gepubliceerd op 28 december 2007
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juni 2002 houdende voorwaarden voor de exploitatie van zonnecentra
22 NOVEMBER 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 juni 2002 houdende voorwaarden voor de exploitatie van zonnecentra
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten, inzonderheid op artikel 4, § 1, gewijzigd bij de wet van 18 december 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 juni 2002 houdende voorwaarden voor de exploitatie van zonnecentra, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 9 januari 2004;
Overwegende dat werd voldaan aan de formaliteiten bepaald in de Richtlijn 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij, gewijzigd bij de Richtlijn 98/48/EG van 20 juli 1998;
Gelet op het advies van de Commissie voor de Veiligheid van de Consumenten, gegeven op 18 juni 2007;
Gelet op advies 43.552/1/V van de Raad van State, gegeven op 4 september 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 20 juni 2002 houdende voorwaarden voor de exploitatie van zonnecentra worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt : « 3° geautomatiseerd zonnecentrum : een zonnecentrum waarbij de zonnebanken worden gestuurd door middel van een besturingssysteem;»; 2° het lid wordt aangevuld als volgt : « 7° besturingssysteem : een systeem dat de zonnebanken in een zonnecentrum bestuurt en de consument identificeert met behulp van een magneetkaart of vergelijkbaar middel;8° huidtype : de individuele UV gevoeligheid van de huid is een maat van de reactie van de huid op UV-straling.De indeling van de menselijke huidtypen is gemaakt naar de subjectieve beoordeling van iemands vermogen om erytheem (zonnebrand) te vormen en om te pigmenteren : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 2.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 2.Een zonnecentrum mag niet werken bij afwezigheid van een onthaalverantwoordelijke, behalve indien het voldoet aan de voorwaarden voor een geautomatiseerd zonnecentrum. »
Art. 3.In hetzelfde besluit wordt een artikel 2bis ingevoegd, luidende : «
Art. 2bis.Elke handeling die uitgevoerd wordt aan het besturingssysteem en die aanleiding geeft tot het niet naleven van de voorwaarden van dit besluit, is verboden. »
Art. 4.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 3.Elk zonnecentrum voldoet aan de volgende voorwaarden : 1° de cellen waarin de zonnebanken zich bevinden, zijn ruim, goed verlucht en maken een snelle evacuatie in geval van nood mogelijk;2° er wordt een bord aangebracht dat zichtbaar en op minstens vijf meter afstand leesbaar is en waarop de tekst staat die opgenomen is in de bijlage I bij dit besluit.Deze tekst is ten minste gesteld in de taal of de talen van het taalgebied waar het zonnecentrum is gelegen; 3° in elke cel hangen duidelijke instructies voor een veilig gebruik en voor de reiniging van de zonnebanken evenals het blootstellingschema van de producent met specificaties voor duur en interval gebaseerd op de karakteristieken van de zonnebank in deze cel en het huidtype.Deze instructies zijn ten minste gesteld in de taal of de talen van het taalgebied waar het zonnecentrum is gelegen; 4° in elke cel zijn reinigingsmiddelen aanwezig, die aan de specifieke vereisten voor de zonnebanken (hygiëne, dermatologische aspecten en hoge temperaturen) zijn aangepast;5° elke cel is zodanig uitgerust dat een consument, in geval van nood, onmiddellijk hulp kan vragen aan iemand die in staat is om in de kortst mogelijke tijd gepaste hulp te bieden;6° een beschermende bril is ter beschikking voor de consumenten.Het ter beschikking stellen van de beschermende bril aan een andere consument is niet toegelaten, behalve na voorafgaande ontsmetting van de bril; 7° bij elk defect wordt de zonnebank automatisch uitgeschakeld;8° de toestand van de ultravioletlampen en de filters wordt afhankelijk van de gebruiksintensiteit en ten minste om de drie maanden gecontroleerd;9° de zonnebanken worden minstens eenmaal per dag ontsmet;10° de straling van de zonnebanken mag op geen enkele plaats een totale effectieve erytheemgewogen irradiantie hoger dan 0,3 W/m2 vertonen;11° een onthaalverantwoordelijke of het besturingssysteem past aan de intensiteit en de gebruiksduur van de zonnebank automatisch aan van het huidtype van de consument, rekening houdend met de karakteristieken van de zonnebank en de gebruikte lampen;12° een onthaalverantwoordelijke of het besturingsysteem ziet erop toe dat de eerste blootstelling van een sessie slechts de helft van een normale dosis bedraagt;13° een onthaalverantwoordelijke of het besturingsysteem ziet erop toe dat er minstens 48 uur is tussen de eerste en tweede blootstelling van een sessie en minstens 24 uur tussen de volgende blootstellingen.»
Art. 5.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 4.Naast de voorwaarden opgesomd in artikel 3, voldoet een automatisch zonnecentrum aan de volgende voorwaarden : 1° er moet een onthaalverantwoordelijke minstens 4 dagen per week, gedurende minstens 1 uur per dag aanwezig zijn;2° er zijn de volgende vermeldingen leesbaar en zichtbaar aangebracht : a) naam, ondernemings- en telefoonnummer van de uitbater;b) de dagen en uren waarop een onthaalverantwoordelijke in het zonnecentrum aanwezig is;c) een telefoonnummer waar de consument voor eventuele klachten, technische interventie, opmerkingen of andere vragen terecht kan.»
Art. 6.Artikel 6 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : «
Art. 6.De onthaalverantwoordelijke : 1° informeert elke nieuwe consument mondeling over de gevaren van blootstelling aan ultravioletstraling aan de hand van de tekst die opgenomen is in bijlage II van dit besluit;2° bepaalt samen met elke nieuwe consument zijn huidtype en legt hem de specifieke risico's voor dit huidtype uit.Dit huidtype wordt genoteerd op het ontvangstbewijs bedoeld in het tweede lid; 3° laat personen onder de 18 jaar en personen met huidtype 1 niet toe in zijn centrum gebruik te maken van zonnebanken of andere installaties die ultravioletstralen afgeven;4° houdt de resultaten van de controles bedoeld in artikel 3, 8°, de bewijsstukken voor artikel 3, 11°, 12° en 13°, de ontvangstbewijzen bedoeld in het tweede lid van dit artikel en de door de constructeur bezorgde gebruiksinstructies van de zonnebank inzonderheid die betreffende de identificatie van de lampen, op elk moment ter beschikking van de bevoegde overheden;5° laat kosteloos toe dat de bevoegde overheid de nodige controles kan uitvoeren;6° overhandigt persoonlijk de magneetkaart of vergelijkbaar middel voor een geautomatiseerd zonnecentrum aan de consument;7° verstrekt per consument slechts één magneetkaart of vergelijkbaar middel. Elke consument dagtekent het document dat de in het eerste lid, 1° beschreven informatie bevat, met vermelding van zijn/haar naam, geboortedatum, adres, rijksregister- en/of identiteitskaartnummer. De onthaalverantwoordelijke verklaart en dagtekent dat het huidtype in overeenstemming met de consument werd bepaald »
Art. 7.In bijlage I van hetzelfde besluit worden de woorden « minderjarigen beneden de leeftijd van 15 jaar, ten zeerste af te raden voor de andere minderjarigen en zwangere vrouwen. » vervangen door de woorden « personen onder de 18 jaar en personen met een huidtype ».
Art. 8.In bijlage II van hetzelfde besluit van worden de woorden « minderjarigen beneden de leeftijd van 15 jaar, ten zeerste af te raden voor de andere minderjarigen en zwangere vrouwen. » vervangen door de woorden « personen onder de 18 jaar en personen met een huidtype ».
Art. 9.In hetzelfde besluit worden opgeheven : 1° artikel 5, tweede lid;2° de artikelen 7 en 8.
Art. 10.Dit besluit treedt in werking op 1 augustus 2008.
Art. 11.Onze Minister bevoegd voor Consumentenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 november 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE