23 MEI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 2 van de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en van het koninklijk besluit van 7 februari 2007 houdende bekendmaking van de lijst van de betalings- en effectenafwikkelingssystemen die geregeld worden door het Belgisch recht, tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen

VERSLAG AAN DE KONING Sire, De wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen omvat in artikel 2, § 1, de lijst van de betalings- en effecten-afwikkelingssystemen naar Belgisch recht waarop de wet van toepassing is.

Daarenboven, bepaalt dit artikel 2 in zijn § 5, 1°, dat de Koning de lijst van bedoelde systemen kan wijzigen en deze jaarlijks in het Belgisch Staatsblad publiceert.

Het koninklijk besluit dat ik de eer heb U ter ondertekening voor te leggen, heeft tot doel krachtens deze aan de Koning verleende machtiging, artikel 2, § 1, b) van de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen te wijzigen, evenals artikel 1, b) van het koninklijk besluit van 7 februari 2007 houdende bekendmaking van de lijst van de betalings- en effectenafwikkelingssystemen die geregeld worden door het Belgisch recht, tot uitvoering van artikel 2 van voormelde wet.

Deze wijzigingen staan in hoofdzaak in verband met het feit dat "C.I.K." en de Nationale Bank van België door artikel 6 van het koninklijk besluit van 12 januari 2006 betreffende de gedematerialiseerde vennootschapseffecten zijn aangeduid als vereffeningsinstelling, als bedoeld in artikel 468 van het Wetboek van vennootschappen.

De voormelde artikelen van de wet van 28 april 1999 en van het koninklijk besluit van 7 februari 2007 verwijzen in de beschrijving van de systemen "CIK" en "NBB clearing" niet naar het koninklijk besluit van 12 januari 2006. Ze verwijzen echter wel naar het koninklijk besluit nr. 62 van 10 november 1967 ter bevordering van de omloop van de financiële instrumenten en, enkel wat de Nationale Bank van België betreft, naar de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium.

De verwijzing naar de wettelijke bepalingen die van toepassing zijn op die twee systemen is evenwel niet noodzakelijk voor de beschrijving ervan in het kader van de wet van 28 april 1999. Er dient trouwens op gewezen te worden dat artikel 2, § 1, b), 3° van de wet geen dergelijke verwijzing bevat voor de beschrijving van het Euroclear systeem.

Het is bijgevolg aangewezen in de beschrijving van de systemen "CIK" en "NBB clearing" de verwijzing naar de op hen van toepassing zijnde wettelijke bepalingen te schrappen in plaats van een bijkomende verwijzing naar het koninklijk besluit van 12 januari 2006 te moeten toevoegen.

De artikelen 1, 2° en 2 van dit koninklijk besluit geven uitvoering aan bovenstaande overwegingen.

Artikel 1 van dit koninklijk besluit actualiseert verder de commerciële benaming van "C.I.K." ten gevolge van de toetreding tot de groep van Euroclear.

Ten slotte schrapt artikel 3 van dit koninklijk besluit de vermelding van de vennootschap aan wie het "Euroclear Systeem" toebehoort. Een dergelijke vermelding is niet noodzakelijk en ontbreekt overigens voor de andere effectenafwikkelingssystemen.

De artikelen 4 tot 6 van dit koninklijk besluit wijzigen op dezelfde punten het koninklijk besluit van 7 februari 2007 houdende bekendmaking van de lijst van de betalings- en effectenafwikkelingssystemen die geregeld worden door het Belgisch recht, tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer trouwe dienaar.

De Minister van Financiën, D. REYNDERS

23 MEI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 2 van de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en van het koninklijk besluit van 7 februari 2007 houdende bekendmaking van de lijst van de betalings- en effectenafwikkelingssystemen die geregeld worden door het Belgisch recht, tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen, inzonderheid op artikel 2, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 18 augustus 1999, 20 december 2000, 22 december 2003 en 5 maart 2006;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 januari 2006 betreffende de gedematerialiseerde vennootschapseffecten, inzonderheid op artikel 6;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 februari 2007 houdende bekendmaking van de lijst van de betalings- en effectenafwikkelingssystemen die geregeld worden door het Belgisch recht, tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen, inzonderheid op artikel 1, b) ;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 2, § 1, b), 1° van de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen, gewijzigd bij koninklijke besluiten van 18 augustus 1999, 20 december 2000, 22 december 2003 en 5 maart 2006, wordt door de volgende tekst vervangen : « 1° het door de naamloze vennootschap naar Belgisch recht "Interprofessionele effectendeposito- en girokas" ("CIK") beheerde stelsel van giraal verkeer van financiële instrumenten waarvan de commerciële benaming Euroclear Belgium is. ».

Art. 2.In artikel 2, § 1, b), 2° van dezelfde wet vervallen de woorden "dat wordt geregeld door de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium en door het voormelde koninklijk besluit nr. 62".

Art. 3.In artikel 2, § 1, b), 3° van dezelfde wet vervallen de woorden ", behorende tot de vennootschap naar Engels recht Euroclear System Plc, en".

Art. 4.Artikel 1, b), 1° van het koninklijk besluit van 7 februari 2007 houdende bekendmaking van de lijst van de betalings- en effectenafwikkelingssystemen die geregeld worden door het Belgisch recht, tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen wordt door de volgende tekst vervangen : « 1° het door de naamloze vennootschap naar Belgisch recht "Interprofessionele effectendeposito- en girokas" ("CIK") beheerde stelsel van giraal verkeer van financiële instrumenten waarvan de commerciële benaming Euroclear Belgium is. ».

Art. 5.In artikel 1, b), 2° van hetzelfde koninklijk besluit vervallen de woorden "dat wordt geregeld door de wet van 2 januari 1991 betreffende de markt van de effecten van de overheidsschuld en het monetair beleidsinstrumentarium en door het voormelde koninklijk besluit nr. 62".

Art. 6.In artikel 1, b), 3° van hetzelfde koninklijk besluit vervallen de woorden ", behorende tot de vennootschap naar Engels recht Euroclear System Plc, en".

Art. 7.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Napels, 23 mei 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS