24 AUGUSTUS 2001. - Koninklijk besluit tot bepaling van de bedragen en de betalingswijze van de retributies geheven met toepassing van de reglementering betreffende de ioniserende stralingen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor nucleaire controle, inzonderheid op artikel 12, § 1 en § 4, ingevoegd bij wet van 3 mei 1999;

Gelet op het Koninklijk Besluit van 28 mei 1999 tot bepaling van het tarief en de betalingswijze van de retributies geheven overeenkomstig de reglementering betreffende de ioniserende stralingen;

Gelet op het advies van de raad van bestuur van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle, gegeven op 28 februari 2000;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 7 juni 2000 en 13 juli 2001;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 5 juli 2000;

Gelet op het advies nr. 31.032/3 van de Raad van State, gegeven op 27 februari 2001;

Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : - "algemeen reglement", het koninklijk besluit van 20 juli 2001 houdende algemeen reglement op de bescherming van de bevolking, van de werknemers en van het leefmilieu tegen het gevaar van de ioniserende stralingen; - "Agentschap", het Federaal Agentschap voor nucleaire controle, opgericht door de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor nucleaire controle.

Art. 2.De bedragen van de jaarlijkse retributies, die ten bate van het Agentschap worden geheven ten laste van houders van vergunningen en erkenningen, worden vastgesteld in de laatste kolom van tabel I in de bijlage bij dit besluit.

Deze retributies worden tijdens de maand januari van elk kalenderjaar betaald voor elke inrichting die op 1 januari van dit jaar vergund en nog in exploitatie is, voor elke activiteit die op 1 januari van dit jaar het voorwerp uitmaakt van een vergunning met een geldigheidstermijn van één jaar of meer en voor elke persoon of instelling die op 1 januari van dit jaar is erkend voor een periode van één jaar of meer.

Indien de retributies niet vóór 1 februari werden betaald is het Agentschap gemachtigd de betrokken personen, instellingen en inrichtingen een aanmaning tot betaling te sturen, en worden de bedragen ambtshalve met 25 % verhoogd. Indien de retributies niet vóór 1 april werden betaald is het Agentschap gemachtigd de betrokken personen, instellingen en inrichtingen een tweede aanmaning tot betaling te sturen, en worden de bedragen ambtshalve met 50 % verhoogd.

Art. 3.De bedragen van de eenmalige retributies, die ten bate van het Agentschap worden geheven ten laste van aanvragers van vergunningen en erkenningen, worden vastgesteld in de laatste kolom van tabel II in de bijlage bij dit besluit.

Deze retributies worden geheven ter gelegenheid van het indienen van een aangifte, van een beroep of van een aanvraag tot het bekomen van een vergunning, een toelating of een erkenning. Het bewijs van betaling wordt gevoegd bij de aangifte, het beroep of de aanvraag.

Deze retributies zijn niet verschuldigd voor de aanvraag tot verlenging, zonder wijziging van de inhoud, van een vergunning die verleend wordt met toepassing van de hoofdstukken IV en VII van het algemeen reglement en waarvoor een jaarlijkse retributie verschuldigd is volgens artikel 2 van dit besluit.

Art. 4.Om geheel of gedeeltelijk de bestuurs-, werkings-, studie- en investeringskosten te dekken, voortvloeiend uit de toepassing van de maatregelen genomen ter uitvoering van artikel 12, § 1, eerste lid, 2°, van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle, inzonderheid wat het noodplan voor nucleaire risico's betreft, wordt ten bate van de Staat een jaarlijkse retributie vastgesteld van 500 EURO per megawatt netto elektrisch geïnstalleerd vermogen, ten laste van de exploitanten van de met toepassing van het algemeen reglement vergunde kernreactoren die bestemd zijn voor de productie van elektrische energie.

Art. 5.De retributies ten bate van het Agentschap, vastgesteld in de artikelen 2 en 3, worden gestort op postrekening nr. 679-1692583-30 van het Federaal Agentschap voor nucleaire controle, Ravensteinstraat 36, 1000 Brussel. De retributies ten bate van de Staat, vastgesteld in artikel 4, worden gestort op postrekening nr. 679-2005803-37 van de rekenplichtige belast met de inning van de retributies ten bate van het fonds voor de risico's van nucleaire ongevallen, Ministerie van Binnenlandse Zaken, Koningsstraat 64-66, 1000 Brussel.

Art. 6.De bedragen van de retributies zijn gekoppeld aan de gezondheidsindex voor de maand maart 2000 (104,79). In de maand december van elk jaar past het Agentschap de bedragen aan de gezondheidsindex van november van dit jaar aan en maakt deze in het Belgisch Staatsblad bekend. De aldus aangepaste bedragen worden afgerond op de Euro en zijn van toepassing vanaf 1 januari van het daarop volgende jaar.

Art. 7.Voor het jaar 2001 worden de jaarlijkse retributies ten bate van het Agentschap, zoals bedoeld in artikel 2 van dit besluit, geheven in de maand volgend op de publicatie van dit besluit in het Belgisch Staatsblad.

Het bedrag van de retributies verschuldigd voor het jaar 2001 wordt als volgt berekend : a) het bedrag van de jaarlijkse retributie verschuldigd op grond van het koninklijk besluit van 28 mei 1999 tot bepaling van de retributies geheven overeenkomstig de reglementering betreffende de ioniserende straling, a rato van het aantal verstreken maanden van het jaar, b) vermeerderd met het bedrag van de jaarlijkse retributie verschuldigd op grond van artikel 2 van onderhavig besluit a rato van het aantal nog niet verstreken maanden van het jaar. Indien de retributies niet voor 1 januari 2002 werden betaald, is het Agentschap gemachtigd de betrokken personen, instellingen en inrichtingen een aanmaning tot betaling te sturen, en worden de bedragen ambtshalve met 25 % verhoogd.

Art. 8.Voor de periode tussen het van kracht worden van het huidige besluit en 31 december 2001 : a) is het bedrag van « 20 170 BEF » van toepassing in plaats van het bedrag van « 500 EUR » vermeld in artikel 4, b) zijn de bedragen in Belgische frank vermeld in de bijlagen van toepassing in plaats van de bedragen in Euro.

Art. 9.Het Agentschap stelt voor 30 juni van elk jaar, voor de totaliteit van de in de bijlagen bij onderhavig besluit opgesomde rubrieken, een overzicht op van het totaal van de retributies geïnd in het voorbije jaar, en de in het voorgaande jaar gemaakte kosten, hierin inbegrepen de indirecte kosten.

Aan de hand van deze inlichtingen, evalueert de Minister tot wiens bevoegdheid de Binnenlandse Zaken behoren, de bedragen vastgesteld in de artikelen 2, 3 en 4 van onderhavig besluit en haar bijlagen en formuleert zo nodig aanbevelingen tot aanpassing ervan aan de Ministerraad.

Art. 10.Het Koninklijk Besluit van 28 mei 1999 tot bepaling van de retributies geheven overeenkomstig de reglementering betreffende de ioniserende stralingen wordt opgeheven.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de maand volgend op de publicatie ervan in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 9, dat in werking treedt op 1 januari 2003.

Art. 12.Onze Ministers zijn, ieder wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 augustus 2001.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werkgelegenheid, Mevr L. ONKELINX, afwezig, De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT Voor de Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE, afwezig, De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN Bijlage bij het koninklijk besluit van 24 augustus 2001 Tabel I - Bedragen van de jaarlijkse retributies Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Tabel II - Bedragen van de eenmalige retributies Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 24 augustus 2001 betreffende de bepaling van de bedragen en de betalingswijze van de retributies geheven met toepassing van de reglementering betreffende de ioniseerde stralingen.

ALBERT Van Koningswege : Voor de Minister van Werkgelegenheid, Mevr L. ONKELINX, afwezig, De Minister van Landsverdediging, A. FLAHAUT Voor de Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE, afwezig, De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN.