Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 augustus 2015
gepubliceerd op 31 augustus 2015

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2014 betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking
numac
2015015122
pub.
31/08/2015
prom.
23/08/2015
ELI
eli/besluit/2015/08/23/2015015122/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 AUGUSTUS 2015. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 23/05/2014 numac 2014015123 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking sluiten betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 19 maart 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 19/03/2013 pub. 12/04/2013 numac 2013015084 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking sluiten betreffende de Belgische Ontwikkelingssamenwerking, artikels 26 en 27, gewijzigd bij artikels 13 en 14 van de wet van 9 januari 2014;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 23/05/2014 numac 2014015123 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking sluiten betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 juni 2015;

Gelet op de akkoordbevinding van de minister van Begroting, d.d.19 juni 2015;

Gelet op het advies 57,723/2/V van de Raad van State, gegeven op 5 augustus 2015 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Ontwikkelingssamenwerking, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 23/05/2014 numac 2014015123 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking sluiten betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking wordt paragraaf 5 vervangen als volgt : « § 5. Beschikt over een performant systeem van organisatiebeheersing, zoals beoogd in artikel 26, § 1, eerste lid, 9° van de wet, de organisatie die de overeenstemming van haar beheerscapaciteit met haar niveau van complexiteit aantoont.

De beheerscapaciteit bedoeld in het eerste lid wordt getoetst op basis van de volgende criteria, gegroepeerd in negen domeinen. 1° het financieel beheer : de kwaliteit van de beheersystemen, de capaciteit om haar financiële verplichtingen na te komen;2° het strategisch beheer : het proces van de ontwikkeling van de strategie, het proces van strategische planning, de opvolging en de sturing van de strategie;3° het procesbeheer : de bepaling van de activiteit van de organisatie, de formalisering van de processen, de beheersing van de processen;4° het resultaatgericht beheer : de kwaliteit van het beleid van resultaatgericht beheer, de beheersing van het opvolgings- en evaluatieproces, de capaciteit van de organisatie om haar beleid van resultaatgericht beheer uit te voeren;5° het beheer van het partnership : de keuze van de partner en de formalisering van het partnership, de strategie voor de capaciteitsversterking van de partners;6° het rekening houden met de transversale thema's : de thema's gender en milieu;7° het risicobeheer : de dekking van het risicobeheer van de organisatie, de risicobeheersing;8° het personeelsbeheer : de bepaling van een personeelskader, de bepaling van een personeelsontwikkelingsstrategie, de beheersing van de HRM-processen;9° transparantie : de formalisering van een communicatiestrategie en informatiebeheerstrategie, het bestaan van een communicatiesysteem;de toegankelijkheid en de betrouwbaarheid van de informatie.

De domeinen en de criteria opgesomd in het tweede lid zijn in bijlage 3 beschreven.

Het niveau van complexiteit van de organisatie zoals beoogd in het eerste lid wordt bepaald op basis van de volgende parameters : 1° de grootte van de organisatie;2° de geografische spreiding;3° de thematische spreiding;4° de diversiteit van de partners;5° de spreiding van de opdrachtgevers;6° het aantal medewerkers. De berekeningsbasis van de parameters opgenomen in het derde lid wordt in bijlage 4 beschreven. »

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit wordt het tweede lid vervangen als volgt : « In het kader van de toetsing van de performantie van het systeem van organisatiebeheersing deelt de organisatie op verzoek van de administratie of haar mandataris de informatiebronnen mee die in bijlage 5 opgesomd worden. »

Art. 3.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende : « Wanneer de organisatie die de erkenning aanvraagt het gevolg is van de fusie of hergroepering van verschillende organisaties, mogen de documenten beoogd in het eerste lid en de informatie bronnen beoogd in het tweede lid die van elk van de oorspronkelijke organisaties zijn, indien een geïntegreerde versie nog niet bestaat. »

Art. 4.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 4.Beschikt over een performant systeem van organisatiebeheersing, krachtens artikel 26, § 2, eerste lid, 5° en artikel 26, § 3, eerste lid, 4° van de wet, de organisatie die de overeenstemming van haar beheerscapaciteit met haar niveau van complexiteit aantoont in overeenstemming met artikel 2, § 5. »

Art. 5.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende : « In het kader van de toetsing van de performantie van het systeem van organisatiebeheersing deelt de organisatie op verzoek van de administratie of haar mandataris de informatiebronnen opgesomd in bijlage 5 mee. »

Art. 6.In artikel 6 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 3 vervangen als volgt : « § 3. Beschikt over een performant systeem van organisatiebeheersing, krachtens artikel 26, § 4, eerste lid, 7° van de wet, de organisatie die de overeenstemming van haar beheerscapaciteit met haar niveau van complexiteit aantoont in overeenstemming met artikel 2, § 5. »

Art. 7.Artikel 7 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende : « In het kader van de toetsing van de performantie van het systeem van organisatiebeheersing deelt de organisatie op verzoek van de administratie of haar mandataris de informatie bronnen opgesomd in bijlage 5 mee. »

Art. 8.In artikel 9 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 3 vervangen als volgt : « § 3. De toetsing van de performantie van het systeem van organisatiebeheersing bedoeld in artikel 2, § 5, zal tenminste om de vijf jaar worden georganiseerd.

De toetsing van de performantie van het systeem van organisatie beheersing wordt uitgevoerd door de administratie gedaan op basis van een externe expertise.

De administratie en de externe expert daarvoor gemandateerd formuleren hun advies op basis van de documenten opgesomd in bijlage 5 en op basis van verificaties ter plaatse. »

Art. 9.Artikel 55 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «

Art. 55.Dit besluit treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van hoofdstuk 5, dat in werking treedt op 1 januari 2017 »

Art. 10.In hetzelfde besluit wordt een bijlage 3 ingevoegd die als bijlage 1 is gevoegd bij dit besluit.

Art. 11.In hetzelfde besluit wordt een bijlage 4 ingevoegd die als bijlage 2 is gevoegd bij dit besluit.

Art. 12.In hetzelfde besluit wordt een bijlage 5 ingevoegd die als bijlage 3 is gevoegd bij dit besluit.

Art. 13.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt met uitzondering van artikel 9 dat in werking treedt op 23 mei 2014.

Art. 14.De minister bevoegd voor ontwikkelingssamenwerking is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Genève, 23 augustus 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Ontwikkelingssamenwerking, A. DE CROO

Bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 23 augustus 2015 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 23/05/2014 numac 2014015123 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking sluiten betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking Bijlage 3 bij het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 23/05/2014 numac 2014015123 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking sluiten betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking Beschrijving van de domeinen en criteria gebruikt voor de analyse van de beheerscapaciteit van een organisatie 1° Financieel beheer Het financieel beheer strekt ertoe de financiële gezondheid van de organisatie te garanderen door ervoor te zorgen dat haar financiële structuur in evenwicht is, dat ze haar verschillende financiële verplichtingen zal kunnen nakomen en dat ze over beheersmiddelen beschikt die zijn aangepast aan haar noden. Criteria : a) Kwaliteit van de beheersystemen : de organisatie produceert een betrouwbare boekhouding;b) Capaciteit om haar financiële verplichtingen na te komen : de organisatie beschikt over de financiële middelen om zijn verplichtingen op korte en lange termijn na te komen.2° Strategisch beheer Het strategisch beheer van een organisatie strekt ertoe ervoor te zorgen dat de organisatie een efficiënte strategie uitwerkt en tot stand brengt om haar visie te bereiken. Criteria : a) Proces van de ontwikkeling van de strategie : de strategie is uitgedacht om de visie van de organisatie te bereiken;b) Proces van strategische planning : de strategie wordt uitgevoerd om ervoor te zorgen dat de doelstellingen van de organisatie worden bereikt;c) Opvolging en sturing van de strategie : de strategie wordt opgevolgd, geëvalueerd en aangepast om de doelstellingen van de organisatie te bereiken.3° Procesbeheer Het procesbeheer strekt ertoe de kwaliteit en de optimalisering van de realisaties van een organisatie te beheersen.Het gaat om het beheersen van de operationele activiteiten van de organisatie in verband met de missie, teneinde de geschikte en strikt noodzakelijke middelen in te zetten voor een verwacht kwaliteitsniveau en een vooraf bepaald risiconiveau.

Criteria : a) Bepaling van de activiteit van de organisatie : het dienstenaanbod/de activiteiten van de organisatie zijn bepaald in verhouding tot haar missie, uitgevoerd in overeenstemming met hun bepaling;b) Formalisering van de processen : de organisatie heeft haar kernprocessen bepaald en gedocumenteerd;c) Beheersing van de processen : de processen zijn beheerst en geoptimaliseerd in het kader van een systematische aanpak van kwaliteitsverbetering.4° Resultaatgericht beheer : Het resultaatgericht beheer strekt ertoe de strategie te beheren en tot stand te brengen door zich toe te spitsen op de gewenste resultaten (outcome), om ervoor te zorgen dat ze worden gerealiseerd. Criteria : a) Kwaliteit van het beleid van resultaatgericht beheer : een geformaliseerd beleid van resultaatgericht beheer bestaat en beschrijft de doelstellingen en de praktijken die de resultaten van de organisatie verbeteren;b) Beheersing van het opvolgings- en evaluatieproces : de organisatie heeft een opvolgings- en evaluatiestrategie opgezet voor haar acties, om de resultaten ervan te optimaliseren;c) Capaciteit van de organisatie om haar beleid van resultaatgericht beheer uit te voeren : de organisatie beschikt over de menselijke, technische en financiële middelen om het beleid voor resultaatgericht beheer tot stand te brengen.5° Beheer van het partnership Het beheer van het partnership strekt ertoe de capaciteit van de organisatie te garanderen om de relaties met partners te beheren, om bij te dragen tot de realisatie van haar missie en visie door wederzijdse vertrouwens- en uitwisselingsrelaties op te bouwen en te onderhouden, onder meer via een adequate overdracht van kennis. Criteria : a) Keuze van de partner en de formalisering van het partnership : de partnershipstrategie is geformaliseerd en afgestemd op de strategie van de organisatie;b) Strategie van capaciteitsversterking : de organisatie voert een strategie van capaciteitsversterking van haar partners uit.6° Rekening houden met de transversale thema's Rekening houden met de transversale thema's beoogt te garanderen dat de organisatie over een beleid beschikt om gender en milieu op te nemen als transversale thema's, en dat ze over de nodige middelen en expertise beschikt om dit beleid in de praktijk om te zetten. Criteria : a) Thema gender : de organisatie beschikt over een genderbeleid, en de nodige (menselijke, technische en financiële) middelen om dit beleid uit te voeren;b) Thema milieu : de organisatie beschikt over een milieubeleid, en de nodige (menselijke, technische en financiële) middelen om dit beleid uit te voeren 7° Risicobeheer Het risicobeheer strekt ertoe de risico's die een organisatie loopt binnen haar interne werking en de realisatie van haar activiteiten te identificeren en te evalueren, en de nodige corrigerende maatregelen te treffen om haar doelstellingen op een efficiënte en effectieve manier te bereiken. Criteria : a) Dekking van het risicobeheer : de organisatie heeft een benadering ontwikkeld voor de identificatie en de evaluatie van de risico's waaraan ze blootgesteld is op het vlak van haar interventies en op het vlak van haar interne werking;b) Risicobeheersing : de organisatie heeft een beleid en concrete maatregelen tot stand gebracht om de voornaamste risico's te beheersen waarmee ze wordt geconfronteerd.8° Personeelsbeheer Het personeelsbeheer strekt ertoe de organisatie toe te staan om te beschikken over de nodige en geschikte medewerkers met het oog op de verwezenlijking van haar missie en haar visie, door over gemotiveerde, verantwoordelijke personeelsleden en vrijwilligers te beschikken in voldoende kwantiteit en kwaliteit. Criteria : a) Bepaling van een personeelskader : de grote principes inzake organisatie, cultuur en personeelsverdeling (waaronder de vrijwillige medewerkers) werden vastgelegd;b) Bepaling van een personeelsontwikkelingsstrategie : de organisatie heeft op basis van een objectieve analyse van haar situatie een strategie inzake jobcreatie en competentieontwikkeling uitgewerkt;c) Beheersing van de HRM-processen : de organisatie beschikt over HRM-middelen die de ontwikkeling en/of het effectieve behoud van de competenties, en een gepast werkkader toelaten voor haar personeel.9° Transparantie De toepassing van het transparantieprincipe draagt bij tot het creëren van een vertrouwensklimaat tussen de organisatie en haar stakeholders (medewerkers, partners, begunstigden, publieke en particuliere donoren, opdracht gevers en grote publiek), onder meer via een open interne en externe communicatie, door de toegankelijkheid en de betrouwbaarheid van de informatie en door de naleving van de principes van verantwoording ten opzichte van de donoren van fondsen. Criteria : a) Formalisering van een communicatie- en informatiebeheerstrategie : de organisatie brengt betrouwbare informatie voort en maakt deze doeltreffend over aan de goede bestemmelingen;b) Bestaan van een communicatiesysteem : Specifieke middelen zijn toegewezen voor de ontplooiing van de communicatiestrategie;c) Toegankelijkheid en betrouwbaarheid van de informatie : de organisatie is ertoe in staat de toegankelijkheid en de betrouwbaarheid van de gegevens aan te tonen die ze voortbrengt voor haar verschillende stakeholders Gezien om gevoegd te worden bij het koninklijk besluit van 23 augustus 2015 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 23/05/2014 numac 2014015123 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking sluiten betreffende de subsidiering van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking Gegeven te Genève, 23 augustus 2015. FILIP Van Koningswege : De Minister van Ontwikkelingssamenwerking, A. DE CROO

Bijlage 2 bij het koninklijk besluit van 23 augustus 2015 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 23/05/2014 numac 2014015123 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking sluiten betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking Bijlage 4 bij het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 23/05/2014 numac 2014015123 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking sluiten betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking Berekeningsbasis van de parameters van de organisationele complexiteit 1° de grootte van de organisatie : Het rekenkundig gemiddelde van de omzet van de organisatie voor de vier boekjaren voorafgaand aan de toetsing van de performantie van het systeem van organisatiebeheersing zoals bedoeld in artikel 2, § 5. De beoogde omzet is het totaal van de boekhoudkundige klasse 7 van de resultatenrekening. 2° de geografische spreiding : Het totale aantal landen, België inbegrepen, waarin de organisatie activiteiten van ontwikkelingssamenwerking voert, rechtstreeks of met partners, alle financieringsbronnen inbegrepen, gedurende het jaar voorafgaand aan de toetsing van de performantie van het systeem van organisatiebeheersing bedoeld in artikel 2, § 5.3° de thematische spreiding : Het totale aantal sectoren waarin de organisatie activiteiten van ontwikkelingssamenwerking voert, rechtstreeks of met partners, alle financieringsbronnen inbegrepen, gedurende het jaar voorafgaand aan de toetsing van de performantie van het systeem van organisatiebeheersing bedoeld in artikel 2, § 5. De beoogde sectoren zijn de « DAC 3 digit sectors » zoals bepaald in de norm van de International Aid Transparency Initiative op basis van de classificatie van het Comité voor Ontwikkelingshulp van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling. 4° de diversiteit van de partners : Het totale aantal organisaties die een financiële bijdrage van de organisatie gekregen hebben in het kader van een partnership geformaliseerd door een partnershipovereenkomst of een memorandum of understanding, alle financieringsbronnen inbegrepen, gedurende het jaar voorafgaand aan de toetsing van de performantie van het systeem van organisatiebeheersing bedoeld in artikel 2, § 5.5° de spreiding van de opdrachtgevers : Het rekenkundig gemiddelde voor de vier boekjaren voorafgaand aan de toetsing van de performantie van het systeem van organisatiebeheersing bedoeld in artikel 2, § 5, van de ratio tussen het totaal bedrag van subsidies gekregen van de Belgische federale overheden en het totaal bedrag van de ontvangen subsidies.6° het aantal medewerkers : a) Ratio tussen de omzet bedoeld in 1° en het volume van de totale tewerkstelling in België op 31 december van het jaar voorafgaand aan de toetsing van de performantie van het systeem van organisatiebeheersing bedoeld in artikel 2, § 5. Het volume van de totale tewerkstelling in België is in voltijdsequivalenten berekend. b) Ratio tussen het volume van de tewerkstelling in de ontwikkelingslanden en het totale volume van de tewerkstelling van de organisatie op 31 december van het jaar voorafgaand aan de toetsing van de performantie van het systeem van organisatiebeheersing bedoeld in artikel 2, § 5. Het volume van de tewerkstelling in de ontwikkelingslanden dat in aanmerking moet worden genomen is beperkt tot leidinggevend personeel en expats. Het totale volume van de tewerkstelling is de som van het volume van de tewerkstelling in België en van het volume van de tewerkstelling in de ontwikkelingslanden. Die volumes zijn in absolute waarden uitgedrukt.

Gezien om gevoegd te worden bij het koninklijk besluit van 23 augustus 2015 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 23/05/2014 numac 2014015123 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking sluiten betreffende de subsidiering van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking Gegeven te Genève, 23 augustus 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Ontwikkelingssamenwerking, A. DE CROO

Bijlage 3 bij het koninklijk besluit van 23 augustus 2015 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 23/05/2014 numac 2014015123 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking sluiten betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking Bijlage 5 bij het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 23/05/2014 numac 2014015123 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking sluiten betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking Informatiebronnen voor de toetsing van het systeem van organisatiebeheersing 1° Voor het financieel beheer : a) Verslagen van de revisor;b) Jaarrekeningen;c) Jaarbudgetten;2° Voor het strategisch beheer : a) Actieplannen;b) Opvolgingsdocumenten (opvolgingsprocedure, boordtabellen, monitoring tool, opvolgingsverslagen);c) Statuten d) Documenten met betrekking tot de ontwikkeling van de strategie (strategische diagnose, ontwikkelingsprocedure);3° voor het procesbeheer : a) Interne documenten over de procesbenadering van de organisatie (proces / procedure fiche, cartografie van de processen, documenten van verschillende diensten betreffende hun procedures, procedurehandleiding);b) Attest van het verkrijgen van een kwaliteitslabel of kwaliteitscertificering;4° Voor het resultaatgericht beheer : a) Activiteitenverslagen;b) Document waarin het beleid voor resultaatgericht beheer van de organisatie wordt uiteengezet;c) Document met de programmatie van de evaluaties (kalender, evaluatie planning, budget);d) Referentietermen van de evaluaties;e) Management responses op de evaluatie verslagen of document met informatie over de kennisneming van de conclusies en aanbevelingen van de evaluaties door ten minste één bestuursinstantie;f) Opleidingsattesten van het personeel inzake evaluatie;5° Voor het beheer van het partnership : a) Partnershipovereenkomsten of memorandums of understanding;b) Document met de lijst en beschrijving van de partners;c) Document met een beschrijving van het partnershipbeleid van de organisatie;d) Document met de doelstellingen van het partnership (fiche per partnership, overeenkomsten);6° Voor het rekening houden met de transversale thema's : a) Gendercharter of -beleid;b) Genderactieplannen;c) Checklists of hulpmiddelen bij de besluitvorming inzake gender;d) Milieucharter of -beleid;e) Milieuactieplannen;f) Checklists of hulpmiddelen bij de besluitvorming inzake milieu;g) Attest gender- / milieuopleiding;h) Attest over de deelname aan reflectiegroepen, netwerken of comités over de transversale thema's;i) Attest van het verkrijgen van een milieulabel of -certificering;7° Voor het risicobeheer : a) Document waarin het beleid inzake risicobeheer van de interventies wordt uiteengezet;b) Document waarin het beleid inzake risicobeheer van de organisatie wordt uiteengezet;c) Boordtabel voor de opvolging van de corrigerende maatregelen;d) Document met een beschrijving van het risicotoezichtsysteem;8° Voor het personeelsbeheer : a) Organigram, werkpostfiche;b) Document waarin het personeelsbeleid wordt uiteengezet;c) Arbeidsreglement;d) Organiek kader;e) Document waarin de personeelsstatuten, het paritaire comité, de verschillende types van contracten worden verduidelijkt;f) Document (charter, arbeidsreglement) waarin de waarden van de organisatie zijn vastgelegd;g) Document waarin de onthaalprocedure van nieuwe medewerkers is vastgelegd;h) Document waarin de evaluatieprocedure van het personeel wordt beschreven;i) Document waarin de coachingprocedure van het personeel wordt beschreven 9° Voor transparantie a) Extern communicatieplan;b) Intern communicatieplan;c) Grafisch charter en logo;d) Verslag inzake de opvolging van de zichtbaarheid in de media;e) Document waarin de crisiscommunicatieprocedure is vastgelegd;f) Ordeningsplan, archiveringsplan, plan betreffende de verspreiding van documenten;g) Document waarin het ingevoerde kennisbeheersysteem wordt beschreven. Als één of meerdere van deze documenten al toegevoegd worden bij de aanvraag voor de erkenning als niet-gouvernementele organisatie, als federatie of als koepel of voor de toekenning van het statuut van partner van de niet-gouvernementele samenwerking overeenkomstig de artikelen 3, 5 en 7, is het niet noodzakelijk om deze documenten opnieuw over te maken.

Gezien om gevoegd te worden bij het koninklijk besluit van 23 augustus 2015 tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 23/05/2014 numac 2014015123 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Koninklijk besluit betreffende de subsidiëring van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking sluiten betreffende de subsidiering van de actoren van de niet-gouvernementele samenwerking Gegeven te Genève, 23 augustus 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Ontwikkelingssamenwerking, A. DE CROO

^