gepubliceerd op 26 oktober 2005
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, betreffende de verlenging en wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1993 betreffende het brugpensioen
23 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, betreffende de verlenging en wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1993 betreffende het brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1993, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, betreffende het brugpensioen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 20 december 1993, laatst verlengd en gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 mei 2001, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 4 september 2002;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 2003, gesloten in het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers, betreffende de verlenging en wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1993 betreffende het brugpensioen, met uitzondering van de bepalingen in strijd met artikel 4, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 september 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.
Koninklijk besluit van 20 december 1993, Belgisch Staatsblad van 4 februari 1994.
Koninklijk besluit van 4 september 2002, Belgisch Staatsblad van 31 december 2002.
Bijlage Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 mei 2003 Verlenging en wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1993 betreffende het brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 3 oktober 2003 onder het nummer 67890/CO/128.02)
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers.
Art. 3.De brugpensioenregeling op 58 jaar in de sector van de schoeiselindustrie, de laarzenmakers en de maatwerkers wordt, zoals ingesteld bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1993 (koninklijk besluit van 20 december 1993, Belgisch Staatsblad van 4 februari 1994), verlengd en gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomsten van 20 juni 1995, 30 juni 1997, 25 mei 1999 en van 28 mei 2001, verder van toepassing verklaard tot 31 december 2004.
Art. 4.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003 en geldt tot 31 december 2004.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 23 september 2005.
De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE