speciale rekening dient te worden geopend, te spijzen door 0,3 pct. van de bruto wedden aan 100 pct. van de bedienden tewerkgesteld in de onderneming.
Deze rekening zal automatisch worden gespijsd door de onderneming trimestrieel op het ogenblik van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid-aangifte; de rechtvaardiging hiervan zal aan het aangeduide paritair orgaan worden verstrekt. Dit orgaan zal onder haar leden een vertegenwoordiger van het personeel en een vertegenwoordiger van de directie belasten met het lopend beheer van genoemde rekening. De werkgever dient door genoemd orgaan minstens één maal per maand officieel te worden ingelicht over de stand van zaken.
De sociale partners verklaren dat de leden van het paritair orgaan, aangewezen in artikel 5, in die zin zullen moeten handelen. Teneinde elk probleem te vermijden, wordt er beslist een totaal bedrag dat nodig is voor de uitbetaling van elke bruggepensioneerde tot op de leeftijd van het pensioen, zal moeten gekapitaliseerd worden vanaf het vertrek.
Art. 6.a) De werkgever is ertoe gehouden, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen, om te voorzien in de vervanging van de bruggepensioneerde. b) De werkgever verbindt zich ertoe de brugpensioenafdanking waarover hier sprake, toe te kennen aan de bedienden die de toestemming hebben gekregen van het aangewezen paritair orgaan voor een eventuele ten laste neming van een brugpensioenvergoeding. Bedrag en uitkering
Art. 7.§ 1. De aanvullende vergoeding bij brugpensioen is gelijk aan de helft van het verschil tussen de netto refertewedde en de werkloosheidsuitkering. § 2. De netto refertewedde wordt als volgt berekend : a) maandelijkse bruto wedde + (eindejaarspremie)/12;b) dit quotiënt vertegenwoordigt de maandelijkse basiswedde waarvan de sociale lasten en de voorheffing dienen afgetrokken te worden;c) men verstaat onder maandelijkse basiswedde, deze voorzien in het barema of voor zover deze hoger ligt, de toegepaste basiswedde.
Art. 8.De aanvullende vergoeding bij brugpensioen wordt uitgekeerd aan de gerechtigde in de loop van de maand volgend op de maand waarop hij recht heeft op de werkloosheidsuitkering.
De uitkering gebeurt op voorlegging van een bewijskrachtig document waaruit blijkt dat de betrokkene werkloosheiduitkering heeft ontvangen.
Toezicht
Art. 9.Onverminderd de bevoegdheid van de ondernemingsraad en van de syndicale delegatie, houdt het onder artikel 5 aangewezen paritair orgaan toezicht over de correcte uitvoering van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, op het vlak van de onderneming. HOOFDSTUK III. - Halftijds brugpensioen voor de bedienden vanaf de leeftijd van 55 jaar
Art. 10.Rekening houdend met de bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 55 van 13 juli 1993, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 17 november 1993 (Belgisch Staatsblad van 4 december 1993) en met het koninklijk besluit van 30 juli 1994 betreffende het halftijds brugpensioen (Belgisch Staatsblad van 10 augustus 1994), hebben de bedienden die hun arbeidsprestaties halveren, recht op een aanvullende vergoeding, bovenop de werkloosheidsuitkeringen.
Art. 11.Er wordt overeengekomen dat de dagen werkonbekwaamheid, wegens ziekte of arbeidsongeval, geassimileerd worden in het kader van de bestaande enveloppe.
Art. 12.De bedienden vermeld in artikel 10 hebben recht op deze aanvullende vergoeding indien : 1. zij de leeftijd van 55 jaar hebben bereikt;deze leeftijd moet ten laatste zijn bereikt op het moment waarop de arbeidsovereenkomst wordt aangepast; 2. zij recht hebben op de werkloosheidsuitkeringen;3. zij tien jaar anciënniteit tellen in de sector of in de onderneming, op voltijdse basis;4. zij een beroepsverleden van 25 jaren als loontrekkende kunnen verantwoorden;5. zij gedurende een ononderbroken periode van 12 maanden die onmiddellijk voorafgaan aan de halvering voltijds tewerkgesteld zijn in dezelfde onderneming;6. het aantal arbeidsuren, na vermindering, per arbeidscyclus gemiddeld gelijk is aan de helft van het aantal arbeidsuren van een normale voltijdse arbeidsregeling in de onderneming.
Art. 13.Teneinde de lasten van de eventuele halftijdse brugpensioenen te spreiden, hebben de sociale partners beslist de opdracht te geven aan een paritair orgaan, samengesteld uit de vertegenwoordigers van de directie en van de bedienden in de ondernemingsraad, of bij ontstentenis ervan achtereenvolgens de ondernemingsraad als dusdanig, of de syndicale delegatie of de syndicale vertegenwoordigers en de directie, voorafgaandelijk kennis te nemen van ieder voornemen tot de eventuele in toepassingstelling van onderhavige halftijdse brugpensioenregeling en waarbij de betaling wordt verzekerd van een toelage tot op de leeftijd waarop de halftijds bruggepensioneerde met pensioen gaat.
Te dien einde komen de sociale partners overeen dat in iedere onderneming een speciale rekening dient te worden geopend, te spijzen door 0,15 pct. van de bruto wedden aan 100 pct. van de bedienden tewerkgesteld in de onderneming.
Deze rekening zal automatisch worden gespijsd door de onderneming trimestrieel op het ogenblik van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid-aangifte; de rechtvaardiging hiervan zal aan het aangeduide paritair orgaan worden verstrekt. Dit orgaan zal onder haar leden een vertegenwoordiger van het personeel en een vertegenwoordiger van de directie belasten met het lopend beheer van genoemde rekening. De werkgever dient door genoemd orgaan minstens één maal per maand officieel te worden ingelicht over de stand van zaken.
De sociale partners verklaren dat de leden van het paritair orgaan, aangewezen in artikel 13, in die zin zullen moeten handelen. Teneinde elk probleem te vermijden, wordt er beslist een totaal bedrag dat nodig is voor de uitbetaling van elke bruggepensioneerde tot op de leeftijd van het pensioen, zal moeten gekapitaliseerd worden vanaf het vertrek.
Art. 14.De werkgever verbindt zich ertoe de halftijdse brugpensioenregeling waarover hier sprake, toe te kennen aan de bedienden die de toestemming hebben gekregen van het aangewezen paritair orgaan voor een eventuele ten laste neming van een halftijdse brugpensioenvergoeding.
Art. 15.Bedrag en uitkering. De berekeningswijze van het uit te keren bedrag is dezelfde als de berekeningswijze van het voltijds brugpensioen, maar met een pro rata toepassing.
Art. 16.De aanvullende vergoeding bij halftijds brugpensioen vanaf 55 jaar wordt uitgekeerd aan de gerechtigde in de loop van de maand volgend op de maand waarop hij recht heeft op de werkloosheidsuitkering.
De uitkering gebeurt op voorlegging van een bewijskrachtig document waaruit blijkt dat de betrokkene werkloosheidsuitkering heeft ontvangen.
Art. 17.Toezicht. Onverminderd de bevoegdheid van de ondernemingsraad en van de syndicale delegatie, houdt het onder artikel 13 aangewezen paritair orgaan toezicht over de correcte uitvoering van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, op vlak van de onderneming. HOOFDSTUK IV. - Overgang van tijdskrediet naar voltijds brugpensioen
Art. 18.De bediende die geniet van een tijdskrediet zoals voorzien in artikel 9, § 1, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77ter van 10 juli 2002, heeft recht op de aanvullende vergoeding voor sommige oudere werknemers indien zij worden ontslagen, onder de voorwaarden die zijn vastgesteld door artikel 4 van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst.
Ingeval de bediende kan genieten van de bepalingen van alinea 1 van dit artikel, wordt de aanvullende vergoeding berekend alsof hij zijn arbeidsprestaties niet had verminderd.
Het brutoloon dat de bediende voor zijn prestaties ontvangt wordt dus vermenigvuldigd met twee als hij de voorkeur gaf aan een vermindering van zijn arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, en met 5/4 als hij de voorkeur gaf aan een loopbaanvermindering van 1/5de. HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen
Art. 19.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2004.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 augustus 2005.
ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werk, afwezig : De Minister van Begroting en Overheidsbedrijven, J. VANDE LANOTTE