gepubliceerd op 11 mei 2015
Koninklijk besluit tot vaststelling van de deontologische code van de auto-experts van het Instituut van de auto-experts
23 APRIL 2015. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de deontologische code van de auto-experts van het Instituut van de auto-experts
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 02/06/2008 numac 2007011262 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts sluiten tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts, artikel 13, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 6 oktober 2011;
Gelet op de beslissing van de raad van het Instituut van de auto-experts van 20 december 2013 tot vaststelling van de deontologische code;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor de Zelfstandigen en de K.M.O., gegeven op 25 november 2014;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 2 april 2014;
Gelet op advies 57.015/1 van de Raad van State, gegeven op 6 maart 2015, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Middenstand, Zelfstandigen, K.M.O.'s, Landbouw, en Maatschappelijke Integratie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Hoofdstuk 1. - Plichten van de auto-experts
Artikel 1.Elke auto-expert moet de regels naleven die in deze code zijn vastgelegd.
Art. 2.Overeenkomstig artikel 11 van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 02/06/2008 numac 2007011262 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts sluiten tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts, is het een auto-expert niet toegestaan : 1° een werkzaamheid uit te oefenen die onverenigbaar is met de waardigheid of de onafhankelijkheid van zijn taak, 2° als natuurlijk persoon of als rechtspersoon enige economische activiteit uit te oefenen met betrekking tot de verkoop, verhuur of herstelling van voertuigen en wisselstukken of tot verzekerings- en makelaarsproducten, zelfs niet ten kosteloze titel.
Art. 3.De auto-expert moet, voor hij zijn opdracht aanvaardt, navraag doen over de aard en de moeilijkheden van de hem voorgestelde opdracht. Hij mag ze enkel aanvaarden als hij ervan overtuigd is dat hij over de nodige technische competenties, de eigen middelen en de nodige tijd beschikt om de opdracht tot een goed einde te brengen. Hij moet elke opdracht of elk deel van een opdracht, waarvoor hij niet de nodige competenties bezit of waarvoor hij niet over de nodige middelen beschikt, weigeren.
In de veronderstelling dat de expert niet zelf kan instaan voor het uitvoeren van de voorgestelde opdracht, zoals beschreven in het eerste lid, doet hij een beroep op een collega of een wetenschappelijke expertise.
Art. 4.De auto-expert moet zijn kennis op het vlak van auto-expertise onderhouden. Hij volgt elke drie jaar minstens 45 uren bijscholing, met een minimum van 10 uren per jaar.
Art. 5.De auto-expert weigert elke opdracht of draagt elk mandaat over indien de onafhankelijkheid van zijn beroepspraktijk of de naleving van de deontologie hierdoor in het gedrang wordt gebracht.
Art. 6.Het ereloon dient de waardigheid en de onafhankelijke uitoefening van het beroep te kunnen verzekeren.
De auto-expert mag op geen enkele wijze commissies, makelaarslonen of andere voordelen toekennen of ontvangen die betrekking hebben op zijn opdrachten en die strijdig zouden zijn met de onafhankelijkheid of de naleving van de deontologie zoals bedoeld in artikel 5.
Art. 7.§ 1. Om het goede verloop van de expertise te garanderen, verbindt de auto-expert zich tot het uitvoeren van de gebruikelijke controles, vaststellingen en evaluaties, voor zover deze mogelijk zijn.
In het geval dit onmogelijk is, moet hij de oorzaak of oorzaken hiervan toelichten.
Binnen de beperkingen van de hem toevertrouwde opdracht, let de auto-expert erop zijn informatieplicht na te komen, met name wat betreft de omvang van zijn opdracht. § 2. Bij moeilijkheden van welke aard dan ook die tot gevolg hebben dat de expertise op onverwachte wijze wordt vertraagd of bemoeilijkt, moet de auto-expert zijn opdrachtgever zo snel mogelijk hierover inlichten, alsook de oorzaken van de vertragingen of de moeilijkheden aangeven. Hij moet hem eveneens op de hoogte brengen van de nieuwe termijnen voor de expertise en, in voorkomend geval, van de bijkomende kosten en erelonen. § 3. Indien een auto-expert in de onmogelijkheid is zijn beroepsactiviteit uit te oefenen ingevolge een schorsing, dient hij zijn opdrachtgever van de onmogelijkheid om zijn beroepsactiviteit uit te oefenen in kennis te stellen, wanneer die een beroep op hem doet tijdens de schorsing.
Art. 8.De auto-expert moet altijd in acht nemen dat een opdracht hem in het bijzonder wordt toevertrouwd wegens zijn verplichtingen van onpartijdigheid en trouw. Hij moet dus in alle omstandigheden zijn objectiviteit en neutraliteit bewaren.
De auto-expert verbindt zich ertoe geen opdracht te aanvaarden waarvoor hij, om welke reden dan ook, niet kan garanderen dat hij deze op een volledig onpartijdige manier zal behandelen ten opzichte van de partijen en de personen die betrokken zijn bij de expertise of het geschil in kwestie.
Gedurende zijn opdracht moet de expert zich onthouden van elke partijdige of minachtende uitspraak ten opzichte van wie dan ook: een partij, een getuige, een deskundige uit de automobielsector of verzekeringssector, evenals zijn collega's.
De auto-expert die tijdens het verloop van een expertise zichzelf niet meer in staat acht zijn onpartijdigheid te garanderen, is verplicht dit te melden aan de partijen en dient zijn opdracht te beëindigen.
Art. 9.§ 1. Wanneer hij buiten elke rechtsprocedure wordt aangesteld, moet de auto-expert alle personen waarmee hij in contact treedt, inlichten over het minnelijke karakter van zijn, al dan niet tegensprekelijke opdracht, alsook over de identiteit van zijn opdrachtgever. § 2. In geval van geschil stelt de auto-expert iedere andere partij dan zijn opdrachtgever op de hoogte van de mogelijkheid die zij hebben om zich te laten vertegenwoordigen door een andere auto-expert van hun keuze.
Als het geschil aanhoudt, geven de auto-experts, die een historiek van de evolutie van hun dossiers moeten bijhouden, de voorkeur aan een minnelijke schikking, een arbitrageprocedure of een bemiddelingsprocedure om dit geschil te beëindigen.
In geval van een meningsverschil betreffende de keuze van de arbiter of bemiddelaar wordt de bevoegde kamer van het Instituut door de betrokken auto-experts op de hoogte gebracht en kan deze een advies uitbrengen. § 3. De auto-expert moet zijn opdrachtgever bijstaan met een uitgewerkt, deskundig en objectief advies. Hij is ertoe gehouden de vertrouwensrelatie met zijn opdrachtgever te respecteren. § 4. Iedere opdrachtgever kan toegang hebben tot alle noodzakelijke informatie aangaande de diensten van de auto-expert. § 5. De auto-expert mag geen opdrachten trachten te verkrijgen door middel van betalingen of het verlenen van andere voordelen aan eventuele opdrachtgevers, tussenpersonen of iedere andere persoon betrokken bij de toewijzing van opdrachten.
Art. 10.De auto-expert bezorgt de opdrachtgever een verslag van zijn opdracht, waarvan de inhoud overeenkomt met de gebruikelijke praktijken.
Art. 11.De auto-expert moet een verzekeringscontract afsluiten die zijn burgerlijke beroepsaansprakelijkheid dekt, in verhouding tot het risico dat hij ten gevolge van zijn opdrachten loopt.
De auto-expert legt een kopie van de op hem betrekking hebbende verzekeringspolis voor, op eerste verzoek van de bevoegde kamer van de raad van het Instituut.
Hoofdstuk 2. - Het beroepsgeheim
Art. 12.Onverminderd de wettelijke en reglementaire verplichtingen opgelegd aan de auto-expert inzake beroepsgeheim, is hij ook gebonden door de discretieplicht.
Deze discretieplicht houdt voor de auto-expert de geheimhouding in van de gegevens die hem uitdrukkelijk of stilzwijgend werden toevertrouwd in zijn hoedanigheid van auto-expert, evenals van de feiten van vertrouwelijke aard die hij heeft vastgesteld in het kader van de uitoefening van zijn beroep.
De inbreuk op de tuchtregels inzake de discretieplicht kan echter niet aan de auto-expert ten laste worden gelegd: 1° indien hij opgeroepen wordt om voor de rechtbank te getuigen;2° indien de wettelijke of reglementaire bepalingen hem verplichten om alle of een deel van die informatie mee te delen;3° bij de uitoefening van zijn persoonlijke verdediging in gerechts- of tuchtzaken;4° indien zijn opdrachtgever, voor zover het gaat om een zaak die deze aanbelangt, de discretieplicht uitdrukkelijk opheft. De auto-expert is ertoe gehouden de principes van vertrouwelijkheid en de verplichtingen die uit het beroepsgeheim voortvloeien, te eerbiedigen en te doen eerbiedigen door zijn personeel en door iedere persoon die onder zijn verantwoordelijkheid handelt.
Hoofdstuk 3. - Verhouding met de andere auto-experts
Art. 13.Elke auto-expert moet alle documenten en informaties met betrekking tot de opdracht waarvan hij ontlast werd aan de opdrachtgever of de collega die hem opvolgt overhandigen.
Wanneer een auto-expert, ongeacht de reden, de taken overneemt van een collega informeert hij schriftelijk deze laatste.
Art. 14.Wanneer de aangestelde auto-expert, op welke manier dan ook, in contact komt met een andere auto-expert, moet hij collegiaal optreden tegenover laatstgenoemde. Ongeacht de context, verbindt hij zich ertoe blijk te geven van respect en vertrouwen.
De auto-expert zal zich nooit minachtend uitlaten over andere auto-experts en de auto-expertise in het algemeen. Wanneer zijn mening gevraagd wordt, moet hij deze formuleren met gematigdheid, objectiviteit en integriteit.
Hoofdstuk 4. - Informaties aan het publiek
Art. 15.Mededelingen die worden gedaan door de auto-experts en die bestemd zijn om de diensten of het imago van de auto-expert te bevorderen, zijn in overeenstemming met de principes die het beroep van auto-expert beheersen, namelijk de onberispelijkheid, de eerlijkheid en de oprechtheid.
Onverminderd de informatieplicht opgelegd door andere wettelijke of reglementaire bepalingen bevatten de door de auto-expert opgestelde documenten en verslagen de volgende gegevens: 1° zijn naam en zijn voornaam;2° zijn inschrijvingsnummer op het tableau van het Instituut. Hoofdstuk 5. - Verplichtingen ten opzichte van het Instituut
Art. 16.De auto-experts moeten het Instituut binnen de dertig dagen op de hoogte brengen van elke wijziging van de plaats van de beroepsuitoefening, van elke tijdelijke en/of definitieve beëindiging van de activiteiten, alsook van elke verandering van activiteit of beroepsstatuut.
Art. 17.De auto-expert is gehouden, op eerste verzoek, mee te werken aan elk onderzoek van de bevoegde kamer van de raad van het Instituut.
Wanneer één van de kamers van de raad van het Instituut kennis heeft van het feit dat een auto-expert zich gedraagt op een wijze die strijdig is met de bepalingen van artikel 23, eerste lid van de wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 02/06/2008 numac 2007011262 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts sluiten tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts, gelast deze kamer hem zich daaraan te conformeren binnen een termijn die ze vaststelt. Deze termijn bedraagt minimum 6 maanden en maximum 12 maanden.
Art. 18.De auto-expert betaalt zijn bijdrage binnen de door het huishoudelijk reglement voorziene termijn.
Hoofdstuk 6. - Slotbepaling
Art. 19.De minister bevoegd voor Middenstand is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 april 2015.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Middenstand, Zelfstandigen, K.M.O.'s, Landbouw, en Maatschappelijke Integratie, W. BORSUS