Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 april 2014
gepubliceerd op 13 mei 2014

Koninklijk besluit betreffende de inning en invordering van de administratieve geldboete zoals bedoeld in artikel 15/3 van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2014009247
pub.
13/05/2014
prom.
24/04/2014
ELI
eli/besluit/2014/04/24/2014009247/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 APRIL 2014. - Koninklijk besluit betreffende de inning en invordering van de administratieve geldboete zoals bedoeld in artikel 15/3 van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers


VERSLAG AAN DE KONING Sire, 1. Inleiding Het huidig ontwerp van koninklijk besluit dat U wordt voorgelegd kadert in de tenuitvoerlegging van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, hierna de Kansspelwet genoemd. Dit ontwerp heeft betrekking op de inning en de invordering van de administratieve geldboete zoals bedoeld in artikel 15/3 van de kansspelwet, zoals gewijzigd bij de wet van 10 januari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2010 pub. 01/02/2010 numac 2010009071 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, wat de Kansspelcommissie betreft sluiten tot wijziging van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, wat de Kansspelcommissie betreft.

Dit artikel heeft betrekking op het systeem van de administratieve geldboeten die de Kansspelcommissie bedoeld in artikel 9 van de kansspelwet, kan opleggen aan de overtreder van sommige bepalingen van de kansspelwet.

Dit koninklijk besluit houdt rekening met het door de Raad van State geformuleerde advies 50.533/2 van 21 november 2011.

Op 3 maart 2014 gaf de Raad van State, afdeling Wetgeving een tweede advies 55.268/2, waarin zij nader heeft bepaald dat het ontwerp van koninklijk besluit een lichtjes gewijzigde versie is van het ontwerp waarop advies 50.533/2 van 21 november 2011 betrekking had. De Raad van State heeft dan ook het volgende besloten : "Wanneer de afdeling Wetgeving van de Raad van State een advies heeft gegeven, heeft ze haar bevoegdheid uitgeput wat betreft de reeds onderzochte bepalingen en komt het haar derhalve niet toe om zich daarover opnieuw uit te spreken, indien deze bepalingen ongewijzigd gebleven zijn, geen substantiële wijziging ondergaan hebben of herzien zijn teneinde rekening te houden met de opmerkingen die in het eerste advies gemaakt zijn. In dat laatste geval spreekt de Raad van State zich niet uit over de vraag of die opmerkingen al dan niet correct zijn gevolgd.

Uit hetgeen voorafgaat, vloeit voort dat de bevoegdheid van de Raad van State uitgeput is.

De adviesaanvraag is bijgevolg niet-ontvankelijk.". 2. Artikelsgewijze bespreking Artikel 1 In artikel 1 wordt de termijn bepaald waarbinnen de administratieve geldboete aan de Kansspelcommissie moet worden betaald.Deze termijn bedraagt dertig dagen volgend op de dag waarop de beslissing tot oplegging van de administratieve geldboete definitief is geworden of de dag waarop het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg zoals bedoeld in artikel 15/7 van de kansspelwet in kracht van gewijsde is gegaan. De definitieve beslissing betreft het geval waarin een persoon aan wie de Kansspelcommissie een administratieve geldboete heeft opgelegd, beslist om geen beroep in te stellen tegen de beslissing overeenkomstig artikel 15/7 van de kansspelwet. In artikel 15/7, § 2, is immers bepaald dat het beroep de uitwerking van de beslissing van de Kansspelcommissie schorst. Indien de persoon aan wie een administratieve geldboete is opgelegd, evenwel beslist om geen beroep in te stellen tegen de beslissing van de Kansspelcommissie, wordt deze beslissing definitief na het verstrijken van de beroepstermijn overeenkomstig de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek (art. 15/7, § 4, van de kansspelwet).

In geval van niet-betaling van de administratieve geldboete door de overtreder, voorziet artikel 1, tweede lid, erin dat de Kansspelcommissie de beslissing tot oplegging van de administratieve geldboete met het oog op invordering van voormelde boete bezorgt aan de dienst bevoegd voor niet-fiscale invordering bij de Federale Overheidsdienst Financiën. De Administratie Niet-Fiscale Invordering van de Algemene Administratie van de Patrimoniumdocumentatie van de FOD Financiën is belast met de invordering van niet-fiscale schuldvorderingen, zoals de administratieve geldboeten van diverse openbare overheden.

Artikel 2 In artikel 3 is nader bepaald dat het bedrag van de storting van de administratieve geldboete ontvangen wordt op een derdenrekening, zulks opdat in de boekhouding van de Kansspelcommissie een onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds de gelden van de administratieve boeten, die fondsen zijn afkomstig van inkomsten voor rekening van derden, en anderzijds de eigen fondsen waarover de Kansspelcommissie overeenkomstig de organieke wet kan beschikken voor haar werking of personeel.

De termijn van dertig dagen om de gelden over te maken aan de Schatkist is afkomstig van de algemene regel op grond waarvan de storting plaatsvindt binnen een maand na de invordering.

Artikel 3 Dit artikel bevat het uitvoeringsartikel.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister voor Economie, J. VANDE LANOTTE De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Financiën, K. GEENS

ADVIES 50.533/2 VAN 21 NOVEMBER 2011 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT "BETREFFENDE DE INNING EN INVORDERING VAN DE ADMINISTRATIEVE GELDBOETE ZOALS BEDOELD IN ARTIKEL 15/3 VAN DE WET VAN 7 MEI 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers sluiten OP DE KANSSPELEN, DE WEDDENSCHAPPEN, DE KANSSPELINRICHTINGEN EN DE BESCHERMING VAN DE SPELERS " De Raad van State, afdeling Wetgeving, tweede kamer, op 27 oktober 2011 door de Staatssecretaris voor de Coördinatie van de fraudebestrijding, toegevoegd aan de Minister van Justitie verzocht hem, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit "betreffende de inning en invordering van de administratieve geldboete zoals bedoeld in artikel 15/3 van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers", heeft het volgende advies gegeven : Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 14/05/2003 numac 2003000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van sommige aspecten van de wetgeving met betrekking tot de inrichting en de werkwijze van de afdeling wetgeving van de Raad van State type wet prom. 02/04/2003 pub. 16/04/2003 numac 2003000298 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, en van het Kieswetboek type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie sluiten, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Onderzoek van het ontwerp Voorafgaande vormvereiste Uit artikel 19/1, § 1, van de wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten `betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling' vloeit evenwel voort dat in principe bij alle voorontwerpen van wet, alle ontwerpen van koninklijk besluit en alle voorstellen van beslissing onderworpen aan de goedkeuring van de Ministerraad een voorafgaand onderzoek moet plaatsvinden met betrekking tot de noodzakelijkheid van de uitvoering van een effectbeoordeling (1); de enige gevallen waarbij zo'n voorafgaand onderzoek niet dient plaats te hebben, zijn die welke bepaald moeten worden bij een koninklijk besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad (2), welk besluit tot op heden en bij de huidige stand van de teksten die bekendgemaakt zijn in het Belgisch Staatsblad, nog niet is uitgevaardigd.

Uit het dossier blijkt niet dat aan dit vormvereiste voldaan is; daar moet voor gezorgd worden.

Aanhef 1. Het gehele voorliggende ontwerp past in de machtiging bedoeld in artikel 15/8, eerste lid, van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers sluiten `op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers', naar luid waarvan de Koning "de wijze van inning en invordering van de opgelegde administratieve geldboete" bepaalt.Het is bijgevolg niet noodzakelijk in de aanhef te verwijzen naar artikel 108 van de Grondwet, dat voorziet in de algemene bevoegdheid van de Koning om wetten uit te voeren.

De eerste aanhefverwijzing, waarin dit artikel wordt vermeld, behoort dus te vervallen. 2. In het tweede lid is het niet nodig het opschrift te vermelden van de wet van 10 januari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2010 pub. 01/02/2010 numac 2010009071 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, wat de Kansspelcommissie betreft sluiten die de voormelde wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers sluiten heeft gewijzigd (3). Dispositief Artikel 1 Het voorliggende ontwerp omvat slechts vier artikelen, waaronder artikel 1, dat twee definities bevat, en de uitvoeringsbepaling. Het is derhalve onnodig definities te gebruiken (4). Artikel 1 dient dus te vervallen en het vervolg van het ontwerp behoort dienovereenkomstig te worden aangepast.

Artikel 2 1. Om een verplichting weer te geven mag geen gebruik worden gemaakt van het werkwoord "moeten" of soortgelijke uitdrukkingen zoals "ertoe gehouden zijn", maar wel van het werkwoord dat de handeling in kwestie weergeeft, vervoegd in de tegenwoordige tijd. Schrijf dus in artikel 2, § 1, van het ontwerp "wordt betaald aan" in plaats van "moet worden betaald aan" (5). 2. In de Franse lezing van artikel 2, § 1, laatste zin, van het voorliggende ontwerp schrijve men "est passée en force de chose jugée" in plaats van "a été passée en force de chose jugée".3. Artikel 2, § 1, tweede lid, van het voorliggende ontwerp bepaalt dat de Kansspelcommissie gerechtigd is om een afschrift te nemen van het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg waarbij beroep is aangetekend tegen de beslissing van de commissie om een boete op te leggen. Artikel 15/7, § 4, van de voornoemde wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers sluiten bepaalt : "Onverminderd hetgeen bepaald is in de vorige paragrafen, zijn de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek van toepassing op het beroep bij de rechtbank van eerste aanleg".

Artikel 792, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek regelt evenwel de toezending van de afschriften van het vonnis. Het bepaalt : "Binnen acht dagen na de uitspraak van het vonnis zendt de griffier bij gewone brief een niet ondertekend afschrift van het vonnis, aan elke partij, of, in voorkomend geval, aan hun advocaten".

Het komt de steller van het ontwerp hoe dan ook niet toe de bij het Gerechtelijk Wetboek bepaalde regels in herinnering te brengen of ervan af te wijken.

Het tweede lid van artikel 2, § 1, van het ontwerp moet bijgevolg vervallen.

Slotopmerking De steller van het ontwerp dient er aandacht voor te hebben dat hij, door in het dispositief, zoals in artikel 1, 1°, van het voorliggende ontwerp, wijzigingen te vermelden die in een reglementaire tekst aangebracht zijn, een statischs verwijzing aanbrengt (6).

De kamer was samengesteld uit : De heer Y. KREINS, kamervoorzitter;

De heer P. VANDERNOOT en Mevr. M. BAGUET, staatsraden;

De heer S. VAN DROOGHENBROECK, assessor van de afdeling Wetgeving;

Mevr. A.-C. VAN GEERSDAELE, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer Y. DELVAL, auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de heer P. VANDERNOOT. De griffier, A.-C. VAN GEERSDAELE. De voorzitter, Y. KREINS. _______ Nota's (1) Artikel 19/1, § 1, eerste lid, van de voornoemde wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten.Artikel 19/1, § 2, van de voornoemde wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten belast de Koning om bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad dat voorafgaand onderzoek te regelen. Tot op heden is nog geen enkel besluit met een zodanige strekking bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. (2) Artikel 19/1, § 1, tweede lid, van de voornoemde wet van 5 mei 1997Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/1997 pub. 18/06/1997 numac 1997021155 bron diensten van de eerste minister 5 MEI 1997 Wet betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling sluiten. (3) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbeveling 27. (4) Ibid., aanbeveling 95. (5) Ibid., aanbeveling 3.5.2. (6) Ibid., aanbeveling 74.

24 APRIL 2014. - Koninklijk besluit betreffende de inning en invordering van de administratieve geldboete zoals bedoeld in artikel 15/3 van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, artikel 15/8, ingevoegd bij de wet van 10 januari 2010Relevante gevonden documenten type wet prom. 10/01/2010 pub. 01/02/2010 numac 2010009071 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, wat de Kansspelcommissie betreft sluiten;

Gelet op de adviezen van de Kansspelcommissie, gegeven op 7 september 2011 en 17 april 2013;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 28 juni 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 29 januari 2014;

Gelet op advies 50.533/2 van de Raad van State, gegeven op 21 november 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, zoals vervangen door de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 14/05/2003 numac 2003000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van sommige aspecten van de wetgeving met betrekking tot de inrichting en de werkwijze van de afdeling wetgeving van de Raad van State type wet prom. 02/04/2003 pub. 16/04/2003 numac 2003000298 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, en van het Kieswetboek type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie sluiten en vernummerd door de wet van 20 januari 2014;

Op de voordracht van de Minister van Justitie, van de Minister van Economie, van de Minister van Binnenlandse Zaken, van de Minister van Volksgezondheid en van de Minister van Financiën en van de Nationale Loterij, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De administratieve geldboete zoals, bedoeld in artikel 15/3 van de wet van 7 mei 1999Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/05/1999 pub. 30/12/1999 numac 1999010222 bron ministerie van justitie Wet op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers sluiten op de kansspelen, de weddenschappen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers wordt betaald aan de Kansspelcommissie binnen een termijn van dertig dagen volgend op de dag waarop de beslissing tot oplegging van de administratieve geldboete definitief is geworden of het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg zoals bedoeld in artikel 15/7 van de zelfde wet in kracht van gewijsde is gegaan.

Ingeval van niet-betaling van de geldboete maakt de Kansspelcommissie de beslissing tot oplegging van de administratieve geldboete of het vonnis bedoeld in het eerste lid van dit artikel voor invordering over aan de dienst bevoegd voor niet fiscale invordering bij de Federale Overheidsdienst Financiën.

Art. 2.De geïnde gelden worden door de Kansspelcommissie ontvangen op een derdenrekening.

Binnen een termijn van dertig dagen na ontvangst maakt de Kansspelcommissie de ontvangen gelden over aan de Schatkist.

Art. 3.De minister bevoegd voor Justitie, de minister bevoegd voor Economie, de minister bevoegd voor Binnenlandse zaken, de minister bevoegd voor Volksgezondheid en de minister bevoegd voor Financiën en voor de Nationale Loterij, zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 april 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Justitie, Mevr. A. TURTELBOOM De Minister voor Economie, J. VANDE LANOTTE De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Minister van Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Financiën, K. GEENS

^