gepubliceerd op 21 oktober 2004
Koninklijk besluit houdende vaststelling van de administratieve en financiële middelen die worden toegekend aan de Federale Commissie voor medisch en wetenschappelijk onderzoek op embryo's in vitro
22 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit houdende vaststelling van de administratieve en financiële middelen die worden toegekend aan de Federale Commissie voor medisch en wetenschappelijk onderzoek op embryo's in vitro
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 11 mei 2003 betreffende het onderzoek op embryo's in vitro, inzonderheid op artikel 9, § 5;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 mei 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 23 juni 2004;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 10 juni 2004;
Gelet op het protocol nr. 495 van het Comité voor de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten, gegeven op 26 juli 2004;
Gelet op het advies 37.602/1/V van de Raad van State, gegeven op 17 augustus 2004, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De Federale Commissie voor medisch en wedenschappelijk onderzoek op embryo's in vitro, opgericht bij de wet van 11 mei 2003 betreffende het onderzoek op embryo's in vitro, beschikt over een eigen secretariaat.
Art. 2.§ 1. Het in artikel 1 bedoeld secretariaat bestaat uit een secretaris van niveau 1 - rang 13 en een adjunct-secretaris van niveau B. § 2. In de functies bedoeld in § 1 wordt voorzien via verlof voor opdracht van algemeen belang van ambtenaren van een federale overheidsdienst, van het ministerie van Landsverdediging, van een wetenschappelijke inrichting van de Staat zoals bedoeld in het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke inrichtingen van de Staat, van een overheidsinstelling voor sociale zekerheid of van een instelling van openbaar nut die tot de Staat behoort.
Na een openbare oproep in het Belgisch Staatsblad, worden de kandidaten aangewezen door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft.
Indien de openbare oproep tot kandidaten niet toelaat om een kandidaat aan te wijzen die aan de voorwaarden van dit besluit voldoet, dan wijst de Minister een ambtenaar van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu aan. § 3. Enkel de kandidaten die tijdens hun eerste aanwijzing houder zijn van een graad gelijkwaardig aan deze die in het personeelsplan wordt vermeld, kunnen worden aangewezen.
Tijdens de duur van de opdracht genieten de ambtenaren een bezoldiging gelijk aan deze waarop zij in hun dienst van herkomst recht zouden hebben. Deze bezoldiging komt ten laste van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
De in § 1 bedoelde ambtenaren blijven onderworpen aan het administratief en geldelijk statuut en aan het pensioenstelsel dat in hun dienst van herkomst van kracht is. Zij behouden in hun dienst van herkomst hun rechten op bevordering, wedde en verhoging van de wedde.
De periode van verlof voor opdracht van algemeen belang wordt gelijkgesteld met een periode van dienstactiviteit.
Art. 3.De ambtenaar is onderworpen aan het functioneel gezag van de voorzitter van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu.
Hij kan vragen om het verlof voor opdracht van algemeen belang te beëindigen, met een opzegging van één maand.
De Minister bevoegd voor Volksgezondheid kan het verlof voor opdracht van algemeen belang van een ambtenaar beëindigen, met een opzegging van drie maand. De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu stelt de dienst van herkomst van de ambtenaar hiervan op de hoogte.
Als het verlof voor opdracht van algemeen belang beëindigd wordt, stelt de ambtenaar zich opnieuw ter beschikking van de Minister of van de overheid waarvan hij afhangt.
Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 september 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE