gepubliceerd op 04 juli 2006
Koninklijk besluit betreffende de tussenkomstmodaliteiten van het Fonds voor de beroepsziekten in de verplaatsingskosten van de slachtoffers in het kader van de behandeling van een beroepsziekte
22 JUNI 2006. - Koninklijk besluit betreffende de tussenkomstmodaliteiten van het Fonds voor de beroepsziekten in de verplaatsingskosten van de slachtoffers in het kader van de behandeling van een beroepsziekte
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten betreffende de schadeloosstelling voor beroepsziekten, gecoördineerd op 3 juni 1970, inzonderheid op artikel 41ter, ingevoegd bij de wet van 27 december 2005;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds voor de beroepsziekten van 12 mei 2004;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 21 februari 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 3 januari 2006;
Gelet op advies 39.820/1 van de Raad van State, gegeven op 16 februari 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In geval van een verplaatsing met een ziekenwagen, betaalt het Fonds voor de beroepsziekten de verplaatsingskosten terug, voor zover de geneesheer van het Fonds zich voorafgaandelijk akkoord heeft verklaard met de noodzaak van dit soort vervoer. Als de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen tussenkomt in de kosten van een verplaatsing met een ziekenwagen, betaalt het Fonds voor de beroepsziekten enkel het aandeel in deze kosten terug dat ten laste blijft van het slachtoffer.
De terugbetaling gebeurt op basis van de factuur.
Art. 2.Onverminderd de bepalingen van de artikelen 1 en 4, voor de verplaatsingen ondernomen door een slachtoffer met het oog op de behandeling van zijn beroepsziekte, tijdens een periode van tijdelijke lichamelijke arbeidsongeschiktheid, komt het Fonds voor de beroepsziekten tegemoet ten belope van een forfaitaire vergoeding van 0,70 euro per dag.
Het vorige lid is niet van toepassing in geval van tijdelijke verwijdering van zwangere werkneemsters uit het schadelijke milieu.
Art. 3.Onverminderd de bepalingen van artikel 1, voor de verplaatsingen ondernomen met het oog op de behandeling van zijn beroepsziekte door een slachtoffer dat is aangetast door een blijvende lichamelijke arbeidsongeschiktheid van meer dan 66 %, komt het Fonds voor de beroepsziekten tussen ten belope van een maandelijks forfaitair bedrag van 20 euro.
Het vorige lid is niet van toepassing op de gevallen van blijvende arbeidsongeschiktheid toegekend omwille van beroepsdoofheid.
Art. 4.Indien in de loop van een kalendermaand een blijvende lichamelijke arbeidsongeschiktheid van meer dan 66 % volgt op een tijdelijke ongeschiktheid, komt het Fonds tussen op basis van artikel 3 van dit besluit.
Art. 5.De betaling van de verplaatsingskosten door het Fonds voor de beroepsziekten vindt plaats in dezelfde periodes als de vergoedingen.
Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006.
Art. 7.Onze Minister bevoegd voor Sociale zaken en Onze Minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 juni 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, R. DEMOTTE De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN